UITSPRAAK KLACHTENCOMMISSIE
De klacht richt zich op het actualiteitenprogramma ‘Stem van Nederland’. Conform de Annex bij het Deelreglement Televisie van het NICAM is het programma niet geclassificeerd. In de aflevering zijn beelden uit de film ‘The Silence of the Lambs’ uitgezonden. Deze film heeft de leeftijdsclassificatie 16 jaar en ouder (16) op basis van geweld (pictogram: vuistje) en angst (pictogram: spinnetje).
Klaagster heeft aangegeven dat tijdens de gewraakte aflevering, zonder waarschuwing vooraf, een zeer bloederige scène uit de film ‘The Silence of the Lambs’ is uitgezonden. De beelden hadden op een later tijdstip dan 19.00 uur uitgezonden moeten worden.
Beklaagde geeft aan dat een later uitzendtijdstip doelt op een classificatie van 12 jaar en ouder of 16 jaar en ouder. Het programma ‘Stem van Nederland’ hoeft echter niet geclassificeerd te worden, daar het een nieuws- en actualiteitenprogramma is. Beklaagde bevestigt wel dat er voor het uitzenden van de schokkende beelden gewaarschuwd had moeten worden. Maar beklaagde geeft ook aan dat de regels rond nieuws- en actualiteitenprogramma’s onduidelijk zijn, met name waar het gaat om de term ‘schokkende beelden’.
De Klachtencommissie oordeelt dat de annex van het Deelreglement Televisie in casu van toepassing is. Deze luidt als volgt:
- “Indien zich in nieuws- en actualiteitenprogramma’s mogelijk voor jeugdige kijkers schokkende of minder geschikte beelden zullen voordoen zal daar door de omroepinstelling in het betreffende programma-onderdeel vooraf mededeling van worden gedaan.
- De omroepinstelling beslist zelf welke beelden schokkend of minder geschikt voor jeugdige kijkers worden bevonden”
De uitspraak van de Klachtencommissie van 21 april 2004: de Klachtencommissie acht de klacht gegrond. Beklaagde heeft ten onrechte niet gewaarschuwd voor het uitzenden van de schokkende beelden. Verder krijgt beklaagde een boete van € 1000,- opgelegd. Bij het bepalen van dit bedrag is rekening gehouden met eerdere uitspraken van de Klachtencommissie tegen beklaagde.
UITSPRAAK COMMISSIE VAN BEROEP
1. De uitspraak van de Klachtencommissie
Bij beslissing van 21 april 2004 heeft de Klachtencommissie van het NICAM een klacht met betrekking tot het actualiteitenprogramma ‘Stem van Nederland’ beoordeeld. De klacht was gericht tegen de uitzending op 3 december 2003 om 19.00 uur over de rechtszaak die in Duitsland was begonnen tegen de kannibaal, waarbij ter illustratie een scène van de film ‘Silence of the Lambs’ werd uitgezonden. Zulke beelden dienen volgens klaagster op een later tijdstip te worden uitgezonden. Een waarschuwing vooraf was op zijn minst op zijn plaats geweest.
De Klachtencommissie heeft geoordeeld dat ‘Stem van Nederland’ een programma is dat valt onder de Annex van het Deelreglement Televisie ten behoeve van nieuws- en actualiteitenprogramma’s. Zij heeft de klacht gegrond verklaard en bepaald dat beklaagde ten onrechte heeft verzuimd te waarschuwen voorafgaande aan de schokkende beelden die in de gewraakte uitzending zijn vertoond. De beelden die zijn uitgezonden, zijn afkomstig uit de film ‘Silence of the Lambs’, die een Kijkwijzer classificatie heeft van 16 jaar en ouder op basis van geweld en angst. De beelden zijn zowel naar het oordeel van beklaagde als naar het oordeel van de Klachtencommissie schokkend.
Aan beklaagde is conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement NICAM een boete opgelegd van €1000,-, waarbij de Klachtencommissie twee uitspraken (Luifel & Luifel) en (Hunter), eerder gedaan tegen beklaagde, heeft meegewogen.
Afschrift van deze beslissing is aan partijen verzonden op 21 april 2004.
