Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: bioscoopfilm ‘Beowulf’, hierna te noemen: de Film
1. De procedure
Klaagster heeft op 17 december 2007 een klacht ingediend over de Film, aangevuld bij emails van 27 december 2007 en 4 januari 2008.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 5 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft bij brief van 8 januari 2008 verweer gevoerd.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 16 januari 2008.
Klager en Beklaagde hebben, na deugdelijke oproeping, geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid hun standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
De Film gaat over de heldhaftige krijgsman Beowulf. Hij strijdt tegen de demon Grendel en de moeder van Grendel.
De Film is door Beklaagde geclassificeerd met behulp van het NICAM classificatieformulier, versie 4.1. De Film heeft de classificatie ‘let op met kinderen tot 12 jaar’ op basis van de inhoudscategorieën geweld en angst.
3. De klacht
De klacht richt zich op de inhoudscategorieën geweld en angst.
Klager trakteerde zijn dochter op de Film. De Film was te veel voor het 13 jarige meisje. Ze houdt best van griezelen maar deze film was grof, horrorachtig en vol met zeer bruut geweld. Mensen werden opgegeten door een reuzentrol en het bloed spoot in het rond. In de pauze stond het meisje te snikken van angst en Klager is direct naar huis gegaan. Zijn dochter durfde niet alleen te gaan slapen en reageerde schrikachtig op plotselinge geluiden. Klager en zijn dochter zijn tot 2 uur ’s nachts opgebleven en hebben een onrustige nacht gehad. Klager hoopt dat Kijkwijzer iets aan de leeftijdsgrens voor dergelijke films doet. Klager schrijft in een aanvullende email dat hij het vreemd vindt dat omwille van ‘animatie’ een film eigenlijk vanzelf de classificatie 12+ krijgt. Ook met animatie kan iemand flink geshockeerd worden.
Klager meent dat de animatie naar echt neigt in deze film en vraagt zich af waar de grenzen liggen. Klager snapt best dat dit een nieuwe ontwikkeling betreft maar vond het echt heftig.
4. Het verweer
In het verweerschrift voert Beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
Beklaagde is ervan overtuigd dat de Film terecht de classificatie 12 op basis van de inhoudscategorieën geweld en angst heeft gekregen. Beklaagde is van mening dat de Film een animatiefilm is, wat een belangrijk criterium is in de beoordeling of een Film de classificatie 12 of 16 heeft.
Beklaagde stelt dat in alle grote Europese landen, de classificatie van de Film niet hoger dan AL of 12 is.
5. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klager ontvankelijk in zijn klacht.
De Klachtencommissie heeft het classificatieformulier 4.1 toegepast op de Film en behandelt hieronder de relevante vragen.
In de categorie type productie moet vraag 1.2.1. (Is het product een tekenfilm of animatie?’) met ‘nee’ beantwoord worden.
In de categorie geweld moet vraag 2.2.1. (Komen in de productie één of meer vormen van fysiek geweld voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. Vraag 2.3.1. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn?) moet eveneens met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De Klachtencommissie doelt bij de beantwoording van deze vragen op de scènes waarin het monster Grendel vecht met de mensen in de feestzaal. Vraag 2.4.1. (Zijn er beelden van verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) moet vervolgens ook met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. Vraag 2.4.2. (Zijn er beelden van ernstige verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) moet met ‘1 keer of vaker’ beantwoord moet worden. De Klachtencommissie verwijst hierbij onder andere naar de scène waarin Beowulf vecht met het monster Grendel en Grendel hierbij zijn arm verliest.
Vraag 2.5.1. (Zitten er geweldsacties in die door mensen uitvoerbaar zijn?) moet met ‘ja’ beantwoord worden.
De combinatie van geweld dat uitvoerbaar en indringend is en tot ernstige verwondingen leidt, leidt tot de classificatie 16 op basis van geweld.
Binnen de inhoudscategorie angst moet vraag 3.1.1. (Zijn er beelden van angstige mensen?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. Vraag 3.1.2. (Loopt het met de zeer angstige mensen steeds, dus in alle gevallen, direct goed af?) moet met ‘nee’ beantwoord worden. De Klachtencommissie verwijst hier naar de scène waarin het monster Grendel in de feestzaal een zeer angstige vrouw aanvalt en doodt.
Vraag 3.3.1. (Komen er verwondingen voor in de productie?) moet met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. Vraag 3.3.2. (Komen er ernstige verwondingen voor in de productie?) moet met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De Klachtencommissie doelt hierbij op de eerder genoemde scène waarin Grendel in het gevecht met Beowulf zijn arm verliest. Vraag 3.5.1. (Komen er hevige griezeleffecten in de productie voor?) moet met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De Klachtencommissie verwijst hier naar een droom van Beowulf waarin een monster plotseling uit het water komt en hem aanvalt. Vraag 3.6.1. (Spelen de angstwekkende situaties zich af in een realistische omgeving?) moet eveneens met ‘nooit’ beantwoord worden. In de toelichting bij vraag 3.6.1. staat dat er sprake is van een niet-realistische omgeving als een productie zich overduidelijk in een ver verleden afspeelt. Voorbeelden zijn kostuumdrama’s en ridderfilms. De Klachtencommissie is van mening dat de Film onder genoemde genres valt.
