De klacht betreft de bioscoopfilm ‘Harry Potter and the Chamber of Secrets’, waarin tovenaarsleerling Harry Potter vlak voor zijn tweede jaar op Zweinstein wordt gewaarschuwd dat zijn terugkeer op school tot een ramp zal leiden. De film is vanaf november 2002 in diverse bioscopen vertoond. De leeftijdsclassificatie is uitgekomen op ‘Meekijken Gewenst met kinderen jonger dan 6 jaar’ (MG6) op basis van geweld (vuist) en angst (spin).
De klager is van mening dat de leeftijdsclassificatie onjuist is, omdat er veel enge, griezelige en bloederige stukken in zitten. De klager geeft aan dat het in haar naaste omgeving voor nogal wat slaapproblemen heeft gezorgd. Deze tweede film is veel enger dan de eerste. Een classificatie van 8 of 10 jaar was beter geweest.
Het verweer van de beklaagde luidt, dat de vragenlijst naar eer en geweten is ingevuld. Personen die de eerste film van ‘Harry Potter’ hebben gezien konden redelijkerwijs weten wat hen te wachten stond. Ook in andere landen in Europa is de film geclassificeerd op Alle Leeftijden, 6 of 7 jaar. MG6 is dus een redelijke classificatie. Beklaagde geeft tenslotte aan, dat 7 of 8 jaar en ouder een betere classificatie zou zijn geweest.
De Klachtencommissie (KC) heeft het classificatieformulier doorlopen en is van mening dat er kennelijk enkele vragen onjuist zijn ingevuld. Een correcte invulling van deze vragen leidt echter niet tot een hogere classificatie dan MG6. De classificatie zou op basis van geweld naar 12 jaar en ouder zijn gegaan, wanneer er naast de door beklaagde aangegeven indringendheid nog sprake zou zijn geweest van uitvoerbaarheid van het geweld én ernstige verwondingen. Bovendien speelt het verhaal zich af in een niet alledaagse omgeving. De KC is echter van mening dat hier geen sprake van is. De KC is met de klager en beklaagde van mening dat een classificatie van 7, 8 of 9 jaar beter was geweest. Echter, tussen MG6 en 12 jaar en ouder bestaat binnen Kijkwijzer geen andere classificatie. De KC acht daarom de leeftijdsclassificatie MG6 op basis van geweld en angst juist. De KC is wel van mening dat het binnen de verantwoordelijkheid van de filmdistributeur ligt, om de mogelijke schadelijkheid op passende wijze kenbaar te maken aan het publiek en daarmee ook aan de toekomstige bezoekers van de film.
Uitspraak van de KC op 24 januari 2003: de KC heeft de klacht ongegrond verklaard. De classificatie van de film is terecht uitgekomen op MG6 op basis van geweld en angst. De KC verwacht wel van beklaagde dat al het mogelijke ondernomen zal worden om het publiek (in zo breed mogelijke zin) helder te informeren over de inhoud van de film.