Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: bioscoopfilm ‘The Road’, hierna te noemen: de Film
1. De procedure
Klaagster heeft op 21 maart 2010 een klacht ingediend over de Film, aangevuld bij email van 22 maart 2010. De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 5 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen. Beklaagde heeft tegen de klacht verweer gevoerd bij brief van 2 april 2010.
Klaagster heeft op het verweerschrift gereageerd bij email van 12 april 2010. De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar vergadering van 21 april 2010. Klaagster heeft, na deugdelijke oproeping, geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunt mondeling toe te lichten. Beklaagde is ter zitting verschenen.
2. De bestreden audiovisuele productie
De film gaat over een vader en een zoon die naar de oceaan trekken om te kunnen overleven in een wereld die door een ramp getroffen is. Hun leven wordt bedreigd door de aanwezigheid van kannibalen. De Film is door Beklaagde op 4 januari 2010 geclassificeerd met behulp van het toen geldende NICAM classificatieformulier. De leeftijdsclassificatie is uitgekomen op 'let op met kinderen tot 12 jaar' op basis van de inhoudscategorie angst ('spinnetje’) met als toevoeging grof taalgebruik.
3. De klacht
Klaagster is van mening dat de classificatie van 12 jaar te laag is voor de Film. De Film is een behoorlijk intense nachtmerrieachtige vertelling, die je wel moet kunnen plaatsen. Klaagster noemt als voorbeeld een scène, waar de hoofdpersonen die op zoek zijn naar een veilige plek terecht komen in een kelder waar mensen gevangen worden gehouden. De mensen zijn naakt en kreperend. Zij roepen om hulp, omdat zij daar liggen om gerookt te worden. Om en in het huis zijn beelden van bloed. De eigenaren van het huis doen aan kannibalisme om te overleven in een wereld die blijkbaar getroffen is door een ramp. De hoofdpersonen, vader en kind, zijn op de vlucht om aan de hierboven beschreven situaties te ontsnappen in een wereld die als het ware vergaan is. De beelden zijn realistisch gefilmd.
4. Het verweer
In haar verweerschrift voert Beklaagde het volgende aan. De klacht richt zich voornamelijk op de scène, waar uitgehongerde, zwaar vermagerde mensen te zien zijn. Door deze scène bestaat de twijfel of de film de classificatie 16 zou moeten hebben. Beklaagde staat echter achter de classificatie, zoals deze is gedaan. Beklaagde begrijpt zeker het punt van Klaagster en geeft aan dat kinderen tussen de 12 en 16 jaar geen doelgroep zijn van de Film. Beklaagde heeft de hele marketing en pr campagne gericht op volwassenen. Beklaagde heeft er geen baat bij gehad dat de classificatie van de Film lager is uitgekomen. Kijkend naar het Kijkwijzersysteem en de vragenlijst die ingevuld dient te worden, is Beklaagde echter uitgekomen op een leeftijdsclassificatie van 12 jaar. Beklaagde licht de vragen uit de vragenlijst, die belangrijk lijken met betrekking tot de klacht, nader toe.
Volgens Beklaagde zijn er wel beelden van verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties maar zijn deze verwondingen niet ernstig. Er zijn wel ernstige verwondingen te zien in de scène die door klaagster in haar klacht is beschreven, maar de geweldsacties die deze verwondingen hebben veroorzaakt, zijn daarentegen niet te zien. De andere verwondingen die te zien zijn, zijn naar de mening van Beklaagde niet ernstig, zeker niet in vergelijking met de voorbeelden die door het NICAM op de vragenlijst bij het classificatiesysteem, worden gegeven.
Beklaagde vindt de griezeleffecten niet hevig. De voorbeelden die door het NICAM gegeven worden (voorbeelden als Jaws, Psycho, The Shining) ondersteunen de mening van Beklaagde. The Road is een ander soort film waarbij angstige momenten subtiel worden overgebracht. Daardoor komen gebeurtenissen minder onverwachts en shockerend over. De angstwekkende scènes spelen zich af in een realistische omgeving.
Beklaagde begrijpt dat Klaagster het gevoel heeft dat de Film niet geschikt is voor kinderen vanaf 12 jaar omdat bepaalde scènes zeker ingrijpend en intens zijn. Het eerlijk invullen van de vragenlijst heeft echter de leeftijdsclassificatie 12 uitgewezen. Beklaagde denkt dat schadelijkheid en geschiktheid door Klaagster door elkaar gehaald worden.