Door bovenstaande beantwoording komt de classificatie voor angst uit op 12.
De overige inhoudscategorieën zijn op de Film niet van toepassing.
De Klachtencommissie constateert een toenemend gebruik van animatie in speelfilms. De Klachtencommissie heeft de Wetenschapscommissie dan ook de vraag voorgelegd of de huidige criteria nog in overeenstemming zijn met de praktijk. De Wetenschapscommissie heeft de Film bekeken. De Wetenschapscommissie is, hieronder verkort weergegeven, de mening toegedaan dat het bediscussieerbaar is of de Film een animatie- dan wel fictieproductie is; het betreft een bijna volmaakt hybride versmelting van de twee. De personages hebben naar het oordeel van de Wetenschapscommissie het uiterlijk van figuren uit een computergame. De bewegingen van de menselijke karakters in de Film zien er realistisch uit en zijn ‘natuurlijker’ dan in de meeste games. De Film wijkt hiermee volgens de Wetenschapscommissie overduidelijk af van de traditionele getekende 2D- animaties en heeft meer gelijkenis met live-action producties zoals fantasy fictiefilms. De lagere leeftijdsclassificatie voor animatie is gebaseerd op het beter psychologisch afstand kunnen nemen van het fictiegeweld wanneer alle personages getekend zijn en dus niet echt. In het geval van Beowulf is het voor de Wetenschapscommissie niet mogelijk om in te schatten of dit voor kijkers vanaf 12 jaar ook daadwerkelijk geldt. Gezien het realistische karakter van de menselijke personages en wat hen aan geweld treft, is de Wetenschapscommissie van oordeel dat voorzichtigheid geboden is en dat de Film de classificatie 16 moet krijgen. Het probleem van de vermenging van live action en animatie vraagt om nadere studie en vertaling in het codeerinstrument. Te verwachten valt immers dat het bij deze hybride vormen van fictie gaat om een genre dat in de toekomst vaker zal worden toegepast. In afwachting van deze wijziging in het codeerinstrument doen omroepen, zenders en distributeurs er naar het oordeel van de Wetenschapscommissie er goed aan de raadgeving in acht te nemen dat men bij twijfel contact dient op te nemen met het bureau van het NICAM. Dat had naar de mening van de Wetenschapscommissie in dit geval ook dienen te gebeuren.
De Klachtencommissie heeft kennis genomen van het advies van de Wetenschapscommissie en is van mening dat het begrijpelijk is dat Beklaagde de Film als animatie heeft gecodeerd. De Klachtencommissie is echter van oordeel dat in dergelijke gevallen voor de veilige weg gekozen moet worden. Dit houdt in dat bij ‘type productie’ fictie aangevinkt dient te worden zolang er geen andere oplossing is geboden in de vragenlijst.
De Klachtencommissie uit hierbij tevens de wens naar het bureau van het NICAM, tot het opnemen van een nieuw genre in de vragenlijst.
6. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht gegrond.
De classificatie van de Film dient uit te komen op 16 op basis van geweld.
Gezien het feit dat er sprake is van een spoedprocedure omdat de Film momenteel in de bioscopen draait, heeft de Klachtencommissie Beklaagde op de dag van de zitting, 16 januari 2008, per email op de hoogte gesteld van deze uitspraak.
Beklaagde heeft vanaf de dagtekening van de begeleidende brief bij deze uitspraak twee weken de tijd om alle maatregelen te nemen die ertoe leiden dat de onjuiste leeftijdsclassificatie 12 op basis van de inhoudscategorieën geweld en angst ongedaan wordt gemaakt en wordt omgezet in de leeftijdsclassificatie 16 in combinatie met het inhoudspictogram voor geweld.
Bij de release op video/DVD dient Beklaagde de door de Klachtencommissie de toegekende classificatie 16, met het inhoudspictogram voor geweld te hanteren, onder verbeurte van een dwangsom van € 1000,- per dag, te rekenen vanaf de dag dat deze release in de handel wordt gebracht, met een maximum van € 25.000,-.
Aangezien de nieuwe vorm van animatie die in de Film is gebruikt, geen aansluiting heeft met de vragenlijst ziet de Klachtencommissie af van het opleggen van een boete.
Conform artikel 14 lid 2 Reglement van Klachten heeft de Klachtencommissie de bevoegdheid, om al dan niet op verzoek van één der partijen, haar eigen beslissing, voorzover naar haar oordeel redelijkerwijs noodzakelijk, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Dit betekent dat er aan haar beslissing direct gevolg dient te worden gegeven. In de onderhavige kwestie ten aanzien van de Film, doch in alle gevallen waar een bioscoopfilm in het geding is, is de Klachtencommissie de mening toegedaan dat het in redelijkheid noodzakelijk is om van deze bevoegdheid gebruik te maken. Op deze manier wil de Klachtencommissie voorkomen dat de gewraakte film in de follow up van DVD en Video met verkeerde pictogrammen op de markt wordt gebracht.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid om tegen deze beslissing beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de
Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Hilversum, 6 februari 2008