De klacht richt zich op de film ‘Event Horizon’ die door beklaagde is geclassificeerd en uitgekomen op 12 jaar en ouder (12) op grond van geweld (pictogram: vuistje) en angst (pictogram: spinnetje).
Klager meent dat in de film scènes voorkomen die niet thuishoren in een film voor 12 jaar en ouder, maar in een film voor 16 jaar en ouder. Klager doelt met name op de bloederige scène die zich afspeelt in de ruimte.
Beklaagde heeft tegen de klacht geen verweer gevoerd.
De Klachtencommissie heeft het coderingsformulier versie 1.1 zelf toegepast. Ten aanzien van inhoudscategorie geweld heeft beklaagde vraag 2.3.1 (Zitten er geweldsacties in die door mensen uitvoerbaar zijn?) ten onrechte met ‘nooit’ beantwoord. Beklaagde heeft wel vraag 2.4.1 (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn door de hardheid van de geweldshandelingen?), vraag 2.4.2 (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn omdat het geweld hard aankomt bij het slachtoffer?) en vraag 2.4.3 (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn doordat de inslag van de geweldshandelingen gedetailleerd in beeld worden gebracht?) terecht met ‘1 keer of vaker’ beantwoord. Ook vraag 2.5.2 (Zijn er beelden van ernstige verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) heeft beklaagde terecht met `1 keer of vaker` beantwoord. Voorstaande beantwoording leidt tot de leeftijdsclassificatie 16 jaar en ouder op basis van geweld.
Beklaagde had met betrekking tot de inhoudscategorie angst de volgende vragen positief moeten beantwoorden, namelijk vraag 3.1.8 (Hoe vaak komt zelfmoord of een poging daartoe voor?), vraag 3.2.1 (Zijn er beelden van zeer angstige mensen als gevolg van ongelukken, ongevallen, rampen of oorlogen of dreigingen daarvan?), vraag 3.3.1 (Komen er extreem angstaanjagende geluiden of muziekeffecten voor in de productie?), vraag 3.3.4 (Komen de ernstige verwondingen voor in combinatie met zeer angstige mensen of met extreem angstaanjagende geluiden of muziekeffecten, ook al is dit maar één keer?)en vraag 3.3.5 (Zijn er hevige griezeleffecten ten gevolge van acties van herkenbare levende wezens, zoals mensen, dieren of insecten?). Beklaagde heeft echter terecht vraag 3.4.1 (Spelen de angstwekkende situaties zich af in een voor kinderen alledaagse/gewone omgeving?) met ‘nooit’ beantwoord. De classificatie ten aanzien van de inhoudscategorie angst komt door deze wijze van beantwoorden uit op 12.
De Klachtencommissie wenst verder het bureau over de ‘alledaagse omgeving’ het volgende in overweging te geven. De angstwekkende situatie in de film speelt zich af in de ruimte, een niet-alledaagse omgeving. De angstwekkende situaties in de film zijn echter dermate heftig dat de classificatie 16 op basis van angst in dit geval bevredigender zou zijn geweest.
De uitspraak van de Klachtencommissie van 27 februari 2004: de Klachtencommissie heeft de klacht ten aanzien van de inhoudscategorie geweld gegrond verklaard. De correcte classificatie van de film is derhalve 16 op basis van geweld. Beklaagde krijgt een boete van € 2000,- opgelegd. Bij het bepalen van de hoogt van dit bedrag is rekening gehouden met eerdere uitspraken van de Klachtencommissie tegen beklaagde. Verder dient beklaagde binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak de door de Klachtencommissie gegeven classificatie zelf alsnog door middel van het invullen van het classificatieformulier in te voeren in de database van het NICAM.