Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: ‘Naissance des Pieuvres’, hierna te noemen: de Film
1. De procedure
Klager heeft op 5 juni 2009 een klacht ingediend over de Film.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 5 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde sub 1 heeft bij brief van 3 juli 2009 verweer gevoerd.
Beklaagde sub 2 heeft bij brief van 2 juli 2009 verweer gevoerd.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 27 augustus 2009.
Klager is ter zitting verschenen. Beklaagde sub 1 en beklaagde sub 2 zijn eveneens ter zitting verschenen.
2. De bestreden audiovisuele productie
De Film vertelt het verhaal van drie vijftienjarige meisjes die de liefde ontdekken. De Film is geclassificeerd met het toen geldende classificatieformulier van het NICAM, en heeft de classificatie ‘Alle Leeftijden’ (AL) met als toevoeging grof taalgebruik (schreeuwend mannetje).
3. De klacht
De klacht richt zich op de inhoudscategorie seks. Ondanks de waarschuwing dat er erotische scènes in de Film voorkomen, heeft Klager zich geërgerd aan de seksscènes. Die horen volgens hem niet thuis in een film voor 12 jarigen en helemaal niet op de vulgaire manier waarop seks in deze film in beeld is gebracht. Klager vindt dat er grove inschattingsfouten zijn gemaakt bij het classificeren van de Film.
4. Het verweer
Beklaagde sub 1 voert in haar verweerschrift verkort weergegeven het volgende aan. Beklaagde sub 1 heeft op basis van artikel 4.1. van het Algemeen Reglement van het NICAM de classificatie overgenomen van Beklaagde sub 2. Beklaagde sub 1 doet dan ook een beroep op voormeld artikel en is van mening dat zij te goede trouw over mocht gaan tot de uitzending van de film met de door Beklaagde sub 2 toegekende classificatie. Ten overvloede merkt Beklaagde sub 1 op dat zij van mening is dat de Film correct is geclassificeerd. In de Film komen twee seksuele handelingen voor die geen groot deel van de tijd van de Film beslaan. Deze seksuele handelingen zijn niet nadrukkelijk in beeld gebracht en in beide scenes zijn geen genitalien zichtbaar. Dit leidt naar de mening van Beklaagde sub 1 tot AL. Beklaagde sub 1 meent dat de klager in zijn klacht schadelijkheid en geschiktheid door elkaar haalt. De dochter van klager behoort niet tot de doelgroep van deze Film. Dat wil niet zeggen dat deze film ook schadelijk is voor haar. Een klant van Beklaagde sub 1 zal zelf de geschiktheid van een Film moeten beoordelen bijvoorbeeld aan de hand van de informatie van de televisiegids of de website van Beklaagde sub 1. Klager had zelf kunnen bepalen of de Film geschikt was voor zijn dochter. Van schadelijkheid is echter geen sprake. Op grond van bovenstaande zou aan Beklaagde sub 1 geen boete opgelegd mogen worden.
Beklaagde sub 2 voert in haar verweerschrift verkort weergegeven het volgende aan. Beklaagde sub 2 wenst te benadrukken dat de vragenlijst volgens de regels van Kijkwijzer naar alle eer en geweten is ingevuld. Beklaagde sub 2 heeft de Film nogmaals bekeken en de vragenlijst opnieuw ingevuld en kwam wederom tot dezelfde classificatie. In de Film komt volgens Beklaagde sub 2 een paar keer seksueel georienteerd taalgebruik voor en zijn er twee seksuele handelingen te zien die niet nadrukkelijk in beeld gebracht worden.
5. Reactie Klager op verweer
De Klachtencommissie heeft kennis genomen van de schriftelijke reactie van Klager op de verweerschriften van Beklaagde sub 1 en Beklaagde sub 2. In zijn schriftelijke reactie noemt Klager twee redenen waarom de Film naar de mening van Klager de classificatie 12 zou moeten hebben. De Film gaat over drie meisjes van 15 jaar die op zoek zijn naar seksueel contact. Klager vindt dat de Film realistisch is . De karakters in de Film zijn zelf kinderen. Hierdoor verlaagt de psychologische drempel voor kinderen om te experimenteren met seks voordat zij daar normaliter aan toe zijn. Klager acht dit schadelijk. De belangrijkste scène waar de klacht zich op richt is de scène waarin een meisje door een ander meisje ontmaagd wordt. Deze scène wordt voorafgegaan door scènes waarin het ene meisje een volwassen man in een bar oppikt om daarna te worden ontmaagd. Klager vindt dit geen normale vorm van seksueel handelen waarmee jonge kinderen al vroeg in contact moeten komen.
