Klachtnummer: 070316.01
Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: commercial voor de film ‘Hannibal Rising’, hierna te noemen: de Commercial
1. De procedure
Klaagster heeft met gebruikmaking van het NICAM klachtenformulier op 16 maart 2007 een klacht ingediend met betrekking tot de Commercial.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 5 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft 16 mei 2007 uitstel van de behandeling van de klacht gevraagd.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar vergadering van 13 juni 2007.
Beklaagde is ter zitting verschenen. Klaagster heeft, na deugdelijke oproeping, geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
De commercial is uitgezonden op 15 maart 2007 om 18.45 uur op RTL 7.
De film ‘Hannibal Rising ’ is door Beklaagde geclassificeerd en heeft de classificatie let op met kinderen tot 16 jaar (16) op basis van geweld (pictogram: vuistje) en angst (pictogram: spinnetje).
De Commercial is tevens door Beklaagde geclassificeerd en heeft de classificatie 6 jaar en ouder (6) op basis van angst.
3. De klacht
De klacht richt zich op de categorieën geweld en angst.
Klaagster geeft aan dat de Commercial op 15 maart om 18.45 uur is uitgezonden. Zij vindt het schokkend dat op dit vroege tijdstip, als nog veel jonge kinderen televisie kijken, deze beelden te zien zijn. Er worden weliswaar geen directe beelden getoond van de gruwelijkheden uit de film, maar de beelden spreken genoeg tot de verbeelding. Ze roepen absoluut vragen op bij kinderen en leiden bewust of onbewust tot nare prikkels.
4. Het verweer
Beklaagde heeft schriftelijk geen verweer gevoerd.
5. De mondelinge behandeling
Beklaagde geeft aan dat er wegens omstandigheden geen verweerschrift is ingediend. Beklaagde is van mening dat er geen sprake is van een klacht, maar meer van een algemene opmerking.
De doelgroep van de film ‘Hannibal Rising’ ligt tussen de twintig en veertig jaar. Aan de hand van de doelgroep worden televisiezenders uitgekozen. Die zenders zijn in pakketten ingedeeld, dus daar zitten ook zenders tussen die overdag uitzenden. De commercial is naar eer en geweten gekeurd. Het bedrijf Media Planner plant de spotjes in. Bekend is dat 126.000 mensen de spot hebben gezien.
De commercial roept vragen op. De hoofdfilm heeft 16, maar in de Commercial is niets te zien.
Desgevraagd geeft Beklaagde aan de angstige man die in de Commercial in bad zit, in de hoofdfilm bijna vermoord wordt. Beklaagde benadrukt dat hiervan in de Commercial niets te zien is. Vraag 3.1.2. (Loopt het met de zeer angstige mensen steeds, dus in alle gevallen, direct goed af?) speelt hierbij een rol. Beklaagde is van mening dat deze vraag niet ontkennend beantwoord kan worden. Het is namelijk niet te zien of het goed of slecht met de angstige persoon afloopt.
6. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klaagster in haar klacht ontvankelijk.
De Klachtencommissie heeft het classificatieformulier versie 4.0 zelf toegepast op de Commercial en behandelt hieronder de relevante vragen.
In de categorie angst heeft Beklaagde vraag 3.1.1. (Zijn er beelden van zeer angstige mensen?) terecht met ‘1 keer of vaker’ beantwoord, gezien het beeld van de angstige man die gevangen zit in een bad. Vraag 3.1.2. (Loopt het met de zeer angstige mensen steeds, dus in alle gevallen, direct goed af? heeft Beklaagde echter ten onrechte met ‘ja’ beantwoord. De Klachtencommissie is van oordeel dat deze vraag met ‘nee’ beantwoord moet worden en wijst daarbij op het fragment met de angstige man in het bad. De commercial laat niet zien dat het goed afloopt met de man. De uitleg bij vraag 3.1.2. luidt als volgt: “Het antwoord op deze vraag is nee als het pas aan het eind van de productie of in de volgende aflevering goed afloopt met de angstige mensen. Ook wanneer het niet duidelijk is hoe het afloopt met de angstige mensen is het antwoord nee”. Aangezien het in de Commercial niet duidelijk is hoe het met de man in het bad afloopt, moet vraag 3.1.2. met ‘nee’ beantwoord worden. Vraag 3.6.1. (Spelen de angstwekkende situaties zich af in een realistische omgeving?) heeft Beklaagde terecht met ‘1 keer of vaker’ beantwoord.
Bovenstaande beantwoording brengt de classificatie ten aanzien van angst op 12.
De overige inhoudscategorieën zijn op de onderhavige commercial niet van toepassing.
7 De beslissing van de Klachtencommissie ten aanzien van Beklaagde
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht ten aanzien van Beklaagde gegrond. De classificatie van de Commercial dient uit te komen op 12, op basis van angst.
Beklaagde dient binnen vier weken na dagtekening van deze uitspraak de door de Klachtencommissie aangegeven classificatie 12 in combinatie met het inhoudspictogram voor angst zelf alsnog in te voeren in de database van het NICAM.
De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder B Klachtenreglement van het NICAM over tot het opleggen van een waarschuwing aan
Beklaagde, nu het de eerste keer is dat er jegens Beklaagde een klacht gegrond wordt verklaard.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de
Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Voorzitter Secretaris
Hilversum, 11 juli 2007