Klachtnummer: 060107.03
Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: DVD ‘Idol, mon Idole’, hierna te noemen: de Film
1. De procedure
Klaagster heeft op 7 januari 2006 een klacht ingediend over de Film.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 6 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft bij brief van 8 maart 2006 verweer gevoerd.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 15 maart 2006.
Klaagster noch Beklaagde heeft, na deugdelijke oproeping, gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar/zijn standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
De Film vertelt het verhaal van een ambitieuze productieassistent die een weekend met zijn baas en diens vrouw naar een buitenverblijf gaat om indruk te maken.
De Film is niet geclassificeerd met het classificatieformulier van het NICAM, maar de hoes van de DVD vertoont de classificatie ’Alle Leeftijden’ (AL).
3. De klacht
De klacht richt zich op de inhoudscategorieën geweld, angst, seks en drugs.
Klaagster voert aan dat er AL op de hoes van de Film staat terwijl er seks, drugs, geweld en angst in de Film voorkomt. Ze heeft de Film bekeken met een meisje van 10 jaar en een jongen van 8 jaar. Het meisje begon te huilen en de jongen kon niet slapen.
4. Het verweer
In het verweerschrift voert Beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
Beklaagde probeert altijd een correcte leeftijdsclassificatie toe te wijzen aan een film, maar soms is er sprake van een film die door de mazen van het systeem valt. Zo ook de Film. De inlay voor de Film is in december 2003 gemaakt. In die tijd was er bij
Beklaagde nog geen actief NICAM beleid. Er was op dat moment onvoldoende kennis van Kijkwijzer. Het is onfortuinlijk dat Klaagster hiervan ongemak heeft ondervonden. Beklaagde zal de inlay zo snel mogelijk aanpassen. In verband met de ouderdom van de Film kan Beklaagde niet achterhalen waar de producten overal liggen. Beklaagde zal echter een en ander aangeven bij klanten die het product eventueel in de schappen hebben staan.
5. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klaagster ontvankelijk in haar klacht.
De Klachtencommissie heeft het classificatieformulier 1.2 toegepast op de Film en behandelt hieronder de relevante vragen.
In de categorie geweld moet vraag 2.2.1. (Hoe vaak komt fysiek lijf-aan-lijf geweld voor?), vraag 2.2.2. (Hoe vaak komt geweld met vuur-, slag- of steekwapens voor?), vraag 2.3.1. (Zitten er geweldsacties in die door mensen uitvoerbaar zijn?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. Hierbij doelt de Klachtencommissie op de scène waarin een man wordt neergeslagen en met zijn hoofd op een tafel terecht komt, en op de scène waarin dezelfde man met een schep wordt geslagen en vervolgens ook een vrouw ook geslagen wordt met de schep. Op grond van deze scènes moeten ook vraag 2.4.1. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn door de hardheid van de geweldshandelingen of de hardheid van de dader?) en vraag 2.4.2. (Zitten er geweldshandelingen in die indringend zijn omdat het geweld hard aankomt bij het slachtoffer?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. Vraag 2.5.1. (Zijn er beelden van verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) moet vervolgens ook met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De verwondingen zijn echter niet aan te merken als ernstig, zodat vraag 2.5.2. (Zijn er beelden van ernstige verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) met ‘nooit’ beantwoord moet worden.
De combinatie van geweld dat uitvoerbaar en indringend is, leidt tot de classificatie ‘let op met kinderen tot 12 jaar’ (12) op basis van geweld.
In de inhoudscategorie angst moet vraag 3.1.4. (Hoe vaak komt er fysiek geweld tegen dieren door mensen, dieren of andere levende wezens voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. Bij deze vraag doelt de Klachtencommissie op de scène waarin het hert wordt doodgeschoten. Vraag 3.1.7. (Hoe vaak komen geweldsacties van levende wezens (mensen, dieren, monsters) waarbij mensen of dieren zichtbaar het slachtoffer zijn voor?) moet eveneens met ‘1 keer of vaker’ worden beantwoord.
Aan het einde van de Film springt een van de hoofdrolspelers van het dak. Op basis van deze beelden moet vraag 3.1.8. (Hoe vaak komen beelden van zelfmoord (of een poging daartoe) of van iemand die zelfmoord heeft gepleegd voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. Vraag 3.3.4. (Komen er verwondingen voor in de productie?) moet met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden, op grond van de scènes die hierboven onder geweld zijn genoemd. Ten slotte moet vraag 3.4.1. (Spelen de angstwekkende situaties zich af in een voor kinderen alledaagse/gewone omgeving?) met ‘1 keer of vaker’ worden beantwoord.
Bovenstaande beantwoording leidt tot de leeftijdsclassificatie 6.
In de inhoudscategorie drugs moet vraag 6.1.1. (Komt er harddrugs-overmatig softdrugsgebruik of overmatig alcoholgebruik in de productie voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. Hierbij wijst de Klachtencommissie op de scène waarin de hoofdrolspelers lijntjes coke snuiven. Vraag 6.1.2. (Wordt het harddrugs-overmatig softdrugsgebruik of overmatig alcoholgebruik in een gunstig daglicht geplaatst?) moet met ‘nee’ worden beantwoord. Vraag 6.1.3. (Wordt het harddrugs-overmatig softdrugsgebruik of overmatig alcoholgebruik expliciet afgeraden?) moet ook met ‘nee’ worden beantwoord.
De combinatie van harddrugsgebruik dat niet expliciet wordt afgeraden brengt de classificatie ten aanzien van deze inhoudscategorie op 12.
De overige inhoudsclassificaties zijn niet op de Film van toepassing. Hoewel de klacht zich ook richt op de inhoudscategorie seks, is de Klachtencommissie van mening dat binnen deze categorie geen enkele vraag bevestigend beantwoord moet beantwoord worden, omdat er geen seksuele handelingen zichtbaar zijn.
De leeftijdsclassificatie die uiteindelijk gehanteerd wordt, is die van de inhoudscategorie met de hoogste score waardoor de classificatie voor de Film 12 wordt op basis van geweld en drugs.
De Klachtencommissie stelt vast dat Beklaagde de productie niet heeft geclassificeerd. Het excuus van Beklaagde dat er geen actief NICAM beleid was ten tijde van het uitbrengen van de Film kan de Klachtencommissie niet volgen. Beklaagde is, zo blijkt uit de administratie van het NICAM reeds sinds 11 november 2002 aangesloten. De eerste classificaties hebben in 2002 plaatsgevonden. Bovendien heeft Beklaagde wel van de technische mogelijkheid gebruik gemaakt om het Kijkwijzer pictogram AL te plaatsen op de hoes van de DVD. Het voeren van Kijkwijzerpictogrammen, zonder dat daaraan een daadwerkelijke classificatie vooraf is gegaan, acht de Klachtencommissie onzorgvuldig handelen. In casu blijkt dat de daadwerkelijke classificatie 12 maar liefst twee leeftijdscategorieën verschilt met het AL pictogram dat Beklaagde op de hoes van de Film heeft geplaatst.
6. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht gegrond.
Beklaagde dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie de door de Klachtencommissie aangegeven classificatie 12 in combinatie met het inhoudspictogrammen voor geweld en drugs voor de Film zelf alsnog door middel van het invullen van het classificatieformulier versie 1.2 in te voeren in de database van het NICAM.
Beklaagde dient bij de eerstvolgende release van de Video/DVD ervoor te zorgen dat de inlay de correcte classificatie vertoont. Indien er tussentijds een herdruk van de omslag plaatsvindt, dient deze de correcte classificatie te vermelden. Tevens dient Beklaagde er zorg voor te dragen dat alle eventuele andere reclame- en overige uitingen met betrekking tot de Film de correcte classificatie vermelden.
De Klachtencommissie gaat over tot het opleggen van een sanctie, nu Beklaagde ten onrechte de Film niet heeft geclassificeerd.
De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM over tot het opleggen van een boete aan Beklaagde, nu er in een eerdere uitspraak (klachtnr. 040308.01: Dreamscape) tegen Beklaagde een klacht gegrond is verklaard.
Beklaagde is een landelijk opererende videodistributeur. Uit de Sanctierichtlijn van de Klachtencommissie NICAM, vastgesteld op 9 september 2004, blijkt dat er twee soorten overtredingen bestaan, te weten een categorie A overtreding (‘inhoudelijke overtredingen’) en een categorie B overtreding (‘overtredingen in de uitvoering’). Per categorie A overtreding wordt een boete van € 2000,- opgelegd. Hier bestaan echter uitzonderingen op indien de ernst van een omissie dermate groot is dat dit een hogere boete rechtvaardigt. Het ten onrechte niet classificeren van de Film brengt volgens de Sanctierichtlijn een verzesvoudiging van het bedrag met zich mee; voor Beklaagde komt dit uit op een boete van € 12.000,-.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de
Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Hilversum, 12 april 2006
Beslissing van de Commissie van Beroep van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: DVD ‘Idol, Mon Idole’, hierna te noemen: de Film
1. De uitspraak van de Klachtencommissie
Bij beslissing van 12 april 2006 heeft de Klachtencommissie van het NICAM een klacht van Klaagster in eerste aanleg d.d. 7 januari 2006 met betrekking tot de Film beoordeeld. Klaagster in eerste aanleg heeft aangevoerd dat er AL (Alle Leeftijden) op de hoes van de Film staat terwijl er geweld, angst, seks en drugs in de Film voorkomt. Ze heeft de Film bekeken met een meisje van 10 jaar en een jongen van 8 jaar. Het meisje begon te huilen en de jongen kon niet slapen.
De Klachtencommissie heeft de klacht over de Film gegrond verklaard. De classificatie van de Film dient uit te komen op ‘let op met kinderen tot 12 jaar’ (12) op basis van de inhoudscategorieën geweld en drugs.
Aan Opposant is de verplichting opgelegd om binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie de door haar aangegeven classificatie 12 in combinatie met de inhoudspictogrammen voor geweld en drugs voor de Film zelf alsnog door middel van het invullen van het classificatieformulier versie 1.2 in te voeren in de database van het NICAM.
Tevens is Opposant opgelegd er bij de eerstvolgende release van de Film op DVD voor te zorgen dat de inlay de correcte classificatie vertoont. Indien er tussentijds een herdruk van de omslag plaatsvindt, dient deze de juiste classificatie te vermelden. Ook dient Opposant er voor te zorgen dat alle eventuele reclame- en overige uitingen met betrekking tot de Film de correcte classificatie vermelden.
De Klachtencommissie is overgegaan tot het opleggen van een sanctie, nu gebleken is dat Opposant de Film ten onrechte niet heeft geclassificeerd.
Conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM is aan Opposant een boete opgelegd, nu er in de eerdere uitspraak ‘Dreamscape’ (klachtnummer: 040308.01) tegen Opposant een klacht gegrond is verklaard.
Opposant is een landelijk opererende DVD- en videodistributeur. De Sanctierichtlijn van de Klachtencommissie NICAM, vastgesteld op 9 september 2004, gaat ervan uit dat er twee soorten overtredingen bestaan, te weten categorie A ‘inhoudelijke overtredingen’ en categorie B ‘overtredingen in de uitvoering’. Per overtreding uit categorie A wordt een boete van € 2000, - opgelegd. Hier bestaan echter uitzonderingen op indien de ernst van een omissie dermate groot is dat dit een hogere boete rechtvaardigt. Nu de Film ten onrechte niet is geclassificeerd, brengt dit volgens de Sanctierichtlijn een verzesvoudiging van het bedrag met zich mee, zodat Opposant een boete van € 12000, - is opgelegd.
Afschrift van deze beslissing is aan partijen verzonden op 12 april 2006.
2. De procedure in hoger beroep
Opposant is van de beslissing van 12 april 2006 in beroep gekomen bij beroepschrift van 8 mei 2006, bij de Commissie van Beroep binnengekomen op 9 mei 2006.
De Commissie van Beroep heeft het beroep behandeld tijdens haar zitting van 13 september 2006, alwaar namens Opposant zijn verschenen mevrouw K. van Putten en de heer R. van Turnhout.
Klaagster in eerste aanleg, mevrouw E. L. van Woerden, heeft op het verzoek van het bureau van het NICAM alsnog te reageren op het beroepschrift van Opposant kort gereageerd. Zij heeft aangegeven haar klacht onverminderd te handhaven en er alle vertrouwen in te hebben dat de zaak op een goede manier wordt afgerond.
De Commissie van Beroep heeft acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben, waaronder het dossier van de Klachtencommissie, evenals op het behandelde ter zitting.
3. De gronden voor het hoger beroep
Tegen de uitspraak van de Klachtencommissie voert Opposant in het beroepschrift en tijdens de behandeling ter zitting de volgende, enigszins verkorte, gronden aan. Het volledige beroepschrift, als ook het eerdere verweerschrift, worden als ingelast beschouwd.
