Na de uitspraken van de Klachtencommissie en Commissie van Beroep heeft de omroep de classificatie aangepast naar 6 geweld.
Audiovisuele productie: televisieprogramma ‘America’s Next Topmodel, hierna te noemen: het Programma, aflevering uitgezonden op 9 december 2012 omstreeks 18.20 uur, hierna te noemen: de Aflevering
Beslissing van de Klachtencommissie
1. De procedure
Klager heeft op 9 december 2012 een klacht ingediend over de Aflevering. De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 5 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM op formele aspecten getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft bij brief van 9 januari 2013 verweer gevoerd.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 15 januari 2013.
Klager noch Beklaagde heeft, na deugdelijke oproeping, gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn/haar standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
Het programma is een Amerikaans televisieprogramma waarin modellen met elkaar strijden om de titel 'America's Next Top Model'.
De Aflevering is op 9 december 2012 omstreeks 17.45 uur door Beklaagde uitgezonden.
De Aflevering maakt deel uit van het zestiende seizoen.
Het zestiende seizoen is als geheel geclassificeerd aan de hand van het destijds geldende classificatieformulier en is uitgekomen op ‘Alle Leeftijden’ (AL) met als toevoeging grof taalgebruik (pictogram: schreeuwend mannetje).
Beklaagde heeft de Serie niet geclassificeerd door middel van een steekproef.
3. De klacht
De klacht richt zich op de inhoudscategorieën geweld en angst.
Klager geeft aan dat de modellen op bezoek gaan bij Universal Studio’s en bij de set komen van de film ‘Psycho’. Dan komt er een kort filmpje waarin openlijk meerdere malen gestoken wordt met een koksmes in de borstkas van een mens terwijl het Programma AL heeft.
4. Het verweer
In het verweerschrift geeft Beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
Beklaagde is zich erg bewust van de maatschappelijke verantwoordelijkheid die op haar rust. Beklaagde heeft zich onder andere om die reden aangesloten bij het NICAM. Alle televisieprogramma’s en films worden op basis van Kijkwijzer door Beklaagde geclassificeerd.
Het Programma is een realityserie waarin een modellenwedstrijd centraal staat. In de bewuste aflevering gaan de modellen met crew naar Universal Studio’s.
Beklaagde is van mening dat de scene waar de klacht betrekking op heeft, geen gewelddadige en angstwekkende beelden bevat. Het mag algemeen bekend worden verondersteld dat Universal Studio’s een locatie is waar zich een aantal Hollywood studio’s bevinden van bekende Hollywoodfilms. In dit verband merkt Beklaagde op dat de beelden in zwart/wit werden vertoond zodat het duidelijk was voor de kijker dat er een scene van een bekende film zou worden nagespeeld.
Het is weliswaar een realityserie maar de bewuste steekscène speelt zich af in een slapstickcontext.
Het wordt in ieder geval op humoristische wijze getoond. Dit wordt benadrukt doordat er tijdens deze steekscène een model (zittend in de trein) lachend in beeld wordt gebracht. Het steken van het mes zal bij de gemiddelde kijker niet serieus genomen worden, nu duidelijk zichtbaar is dat er niet in een borstkas wordt gestoken maar in een kussen onder de kleding van Miss J.
Van geweld is geen sprake aangezien duidelijk een kussen op het lichaam te zien is.
Bovendien leidt het steken van het inklapbare plastic mes in het kussen van Miss J. niet tot (ernstige) verwondingen, zo ziet de kijker ook geen bloed of iets dergelijks.
Beklaagde is van mening dat de huidige classificatie van het Programma, AL met als toevoeging grof taalgebruik, juist is.
Deze classificatie is ook voor uitzending van het Programma getoond.
Beklaagde stelt zich op het standpunt dat de scène in de Aflevering in zijn geheel moet worden bezien om deze op zijn aard en effect te kunnen vaststellen.
Beklaagde verzoekt de Klachtencommissie de klacht ongegrond te verklaren.
5. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klager ontvankelijk in zijn klacht.
Om de classificatie van de Aflevering vast te stellen past de Klachtencommissie het huidige classificatieformulier toe op de Aflevering.
Onder het kopje ‘type productie’ moet vraag 1.3.1. (Is het een non-fictie product?) met ‘ja’ beantwoord te worden.
Bij de inhoudscategorie geweld moet vraag 2.2.1. (Komen er in de productie één of meerdere vormen van fysiek geweld voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De Klachtencommissie doelt hierbij op de scene waar een man als vrouw verkleed een man (Miss J) van achteren benadert, een arm om de hals legt en met een groot mes een aantal keren in de borst van Miss J steekt.
Vraag 2.3.1. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn?) moet met ‘nooit’ beantwoord worden.
Naar het oordeel van de Klachtencommissie krijgt de kijker niet de indruk dat het hiervoor genoemde geweld hard aankomt, is geen sprake van hardheid van de geweldshandelingen of de dader en is de inslag van de geweldshandelingen niet gedetailleerd in beeld gebracht.
Vraag 2.4.1. (Zijn er beelden van verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) moet met '1 keer of vaker' beantwoord worden. Op het moment dat het mes in de borst geplaatst wordt, is er een snee zichtbaar waar bloed uit komt.
Vraag 2.8.1 (Is al het geweld in de productie slapstickgeweld?) moet naar het oordeel van de Klachtencommissie met ‘nee’ worden beantwoord.
In de toelichting op de vragenlijst staat: slapstickgeweld is geweld dat uitsluitend grappig bedoeld is om kijkers aan het lachen te maken (kolderiek) én geen nare gevolgen heeft voor het slachtoffer. Slapstick zorgt ervoor dat het geweld niet serieus te nemen is. Beklaagde stelt in haar verweerschrift dat algemeen bekend mag worden verondersteld dat Universal Studios een locatie is waar zich een aantal Hollywoodstudios bevinden van bekende Hollywoodfilms. De beelden zijn in zwart/wit getoond zodat het duidelijk was voor de kijker dat er een scene van een bekende film zou worden nagespeeld. De steekscene speelt zich af in een slapstickcontext. Het steken met het mes zal niet serieus genomen worden bij de gemiddelde kijker nu duidelijk zichtbaar is dat er niet in een borstkas wordt gestoken maar in een kussen onder de kleding van Miss J. Volgens Beklaagde is er geen sprake van geweld aangezien duidelijk een kussen op het lichaam te zien is en de kijker in de beelden daarna zich bewust wordt van het feit dat het om een inklapbaar plastic mes ging.
Beklaagde vindt dat er sprake is van een slapstickcontext en dat het in ieder geval op humoristische wijze getoond wordt. Dit wordt volgens Beklaagde benadrukt doordat er tijdens deze steekscene een model lachend in beeld wordt gebracht.
In de toelichting op de vragenlijst staat dat slapstick ervoor zorgt dat het geweld niet serieus te nemen is. De Klachtencommissie is van mening dat het geweld wel serieus te nemen is.
Voor kinderen is niet duidelijk is dat de steekscene nep is. Er is muziek te horen en er is bloed zichtbaar. Daarnaast is het voor kinderen niet algemeen bekend dat Universal Studios een filmlocatie is en dat zwart/wit beelden inhouden dat er een scene wordt nagespeeld.
De bovengenoemde geweldsscène, is naar het oordeel van de Klachtencommissie dan ook geen geweld dat uitsluitend grappig is bedoeld om kijkers aan het lachen te maken. Het geweld heeft nare gevolgen voor het slachtoffer.
De man blijft liggen nadat hij is neergestoken. De Klachtencommissie heeft niet waargenomen dat er een kussen duidelijk zichtbaar in beeld is gebracht.
De Klachtencommissie wenst te benadrukken dat het in het Kijkwijzersysteem gaat om wat zichtbaar in beeld is gebracht.
Er is dan ook naar de mening van de Klachtencommissie sprake van een geweldsscène zonder slapstick-context.
De aanwezigheid van fysiek geweld en verwondingen in een non-fictie productie brengt de classificatie voor geweld op 12.
Het Programma is een non-fictie-productie waarin stukjes fictie voorkomen. Omdat voor fictie een andere sleutel geldt dan voor non-fictie is de classificatie hiervan anders. In zulke gevallen moet de gehele productie, inclusief de ‘fictiefragmenten’, worden geclassificeerd als non-fictie. Echter, wanneer het fictiefragment een (hogere) classificatie veroorzaakt van een non-fictie productie, kan het betreffende fragment alsnog met de fictiesleutel worden geclassificeerd.
De Klachtencommissie besluit hiertoe over te gaan zodat de aanwezigheid van fysiek geweld en verwondingen in een fictieproductie de classificatie voor geweld op 6 brengt.
De overige inhoudscategorieën zijn op de Aflevering niet van toepassing. De classificatie van de Aflevering komt uit op 6 op basis van geweld.
Artikel 1.1. van het Algemeen Reglement bepaalt dat de Aangeslotene, die verantwoordelijk is voor de openbaarmaking van het Audiovisueel Product, dit Product classificeert met behulp van het Classificatiesysteem.
In artikel 11.1. Deelreglement Televisie staat dat in afwijking van artikel 1 van het Algemeen Reglement, de Media-instelling mag volstaan met het classificeren van een serie per seizoen op basis van een steekproef.
Nu Beklaagde het zestiende seizoen als geheel heeft geclassificeerd, is Beklaagde naar het oordeel van de Klachtencommissie ook verantwoordelijk voor de classificatie van het gehele seizoen.
6. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht gegrond. De Aflevering heeft de classificatie 6 geweld.
Beklaagde dient de Aflevering en derhalve de Serie, al dan niet steekproefsgewijs, met inachtneming van deze uitspraak van de Klachtencommissie opnieuw te classificeren.
Nu in eerdere uitspraken jegens Beklaagde (Klachtnr. 110106.05 'Ghost Rider' en klachtnr. 100622.01 ‘The Faculty’) klachten gegrond zijn verklaard, gaat de Klachtencommissie conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM over tot het opleggen van een boete aan Beklaagde. Er is geen recidive.
Bij de berekening van de onderhavige boete is de Klachtencommissie uitgegaan van de Sanctierichtlijn Klachtencommissie NICAM.
Wanneer de originele classificatie en het oordeel van de Klachtencommissie een leeftijdscategorie verschilt, brengt dat volgens de Sanctierichtlijn een punt met zich mee.
Nu de leeftijdscategorie van de Aflevering 6 moet zijn, en het seizoen AL heeft, resulteert dit voor Beklaagde in een boete van € 2000, -.
Het Seriebeleid van het NICAM laat de Klachtencommissie de ruimte om, in geval van een aflevering die niet via de steekproef is geclassificeerd, gebruik te maken van de correctiefactor. De Klachtencommissie bepaalt per geval of de omstandigheden aanleiding geven tot aanpassing van de boete.
De Klachtencommissie heeft echter vastgesteld dat Beklaagde de classificatie van het zestiende seizoen van de Serie niet via een steekproef heeft geclassificeerd zodat in dit onderhavige geval daar geen correctiefactor voor toegepast zal worden.
Het hierboven genoemde bedrag dient door Beklaagde binnen 30 dagen na factuurdatum te worden voldaan. De factuur wordt gescheiden toegezonden.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de
Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Beslissing van de Commissie van Beroep
1.De uitspraak van de Klachtencommissie
Bij beslissing van 14 februari 2013 heeft de Klachtencommissie van het NICAM de klacht van Klager in eerste aanleg met betrekking tot de Aflevering beoordeeld.
De klacht richt zich op de inhoudscategorieën geweld en angst.
Klager in eerste aanleg geeft aan dat de modellen op bezoek gaan bij Universal Studio’s en bij de set komen van de film ‘Psycho’. Dan komt er een kort filmpje waarbij openlijk meerdere malen met een koksmes in de borstkas van een mens wordt gestoken, terwijl het programma AL heeft.
