1. De procedure
Klager heeft met gebruikmaking van het klachtenformulier van het NICAM op 11 maart 2004 een klacht ingediend met betrekking tot de videofilm ‘The In-laws’.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 6 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft tegen de klacht verweer gevoerd bij brief van 6 mei 2004.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar vergadering van 24 mei 2004.
Klager heeft, na deugdelijke oproeping, geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt mondeling toe te lichten. Beklaagde gaf aan wel bereid te zijn te komen maar niet te kunnen op het door de Klachtencommissie aangegeven tijdstip. Na onderling overleg over de klacht heeft de Klachtencommissie beklaagde telefonisch laten weten geen nadere vragen te hebben en derhalve geen behoefte te hebben aan het vaststellen van een nieuw tijdstip. Hiermee ging beklaagde akkoord.
2. De bestreden audiovisuele productie
‘The In-laws’ is een film die in 2003 is uitgebracht door beklaagde. De film gaat over twee totaal verschillende toekomstige schoonvaders. De een is een meedogenloze CIA agent, die de ander, een oerdegelijke burgerman, betrekt in één van zijn geheime missies.
Beklaagde heeft de film geclassificeerd met behulp van het NICAM coderingsformulier versie 1.1 en is uitgekomen op 6 jaar en ouder (6) in combinatie met het inhoudspictogram voor geweld (pictogram: vuistje).
3. De klacht
De klacht richt zich op de inhoudscategorieën geweld en angst.
Verkort weergegeven stelt klager het volgende. Er komen meerdere schietscènes in de film voor niet kunnen in een film voor 6 jaar en ouder.
4. Het verweer
In zijn verweerschrift geeft beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
Beklaagde is van mening dat de film terecht de classificatie 6 op basis van geweld heeft gekregen. Bovendien heeft klager voldoende informatie gekregen over de inhoud van de film en had hij kunnen weten dat er geweld in voorkomt.
5. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie heeft het coderingsformulier versie 1.1 zelf toegepast op de film ‘The In-laws’ en behandelt hieronder de vragen die naar haar oordeel ten onrechte niet of onjuist zijn beantwoord.
Wat betreft de inhoudscategorie geweld heeft beklaagde slechts vraag 2.6.1 (Vindt al het geweld plaats in een slapstick-context?) onjuist beantwoord. De Klachtencommissie is van mening dat deze vraag met ‘nee’ beantwoord had moeten worden. In de vragenlijst worden immers als voorbeelden genoemd: Laurel & Hardy, Buster Keaton, Home Alone, Naked Gun en Flodder. De onderhavige film is van een ander genre.
Positieve beantwoording van vraag 2.6.1 heeft alleen invloed op de classificatie wanneer er sprake is van indringend geweld of ernstige verwondingen. Bij de onderhavige film is dat niet het geval. De classificatie van ‘The In-laws’ komt derhalve uit op 6, op basis van geweld en wijkt daarmee niet af van het classificatieresultaat van beklaagde.
De overige inhoudscategorieën zijn niet van toepassing op de film ‘The In-laws’.
6. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht van klager ten aanzien van de film ‘The In-laws’ ongegrond. Beklaagde heeft de film juist geclassificeerd op 6, op basis van geweld.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM.
Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de
Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend.