Audiovisuele productie: televisieserie ‘Banzai’, aflevering uitgezonden op 8 januari 2005, hierna te noemen: de Aflevering
1. De procedure
Klager heeft op 9 januari 2005 een klacht ingediend over de Aflevering.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 6 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft tegen de klacht verweer gevoerd bij brief van 3 maart 2005.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 16 maart 2005.
Klager noch Beklaagde heeft, na deugdelijke oproeping, gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn dan wel haar standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
De televisieserie ‘Banzai’ is een Japanse spelshow. In korte satirische spelrondes kan het publiek raden wat de uitkomst is van verschillende weddenschappen en ‘wetenschappelijke’ experimenten.
Beklaagde heeft de televisieserie conform het Seriebeleid van het NICAM steekproefsgewijs geclassificeerd met behulp van classificatieformulier 1.1 en is uitgekomen op de leeftijdsclassificatie ‘Voor Alle Leeftijden’ (AL). De Aflevering maakte geen deel uit van de steekproef.
3. De klacht
Verkort weergegeven voert Klager aan dat tijdens de Aflevering een ‘satanisch mensenoffer’ te zien is. Daarna wordt een experiment uitgevoerd met een kakkerlak. Te zien is hoe een kakkerlak in een magnetron ontploft nadat de magnetron aan is gezet. Klager acht dit onacceptabel. Hier worden volgens Klager normen (het verbod op dierenmishandeling) en waarden (eerbied voor het leven) met voeten getreden.
4. Het verweer
In het verweerschrift voert Beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
Het beoordelen van normen en waarden valt buiten de bevoegdheid van het NICAM. Beklaagde zal daarom geen inhoudelijke reactie ten aanzien van de vermeende overtreding van de normen en waarden geven. Wel is het management in kennis gesteld van de klacht.
Ten aanzien van de dierenmishandeling voert Beklaagde het volgende verweer. De televisieserie ‘Banzai’ is in 2001 geclassificeerd conform het toenmalige classificatieformulier en is uitgekomen op AL. Conform de regels van het NICAM hoeft deze classificatie niet voorafgaand aan de uitzending te worden gecommuniceerd. De classificatie heeft door middel van een steekproef plaats gevonden, wat conform het seriebeleid van het NICAM is. De Aflevering maakte geen deel uit van deze steekproef.
5. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klager ontvankelijk in zijn klacht.
De Klachtencommissie heeft het coderingsformulier 1.1 zelf toegepast op de Aflevering en behandelt hieronder de relevante vragen.
Beklaagde heeft ten onrechte vraag 1.1.3. (Is de productie een andersoortig fictie/dramaproduct?) op het door haar ingevulde classificatieformulier van de Aflevering beantwoord met ‘ja’. De Aflevering is namelijk een andersoortig non-fictieproduct, wat leidt tot een positieve beantwoording van vraag 1.2.4. Voorbeelden van dergelijke producties zijn ‘Jackass’ en ‘Blik op de weg’.
Ten aanzien van de scène met het ‘satanische mensenoffer’ heeft Beklaagde de overige vragen correct beantwoord, waardoor deze scène niet leidt tot een hogere classificatie dan AL.
De scène met de kakkerlak leidt tot de volgende wijze van beantwoorden van de vragen. Ten aanzien van de inhoudscategorie geweld heeft Beklaagde juist gehandeld door alle vragen negatief te beantwoorden. De classificatie ten aanzien van deze inhoudscategorie is derhalve terecht uitgekomen op Alle Leeftijden (AL).
De Klachtencommissie zal tevens in het onderstaande de relevante vragen van de inhoudscategorie angst behandelen. Hier doelt de Klachtencommissie op de vragen die volgens het classificatiesysteem strikt genomen weliswaar onder de inhoudscategorie angst geschaard worden doch die handelen over het onderwerp geweld.
Beklaagde heeft ten onrechte vraag 3.1.4. (Hoe vaak komt er in de productie fysiek geweld tegen dieren voor?) met ‘nooit’ beantwoord. De Klachtencommissie doelt hier op het gewraakte fragment met de kakkerlak. Daarnaast heeft Beklaagde op grond van dezelfde scène ten onrechte vraag 3.1.7. (Komen er in de productie geweldsacties van levende wezens (mensen, dieren, monsters) waarbij mensen of dieren zichtbaar het slachtoffer zijn voor?) met ‘nooit’ beantwoord. Door voorgenoemde wijze van beantwoorden van de vragen komt de classificatie van de Aflevering ten aanzien van de inhoudscategorie angst (pictogram: spinnetje) uit op ‘afgeraden voor kinderen jonger dan 6 jaar’ (6).
Beklaagde heeft niet in strijd met het geldende seriebeleid gehandeld, daar zij conform dit beleid door middel van een steekproef tot de classificatie van het televisieprogramma is gekomen.
Omdat slechts de inhoudscategorie met de hoogste score telt, dient de Aflevering volgens de Klachtencommissie de leeftijdsclassificatie 6 op basis van angst te krijgen. Dit wordt de leeftijdsclassificatie voor de gehele serie, nu de regel geldt dat de zwaarst geclassificeerde aflevering maatgevend is voor de gehele serie.
Indien Beklaagde van mening is dat de classificatie 6 voor de gehele serie te zwaar is, gezien de inhoud van de overige afleveringen, dan is zij bevoegd conform het actuele seriebeleid (zie Kijkwijzer Handleiding) een nieuwe classificatiesteekproef uit te voeren, echter zonder de Aflevering in haar huidige vorm. Beklaagde dient in dat geval voldoende kenbaar te maken dat de classificatie van de Aflevering afwijkt van de overige afleveringen van de serie ‘Banzai’, onder andere door vermelding van de verschillende classificaties in de database van het NICAM.
6. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht ten aanzien van de leeftijdsclassificatie van de Aflevering gegrond. De classificatie van de televisieserie dient uit te komen op 6 op basis van de inhoudscategorie angst.
De Klachtencommissie gaat niet over tot het opleggen van een sanctie, nu de Aflevering door Beklaagde niet is meegenomen in haar steekproef en Beklaagde de steekproef wel conform het toen geldende seriebeleid heeft uitgevoerd.
Beklaagde dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie alle maatregelen te nemen om de onjuiste classificatie AL ongedaan te maken. Daar valt in ieder geval onder dat Beklaagde de door de Klachtencommissie aangegeven classificatie 6 op basis van angst voor de Aflevering zelf alsnog door middel van het invoeren van het coderingsformulier 1.2 dient in te voeren in de database van het NICAM.
Indien Beklaagde kiest voor een nieuwe steekproef omschreven dan dient deze in de aangegeven termijn van vier weken en conform het actuele seriebeleid uitgevoerd te worden. Het resultaat dient eveneens in de database van het NICAM te worden ingevoerd.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.