5. Reactie Klaagster op het verweerschrift van Beklaagde
In haar reactie op het verweerschrift voert Klaagster het volgende aan. Het feit dat de reclamecampagne van de Film gericht is op volwassenen en dat de doelgroep niet tussen de 12 en 16 jaar is, bevestigt de indruk dat de Film bedoeld is voor een volwassen publiek. Klaagster twijfelt niet aan de oprechte bedoelingen van Beklaagde dat er niet om commerciële redenen een ruimer, jonger publiek is gezocht. Klaagster neemt aan dat de Kijkwijzer vragenlijst eerlijk is ingevuld.
Klaagster vraagt zich wel af of het afvinken van deze lijst voldoende is voor het beoordelen van deze Film als geheel. De Film laat weinig anders dan ellende zien. Er is sprake van een wereld- en mensbeeld waarin mensen elkaar na een ramp in plaats van helpen, opjagen en opeten. Het in overvloed tonen van de gevolgen van geweld acht Klaagster schadelijk. Een 16-jarige is veel beter in staat deze indrukken te relativeren en van zich af te zetten.
Klaagster wijst ook nog op de scène in het eerste deel van de Film, waar de vader en de zoon bedreigd worden door een kannibalistische mensenjager. De vader schiet deze man dood. Later als zij op zoek gaan naar hun bezittingen, vinden zij de resten van deze man. Hij is opgegeten door zijn collega mensenjagers. Bepaalde effecten in deze Film worden door Beklaagde subtiel genoemd. De Film als geheel is echter helemaal niet subtiel. Klaagster vraagt zich af hoe subtiel de impact is op een twaalfjarig publiek.
6. De mondelinge behandeling
De vertegenwoordigers van Beklaagde hebben ter zitting hun standpunt gehandhaafd en nader toegelicht. Beklaagde wenst op te merken dat er volgens haar sprake is van verwarring tussen schadelijkheid en geschiktheid. Beklaagde is na het invullen van de vragenlijst op 12 uitgekomen.
Desgevraagd antwoordt Beklaagde dat de scène, waar de vader een pijl uit zijn been haalt, geen ernstige verwonding is ten gevolge van een zichtbare geweldsactie. De wond in het been van de vader is geen gevolg van een zichtbare geweldsactie. Pas als de vader de pijl uit zijn been haalt, is de wond te zien. Dit betreft een andere actie.
Beklaagde antwoordt desgevraagd dat er griezeleffecten in de Film voorkomen. Deze griezeleffecten zijn naar de mening van Beklaagde niet hevig. Beklaagde erkent dat de beelden van de mensen in de kelder een heftig moment in de Film betreffen en dat de beelden niet prettig zijn om naar te kijken. De kijker wordt echter rustig in het verhaal meegenomen in de kelder en ziet vervolgens de uitgehongerde mensen die in de kelder zijn opgesloten. De scène bevat thrillereffecten die op artistieke wijze in beeld gebracht zijn. Beklaagde heeft objectief naar de voorbeelden in de vragenlijst gekeken en is van mening dat de scène in de kelder niet aanhaakt bij de voorbeelden die genoemd zijn in de vragenlijst. Beklaagde vindt dat de voorbeelden die in de vragenlijst worden genoemd, voorbeelden zijn van scènes waarin de spanning wordt opgebouwd. Daarvan is hier geen sprake.
6. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klaagster ontvankelijk in haar klacht. De Klachtencommissie heeft het thans geldende classificatieformulier zelf toegepast op de Film en behandelt hieronder de relevante vragen.
In de inhoudscategorie angst moet vraag 3.1.1. (Komen er beelden van zeer angstige mensen voor?) met ‘1 keer of vaker’ worden beantwoord. De Klachtencommissie verwijst hierbij naar de volgende scènes. De scène waar het jongetje samen met een kannibaal door de vader neergeschoten worden, de scène waar het jongetje in de badkamer van het huis van de kannibalen door zijn vader onder schot wordt gehouden en de scène van een vrouw die met haar kind door kannibalen neergeschoten worden in een weiland. Vraag 3.1.2 (Loopt het met de zeer angstige mensen steeds, dus in alle gevallen, direct goed af?) moet met ‘nee’ worden beantwoord. Het is onder andere niet in beeld of het direct goed afloopt met de vrouw en haar kind in het weiland.
Vraag 3.4.1 (Komen er griezeleffecten in de productie voor?) moet naar het oordeel van de Klachtencommissie met ‘1 keer of vaker’ worden beantwoord. In de toelichting op de Vragenlijst wordt onder griezeleffecten verstaan: ‘alle elementen waarmee angst en/of weerzin bij de kijker kunnen worden opgewekt’. Griezeleffecten kunnen het gevolg zijn van acties van levende wezens (mensen, mensachtigen, fantasiewezens of dieren) of van bovennatuurlijke krachten. Griezeleffecten kunnen meer of minder hevig zijn. Voorbeelden van minder hevige griezeleffecten zijn: 'Harry Potter and the Prisoner of Azkaban', de oplichtende ogen van bezeten personages in 'Charmed', de griezelige busscène in 'De Griezelbus'. Naar het oordeel van de Klachtencommissie is in de scène waar mensen door kannibalen zijn opgesloten in een kelder, sprake van griezeleffecten. De Klachtencommissie is van oordeel dat de beelden van de uitgehongerde mensen die de hoofdpersoon om hulp vragen, angst en weerzin opwekken bij de kijker.
Vraag 3.4.2 (Zijn de griezeleffecten hevig?) dient naar het oordeel van de Klachtencommissie met 'nooit' te worden beantwoord. In de toelichting op de Vragenlijst staat dat hevige griezeleffecten zo intens zijn dat de kijker er moeilijk afstand van kan nemen. Bij hevige griezeleffecten gaat het vaak om situaties waarbij iets verschrikkelijks gebeurt of staat te gebeuren. Onder hevige griezeleffecten wordt onder andere verstaan: de onheilspellende sfeer in ‘The Sixth Sense’, de aanvallen van de vogels in ‘The Birds’, de man met de bijl in ‘The Shining’, het lijk bij ‘Jaws’ dat verschijnt voor het gat in de boot en de douchescène in ‘Psycho’. De Klachtencommissie is van oordeel dat de scènes in de Film niet aanhaken bij de in de toelichting op de vragenlijst genoemde voorbeelden. Hoewel de voorbeelden op de vragenlijst slechts gelden als indicatie en ook niet uitputtend zijn bedoeld, acht de Klachtencommissie het in dit geval begrijpelijk dat Beklaagde de griezeleffecten niet als hevig heeft aangemerkt, zodat zij vraag 3.4.2 met ‘nooit’ mocht beantwoorden. De Klachtencommissie merkt derhalve de griezeleffecten in de film niet aan als hevig in de zin van vraag 3.4.2 op de vragenlijst.
Vraag 3.5.1 (Komen er beelden van verwondingen in de productie voor?) moet met ‘1 keer of vaker’ worden beantwoord. Vraag 3.5.2 (Zijn deze verwondingen ernstig?) moet eveneens met ‘1 keer of vaker’ worden beantwoord. De Klachtencommissie doelt hierbij op de bloederige open wond van de vader als hij een pijl uit zijn been verwijderd. Vraag 3.12.1. (Spelen de angstwekkende scènes zich af in een realistische omgeving?) dient met '1 keer of vaker' te worden beantwoord. De angstwekkende scènes van de Film spelen zich af in de huidige tijd in onder andere een huis. De beantwoording van bovengenoemde vragen leidt tot de classificatie 12 op basis van angst.
Vraag 7.1 (Komt er in de productie grof taalgebruik (vloeken, schuttingtaal) voor?) moet met ‘1 keer of vaker’ worden beantwoord. Hierbij wijst de Klachtencommissie onder andere op het woord 'son of a bitch'. De Klachtencommissie is bevoegd de classificatieresultaten van audiovisuele producten ‘ambtshalve’ te beoordelen. Met andere woorden, de Klachtencommissie is bevoegd de gehele Film in haar beoordeling mee te nemen, dus ook scènes waar niet expliciet over is geklaagd.
Ten aanzien van de inhoudscategorie geweld is de Klachtencommissie van mening dat vraag 2.2.1. (Komen er in de productie één of meerdere vormen van fysiek geweld voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord moet worden. De Klachtencommissie doelt hierbij onder andere op de scène waar de vader een kannibaal doodschiet en de scène waarin de vader een pijl in zijn been krijgt. Vraag 2.3.1. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn?) moet met ‘1 keer of vaker’ worden beantwoord. In de toelichting op de vragenlijst staat dat bij indringende geweldsacties de kijker de indruk krijgt dat het geweld hard aankomt en dat dit ook de bedoeling van de agressor is. De Klachtencommissie is van oordeel dat in de voornoemde scène waar de vader een pijl in zijn been krijgt, het geweld hard aankomt. De vader schreeuwt het uit van de pijn en hinkt vervolgens naar het huis van de dader met als doel hem uit te kunnen schakelen.
Vraag 2.4.1. (Zijn er beelden van verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) moet met '1 keer of vaker' beantwoord worden. Zichtbaar in beeld is dat de vader in de hiervoor genoemde scène een open bloederige wond heeft aan zijn been. Deze verwonding is naar het oordeel van de Klachtencommissie ernstig in de zin van de vragenlijst van Kijkwijzer, zodat vraag 2.4.2. (Zijn er beelden van ernstige verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord moet worden. De Klachtencommissie merkt de wond in het been van de vader nadat hij door een pijl geraakt is, aan als ernstige verwonding. De wond is een open wond en er is veel bloed te zien. Beklaagde heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat de wond in het been van de vader geen gevolg is van een zichtbare geweldsactie. De Klachtencommissie is daarentegen van oordeel dat onmiddellijk na de scène waarin de vader door de pijl geraakt wordt, de wond in beeld is gebracht. In deze scène, waar de vader de pijl uit zijn been verwijdert, is naar de mening van de Klachtencommissie duidelijk dat de in beeld gebrachte verwonding een direct effect is van de pijl die afgeschoten is.
Vraag 2.5.1 (Zitten er geweldsacties in die door mensen uitvoerbaar zijn?) moet met ‘ja’ worden beantwoord. De combinatie van geweld dat uitvoerbaar en indringend is en tot ernstige verwondingen leidt, leidt tot de classificatie 16 op basis van geweld.
Klaagster heeft niet expliciet geklaagd over geweld. De Klachtencommissie kan daarom slechts ambtshalve te oordelen over deze inhoudscategorie. In een dergelijk geval is de Klachtencommissie alleen bevoegd haar mogelijke bevindingen over deze inhoudscategorie in haar uitspraak op te nemen met het verzoek aan Beklaagde deze in overweging te nemen. Het opleggen van een boete is in dat geval niet te rechtvaardigen.
Ambtshalve geeft de Klachtencommissie Beklaagde derhalve in overweging om vraag 2.4.2. met ‘1 keer of vaker’ te beantwoorden en vraag 2.5.1. met ‘ja’ te beantwoorden, waardoor de classificatie van de Film uitkomt op 16, op basis van geweld.
Nu de Klachtencommissie zich slechts ambtshalve uit kan spreken over de inhoudscategorie geweld, kan zij deze beoordeling voor wat betreft de inhoudscategorie geweld slechts in overweging meegeven aan Beklaagde. Volgt Beklaagde hetgeen de Klachtencommissie in overweging geeft niet, dan heeft het binnen het kader van de onderhavige klacht geen consequenties voor Beklaagde en zal dit op zichzelf derhalve niet kunnen leiden tot enige sanctie zoals genoemd in artikel 13 van het Klachtenreglement van het NICAM. Beklaagde moet zich dan wel bewust zijn van het risico dat er opnieuw een klacht over de Film kan worden ingediend, die ter beoordeling van de Klachtencommissie kan komen. De overige inhoudscategorieën zijn op de Film niet van toepassing.
Verder overweegt de Klachtencommissie als volgt. Klaagster heeft in haar klacht aangevoerd dat haar bezwaar tegen de classificatie 12 niet alleen betrekking heeft op bepaalde beelden maar op de Film als geheel. De Klachtencommissie wenst in verband hiermee op te merken dat het doel van Kijkwijzer is ouders en opvoeders te informeren over mogelijke schadelijke elementen in een programma of film. Kijkwijzer geeft dus geen indicatie over geschiktheid. Binnen het systeem van Kijkwijzer worden zes categorieën onderkend, die mogelijk schadelijke gevolgen hebben voor jeugdige kijkers, zoals geweld en angst. Gelet op het voorgaande beslist de Klachtencommissie als volgt.
7. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht ongegrond. De classificatie van de Film komt uit op 12 op basis van angst en grof taalgebruik.
Ambtshalve geeft de Klachtencommissie Beklaagde in overweging om het oordeel van de Klachtencommissie te volgen voor wat betreft de inhoudscategorie geweld, waardoor de classificatie uitkomt op 16 op basis van geweld met als toevoeging grof taalgebruik. Beklaagde dient dan de classificatie te communiceren met de DVD distributeur zodat bij de eerstvolgende release van de DVD de inlay de nieuwe classificatie vertoont.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Hilversum, 29 april 2010