2. De procedure in hoger beroep
Opposant (voorheen beklaagde) is van deze beslissing tijdig in beroep gekomen bij beroepschrift van 19 mei 2004, bij de Commissie van Beroep binnengekomen op 26 mei 2004.
De Commissie van Beroep heeft het beroep behandeld tijdens haar zitting van 2 juli 2004, alwaar is verschenen de heer mr… en mevrouw mr…, beiden werkzaam bij de afdeling Juridische Zaken. Klaagster heeft aangegeven zich niet in de beroepsprocedure te willen mengen.
De Commissie van Beroep heeft acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben, waaronder het dossier van de Klachtencommissie, evenals op het behandelde ter zitting.
De Commissie van Beroep verstaat de motivering van het beroep aldus dat zij verzocht wordt de uitspraak van de Klachtencommissie te vernietigen, althans voor zover dit betreft het sanctiebesluit.
3. De gronden voor het hoger beroep
Tegen de uitspraak van de Klachtencommissie voert opposant in het beroepschrift de volgende, enigszins verkorte, gronden aan.
Opposant heeft in het onderhavige geval verzuimd te waarschuwen voorafgaande aan de schokkende beelden, die zijn vertoond in de gewraakte uitzending van ‘Stem van Nederland’, aldus het NICAM.
De Klachtencommissie overweegt in deze:
“De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement NICAM over tot het opleggen van een boete van €1000, -. Hierbij heeft de Klachtencommissie de uitspraken (Luifel & Luifel) en (Hunter), eerder gedaan tegen opposant, meegewogen.”
Klachten waarop opposant voor de eerste maal wordt aangesproken, welke gegrond werden verklaard, leidden in het verleden nimmer tot een door het NICAM opgelegde boete. Opposant is ten onrechte beboet voor een voorval dat zich op haar zenders niet eerder heeft voorgedaan.
Bovendien vraagt opposant zich af hoe aangehaalde zaken uit het verleden zich verhouden met de onderhavige casus. Klachten tegen opposant die eerder gegrond werden verklaard, worden in casu meegewogen zonder dat dit door de Klachtencommissie wordt gemotiveerd en zonder dat deze twee genoemde casus relevant zijn.
De klacht over ‘Luifel & Luifel’, betrokken in de onderhavige afweging van de Klachtencommissie, betrof een promo voor deze serie die vroeg in de avond was
uitgezonden, wat strijdig was met de classificatie van de serie zelf. De Klachtencommissie sprak zich hierover als volgt uit:
“De Klachtencommissie gaat niet over tot het opleggen van een sanctie, noch tot een veroordeling in de kosten van de behandeling nu het de eerste keer is dat er een klacht tegen beklaagde ten aanzien van een promo gegrond is verklaard en bovendien het beleid ten aanzien van promo’s, commercials en trailers door het NICAM onoverzichtelijk is weergegeven in diverse reglementen.”
De klacht met betrekking tot ‘Hunter’, waaraan de Klachtencommissie in haar uitspraak eveneens heeft gerefereerd, betrof een aflevering uit deze serie waarvoor een hogere classificatie werd geëist en toegekend. De bewuste aflevering was niet meegenomen in de steekproef, die wel conform het toen geldende seriebeleid was uitgevoerd. De Klachtencommissie overwoog destijds:
“De Klachtencommissie gaat niet over tot het opleggen van een sanctie, noch tot een veroordeling in de kosten van behandeling nu de gewraakte aflevering ‘City under Siege’ van de serie ‘Hunter’ door beklaagde niet was meegenomen in haar steekproef en beklaagde de steekproef wel conform het toen geldende seriebeleid heeft uitgevoerd.”
Op basis van de ingebrachte bezwaren is opposant van mening dat het sanctiebesluit van de Klachtencommissie geen stand kan houden, althans voor wat betreft de opgelegde boete. Opposant heeft nooit eerder voor een eerste overtreding een boete gekregen, wat getuigt van inconsistentie. De opgelegde boete is daarmee onterecht. Nu twee casus die op geen enkele wijze betrekking hebben op de huidige casus, worden meegewogen, zodanig dat dit leidt tot een door het NICAM op te leggen boete, beroept opposant zich tevens op een gebrek aan deugdelijke motivering (motiveringsbeginsel). Opposant verzoekt de Commissie van Beroep het sanctiebesluit te heroverwegen en vooral opnieuw te kijken naar de toekenning van de boete van €1000, -.
4. De behandeling ter zitting
De heer… geeft aan dat ‘Stem van Nederland’ voornamelijk een actualiteitenprogramma is. Er werd aandacht geschonken aan de zogenaamde ‘Kannibalenzaak’ in Duistland. Om aan de kijker uit te leggen dat kannibalisme ook in onze moderne Westerse maatschappij voorkomt, werd ter verduidelijking en overbrugging na het feitenrelaas een fragment uit de film ‘Silence of the Lambs’ vertoond.
Het fragment was inderdaad bloederig en omdat de betreffende film op 16 jaar en ouder is geclassificeerd, had er in het programma conform de Annex bij het Deelreglement Televisie gewaarschuwd moeten worden. Dat is niet gebeurd omdat nieuwsredacties onder grote werkdruk opereren en men zich bij de bewuste programmaredacties onvoldoende bewust is van de NICAM-richtlijnen; nieuws- en actualiteitenprogramma’s worden tenslotte niet geclassificeerd. Inmiddels is daar extra aandacht aan besteed en zijn de redacties zich bewust van het bestaan van Kijkwijzer-regels.
Opposant heeft daarom geen beroep aangetekend tegen het gegrond verklaren van de klacht. Zij heeft beroep aangetekend omdat zij het niet eens is met de boete van €1000, - die is opgelegd én het oneens is met de overwegingen van de Klachtencommissie. Opposant is nooit eerder beboet voor een kwestie waarop zij voor de eerste keer is aangesproken. Is hier sprake van aangescherpt beleid? Opposant beroept zich dan ook op het ‘rechtszekerheidsbeginsel’. Voorts ziet opposant geen verband met de twee in de beslissing van de Klachtencommissie genoemde en meegewogen zaken ‘Luifel & Luifel’ en ‘Hunter’ en de onderhavige casus. Indien en voor zover de Klachtencommissie deze zaken heeft meegewogen ter onderbouwing van de boeteoplegging beroept opposant zich op een ‘motiveringsgebrek’.
In ‘Luifel & Luifel’ betrof het een promo die vroeg op de avond was uitgezonden, wat niet in overeenstemming was met het classificatieresultaat van de serie. Ook in dit geval werd er geen boete opgelegd, omdat (citaat Klachtencommissie): “het beleid ten aanzien van promo’s, commercials en trailers door het NICAM onoverzichtelijk is weergegeven.” Er werd in deze zaak overigens geen boete opgelegd, omdat het de eerste keer was dat een dergelijke klacht aan het adres van opposant gegrond werd verklaard.
In ‘Hunter’ ging het om een aflevering van deze politieserie die opposant conform het seriebeleid niet had geclassificeerd. De bewuste aflevering kreeg een hoger classificatieresultaat dan de serie aanvankelijk had meegekregen. Opposant kreeg geen sanctie opgelegd.
5. De beoordeling
Ten aanzien van de aangevoerde gronden tot vernietiging van de beslissing van de Klachtencommissie overweegt de Commissie het volgende.
Blijkens artikel 3 van het Deelreglement Televisie, behorend bij het Algemeen Reglement van het NICAM, bepaalt de omroepbranche in beginsel zelf of programmaonderdelen schade kunnen toebrengen aan de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van personen jonger dan zestien jaar. Slechts indien de omroepinstelling van mening is dat een programmaonderdeel schadelijk kan zijn voor personen jonger dan zestien jaar, dient zij tot classificatie over te gaan, zo bepaalt artikel 4 Deelreglement Televisie. Deze bijzondere positie binnen de audiovisuele branche is volgens hetzelfde Deelreglement gebaseerd op de eigen verantwoordelijkheid van de omroepinstellingen voor de uitzendingen. Nog sterker blijkt die bijzondere positie uit artikel 1.2. van het Deelreglement. Volgens dat artikel vallen nieuws- en actualiteitenprogramma’s onder een afwijkende regeling, die staat opgenomen in de Annex Nieuws en Actualiteiten, behorende bij dit Deelreglement.
De tekst van de Annex luidt als volgt:
- “Indien zich in nieuws- en actualiteitenprogramma’s mogelijk voor jeugdige kijkers schokkende of minder geschikte beelden zullen voordoen, zal daar door de omroepinstelling in het betreffende programmaonderdeel vooraf mededeling van worden gedaan.
- De omroepinstelling beslist zelf welke beelden schokkende of minder geschikt voor jeugdige kijkers worden bevonden.”
In zoverre dient de beslissing van de Klachtencommissie dus te worden vernietigd. Dat wil niet zeggen dat de Klachtencommissie niet bevoegd zou zijn te oordelen over de vraag of het desbetreffende programmaonderdeel in zijn geheel inderdaad kan worden aangemerkt als een nieuws- of actualiteitenprogramma, dan wel of een eventuele mededeling geschikt is om haar doel te bereiken. Uit het voorgaande volgt tevens dat de Klachtencommissie haar bevoegdheid niet heeft overschreden door het in behandeling nemen van de klacht.
Ten aanzien van het verweer dat opposant niet beboet had mogen worden, omdat het de eerste keer was dat opposant is aangesproken op een klacht met betrekking tot een actualiteitenprogramma merkt de Commissie van Beroep ten overvloede het volgende op. Het is niet noodzakelijk dat eerdere casus alleen mogen worden meegewogen wanneer zij verwant zijn aan de zaak die beoordeeld wordt. Het beleid in deze is niet gewijzigd of aangescherpt, zodat het beroep van opposant op de rechtszekerheid naar het oordeel van de Commissie van Beroep geen stand kan houden. Vanaf het begin van de behandeling van klachten door de Klachtencommissie, medio 2001, geldt het principe van ‘first offender’, wat inhoudt dat alleen de eerste keer dat er een klacht tegen een beklaagde gegrond wordt verklaard er de maatregel tot waarschuwing wordt opgelegd.
Ten aanzien van de zaak ‘Luifel & Luifel’ is er geen sanctie opgelegd, omdat het de eerste keer was dat er een klacht over een promo tegen opposant gegrond was verklaard én bovendien het promobeleid op dat moment vanuit het NICAM onduidelijk was gecommuniceerd, waardoor de omroepinstellingen onvoldoende op de hoogte waren van de richtlijnen in deze. Deze overweging staat opgenomen in de uitspraak van de Klachtencommissie. Echter in vergelijkbare zaken ten aanzien van promo’s heeft de Klachtencommissie in deze periode van onduidelijk promobeleid eveneens geen sancties opgelegd; de Klachtencommissie achtte overtredingen van de regels ten aanzien van onder andere promo’s op dat moment niet verwijtbaar. Het principe van ‘first offender’ bleef de Klachtencommissie in deze zaken trouw.
Ten aanzien van de zaak ‘Hunter’ is de Klachtencommissie niet overgegaan tot het opleggen van een sanctie, omdat de gewraakte aflevering van de serie niet was meegenomen in de steekproef die wel conform het toen geldende seriebeleid was uitgevoerd. Dit beleid wordt reeds enige tijd door de Klachtencommissie gehanteerd. De klacht was wel gegrond, doch er is afgezien van het opleggen van een sanctie, nu de omroepinstelling conform de richtlijnen van Kijkwijzer had gehandeld.
De Commissie van Beroep is echter wel van oordeel dat opposant terecht een beroep heeft gedaan op het motiveringsbeginsel. De Klachtencommissie was, naar het oordeel van de Commissie van Beroep, evenwel gerechtigd genoemde uitspraken mee te wegen in de vaststelling van de boete van €1000, -, doch heeft nagelaten haar wegingsproces nader te onderbouwen en te motiveren.
De Commissie van Beroep, op vorenstaande gronden beslissende:
vernietigt de beslissing van de Klachtencommissie van het NICAM van 21 april 2004.