Het programma is een Amerikaans televisieprogramma waarin modellen met elkaar strijden om de titel ‘America’s Next Top Model’.
De Aflevering is op 9 december 2012 omstreeks 17.45 uur door Opposant uitgezonden.
De Aflevering maakt deel uit van het zestiende seizoen.
Het zestiende seizoen is als geheel geclassificeerd aan de hand van het destijds geldende classificatieformulier en is uitgekomen op ‘Alle Leeftijden’(AL) met als toevoeging grof taalgebruik (pictogram: schreeuwend mannetje).
Opposant heeft het Programma niet geclassificeerd als serie met toepassing van een steekproef.
De Klachtencommissie heeft Klager in eerste aanleg ontvankelijk en de klacht gegrond verklaard.
Om de classificatie van de Aflevering vast te stellen heeft de Klachtencommissie het op moment van haar zitting geldende classificatieformulier toegepast op de Aflevering.
De classificatie van de Aflevering moet volgens de Klachtencommissie uitkomen op 6 geweld.
De Klachtencommissie is van oordeel dat in de inhoudscategorie geweld vraag 2.2.1 (Komen in de productie één of meerdere vormen van fysiek geweld voor?) met ‘1 keer of vaker’ moet worden beantwoord. De Klachtencommissie doelt hierbij op de scène waar een man als vrouw verkleed een man (Miss J) van achteren benadert, een arm om de hals legt en met een groot mes een aantal keren in de borst van Miss J steekt.
De Klachtencommissie acht het geweld niet indringend, zodat vraag 2.3.1 naar haar oordeel met ‘nooit’ moet worden beantwoord.
Vraag 2.4.1 (Zijn er verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) moet met ‘1 keer of vaker’ worden beantwoord. Op het moment dat het mes in de borst wordt geplaatst, is er een snee zichtbaar waar bloed uit komt.
Verder is de Klachtencommissie van oordeel dat vraag 2.8.1 (Is al het geweld in de productie slapstickgeweld?) met ‘nee’ moet worden beantwoord. De Klachtencommissie is van mening dat het geweld serieus te nemen is, Voor kinderen is niet duidelijk dat de steekscène nep is. Er is muziek te horen en er is bloed zichtbaar, Daarnaast is het voor kinderen niet algemeen bekend dat Universal Studio’s een filmlocatie is en dat zwart/wit beelden inhouden dat een scène wordt nagespeeld.
De geweldscène betreft geen geweld dat uitsluitend grappig is bedoeld om kijkers aan het lachen te maken. Het geweld heeft nare gevolgen voor het slachtoffer. De man blijft liggen nadat hij is neergestoken. De Klachtencommissie heeft niet waargenomen dat er een kussen duidelijk zichtbaar in beeld is gebracht. In het Kijkwijzersysteem gaat het om wat zichtbaar in beeld is gebracht.
De aanwezigheid van fysiek geweld en verwondingen in een non-fictie productie brengt de classificatie voor geweld op 12.
De Aflevering betreft een non-fictie-productie waarin stukjes fictie voorkomen. Omdat voor fictie een andere sleutel geldt dan voor non-fictie is de classificatie hiervan anders. In zulke gevallen moet de gehele productie, inclusief de ‘fictiefragmenten’, worden geclassificeerd als non-fictie. Echter wanneer het fictiefragment een (hogere) classificatie veroorzaakt van een non-fictieproductie, kan het betreffende fragment alsnog met de fictiesleutel worden geclassificeerd. De Klachtencommissie besluit hiertoe over te gaan, zodat de classificatie wordt teruggebracht van 12 naar 6 op basis van geweld.
De overige inhoudscategorieën zijn op de Aflevering niet van toepassing,
Volgens de Klachtencommissie dient de classificatie van de Aflevering derhalve uit te komen op 6 op basis van geweld.
De Klachtencommissie acht de klacht gegrond.
Opposant dient de Aflevering en derhalve de Serie, al dan niet steekproefsgewijs, met inachtneming van de uitspraak van de Klachtencommissie opnieuw te classificeren.
Nu in eerdere uitspraken jegens Opposant (Klachtnr. 110106.05 ‘Ghost Rider’ en klachtnr. 100622.01 ‘The Faculty’) klachten gegrond zijn verklaard, is de Klachtencommissie conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM overgegaan tot het opleggen van een boete. Wanneer de originele classificatie en het oordeel van de Klachtencommissie één leeftijdscategorie verschilt, brengt dat volgens de Sanctierichtlijn één punt met zich mee. Nu de leeftijdscategorie van de Aflevering 6 moet zijn en het seizoen AL heeft, resulteert dit voor Opposant in een boete van € 2.000, -. De Klachtencommissie heeft in dit geval geen aanleiding gezien een correctiefactor toe te passen. Nu Opposant de classificatie van het zestiende seizoen van de Serie niet via een steekproef heeft geclassificeerd , is geen correctiefactor in het kader van het seriebeleid toegepast. Voorts besloot de Klachtencommissie geen correctiefactor wegens recidive toe te passen.
Afschrift van deze beslissing is aan partijen verzonden op 14 februari 2013.
2. De procedure in hoger beroep
Opposant is van de beslissing van 14 februari 2013 in beroep gegaan bij beroepschrift van 14 maart 2013, bij het secretariaat van de Commissie van Beroep binnengekomen op 15 maart 2013.
Klager in eerste aanleg heeft naar aanleiding van het verzoek van de secretaris van de Commissie van Beroep een nadere reactie op het beroepschrift toegezonden.
De Commissie van Beroep heeft het beroep behandeld tijdens haar zitting van 10 april 2013. Klager en Opposant waren niet op de zitting aanwezig.
De Commissie van Beroep heeft acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben, waaronder het dossier van de Klachtencommissie.
3. De gronden voor het hoger beroep
Tegen de uitspraak van de Klachtencommissie voert Opposant in het beroepschrift de volgende, enigszins verkorte, gronden aan. Het volledige beroepschrift, als ook het eerdere verweerschrift, worden als ingelast beschouwd.
Opposant verzoekt de Commissie van Beroep om de uitspraak van de Klachtencommissie (deels) te vernietigen.
Opposant stelt zich op het principiële standpunt dat de bewuste steekscène binnen de context van het programma moet worden bezien om deze op zijn aard en effect te beoordelen.
Het Programma is een reality programma met een hoog amusementsgehalte waarin een modellenwedstrijd centraal staat. In de jury zitten een paar excentrieke of extraverte juryleden die de modellen begeleiden.
Opposant maakt bezwaar tegen het feit dat de Klachtencommissie de bewuste scène en het geweld dat hierin voorkomt heeft bestempeld als geweld dat serieus te nemen is. Opposant deelt deze mening totaal niet.
In de eerste plaats geeft de Klachtencommissie aan dat de geweldscène geen geweld betreft dat uitsluitend grappig is bedoeld om kijkers aan het lachen te maken. Dit is een subjectief oordeel. Opposant is van mening dat de scène wel bedoeld is om kijkers aan het lachen te maken. Het programma valt niet voor niets onder het genre amusement.
Ten tweede wordt door de Klachtencommissie gesteld dat het geweld ook nare gevolgen heeft voor het slachtoffer. Opposant vraagt zich af wat de nare gevolgen precies zijn, nu Opposant deze niet waarneemt. Volgens de Klachtencommissie zou het nare gevolg zijn dat het slachtoffer even blijft liggen. Ook hier wordt voorbijgegaan aan het feit dat het slachtoffer ofwel Miss J gewoon weer opstaat en aan de kijker toont dat het om een inklapbaar (nep) mes ging. Er is geen bloed, letsel of ook maar een schrammetje te zien.
Bovendien beschrijft ‘even blijven liggen’ maar één gevolg en geen meerdere gevolgen.
In tegenstelling tot de Klachtencommissie neemt Opposant het kussen onder de kleding van Miss J waar. Ook hier blijkt weer dat de vraag of iets wel of niet waarneembaar is verschillend geïnterpreteerd kan worden.
Tot slot komt Opposant terug op haar principiële verweer. Opposant verzoekt de leden van de Commissie van Beroep de aflevering in zijn geheel te bekijken om de scene op zijn aard en effect te kunnen beoordelen. Opposant is van mening dat het geweld niet serieus is te nemen omdat het humoristisch is bedoeld. Er is sprake van een slapstickcontext. Dit geweld kan niet worden bestempeld als een daadwerkelijke gewelddadige of angstige scene.
4. De reactie van klager in eerste aanleg
In reactie op het beroepschrift voert klager in eerste aanleg het volgende, enigszins verkort weergegeven, aan.
Klager in eerste aanleg wil de setting bij hem thuis schetsen. Het was op zondagavond rond de klok van 18.00 uur. Klager zat te internetten en keek ondertussen ook naar de TV. Zijn zoon van drie jaar oud speelde met wat auto’s aan de tafel. Op TV was het litigieuze programma te zien. Vanuit zijn ooghoeken krijgt klager het een en ander mee. Hij weet welk programma op staat en denkt dat het gezien het tijdstip geen kwaad kan. Plotseling ziet hij de bewuste steekscène en zijn zoon staat ernaar te kijken. Klager schrikt en probeert zo snel mogelijk bij de televisie te komen. Klager weet zo snel niet waar de afstandsbediening ligt. Ondertussen staat zijn zoon er nog steeds naar te kijken en ziet hij hoe er iemand wordt gestoken. Klager wil niet dat zijn zoon dergelijke dingen op zijn leeftijd te zien krijgt of te zien kan krijgen. Hij moet erop kunnen vertrouwen dat er rond het tijdstip van 18.00 kindvriendelijke programma’s te zien zijn.
Het beroep treft geen doel: een driejarige heeft geen onderscheidend vermogen tussen wel of geen slapstick, wel of geen gevolgen voor het slachtoffer, wel of geen voorzieningen als een kussen. Het kind ziet geweld in de vorm van steken met een mes. Je hoeft met Wetboek van Strafrecht er maar op na te slaan om te kunnen vaststellen dat dergelijk geweld een misdrijf betreft. Dat mag niet gebagatelliseerd worden.
Klager heeft de televisie uit gezet. Kennelijk vindt Opposant dat hij samen met zijn zoon de hele scène had moeten uitkijken want dan zou hij hebben kunnen vaststellen dat er geen schade was en dat er een kussen en inklapbaar mes was. Opposant draait om de hete brei heen. Als het tijdstip rond 21.00 uur zou zijn geweest, zou het publiek waarschijnlijk wel het bedoelde onderscheidend vermogen hebben gehad. Door rond 18.00 uur uit te zenden is het echter zeer wel denkbaar dat het publiek geen of minder onderscheidend vermogen heeft.
5. De beoordeling
Ten aanzien van de aangevoerde gronden tot vernietiging van de beslissing van de Klachtencommissie overweegt de Commissie het volgende.
Naar aanleiding van het door Opposant gevoerde verweer dat gekeken moet worden naar de context, overweegt de Commissie van Beroep allereerst als volgt.
Zoals vermeld aan het begin van de vragenlijst gaat het bij de meeste vragen om wat zichtbaar in beeld is en bij een aantal vragen om wat hoorbaar is. Bij de meeste vragen speelt de context echter geen rol.
Het is algemeen bekend dat kinderen in geval van televisie heen en weer zappen tussen verschillende programma’s. Kinderen kunnen daardoor worden geconfronteerd met bepaalde scenes zonder dat zij kennis nemen van de context. Voorts is het de vraag vanaf welke leeftijd een kind in staat is kennis te nemen van die context en die kan begrijpen.
De Commissie van Beroep is van oordeel dat de vragenlijst in de inhoudscategorie geweld als volgt dient te worden ingevuld.
Vraag 2.2.1 (Komen in de productie één of meerdere vormen van fysiek geweld voor?) moet met ‘1 keer of vaker’ worden beantwoord. Dit betreft de scène waar Miss J. door een als vrouw verklede man met een mes in haar borst wordt gestoken. In deze scene is zichtbaar dat een persoon willens en wetens een ander persoon geweld toebrengt. Dat later te zien is dat sprake is van een inklapbaar nepmes en Miss J weer opstaat, doet daaraan bij de beantwoording van deze vraag niet af.
De Commissie van Beroep is het met de Klachtencommissie eens dat het geweld niet indringend is, zodat vraag 2.3.1 met ‘nooit’ moet worden beantwoord.
Anders dan de Klachtencommissie is de Commissie van Beroep van oordeel dat vaag 2.4.1 (Zijn er verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) met ‘nooit’ moet worden beantwoord. De betreffende scène is in zwart-wit en de Commissie van Beroep heeft na het steken in de borst geen duidelijke verwonding met bloed gezien.
Bovenstaande beantwoording leidt in een non-fictie productie brengt de classificatie voor geweld op 6 .
Nu de leeftijdsclassificatie uitkomt op 6 jaar, behoeft vaag 2.8 (Is al het geweld in de productie slapstickgeweld?) geen beantwoording meer. Wanneer al het geweld in een productie in een slapstick context plaatsvindt, kan dit de leeftijdsclassificatie voor geweld omlaag brengen en wel van 16 naar 12 jaar en van 12 naar 6 jaar. Dit kan echter niet de leeftijdsclassificatie 6 jaar omlaag brengen, zodat deze vraag bij het beantwoorden van de vragenlijst niet meer beantwoord behoeft te worden. De Commissie van Beroep komt derhalve niet meer toe aan het door Opposant hieromtrent gestelde.
De Commissie van Beroep ziet geen aanleiding de classificatie verder omlaag te brengen dan 6 jaar in verband met het voorkomen van fictie fragmenten in een non-fictie productie.
Zoals vermeld in ‘Çodeurs van A tot Z’ geldt voor fictie een andere sleutel dan voor non-fictie en kan de classificatie hiervan anders zijn. In zulke gevallen moet de gehele productie, inclusief de fictiefragmenten, worden geclassificeerd als non-fictie. Echter wanneer het classificatieresultaat te hoog uitkomt, kan de codeur contact opnemen met de helpdesk van Kijkwijzer met het verzoek of de classificatie kan worden aangepast. Het is namelijk mogelijk dat de classificatie van non-fictie hoger uitkomt dan fictie. Daarvan is in dit geval echter geen sprake. Ook indien de productie als fictie zou worden geclassificeerd komt de classificatie uit op 6 geweld.
De Commissie van Beroep komt derhalve via een andere weg tot hetzelfde resultaat als de Klachtencommissie: De classificatie van de Aflevering dient uit te komen op 6 geweld.
De Klacht blijft gegrond. Opposant dient de classificatie van de Aflevering aan te passen van Alle Leeftijden met als toevoeging grof taalgebruik naar 6 op basis van geweld en de opgelegde boete blijft van kracht.
De Beslissing van de Klachtencommissie blijft derhalve in stand met verbetering van gronden en wel zodanig dat bij classificatie van de Aflevering de vragenlijst volgens de hierboven door de Commissie van Beroep aangegeven wijze dient te worden ingevuld.
Voor de goede orde wijst de Commissie van Beroep er overigens nog op dat het feit dat de leeftijdsclassificatie uitkomt op 6 jaar betekent dat de Aflevering de hele dag mag worden uitgezonden. Voor programma’s met de leeftijdsclassificatie 12 jaar geldt dat deze alleen tussen 20.00 en 06.00 uur mogen worden uitgezonden en programma’s met de leeftijdsclassificatie 16 jaar alleen tussen 22.00 uur en 06.00 uur.
De Commissie beslist derhalve als volgt.
5. De beslissing van de Commissie van Beroep
De Commissie van Beroep bevestigt de beslissing van de Klachtencommissie van 14 februari 2013 met verbetering van gronden zoals hierboven vermeld.
Hilversum, 13 mei 2013