Audiovisuele productie: video/DVD ‘My Little Pony, Deel 1’, hierna te noemen: de Video/DVD
1. De procedure
Klaagster heeft met gebruikmaking van het NICAM klachtenformulier op 8 december 2004 een klacht ingediend met betrekking tot de Video/DVD.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 6 lid 1 van het Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft tegen de klacht verweer gevoerd bij brief van 10 januari 2005.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 19 januari 2005.
Klaagster noch Beklaagde heeft, na deugdelijke oproeping, gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
In ‘My Little Pony’ woont Megan samen met een aantal pony’s in Ponyland. Samen beleven zij leuke en spannende avonturen. Op de Video/DVD zijn twee verhalen opgenomen, namelijk ‘The Ghost of Paradise Estate’ en ‘Fugitive Flower- Deel 1’.
Beklaagde heeft de Video/DVD ten tijde van de klacht niet geclassificeerd, maar vermeldt op de inlay van het product de leeftijdsclassificatie Alle Leeftijden (AL).
3. De klacht
De klacht richt zich op de inhoudscategorie angst. Verkort weergegeven voert Klaagster aan dat de leeftijdsclassificatie van de Video/DVD te laag is. Er komt namelijk een eng spook en een eng monster in het verhaal voor.
4. Het verweer
In het verweerschrift geeft Beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
Beklaagde is van mening dat bij series niet alle afleveringen bekeken dienen te worden, maar slechts de afleveringen 1, 2, 5, 8 en 13. Deze afleveringen zijn door Beklaagde bekeken en deze is van mening dat de classificatie van de serie terecht
AL is. Daarnaast geeft Beklaagde aan dat zij in de database van het NICAM nog een ‘My Little Pony’ gevonden heeft, eveneens met een AL-classificatie, die niet door Beklaagde zelf is uitgevoerd. Dit bevestigde de reeds bestaande vermoedens bij Beklaagde omtrent de hoogte van de classificatie van de Video/DVD.
Beklaagde is zich ervan bewust dat het verhaal ‘The Ghost of Paradise Estate’ spannend is. Daarom heeft zij in de synopsis achterop de Video/DVD een waarschuwing geplaatst over het aanwezig zijn van spoken in het verhaal.
Beklaagde is gezien het bovenstaande van mening dat zij niet in strijd met de Kijkwijzerregels heeft gehandeld.
5. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klaagster in haar klacht ontvankelijk.
Beklaagde heeft de Video/DVD niet geclassificeerd. Door de classificatie na te laten handelt zij in strijd met artikel 2 lid 2 van het Deelreglement Videofilm/DVD van het NICAM. Deze luidt namelijk als volgt:
‘De producent classificeert alle door hem op de markt gebrachte videofilms, DVD’s, trailers en commercials met als criterium de mogelijke schadelijkheid aan de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van personen jonger dan zestien jaar. Classificatie vindt plaats naar leeftijd én inhoud.’
Beklaagde beroept zich in haar verweerschrift op de regeling dat series die op video en DVD worden uitgebracht steekproefsgewijs geclassificeerd mogen worden. Deze regeling is echter onderdeel van het nieuwe NICAM TV Seriebeleid dat ten tijde van het uitbrengen van de Video/DVD nog niet aan de orde was en zelfs op het moment van de behandeling van de onderhavige kwestie nog niet formeel in werking is getreden. Een beroep op dit toekomstige, nieuwe beleid is derhalve niet mogelijk.
Overigens dient opgemerkt te worden dat volgens het oude, huidige, NICAM TV Seriebeleid, dat wel gold ten tijde van het uitbrengen van de Video/DVD, het niet was toegestaan dat series, uitgebracht op video en DVD steekproefsgewijs werden geclassificeerd. Deze regeling ziet alleen toe op series voor televisie.
Om die reden heeft de Klachtencommissie gemeend de classificatie AL te moeten toetsen, heeft het classificatieformulier 1.2 zelf toegepast op de Video/DVD en behandelt hieronder de relevante vragen.
Aangezien de productie op de Video/DVD een tekenfilm is, dient vraag 1.1.2. (Is het product een andersoortige tekenfilm of animatie?) met ‘ja’ beantwoord te worden.
Ten aanzien van de inhoudscategorie angst moet vraag 3.1.1. (Hoe vaak komen er fantasiewezens voor die zich dreigend gedragen of er dreigend uitzien?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden, wegens het spook die in het verhaal ‘The Ghost of Paradise Estate’ te zien is. Daarnaast dient vraag 3.1.2. (Komen er dieren in de productie voor die zich dreigend gedragen of er dreigend uitzien?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord te worden. Hier doelt de Klachtencommissie op het zeemonster
‘Squork’. Tenslotte is de Klachtencommissie van mening dat vraag 3.1.3. (Komen er transformaties met een dreigend uitziend wezen als resultaat voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord moet worden, vanwege het spook dat verandert in een spin en het spook dat verandert in een vleermuis.
Daar de klacht zich alleen richt op bovengenoemde inhoudscategorie zal er geen toetsing door de Klachtencommissie van de overige inhoudscategorieën plaatsvinden. De leeftijdsclassificatie van de Video/DVD dient daarom uit te komen op 6 op basis van de inhoudscategorie angst.
6. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht van Klaagster gegrond.
Beklaagde dient binnen vier weken na dagtekening van deze uitspraak de door de Klachtencommissie aangegeven classificatie 6 in combinatie met het inhoudspictogram angst zelf alsnog in te voeren in de database van het NICAM.
Beklaagde dient bij de eerstvolgende release van de Video/DVD ervoor te zorgen dat de inlay de classificatie 6 in combinatie met het inhoudspictogram angst vertoont. Indien er tussentijds een herdruk van de omslag plaatsvindt, dient deze de correcte classificatie te vermelden. Tevens dient beklaagde er zorg voor te dragen dat alle eventuele andere reclame- en overige uitingen met betrekking tot het product de correcte classificatie vermelden.
De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder B Klachtenreglement van het NICAM over tot het opleggen van de maatregel van waarschuwing, nu het de eerste keer is dat er een klacht tegen Beklaagde gegrond wordt verklaard.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.