Klachtnummer: 051123.03
Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: aflevering van de televisieserie ‘Commissaris Rex’, hierna te noemen: de Serie, uitgezonden op 23 november 2005 om 18:00 uur, hierna te noemen: de Aflevering
1. De procedure
Klager heeft op 23 november 2005 een klacht ingediend over de Aflevering. De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 6 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen. Beklaagde heeft bij brief van 10 januari 2006 verweer gevoerd. De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 18 januari 2006. Klager noch Beklaagde heeft, na deugdelijke oproeping, gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn dan wel haar standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
De Serie is een misdaadserie waarin een hond de hoofdrol speelt. In de database van het NICAM staat de classificatie 6 (let op met kinderen tot 6 jaar) op basis van geweld (pictogram: vuistje). Deze classificatie is door RTL Nederland B.V. toegevoegd.
3. De klacht
De klacht richt zich op de inhoudscategorieën geweld, angst (pictogram: spinnetje) en seks (pictogram: voetjes). Klager voert aan dat de Aflevering begint met een seksscène waarna een grove moord te zien is. De zesjarige zoon van Klager zat hier om 18:00 uur naar te kijken en het maakte op hem een heftige indruk. Klager vindt dat dit soort programma’s niet op dit tijdstip thuishoort.
4. Het verweer
In het verweerschrift voert Beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan. Het programma is reeds eerder geclassificeerd door RTL Nederland B.V. Beklaagde beroept zich op het NICAM-principe dat zij deze classificatie over dient te nemen en dat zij uit mag gaan van de juistheid van de eerder aan het programma toegekende leeftijds- en inhoudscategorieën. Beklaagde is derhalve van mening dat de Klachtencommissie RTL Nederland B.V. zou moeten aanschrijven. Mocht de Klachtencommissie een andere mening zijn toegedaan, dan wenst Beklaagde zich het recht voor te behouden alsnog inhoudelijk verweer te voeren.
5. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klager ontvankelijk in zijn klacht.
De Klachtencommissie overweegt het volgende. Beklaagde doet een beroep op Artikel 8 van het Deelreglement Televisie. Dit artikel luidt als volgt: “Indien er sprake is van een eerdere classificatie op het product (bijvoorbeeld gedaan door de filmverhuurder of de videodistributeur) dient de omroepinstelling deze in principe over te nemen. De omroepinstelling kan te goeder trouw overgaan tot het uitzenden van het betreffende programmaonderdeel op een tijdstip dat in overeenstemming is met het oorspronkelijke classificatieresultaat. De omroepinstelling mag zich op het bepaalde in dit artikel beroepen indien er een klacht wordt ingediend naar aanleiding van het classificatieresultaat en het uitzendtijdstip van het betreffende programmaonderdeel”.
De Klachtencommissie wijst echter ook op het Seriebeleid van 22 maart 2005 waarin de regel is opgenomen dat elke seizoen apart geclassificeerd moet worden. Van een zogenaamde ‘eerste classificatie’ zoals hierboven omschreven is slechts sprake indien het gaat om exact dezelfde productie. Bij series betekent dit dat het om hetzelfde seizoen moet gaan. In casu mag er volgens de Klachtencommissie niet vanuit worden gegaan dat het seizoen zoals vermeld in de database van het NICAM exact hetzelfde seizoen is als uitgezonden door Beklaagde. In de database is namelijk slecht één seizoen opgenomen. De Serie strekt zich over meerdere jaargangen uit. Het is goed mogelijk dat bedoelde classificatie betrekking heeft op een andere jaargang of een andere aflevering dan onderhavige Aflevering. Daarmee staat niet vast dat de classificatie van RTL Nederland B.V., waar Beklaagde zich op beroept, een “eerdere classificatie” is in de zin van artikel 8 van het Deelreglement Televisie. Het verweer van Beklaagde dat de Serie dezelfde is als de serie die geclassificeerd is door RTL Nederland B.V. kan dan ook niet door de Klachtencommissie worden gevolgd.
