1. De procedure
Klaagster heeft met gebruikmaking van het klachtenformulier van het NICAM op 18 mei 2004 een klacht ingediend over de videofilm/DVD ‘Scary Movie 3’.
Bij e-mail van 24 mei 2004 heeft het NICAM klaagster geïnformeerd over het systeem van Kijkwijzer. Hierbij heeft het NICAM aangegeven dat beklaagde het coderingsformulier versie 1.2 correct heeft ingevuld.
Klaagster geeft bij e-mail van 24 mei 2004 aan het niet eens te zijn met de uitleg van het NICAM.
Bij e-mail van 2 juni 2004 geeft het NICAM klaagster aan dat de mogelijkheid bestaat om de klacht voor te leggen aan de Klachtencommissie.
Bij e-mail van 2 juni 2004 verzoekt klaagster het NICAM haar klacht daadwerkelijk voor te leggen aan de Klachtencommissie.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 6 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft tegen de klacht verweer gevoerd bij brief van 20 juli 2004.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar vergadering van 4 augustus 2004.
Klaagster noch beklaagde heeft, na deugdelijke oproeping, gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
De film ‘Scary Movie 3’ gaat over een vrouw die werkt als nieuwslezeres en er achter komt dat zij de Amerikaanse president moet helpen in zijn strijd tegen buitenaardse wezens. De film is een parodie op verscheidene films, met name op ‘The Hulk’, ‘The Ring’ en ‘The Matrix Reloaded’.
Beklaagde heeft de film geclassificeerd met behulp van het coderingsformulier 1.2 en is uitgekomen op 6 jaar en ouder (6) op basis van geweld (pictogram: vuistje), angst (pictogram: spinnetje) en grof taalgebruik (pictogram: schreeuwend mannetje).
3. De klacht
De klacht richt zich op de inhoudscategorieën geweld en angst. Verkort weergegeven stelt klaagster dat in de film enge elementen voorkomen die niet geschikt zijn voor kinderen. Ze doelt met name op de scène waarin een horrorachtig hoofd van een romp afvalt.
4. Het verweer
In haar verweerschrift geeft beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
Beklaagde is van mening dat de film terecht de classificatie 6 op basis van geweld, angst en grof taalgebruik heeft gekregen. Met betrekking tot de inhoudscategorie geweld zou de classificatie in principe 12 jaar en ouder (12) moeten zijn. Daar het geweld zich echter afspeelt in een slapstickcontext wordt de classificatie met betrekking tot deze inhoudscategorie teruggebracht tot 6. Met betrekking tot de inhoudscategorie angst geeft beklaagde aan dat de classificatie 6 terecht is aangezien het met alle personen in de film die angstig zijn goed afloopt. De classificatie zoals hiervoor aangegeven is conform de redenatie gegeven door het NICAM in haar e-mail van 24 mei 2004.
5. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie heeft het coderingsformulier versie 1.2 zelf toegepast op de film ‘Scary Movie 3’ en behandelt hieronder de relevante vragen.
Beklaagde heeft alle vragen met betrekking tot de inhoudscategorie geweld correct beantwoord, wat terecht heeft geleid tot de classificatie 6 jaar op basis van geweld.
Ten aanzien van de inhoudscategorie angst geeft de Klachtencommissie aan dat alle vragen met betrekking tot deze categorie correct zijn beantwoord.
Klaagster noemt in haar nadere reactie met name de eerste scène van de film. De Klachtencommissie oordeelt hierover als volgt. Vraag 3.2.1 (Zijn er beelden van zeer angstige mensen als gevolg van ongelukken, ongevallen, rampen of oorlogen of dreiging daarvan?) is door beklaagde terecht met ‘1 keer of vaker’ beantwoord. De vrouw aan het einde van de scène is angstig en hoewel de oorzaak van haar angst zich moeilijk laat omschrijven, ligt deze nog het dichtst bij angst voor dreiging van een ongeluk of een ramp.
Vraag 3.2.3 (Loopt het met de zeer angstige mensen steeds, dus in alle gevallen, direct goed af?) heeft beklaagde met ‘ja’ beantwoord. De Klachtencommissie is van mening dat dit antwoord op basis van de beschreven scène terecht is. De scène eindigt met een angstige vrouw. De vrouw is voorafgaand aan de laatste scène enkele keren eerder angstig geweest, en telkens bleek haar angst door een absurde wending van het verhaal ongegrond. Door het komische karakter van de productie zal de kijker niet meeleven met de angst van de vrouw.
6. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht van klaagster ongegrond. De classificatie van de film ‘Scary Movie 3’ komt uit op 6 op basis van geweld, angst, met als toevoeging grof taalgebruik.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM.