Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: DVD 'This is it' , hierna te noemen: de Film.
1. De procedure
Klaagster heeft op 19 maart 2010 een klacht ingediend over de Film. De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 5 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen. Beklaagde sub 1 heeft bij brief van 28 april 2010 verweer gevoerd. Beklaagde sub 2 heeft bij brief van 27 april 2010 verweer gevoerd. De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 16 juni 2010. Klaagster, Beklaagde sub 1 en Beklaagde sub 2 zijn ter zitting verschenen.
2. De bestreden audiovisuele productie
De Film is ten tijde van de klacht geclassificeerd met behulp van het NICAM classificatieformulier en heeft de classificatie 'Alle Leeftijden' (AL).
3. De klacht
Klaagster is het voor bijna de hele film eens met de classificatie AL. De scènes rond de videoclip 'Thriller' vindt Klaagster absoluut niet geschikt voor kleine kinderen. Zelfs als zij naast hen zou zitten en zou uitleggen dat het niet echt is, zouden de kinderen van Klaagster van 3 en 5 jaar oud hier vreselijk door van streek raken. Spoken zijn echt eng op die leeftijd en de beelden van zombies, ook al zijn het acteurs, zullen op hun netvlies gebrand blijven. Klaagster vindt dat de scènes nagekeken moeten worden omdat er echt griezelige beelden bij zitten.
4. Het verweer
In het verweerschrift voert Beklaagde sub 1, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan. Beklaagde sub 1 sluit zich aan bij het standpunt van Beklaagde sub 2. In het verweerschrift voert Beklaagde sub 2, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan. Beklaagde sub 2 stelt dat de classificatie van de Film door Beklaagde sub 2 naar beste eer en geweten conform de Kijkwijzerregels zoals die bij Beklaagde sub 2 bekend zijn, is uitgevoerd. De classificatie kwam hierbij uit op AL.
Na ontvangst van de klacht over de classificatie heeft Beklaagde sub 2 de Film en de specifieke passage herbekeken. Beklaagde sub 2 is tot de conclusie gekomen dat Beklaagde sub 2 achter de bestaande classificatie AL blijven staan. Beklaagde sub 2 is van mening dat de Film niet als schadelijk kan worden beschouwd voor kinderen. In de betreffende Thriller scene wordt duidelijk gemaakt dat het om een repetitie van een acteerscene gaat. Hierdoor wordt er naar de mening van Beklaagde sub 2 geen beangstigende scene gecreëerd waardoor de classificatie AL gerechtvaardigd is.
5. De mondelinge behandeling
Klaagster licht ter zitting haar klacht toe. Klaagster is van mening dat zij als moeder moet kunnen vertrouwen op het Kijkwijzersysteem. Als een productie AL heeft dient er in elk geval geen enkel schadelijk element in de productie te zien zijn. De scènes rond de videoclip 'Thriller' met een filmpje van zombies en heksen en rondzwevende spoken, zou Klaagster niet aan kleine kinderen laten zien. Uit dit filmpje blijkt niet dat er acteurs aanwezig zijn. De suggestie wordt gewekt dat er iets griezeligs gebeurt. Klaagster voegt hieraan toe dat er ook in andere filmpjes angstaanjagende elementen zitten zoals in het filmpje waarin een bulldozer in een oerwoud planten neermaait terwijl een vrouw aan het zaaien is.
Kinderen maken geen onderscheid tussen wat echt is en wat niet echt is. De lijst is fragmentarisch; je gaat heel letterlijk kijken. De opgewekte suggestie in de Film kan niet in de lijst gevangen worden. Klaagster is van mening dat programma's als de Teletubbies en Dora die AL hebben, heel onschuldig zijn. De beelden uit de Film vindt Klaagster daarentegen te indrukwekkend om onschuldig te zijn. Klaagster is van mening dat een kind vergeet dat het niet echt is. Als ouder ben je minder alert als een productie AL heeft.
Beklaagde sub 2 licht ter zitting haar standpunt toe. Beklaagde sub 2 is van mening dat het classificatieformulier waarheidsgetrouw ingevuld is zodat Beklaagde sub 2 op AL uitkwam. Het is lastig te zeggen of iets schadelijk is of niet. De Film heeft eerst in de bioscoop gedraaid en is daarna op DVD uitgebracht. De Film is een 'making of', het is uitgelegd dat acteurs in de videoclip 'Thriller' spelen, de set is te zien. Er zijn geen beelden te zien van angstige mensen.
Desgevraagd antwoordt Beklaagde sub 2 dat de beelden deels betrekking hebben op de repetitie en deels betrekking hebben op het resultaat. Desgevraagd geeft Beklaagde sub 2 aan dat zij niet in eerste instantie de AL vraag met 'ja' beantwoord heeft omdat het een procedure is van Beklaagde sub 2 om de vragenlijst nog eens goed door te lopen. Bij de classificatie AL denkt men aan de Teletubbies dus is het goed om te kijken of de film AL heeft.
Desgevraagd antwoordt Beklaagde sub 2 dat er een link wordt gelegd tussen de beelden uit 'Thriller' en acteren. Voor Beklaagde sub 2 is het duidelijk dat de beelden die te zien zijn, niet echt zijn. Beklaagde sub 1 merkt op dat zij te goede trouw is afgegaan op de door Beklaagde sub 2 uitgevoerde classificatie.
6. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klaagster ontvankelijk in haar klacht. De Klachtencommissie zal het thans geldende classificatieformulier toepassen op de Film en behandelt hieronder de relevante vragen.
In de inhoudscategorie angst moet vraag 3.13.1. (Komen er beelden voor van fantasiewezens, transformaties of dieren die zich dreigend gedragen of er dreigend uitzien?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De Klachtencommissie doelt hierbij op de scènes uit de videoclip 'Thriller' waarin onder andere een ‘dode bruid’ met een kandelaar met kaarsen in haar hand de camera inkijkt en het uitschreeuwt. Ook is in de videoclip een spin te zien die de poten opheft en zijn bek openspert in de camera. Bovenstaande beantwoording leidt tot de classificatie op 6 op basis van angst.
De Klachtencommissie merkt op dat er op het classificatieformulier van Beklaagde sub 2 vragen ontbreken. De Klachtencommissie heeft navraag gedaan bij het bureau van het NICAM. Kennelijk is er ten tijde van de classificatie van de Film sprake geweest van een technisch probleem waardoor onder andere vraag 3.13.1. ' Komen er beelden voor van fantasiewezens, transformaties of dieren die zich dreigend gedragen of er dreigend uitzien?' is weggevallen. De Klachtencommissie is van oordeel dat het wegvallen van vraag 3.13.1. Beklaagde sub 2 niet valt toe te rekenen. Beklaagde sub 2 heeft immers geen antwoord kunnen geven op de hiervoor genoemde vraag. Het opleggen van een boete is in dit uitzonderlijke geval niet te rechtvaardigen.
De Klachtencommissie is bevoegd de classificatieresultaten van audiovisuele producten ‘ambtshalve’ te beoordelen. Met andere woorden, de Klachtencommissie is bevoegd de gehele Film in haar beoordeling mee te nemen, dus ook scènes waar niet expliciet over is geklaagd.
Ten aanzien van de inhoudscategorie geweld is de Klachtencommissie van mening dat vraag 2.2.1. (Komen er in de productie één of meerdere vormen van fysiek geweld voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord moet worden. De Klachtencommissie doelt hierbij onder andere op de beelden uit de videoclip ‘Smooth Criminal’. Hierin wordt diverse malen geschoten en in de slotscène van de videoclip schiet een man op Michael Jackson. Michael Jackson springt vervolgens uit een raam.
Vraag 2.3.1. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn?) moet met ‘nooit’ worden beantwoord. In de toelichting op de vragenlijst staat dat bij indringende geweldsacties de kijker de indruk krijgt dat het geweld hard aankomt en dat dit ook de bedoeling van de agressor is. De Klachtencommissie is van oordeel dat in de voornoemde scène waar op Michael Jackson geschoten wordt, het geweld niet hard aankomt.
Vraag 2.4.1. (Zijn er beelden van verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) moet met ‘nooit’ beantwoord worden. Bovenstaande wijze van beantwoording leidt tot de classificatie 6 op basis van geweld. Ambtshalve geeft de Klachtencommissie Beklaagde derhalve in overweging om vraag 2.4.1. met ‘1 keer of vaker’ te beantwoorden, waardoor de classificatie van de Film uitkomt op 6, op basis van geweld.
De overige inhoudscategorieën zijn op de Film niet van toepassing.
Nu de Klachtencommissie zich slechts ambtshalve uit kan spreken over de inhoudscategorie geweld, kan zij deze beoordeling voor wat betreft deze inhoudscategorie slechts in overweging meegeven aan Beklaagde sub 2. Volgt Beklaagde sub 2 hetgeen de Klachtencommissie in overweging geeft niet, dan heeft het binnen het kader van de onderhavige klacht geen consequenties voor Beklaagde sub 2 en zal dit op zichzelf derhalve niet kunnen leiden tot enige sanctie zoals genoemd in artikel 13 van het Klachtenreglement van het NICAM. Beklaagde sub 2 moet zich dan wel bewust zijn van het risico dat er opnieuw een klacht over de Film kan worden ingediend, die ter beoordeling van de Klachtencommissie kan komen.
Klaagster heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat er volgens haar ook in andere filmpjes angstaanjagende elementen zitten zoals in het filmpje waarin een bulldozer in een oerwoud planten omver maait terwijl een vrouw aan het zaaien is. Met een bulldozer bomen en planten neerhalen valt niet binnen één van de bovengenoemde categorieën van Kijkwijzer zoals geweld of angst en is derhalve geen onderdeel van Kijkwijzer.
De Klachtencommissie wenst te benadrukken dat Kijkwijzer waarschuwt voor schadelijke elementen in films en programma’s en geen informatie over geschiktheid geeft. Of een programma geschikt is hangt af van de persoonlijke smaak van de ouders en of opvoeders en is per kind verschillend. Kijkwijzer heeft ook geen enkele invloed op de inhoud van films of programma’s. Gelet op het voorgaande beslist de Klachtencommissie als volgt.
7.a De beslissing van de Klachtencommissie ten aanzien van Beklaagde sub 1
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht ongegrond. De Klachtencommissie gaat er vanuit dat Beklaagde sub 1 conform artikel 4 van het Algemeen Reglement van het NICAM de classificatie van de Film heeft overgenomen van Beklaagde sub 2.
De Klachtencommissie verzoekt Beklaagde sub 1 ambtshalve om bij de eerstvolgende release van de DVD/Video ervoor te zorgen dat de inlay de classificatie ‘let op met kinderen tot 6 jaar’ op basis van de inhoudscategorieën geweld en angst vertoont. Indien er tussentijds een herdruk van de omslag plaatsvindt, dient deze de correcte classificatie te vermelden.
Tevens verzoekt de Klachtencommissie Beklaagde sub 1 ambtshalve om er zorg voor te dragen dat alle eventuele reclame- en overige uitingen met betrekking tot de DVD de correcte classificatie vermelden.
Volgt Beklaagde sub 1 hetgeen de Klachtencommissie in overweging geeft niet, dan heeft het binnen het kader van de onderhavige klacht geen consequenties voor Beklaagde sub 1 en zal dit op zichzelf derhalve niet kunnen leiden tot enige sanctie zoals genoemd in artikel 13 van het Klachtenreglement van het NICAM. Beklaagde sub 1 moet zich dan wel bewust zijn van het risico dat er opnieuw een klacht over de Film kan worden ingediend, die ter beoordeling van de Klachtencommissie kan komen.
7.b De beslissing van de Klachtencommissie ten aanzien van Beklaagde sub 2
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht gegrond. Aangezien de klacht gegrond is, geeft de Klachtencommissie Beklaagde conform artikel 13 lid 1 sub a Klachtenreglement de opdracht om, binnen een week na dagtekening van deze uitspraak, over te gaan tot herclassificatie van de Film waardoor de classificatie uitkomt op 6 op basis van geweld.
Ambtshalve geeft de Klachtencommissie Beklaagde sub 2 in overweging om het oordeel van de Klachtencommissie te volgen voor wat betreft de inhoudscategorie geweld, waardoor de classificatie uitkomt op 6 op basis van geweld en angst.
Beklaagde dient dan de classificatie te communiceren binnen een week na dagtekening van deze uitspraak met de DVD distributeur zodat bij de eerstvolgende release van de DVD de inlay de nieuwe classificatie vertoont.
De Klachtencommissie gaat niet over tot het opleggen van een boete aan Beklaagde sub 2. Door een technisch probleem heeft Beklaagde sub 2 niet tot de classificatie 'let op met kinderen tot 6 jaar' op basis van de inhoudscategorie angst kunnen komen.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Hilversum, 13 juli 2010