De Klachtencommissie heeft het classificatieformulier 1.2 zelf toegepast op de Aflevering en behandelt hieronder de relevante vragen.
Binnen de inhoudscategorie geweld moet vraag 2.2.1. (Hoe vaak komt fysiek lijf-aan-lijf geweld voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden, evenals vraag 2.2.2. (Hoe vaak komt geweld met vuur- slag- of steekwapens voor?). Ook vraag 2.3.1. (Zitten er geweldsacties in die door mensen uitvoerbaar zijn?) moet met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De geweldsacties zijn echter niet indringend. Vraag 2.4.1. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn door de hardheid van de geweldshandelingen of de hardheid van de dader?), vraag 2.4.2. (Zitten er
geweldsacties in die indringend zijn omdat het geweld hard aankomt bij het slachtoffer?) en vraag 2.4.3. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn doordat de inslag van de geweldshandelingen gedetailleerd in beeld wordt gebracht?) moeten met ‘nooit’ beantwoord worden. Ook is de Klachtencommissie van oordeel dat het geweld geen ernstige verwondingen tot gevolg heeft (vraag 2.5.2.). De Klachtencommissie wijst hierbij op de scène waarin het vrijende stelletje wordt vermoord.
Bovenstaande wijze van beantwoorden brengt de classificatie ten aanzien van geweld op 6.
Binnen de inhoudscategorie angst moet vraag 3.2.2. (Zijn er beelden van zeer angstige mensen als gevolg van geweldsacties van andere levende wezens (mensen, dieren, monsters) of dreigingen daarvan?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. Met de zeer angstige mensen loopt het niet direct goed af (vraag 3.2.3.). Vraag 3.3.3. (Komen er lijken van mensen in de productie voor?) en vraag 3.3.4. (Komen er verwondingen voor in de productie) moeten met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De verwondingen zijn echter niet ernstig, waardoor vraag 3.3.5. (Komen er ernstige verwondingen voor in de productie) met ‘nooit’ beantwoord moet worden. Vraag 3.4.1. (Spelen de angstwekkende situaties zich af in een voor kinderen alledaagse/gewone omgeving) moet met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden.
De angstwekkende elementen zoals omschreven in het bovenstaande brengen de classificatie ten aanzien van de inhoudscategorie angst op ‘let op met kinderen tot 12 jaar’ (12).
Binnen de inhoudscategorie seks moet vraag 4.1.2. (Hoe vaak zijn er seksuele handelingen zichtbaar?) met ‘1 of enkele keren’ beantwoord worden.
Positieve beantwoording van vraag 4.1.2. brengt geen leeftijdsclassificatie voor seks met zich mee.
De overige inhoudscategorieën zijn niet van toepassing op de Aflevering.
De classificatie voor de Aflevering komt hiermee uit op de classificatie 12, op basis van de inhoudscategorie angst.
De classificatie 12 heeft als consequentie dat de Aflevering conform artikel 5.1. Deelreglement Televisie alleen na 20.00 uur mag worden uitgezonden.
De Klachtencommissie is van mening dat hier sprake is van een serie in de zin van het Seriebeleid van het NICAM dat geldt vanaf 22 maart 2005, omdat de het gaat om een opvolgende reeks programmaonderdelen met onderlinge samenhang en dezelfde titel. De Klachtencommissie baseert dit op de definitie uit het nieuwe Deelreglement Televisie, dat goedgekeurd is door het Bestuur, en dat naar verwachting binnen enkele maanden inwerking zal treden.
Beklaagde mag de Serie daarom conform het Seriebeleid classificeren. Uit dit Seriebeleid blijkt dat Beklaagde de keuze heeft om de serie steekproefsgewijs te classificeren, met inachtneming van hetgeen is besloten door de Klachtencommissie in deze uitspraak, of om elke aflevering van de serie afzonderlijk te classificeren.
De Klachtencommissie heeft kennis genomen van de inhoud van de e-mail die Beklaagde op 17 januari 2005 aan het bureau van het NICAM heeft doen toekomen, doch kan deze niet meenemen in de procedure. De e-mail is dermate laat ingediend dat Klager hier geen kennis van heeft kunnen nemen.
6. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht gegrond.
De classificatie van de Aflevering dient uit te komen op 12, op basis van angst.
Beklaagde dient de Aflevering en derhalve de Serie al dan niet steekproefsgewijs, met inachtneming van deze uitspraak van de Klachtencommissie en hetgeen staat verwoord in het Seriebeleid, te classificeren.
De Klachtencommissie gaat over tot het opleggen van een sanctie, nu Beklaagde ten onrechte artikel 8 van het Deelreglement Televisie heeft toegepast.
De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM over tot het opleggen van een boete aan Beklaagde, nu er in eerdere uitspraken jegens Beklaagde een klacht gegrond is verklaard. Bij de berekening van de onderhavige boete is de Klachtencommissie uitgegaan van de nieuwe Sanctierichtlijn, die op 15 november 2004 algemeen bekend is gemaakt.
De onderhavige overtreding valt binnen de categorie A ‘inhoudelijke overtredingen’; ten onrechte heeft Beklaagde artikel 8 van het Deelreglement Televisie gevolgd en heeft zij de Aflevering en derhalve de Serie niet geclassificeerd. Beklaagde is een landelijk opererende omroep. De onderhavige overtreding volgens de Sanctierichtlijn voor Beklaagde een boete van € 2000, - met zich mee. De boete komt derhalve uit op € 2000, -
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de
Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Beslissing van de Commissie van Beroep van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: televisieserie ‘Commissaris Rex’, hierna te noemen: de Serie; aflevering uitgezonden op 23 november 2005, hierna te noemen: de Aflevering
1. De uitspraak van de Klachtencommissie
Bij beslissing van 15 februari 2006 heeft de Klachtencommissie van het NICAM een klacht van Klager in eerste aanleg d.d. 23 november 2005 met betrekking tot de Aflevering beoordeeld. Tijdens de Aflevering is een seksscène te zien, waarna een grove moord wordt getoond. De zesjarige zoon van Klager in eerste aanleg zat hier om 18.00 uur naar te kijken; het maakte op hem een heftige indruk. Klager in eerste aanleg vindt dat dit soort programma’s niet op dit tijdstip thuishoort.
De Klachtencommissie heeft de klacht over de Aflevering gegrond verklaard. De classificatie van de Aflevering dient uit te komen op ‘let op met kinderen tot twaalf jaar’ (12) op basis van de inhoudscategorie angst.
Aan Opposant is de verplichting opgelegd om de Aflevering en derhalve de Serie al dan niet steekproefsgewijs, met inachtneming van deze uitspraak van de Klachtencommissie en hetgeen staat verwoord in het Seriebeleid, te classificeren.
De Klachtencommissie is overgegaan tot het opleggen van een sanctie, nu Opposant ten onrechte artikel 8 van het Deelreglement Televisie heeft toegepast. De Klachtencommissie heeft conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM aan Opposant een boete opgelegd, nu er in eerdere uitspraken tegen Opposant klachten gegrond zijn verklaard. Bij de berekening van de onderhavige boete is de Klachtencommissie uitgegaan van de nieuwe Sanctierichtlijn, die op 15 november 2004 algemeen bekend is gemaakt.
De onderhavige overtreding valt binnen de categorie A ‘inhoudelijke overtredingen’; ten onrechte heeft Opposant artikel 8 van het Deelreglement Televisie gevolgd en heeft zij de Aflevering en derhalve de Serie niet geclassificeerd. Opposant is een landelijk opererende omroep. De onderhavige overtreding brengt volgens de Sanctierichtlijn voor Opposant een boete van € 2000, - met zich mee.
Afschrift van deze beslissing is aan partijen verzonden op 15 februari 2006.
2. De procedure in hoger beroep
Opposant is van de beslissing van 15 februari 2006 in beroep gekomen bij beroepschrift van 22 maart 2006, bij de Commissie van Beroep binnengekomen op 22 maart 2006.
De Commissie van Beroep heeft het beroep behandeld tijdens haar zitting van 24 april, alwaar zijn verschenen mevrouw mr. A.J.H. Gielen en de heer mr. R. van den Broek, beiden werkzaam bij Opposant.
Klager in eerste aanleg, de heer R. Schepers, is op het verzoek van het bureau van het NICAM alsnog te reageren op het beroepschrift van Opposant kort ingegaan. Hij vindt het kinderachtig dat Opposant in beroep is gegaan en zich verschuilt achter allerlei regels. Seks en grof taalgebruik horen niet om 18.00 uur op televisie. Opposant heeft dit volgens hem ook ingezien, want de Serie is sindsdien niet meer op dat tijdstip uitgezonden, waarmee zijn doel is bereikt. Hij was niet bij de zitting aanwezig.
De Commissie van Beroep heeft acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben, waaronder het dossier van de Klachtencommissie, evenals op het behandelde ter zitting.
3. De gronden voor het hoger beroep
Tegen de uitspraak van de Klachtencommissie voert Opposant in het beroepschrift en tijdens de behandeling ter zitting de volgende, enigszins verkorte, gronden aan. Het volledige beroepschrift, als ook het eerdere verweerschrift, worden als ingelast beschouwd.
Opposant heeft een beroep gedaan op artikel 8 Deelreglement Televisie, dat bepaalt dat een omroepinstelling een eerdere classificatie (van onder andere een serie) in principe over dient te nemen en te goeder trouw tot uitzending van het programmaonderdeel kan overgaan op een tijdstip dat in overeenstemming is met het oorspronkelijke classificatieresultaat.
De Klachtencommissie is echter van mening dat Opposant zich ten onrechte op voornoemd artikel beroept en verwijst hierbij naar het NICAM Seriebeleid van 22 maart 2005, waarin de regel is opgenomen dat elk seizoen apart moet worden geclassificeerd. Om een beroep te kunnen doen op de zogenaamde ‘eerdere classificatie’ dient het om exact dezelfde productie (in casu seizoen) te gaan. Volgens de Klachtencommissie mag er niet vanuit worden gegaan dat het seizoen, zoals vermeld in de database van het NICAM exact hetzelfde seizoen is als uitgezonden door Opposant. Volgens de Klachtencommissie ‘is het goed mogelijk dat de classificatie van RTL Nederland B.V. (lees verder: RTL) betrekking heeft op een andere jaargang of een andere aflevering’. Daarmee zou het volgens de Klachtencommissie niet vaststaan dat Opposant zich terecht op artikel 8 van het Deelreglement beroept.
Ter zitting voert Opposant nogmaals expliciet aan dat naar haar mening in eerste instantie RTL als partij had moeten worden aangeschreven. Dat staat met zoveel woorden opgenomen in artikel 8 van het Klachtenreglement en daar heeft zij zich in haar eerdere verweerschrift ook primair op beroepen. De eerdere classificatie, uitgevoerd door RTL, betreft exact dezelfde serie. Ook Opposant is begonnen met het uitzenden van seizoen 1.
De Klachtencommissie meldt dat ‘hier sprake is van een serie in de zin van het Seriebeleid van het NICAM, dat geldt vanaf 22 maart 2005’, (…). De Klachtencommissie baseert dit oordeel op de definitie uit het nieuwe Deelreglement Televisie, dat is goedgekeurd door het bestuur, en dat binnenkort in werking zal treden. Opposant kan niet anders interpreteren dan dat de wijziging dus nog niet is doorgevoerd en die voor Opposant in ieder geval (nog) niet kenbaar is of behoeft te zijn. Opposant is dus niet gebonden aan dit Deelreglement en de Klachtencommissie kan haar oordeel hier niet op baseren.