Opposant geeft allereerst als bezwaar aan dat zij zich vrijwillig heeft aangesloten bij het NICAM en zorgvuldigheid betracht met het classificeren van de door haar uitgebrachte films. Als één van de weinige DVD- en videodistributeurs is Opposant deel geworden van het NICAM, juist omdat zij de doelstellingen van het NICAM onderschrijft. Een en ander verhindert niet dat er wel eens een steek kan vallen. Voor de Film is de inlay reeds in december 2003 gemaakt. Op dat moment hadden de werknemers van Opposant, belast met het classificeren, nog geen cursus voltooid en was er geen actief NICAM beleid. Opposant hecht er ter zitting aan te vermelden dat er binnen het bedrijf verbeteringen zijn aangebracht in zake Kijkwijzer. Daarnaast heeft Opposant reeds in haar verweerschrift aangegeven de fout te zullen herstellen. Dit in overweging nemende, is Opposant van mening dat de Klachtencommissie redelijkerwijs gebruik had dienen te maken van haar bevoegdheid, opgenomen onder artikel 16 lid 1 sub A van het Klachtenreglement NICAM tot het geven van een waarschuwing. De Klachtencommissie is volgens Opposant ten onrechte aan dit verweer voorbij gegaan.
Omdat er een misstap is begaan, begrijpt Opposant dat zij op de vingers
wordt getikt. Zij maakt echter ernstig bezwaar tegen de hoogte van de door de
Klachtencommissie opgelegde boete.
Op basis van artikel 2 lid 4 Deelreglement videofilm/DVD behorende bij het
Algemeen Reglement van het NICAM dient de producent van een DVD/videofilm uiterlijk zes weken voor de releasedatum van de videofilm/DVD het
classificatie resultaat aan het NICAM kenbaar te maken. Gezien het feit dat het classificatie moment afhankelijk is van de releasedatum van de betreffende film, is het niet meer dan logisch dat ook de sanctie wordt bepaald naar de op dat moment geldende maatstaven. Indien dit niet het geval is, leidt dit tot rechtsonzekerheid, nu de sanctie wordt losgekoppeld van het classificatie moment en tot rechtsongelijkheid, nu bijvoorbeeld films die op dezelfde dag worden geclassificeerd onderhavig kunnen zijn aan een ander sanctieregime. Ter zitting herhaalt Opposant het onredelijk te achten om uit te gaan van het sanctiebeleid dat geldt op het moment van de klacht. Opposant heeft geen zitting in het bestuur van Stichting NICAM, maar krijgt relevante informatie wel toegestuurd. Echter voor november 2004 was Opposant niet op de hoogte van het feit dat er een nieuw sanctiesysteem was opgezet met zwaardere boetes.
Op grond van het bovenstaande is in het onderhavige geval de Sanctierichtlijn
van 9 september 2004, die op 15 november 2004 algemeen bekend is gemaakt en aldus pas vanaf dat moment in werking is getreden, niet van toepassing; de releasedatum van de Film lag op 17 februari 2004 en het classificatie moment derhalve vóór 6 januari 2004.
Nu er voor de Sanctierichtlijn van 9 september 2004 geen andere sanctierichtlijn van kracht was en de Klachtencommissie haar uitspraken baseerde op het Algemeen Reglement of het Klachtenreglement van het NICAM, alsmede op vergelijkbare zaken en de hoogte van de sanctie naar eigen inzicht van de Commissie werd vastgesteld (wat op zichzelf al zorgt voor rechtsonzekerheid bij haar aangeslotenen, maar dit terzijde) kan de sanctie slechts worden bepaald aan de hand van vergelijkbare uitspraken, dat wil zeggen niet-geclassificeerde DVD-films met daarop wel de leeftijdsclassificatie AL en met een releasedatum van vóór 15 november 2004.
Het gaat hier om volgende zaken met bijbehorende sancties:
• Fanfan La Tulipe – Uitspraak van de Klachtencommissie van 26 mei 2004 – boete
€ 2500, -
• Taran en de Toverketel – Uitspraak van de Klachtencommissie van 5 april 2004 –
boete € 3000, -
• Sneeuwwitje – Uitspraak van de Klachtencommissie van 24 februari 2003 – boete
€ 2000, -
Op basis van het bovenstaande is de opgelegde boete buitenproportioneel.
Wellicht ten overvloede stelt Opposant nogmaals zich grote zorgen te maken over de mate van rechtsonzekerheid die gepaard gaat met de toepassing van de Sanctierichtlijn op films en programma’s die vóór de inwerkingtreding van
deze richtlijn zijn gereleased.
Op basis van de bovenstaande gronden verzoekt Opposant de Commissie van Beroep over te gaan tot vernietiging van de uitspraak van de Klachtencommissie, dan wel het terugverwijzen van de zaak naar de Klachtencommissie, nu de Klachtencommissie niet in redelijkheid tot haar oordeel heeft kunnen komen.
4. De beoordeling
Ten aanzien van de aangevoerde gronden tot vernietiging van de beslissing van de Klachtencommissie overweegt de Commissie het volgende.
De Commissie van Beroep heeft geconstateerd dat de fout ten aanzien van de classificatie van de Film door Opposant eind december 2003 is begaan. De Film is gereleased op 17 februari 2004 en de klacht van Klaagster in eerste aanleg dateert van 6 januari 2006. De Sanctierichtlijn van het NICAM is vastgesteld op 9 september 2004, op 15 november 2004 gecommuniceerd aan de aangeslotenen van het NICAM en vervolgens door de Klachtencommissie toegepast op de onderhavige casus. De Commissie van Beroep is het met de stelling van Opposant eens dat de Sanctierichtlijn in dit geval niet van toepassing is. Uit de reglementen van het NICAM valt namelijk niet af te leiden dat het moment van de klacht bepalend is; de Commissie is veeleer van oordeel dat het moment van classificeren of het in dit geval ten onrechte niet classificeren, bepalend dient te zijn voor de vraag welke reglementen, richtlijnen en beleid op de zaak van toepassing mogen worden verklaard. De Sanctierichtlijn is in werking getreden nadat de Film door Opposant zonder classificatie, doch met een foutief AL pictogram van het NICAM, in het verkeer is gebracht.
Nu de Sanctierichtlijn buiten beschouwing gelaten dient te worden, moet worden uitgegaan van het eerdere sanctiebeleid, zoals dat door de Klachtencommissie werd gehanteerd voordat de richtlijn in werking trad. Gedurende dat beleid heeft de Klachtencommissie het principe gehanteerd van ‘first offender’, dat inhoudt dat een beklaagde de eerste keer de maatregel tot waarschuwing krijgt opgelegd en er pas een volgende keer wordt overgegaan tot het opleggen van een boete. Daarbij heeft de Klachtencommissie recidive altijd meegewogen. De verwijtbaarheid wordt groter naarmate er meer klachten (deels) gegrond zijn verklaard. Voor een tweede gegrond verklaarde klacht bedroeg de boete, afhankelijk van de ernst van de zaak, tussen de € 1000, - en € 2000, -. Bij een derde gegrond verklaarde klacht werd de boete, wederom afhankelijk van de ernst van de zaak, verhoogd met 50 tot 100%.
In de door de Klachtencommissie meegewogen uitspraak inzake ‘Dreamscape’ heeft zij de maatregel tot waarschuwing opgelegd, omdat het de eerste keer was dat er een klacht tegen Opposant gegrond werd verklaard.
Zoals hierboven aangegeven zou er bij een volgende gegrond verklaarde klacht een boete worden opgelegd. Uit het eerdere sanctiebeleid van de Klachtencommissie is de Commissie van Beroep gebleken dat de Klachtencommissie in de meeste uitspraken, waarin klachten gegrond zijn verklaard, over is gegaan tot het opleggen van een boete van € 2000, -. Er is toentertijd door de Klachtencommissie echter één keer eerder uitspraak gedaan in een zaak waar de gehanteerde classificatie (MG6) twee leeftijdscategorieën verschilde van de leeftijdsclassificatie die door de Klachtencommissie werd vastgesteld (16), te weten in de zaak ‘Buffy, the Vampire Slayer’ (klachtnummer: 011130.01). Daar is een boete opgelegd van € 2500, -. Dat in het onderhavige geval de leeftijdsclassificatie eveneens twee categorieën is opgeschoven, namelijk van AL naar 12 dient wel in de hoogte van de boete verdisconteerd te worden. De Commissie van Beroep acht derhalve een boete van € 2500, - redelijk.
De Commissie van Beroep, op vorenstaande gronden beslissende:
Bekrachtigt de beslissing van de Klachtencommissie van 12 april 2006, voorzover het betreft de classificatie van de DVD, doch vernietigt de opgelegde boete van € 12.000, - wegens het ten onrechte toepassen van de Sanctierichtlijn van 9 september 2004 en zet deze om in een boete van
€ 2500, -.
Hilversum, 16 oktober 2006