Klachtnummer: 051118.01
Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: programma ‘BNN University’, hierna te noemen: de Serie; aflevering uitgezonden op 7 december 2005 omstreeks 17:10 uur, hierna te noemen: de Aflevering
1. De procedure
Klager heeft op 18 november 2005 een klacht ingediend over de Aflevering.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 6 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft tegen de klacht verweer gevoerd bij brief van 22 december 2005.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 18 januari 2006.
Klager noch Beklaagde heeft, na deugdelijke oproeping, gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn dan wel haar standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
In de Serie, geclassificeerd en uitgekomen op ‘let op met kinderen tot 6 jaar’ (6) op basis van de inhoudscategorie geweld (pictogram: vuistje), met de toevoeging voor grof taalgebruik (pictogram: schreeuwend mannetje), wordt aandacht besteed aan vakken die je niet op de middelbare school krijgt. In de Aflevering wordt onder andere aandacht besteed aan de strijd tussen Sinterklaas en de Kerstman.
3. De klacht
De klacht richt zich op de inhoudscategorieën geweld, angst en seks (pictogram: voetjes).
Klager voert aan dat tijdens de Aflevering beelden werden getoond van masturbatie. Daarnaast werden er beelden getoond van Sinterklaas en de Kerstman in gevecht met elkaar. Tenslotte trokken ze elkaars vermommingen eraf. Klager begrijpt niet waarom Beklaagde de beelden heeft uitgezonden op een tijdstip waarop kleine kinderen televisie kijken.
4. Het verweer
In het verweerschrift voert Beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
Beklaagde geeft aan dat de zij betreurt hoe het item bij sommige kinderen is overgekomen. In de landelijke pers heeft Beklaagde reeds aangegeven dat zij de beelden niet voor 20:00 uur uit had willen zenden. Onervarenheid bij de programmamakers heeft een rol gespeeld bij de gebrekkige beoordeelde redactionele afweging. Beklaagde voegt hier aan toe dat zij deze onervarenheid ook een belangrijke meerwaarde vindt; het uitgangspunt is om de Serie door jonge programmamakers te laten maken, die daarbij niet al te snel “van bovenaf” allerlei restricties opgelegd moeten krijgen. Beklaagde erkent dit als een verhoogd risico en
wil niets afdoen aan de verantwoordelijkheid ter zake. Beklaagde geeft overigens aan dat de programmamakers zich geenszins geheel hebben onttrokken aan iedere verantwoordelijkheid op dit vlak; zij hebben een luide waarschuwing direct voorafgaand aan het item laten horen waarin werd afgeraden dat kinderen jonger dan 10 jaar het item zouden bekijken.
Vervolgens geeft Beklaagde aan dat de seksuele handelingen door de Kerstman onzichtbaar zijn gemaakt dus geen overtreding van het Deelreglement opleveren en dat het geweld in een dermate absurdistische setting plaatsvindt dat indringendheid van het geweld niet aangenomen zou kunnen worden.
5. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klager ontvankelijk in haar klacht.
De Klachtencommissie heeft het classificatieformulier 1.2 zelf toegepast op de Aflevering en behandelt hieronder de relevante vragen.
De Aflevering is een andersoortig non-fictieproduct; derhalve heeft Beklaagde terecht vraag 1.2.4. (Is de productie een andersoortig non-fictieproduct?) met ‘Ja’ beantwoord.
Binnen de inhoudscategorie geweld heeft Beklaagde terecht vraag 2.2.1. (hoe vaak komt er in de productie fysiek lijf-aan-lijf geweld voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord. De Klachtencommissie doelt hier onder andere op de scène waarin Sinterklaas en de Kerstman elkaar te lijf gaan. Daarnaast heeft Beklaagde naar de mening van de Klachtencommissie ten onrechte vraag 2.2.2. (Hoe vaak komt geweld met vuur-, slag of steekwapens voor?) met ‘nooit’ beantwoord, vanwege de scène waarin “Super Sander” wordt gedood. Ook vraag 2.7.1. (Vindt al het geweld plaats in een slapstick-context?) heeft Beklaagde niet correct beantwoord, deze vraag had met ‘nee’ beantwoord moeten worden. Hier doelt de Klachtencommissie op bovengenoemd gevecht tussen Sinterklaas en de Kerstman.
Door bovenstaande beantwoording komt de classificatie ten aanzien van de inhoudscategorie geweld uit op 6.
Ten aanzien van de inhoudscategorie angst dienen vraag 3.1.7. (Komen er in de productie geweldsacties van levende wezens (mensen, dieren, monsters) voor waarbij mensen of dieren zichtbaar het slachtoffer zijn?) en vraag 3.3.2. (komen er lijken van mensen in de productie voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord te worden. De Klachtencommissie doelt hier wederom op de scène waarin “Super Sander” wordt gedood.
De classificatie ten aanzien van de inhoudscategorie angst dient gezien het vorenstaande uit te komen op 6.
Binnen de inhoudscategorie seks zijn alle vragen juist ingevuld. De Klachtencommissie is met Beklaagde van oordeel dat vraag 4.1.2. (Hoe vaak zijn er seksuele handelingen zichtbaar?) met ‘nooit’ beantwoord dient te worden. Immers, de beelden van de Kerstman die zichzelf zou bevredigen zijn vaag gemaakt, waardoor de seksuele handelingen niet zichtbaar zijn.
De classificatie ten aanzien van de inhoudscategorie seks komt door bovenstaande beantwoording uit op AL.
Ten aanzien van de inhoudscategorie grof taalgebruik heeft Beklaagde volgens de Klachtencommissie vraag 7.1.1. (Komt er in de productie grof taalgebruik (vloeken, schuttingtaal) voor?) terecht met ‘1 keer of vaker’ beantwoord. Grof taalgebruik leidt, in tegenstelling tot de andere inhoudskenmerken, niet tot een bepaalde leeftijdsclassificatie, omdat er geen onderzoek is gedaan dat uitwijst dat grof taalgebruik voor een bepaalde leeftijdsgroep potentieel schadelijker is dan voor andere. Er kan dus niet worden aangetoond dat grof taalgebruik bijvoorbeeld schadelijker zou zijn voor kleuters dan voor wat oudere kinderen van een jaar of 12. Er is echter gebleken dat ouders en opvoeders graag gewaarschuwd willen worden als er grof taalgebruik voorkomt in een productie. Om die reden is er wel voorzien in een pictogram voor grof taalgebruik.
De overige inhoudscategorieën zijn op de Aflevering niet van toepassing.
De classificatie voor de Aflevering komt hiermee uit op de classificatie 6, op basis van de inhoudscategorie geweld en angst, met de toevoeging voor grof taalgebruik.
Op 22 maart 2005 is het nieuwe Seriebeleid van kracht geworden. Met het nieuwe Seriebeleid zijn de regels voor de steekproef aangepast. Ook brengt het nieuwe Seriebeleid met zich mee dat omroepinstellingen in alle gevallen verantwoordelijk zijn voor de classificatie en het uitzendtijdstip, van zowel de serie als geheel, als van de afzonderlijke afleveringen. Als gevolg hiervan kan de Klachtencommissie ook boetes opleggen voor afleveringen die geen deel uitmaakten van de steekproef.
Daarnaast kan de Klachtencommissie conform het nieuwe seriebeleid de opdracht geven een nieuwe steekproef uit te voeren indien blijkt dat de leeftijdsclassificatie van de Aflevering niet in overeenstemming is met de classificatie van de steekproef. Nu dit bij de Aflevering niet het geval is, zal de Klachtencommissie hier niet toe overgaan.
7. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht gegrond ten aanzien van de inhoudscategorie grof taalgebruik. De classificatie van de Aflevering dient uit te komen op 6 op basis van geweld en angst, met de toevoeging voor grof taalgebruik.
De Klachtencommissie gaat echter niet over tot het opleggen van een sanctie daar de leeftijdsclassificatie ongewijzigd is en Beklaagde de Aflevering op een uitzendtijdstip conform artikel 5 van het Deelreglement Televisie van het NICAM heeft uitgezonden.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Hilversum, 15 februari 2006