Voorzover de Commissie van Beroep van oordeel zou zijn dat de Klachtencommissie haar oordeel wel op de aanstaande wijzigingen heeft mogen baseren, had de Klachtencommissie dat in dit specifieke geval niet mogen doen. Opposant was deze regeling, inclusief het Seriebeleid van 22 maart 2005 niet bekend. Opposant heeft het NICAM enkele malen om de meest recente reglementen verzocht, welke haar per emailbericht van 8 februari 2006 zijn toegezonden. Eén van deze reglementen betreft het Seriebeleid van 27 oktober 2004. Uitgangspunt van dit reglement is dat de omroepinstelling middels een steekproef in de database één classificatie voor de gehele serie op dient te nemen en niet een classificatie per seizoen. Tevens ontving Opposant bij dit emailbericht het Deelreglement Televisie, waarop Opposant zich in haar verweerschrift heeft beroepen. Dit emailbericht ging gepaard met de opmerking dat binnen enkele maanden vernieuwde reglementen zouden worden vastgelegd en dat we tot die tijd ‘het hiermee doen’. Opposant is van mening dat zij daarom te goeder trouw heeft mogen aannemen dat de door het NICAM gestuurde reglementen, waaronder artikel 8 van het Deelreglement Televisie en het Seriebeleid van 27 oktober 2004, nog steeds de op dat moment geldende reglementen waren.
Ter zitting voert Opposant nogmaals aan dat in het huidige Seriebeleid niet staat opgenomen dat ieder seizoen van een serie opnieuw geclassificeerd dient te worden.
Opposant is van mening dat het nieuwe Deelreglement Televisie niet van toepassing is, zodat de Klachtencommissie ten onrechte haar oordeel hierop heeft gebaseerd. Bovendien heeft Opposant geen kennis kunnen nemen van het Seriebeleid van 22 maart 2005. Het NICAM heeft haar het Seriebeleid van 27 oktober 2004 en het huidige Deelreglement toegezonden. Opposant heeft dan ook terecht een beroep gedaan op artikel 8 van het Deelreglement Televisie en het Seriebeleid van 27 oktober 2004 en dus één classificatie voor de hele serie genomen.
Indien de Commissie van mening is dat het Seriebeleid van 22 maart 2005 van toepassing is, wenst Opposant op te merken dat zij ook hieraan heeft voldaan.
Volgens de Klachtencommissie ‘is het goed mogelijk dat de classificatie van RTL betrekking heeft op een andere jaargang of aflevering’ en wenst zij dat Opposant dient te bewijzen dat de serie die zij heeft uitgezonden de serie is die door RTL is geclassificeerd. Opposant heeft nergens in de reglementen een bepaling aangetroffen die inhoudt dat een omroepinstelling verplicht is te bewijzen dat de eerdere classificatie betrekking heeft op exact hetzelfde seizoen dat later door de omroepinstelling is/wordt uitgezonden. Dit is voor Opposant feitelijk welhaast niet te achterhalen. Naar de mening van Opposant kan zij hiertoe niet worden verplicht. Mocht de bewijslast bij Opposant liggen dan is artikel 8 welhaast een dode letter. Mocht Opposant de gegevens bij haar concurrenten niet kunnen achterhalen, zal zij ten aanzien van een serie zelf tot classificatie moeten overgaan.
Ter zitting geeft Opposant nogmaals aan dat het voor haar vrijwel onmogelijk is om te achterhalen of het seizoen dat eerst door RTL is geclassificeerd hetzelfde is als het door haar uitgezonden seizoen. RTL zou bij eerste classificatie in de database van het NICAM duidelijk moeten aangeven om welk seizoen het gaat. Opposant krijgt bij navraag bij RTL uit het oogpunt van concurrentie geen nadere informatie overgelegd. Nu ook niet in de reglementen van het NICAM te vinden is dat degene die de classificatie overneemt, aan dient te tonen dat het om exact hetzelfde seizoen gaat, ligt naar de mening van Opposant de bewijslast bij het NICAM.
