Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: 'Goede Tijden Slechte Tijden' , hierna te noemen: de Serie
1. De procedure
Klager heeft op 13 november 2009 per email een vraag gesteld over de Serie. Het bureau van het NICAM heeft, bij e-mail van 27 november, Klager verzocht om zijn email aan te vullen. Klager heeft bij e-mail van 27 november gereageerd en medegedeeld dat zijn vraag alsnog als klacht moet worden beschouwd.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 5 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen. Beklaagde sub 1 heeft tegen de klacht verweer gevoerd bij e-mail van 29 december 2009. De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 20 januari 2010. Klager noch Beklaagde heeft, na deugdelijke oproeping, gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn/haar standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
De Serie gaat over het wel en wee van een aantal families in het fictieve dorp Meerdijk. De Serie is door Beklaagde geclassificeerd op 26 november 2009, derhalve veertien dagen na de uitzending van de aflevering, met behulp van het thans geldende NICAM classificatieformulier. De leeftijdsclassificatie is uitgekomen op ‘let op met kinderen tot 12 jaar’ op basis van de inhoudscategorie angst met als toevoeging grof taalgebruik.
3. De klacht
De klacht richt zich op grof taalgebruik. Klager constateert dat in de aflevering het K-woord wordt gebruikt. Klager vindt dat de Serie een voorbeeldfunctie heeft en vraagt of het Bureau van het NICAM of iemand anders hier iets van kan zeggen.
4. Het verweer
In het verweerschrift voert Beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan. Beklaagde is van mening dat Klager een vraag gesteld heeft aan het NICAM. Nog voordat Beklaagde een inhoudelijke reactie heeft kunnen geven, werd door het NICAM aan Klager gevraagd of zij deze vraag van Klager als klacht kon aanmerken. Tijdens het telefonisch contact met Beklaagde bleek namelijk dat de aflevering deel uitmaakt van een seizoen waarvan wegens overmacht de classificatie niet was ingevoerd in de database van Kijkwijzer. Door een technische storing in het systeem van Beklaagde is de classificatie niet in de database van Kijkwijzer ingevoerd. Beklaagde had hierop al gewezen tijdens het telefonisch onderhoud met het NICAM.
Beklaagde vindt het betreurenswaardig dat een enkele vraag leidt tot een klacht doordat een technische storing in het systeem van Beklaagde aan het licht is gekomen. Beklaagde is van mening dat zij te goede trouw heeft gehandeld in deze overmachtsituatie door meteen deze technische storing te verhelpen en vooralsnog de classificatie van het Programma ook op te nemen in de database van het NICAM. Afgezien van deze storing is wel de juiste classificatie (te weten voor de avondversie 12 jaar op basis van angst met de toevoeging grof taalgebruik en voor de ochtendversie 6 jaar op basis van angst met de toevoeging grof taalgebruik) op alle andere uitingen vertoond. Bovendien is de uitzending in overeenstemming met de regels ten aanzien van het uitzendtijdstip uitgezonden. Beklaagde verzoekt de Klachtencommissie om de klacht jegens Beklaagde ongegrond te verklaren.
5. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie overweegt het volgende. In artikel 1 lid 4 Klachtenreglement NICAM staat over het indienen van een klacht het volgende: “Een klacht dient schriftelijk (via het klachtenformulier op de website, per e-mail, brief of fax) én gemotiveerd te worden ingediend bij het bureau van het NICAM”. Artikel 1 lid 5 van dit zelfde reglement luidt als volgt: “Indien een klacht onvolledig is en /of onvoldoende gemotiveerd, kan het bureau klager verzoeken de klacht aan te vullen. Het bureau kan hierbij behulpzaam zijn”. Artikel 2 Klachtenreglement luidt als volgt: “De klacht moet zijn ingediend binnen twee weken vanaf het moment waarop de klager kennis heeft genomen van de –vermeende- overtreding, dan wel, van het handelen of nalaten dat tot de klacht aanleiding heeft gegeven”.
De Klachtencommissie merkt op dat de klachtenprocedure een laagdrempelig karakter heeft. Dit brengt echter naar het oordeel van de Klachtencommissie niet met zich mee dat een vraag die per email gesteld is en betrekking heeft op de inhoud van een televisieprogramma, zoals in het onderhavige geval, beschouwd moet worden als een klacht. Het Bureau van het NICAM heeft Klager per e-mail gevraagd of het Bureau de vraag kon aanmerken als klacht zodat de klacht voorgelegd kon worden aan de onafhankelijke Klachtencommissie van het NICAM. Het bureau van het NICAM had echter, naar het oordeel van de Klachtencommissie, de Klager moeten verwijzen naar Beklaagde voor zover de email betrekking heeft op de inhoud van de Serie. Daarnaast had het Bureau van het NICAM Klager moeten verwijzen naar het klachtenformulier dat via de website van Kijkwijzer ingevuld kan worden.
Nu Klager in zijn e-mail van 13 november jongstleden een vraag heeft gesteld over de inhoud van een televisieprogramma en pas na de e-mail van het Bureau van het NICAM heeft aangegeven dat zijn vraag als klacht kan worden aangemerkt, is de Klachtencommissie van mening dat de e-mail van Klager van 13 november 2009 niet als klacht in de zin van artikel 1 lid 4 Klachtenreglement NICAM aangemerkt kan worden.
6. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht van Klager niet-ontvankelijk. Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie schriftelijk of per email bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Hilversum, 5 februari 2010