6. Mondelinge Behandeling
Beklaagde sub 1 heeft het gevoel dat niet de classificatie van de Film centraal staat maar de vragenlijst van Kijkwijzer. Het gaat echter om de vraag of de classificatie goed is verricht.
Beklaagde sub 2 stelt dat de Film naar eer en geweten geclassificeerd is. De Film is een arthouse film en is niet geschikt voor AL. De classificatie aan de hand van de vragenlijst kwam daar echter wel op uit met als toevoeging grof taalgebruik. De scène waarin een meisje een ander meisje ontmaagd is preuts in beeld gebracht.
Desgevraagd antwoordt Klager dat in de Film seks voortdurend op de achtergrond aanwezig is. Dit is niet traumatisch maar het kan jonge kinderen op gedachten brengen en kinderen kunnen de seksuele handelingen na gaan doen.
Op de vraag van de Klachtencommissie of Klager van mening is dat de scène van de ontmaagding aantrekkelijk is voorgesteld om na te doen, antwoordt Klager dat de scène van de ontmaagding tussen twee meisjes de drempel verlaagd voor kinderen om dit als normaal gedrag te zien. In de gedachtewereld van kinderen is niet het hunkeren naar liefde maar het hunkeren naar ontmaagding volgens Klager in een bepaald opzicht schadelijk.
7. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klager ontvankelijk in zijn klacht.
De Klachtencommissie heeft het huidige classificatieformulier toegepast op de Film en behandelt hieronder de relevante vragen.
In de inhoudscategorie seks moet vraag 4.1.1. (Komt er in de productie seksueel georiënteerd taalgebruik voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De Klachtencommissie doelt hierbij op opmerkingen als: ‘hij had zijn pik eruit en liet hem aan me zien’ en ‘alsof een stijve in koud water aantrekkelijk is’. Vraag 4.1.2. (Hoe vaak zijn er seksuele handelingen zichtbaar?) moet met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De Klachtencommissie doelt hiermee onder andere op de seksscène tussen een meisje en een jongen en de scène waarin een meisje en ander meisje ontmaagd. Vraag 4.1.3. (Komen het seksueel taalgebruik en de seksuele handelingen bij elkaar opgeteld vaak voor?) moet met ‘nee’ beantwoord te worden. Vraag 4.1.4. (Zijn de seksuele handelingen op nadrukkelijke wijze in beeld gebracht?) moet met ‘nee’ beantwoord worden. Vraag 4.1.5. (Zijn er tijdens de seksuele handelingen details van genitaliën zichtbaar?) moet met ‘nooit’ beantwoord worden.
Bovenstaande beantwoording leidt tot AL op basis van de inhoudscategorie seks.
Vraag 7.1.1. (Komt er in de productie grof taalgebruik (vloeken, schuttingtaal) voor?) moet met ‘ja’ beantwoord worden. In de Film worden de woorden 'lul' en ' klootzak' gebezigd.
De hoogste leeftijdsclassificatie is bepalend voor de uiteindelijke classificatie, die daardoor uitkomt op AL met als toevoeging grof taalgebruik.
De Klachtencommissie merkt naar aanleiding van de reactie van Klager op de verweerschriften van Beklaagde sub 1 en Beklaagde sub 2 het volgende op. De Klachtencommissie is gebonden aan de vragenlijst van Kijkwijzer en kan uitsluitend op basis van de vragenlijst uitspraak doen. Binnen de huidige vragenlijst is de classificatie correct.
8a. De beslissing van de Klachtencommissie ten aanzien van Beklaagde sub 1
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht ongegrond.
8b. De beslissing van de Klachtencommissie ten aanzien van Beklaagde sub 2
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht ongegrond.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Hilversum, 17 september 2009