Mocht de Commissie van mening zijn dat de bewijslast wel op Opposant rust, dan heeft zij ook hieraan voldaan. Opposant heeft op 17 januari 2006 een e-mail naar het NICAM gezonden, waarin zij heeft aangegeven dat de serie die door haar is uitgezonden gelijk is aan de serie (seizoen) die RTL destijds heeft uitgezonden. De Klachtencommissie merkt op dat zij wel kennis heeft genomen van deze e-mail maar dat zij deze niet kan meenemen omdat deze te laat zou zijn ingediend. Opposant merkt op dat deze e-mail een antwoord was op een telefonisch verzoek van het bureau van het NICAM d.d. 16 januari 2006 om aan te tonen dat het om hetzelfde seizoen ging en dat zij deze daarom niet eerder kon indienen. Overigens heeft Opposant op 18 januari vóór de zitting nog telefonisch contact gehad met het NICAM. Daaruit bleek dat de e-mail niet voor de zitting was gelezen in verband met een vrije dag van de betreffende collega.
Ter zitting merkt Opposant op dat de e-mail op nadrukkelijk verzoek van het NICAM is opgesteld. Het argument van de Klachtencommissie om de e-mail niet mee te nemen, lag in het feit dat de Klager daar geen kennis meer van kon nemen. Echter Opposant is in de stellige overtuiging dat, ook al had de Klager er wel kennis van kunnen nemen, hij de klacht hoogstwaarschijnlijk niet zou hebben ingetrokken. Het meenemen van de e-mail in de procedure zou de Klager niet benadeeld hebben.
In deze brief bevestigt de distributeur dat het programma Commissaris Rex dat Opposant heeft uitgezonden hetzelfde programma is dat zij destijds aan RTL heeft geleverd. Opposant is begonnen met de uitzending van seizoen 1, welk seizoen door RTL voorzover Opposant bekend is, is geclassificeerd.
Mocht de Commissie van mening zijn dat het beroep niet gegrond is dan verzoekt zij geen boete op te leggen, althans deze te matigen. Voor Opposant is het immers de eerste keer dat zij het Deelreglement Televisie met betrekking tot de classificatie van een serie zou hebben overtreden, waarbij zij overigens te goeder trouw is afgegaan op de haar bekende reglementen en het Seriebeleid.
Opposant is van mening dat de Klachtencommissie ten onrechte het nieuwe Deelreglement Televisie en het Seriebeleid van 22 maart 2005 heeft toegepast. Voorzover deze regelgeving van toepassing is, heeft Opposant daar bovendien aan voldaan. Opposant verzoekt de Commissie van Beroep haar beroep gegrond te verklaren, de uitspraak van de Klachtencommissie te vernietigen en de klacht af te wijzen.
4. De beoordeling
Ten aanzien van de aangevoerde gronden tot vernietiging van de beslissing van de Klachtencommissie overweegt de Commissie het volgende.
De Commissie van Beroep is in tegenstelling tot de Klachtencommissie van mening dat in de procedure in eerste aanleg RTL in het licht van artikel 8 van het Klachtenreglement als partij had moeten worden aangeschreven. Inhoudelijk weegt het voor de Commissie zeer zwaar dat dit punt door Opposant in haar eerdere verweerschrift expliciet is aangevoerd. In casu had RTL wellicht zorg kunnen dragen voor meer duidelijkheid over het door haar geclassificeerde seizoen van de Serie.
De overige verweren behoeven naar het oordeel van de Commissie van Beroep geen nadere bespreking meer.
Wel wenst de Commissie nog op te merken dat in de uitspraak van de Klachtencommissie een verkeerde datering staat opgenomen. De besproken, geweigerde e-mail is van 17 januari 2006 en niet van 17 januari 2005.
Verder wil de Commissie aangeven dat het Seriebeleid van 27 oktober 2004 en van 22 maart 2005 één en hetzelfde is. Het is vastgesteld op de eerst genoemde datum en pas in een later stadium, samen met andere reglementen, aan de aangeslotenen van het NICAM gecommuniceerd op 22 maart 2005.
Tot slot wil de Commissie van Beroep de Klachtencommissie meegeven dat zij in haar motivering van het opleggen van de boete aan dient te geven welke eerdere uitspraken (klachtnummer en naam uitspraak) met gegrond verklaarde klachten door haar zijn meegewogen.
De Commissie van Beroep, op vorenstaande gronden beslissende: vernietigt de beslissing van de Klachtencommissie van het NICAM van 15 februari 2006.