1. De procedure
Klager heeft met gebruikmaking van het NICAM klachtenformulier op 5 februari 2004, aangevuld bij e-mails van 11 februari, 8 maart en 9 maart 2004, een klacht ingediend met betrekking tot de DVD van de film ‘Lord of the Flies’.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 6 lid 1 van het Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde sub 1 heeft tegen de klacht verweer gevoerd bij brief van 10 mei 2004.
Beklaagde sub 2 heeft verweer gevoerd tegen de klacht bij brief van 11 mei 2004.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 24 mei 2004.
Klager noch beklaagden hebben, na deugdelijke oproeping, gebruik gemaakt van de mogelijkheid hun standpunten mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
In de film ‘Lord of the Flies’ spoelt een groep jongens na een vliegtuigongeluk aan op een verlaten eiland. De groep valt uiteen in twee kampen, waarvan één wordt geleid door een jongen, Ralph, die pleit voor vindingrijkheid en kameraadschap. De leider van het andere kamp, Jack, wil hier echter niets van weten. Hij vormt een groep barbaarse jagers, die uiteindelijk een oorlog ontketent met Ralph.
De film is door beklaagde sub 2 geclassificeerd met behulp van het NICAM coderingsformulier versie 1.1 en is uitgekomen op 6 jaar en ouder (6) in combinatie met de inhoudscategorieën voor geweld (pictogram: vuistje) en angst (pictogram: spinnnetje).
3. De klacht
De klacht richt zich op de inhoudscategorieën geweld en angst. Verkort weergegeven voert klager het volgende aan.
De classificatie van de film zoals aangegeven op de inlay van de DVD, namelijk 6 jaar en ouder (6), is te laag is vanwege de gewelddadige scènes in de film. Klager heeft de film zelf enige jaren geleden gezien. De classificatie 6 jaar heeft hij op de inlay van de video/DVD omstreeks eind januari 2004 geconstateerd.
4. Het verweer,
In zijn verweerschrift geeft beklaagde sub 1, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
Beklaagde sub 1 is van mening dat de classificatie van de film correct is. De leeftijdsclassificatie van de productie is gebaseerd op een eerdere keuring van de film, welke in het verleden geen problemen heeft opgeleverd. Beklaagde sub 1 is van mening dat de ongemakken die klager heeft ervaren voortvloeien uit de subjectieve ervaring van klager.
In zijn verweerschrift geeft beklaagde sub 2, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
Beklaagde sub 2 meent ten eerste dat de klacht niet-ontvankelijk is ingevolge artikel 8 lid 1 Algemeen Reglement van het NICAM, daar de klacht niet binnen de voorgeschreven termijn van 6 weken is ingediend. Ten tweede is beklaagde sub 2 van mening dat het geweld in de film weliswaar uitvoerbaar is, maar dat de film zich niet afspeelt in een alledaagse omgeving. Het geweld in de film is volgens beklaagde sub 2 niet indringend. Verder zijn volgens beklaagde sub 2 geen elementen aanwezig in de productie die zouden kunnen leiden tot een hogere classificatie dan 6.
5. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie is van oordeel dat hier sprake is van een situatie, zoals opgenomen in artikel 2 Klachtenreglement van het NICAM. Dit artikel bepaalt dat een klacht binnen twee weken moet zijn ingediend vanaf het moment waarop de klager kennis heeft genomen van de -vermeende- overtreding, dan wel, van het handelen of nalaten dat tot de klacht aanleiding heeft gegeven. Klager geeft immers aan dat hij de film zelf enige jaren geleden heeft gezien. Nu is gebleken dat klager niet binnen de voorgeschreven termijn kennis heeft genomen van het product waar hij over klaagt, namelijk de video/ DVD, is de Klachtencommissie van oordeel dat de klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht.
De Klachtencommissie is derhalve van oordeel dat het beroep van beklaagde sub 2 met betrekking op artikel 8 lid 1 Algemeen Reglement van het NICAM moet worden gehonoreerd, met dien verstande dat dit artikel inmiddels is vervangen door artikel 2 Klachtenreglement van het NICAM. De termijn waarbinnen een klacht ingediend moet worden is volgens dit artikel geen 6 weken doch 2 weken nadat klager kennis heeft genomen van de vermeende overtreding.
6. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht van klager niet-ontvankelijk, nu de termijn, zoals opgenomen in artikel 2 Klachtenregelement van het NICAM, is verlopen.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend.