Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: bioscoopfilm ‘De Smurfen’, hierna te noemen: de Film
1. De spoedprocedure
Klaagster heeft op 6 augustus 2011 een klacht ingediend over de Film.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 5 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft bij e-mail van 25 augustus 2011 verweer gevoerd.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 31 augustus 2011.
Klaagster noch Beklaagde heeft, na deugdelijke oproeping, gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
De Film gaat over de smurfen en de tovenaar Gargamel. Wanneer Gargamel het smurfendorp ontdekt, komen een paar smurfen samen met Gargamel in New York terecht. In New York proberen ze weer de weg terug naar huis te vinden.
De Film is door Beklaagde geclassificeerd met behulp van het NICAM classificatieformulier. De Film heeft de classificatie Alle Leeftijden (AL).
3. De klacht
Klaagster is met haar dochter van vier jaar naar de bioscoop geweest en kon na een half uur de zaal verlaten omdat haar dochter de Film ontzettend eng vond. De personage Gargamel wordt door een man gespeeld en hij komt erg angstaanjagend over.
4. Het verweer
Beklaagde is, verkort weergegeven, van mening dat de rol van Gargamel een karikatuur is van een slechterik waarbij grappige klunzigheid overduidelijk overheerst. Beklaagde is het er niet mee eens dat Gargamel of de Film eng of angstaanjagend is. Gargamel probeert de smurfen in elke aflevering van de tekenfilmserie op televisie en in elk stripboek te vangen. Dat kan voor niemand verrassend zijn.
Er zijn meer dan 500.000 bezoekers naar de Film geweest. Voorzover Beklaagde bekend is, is er één klacht binnengekomen over het eerste half uur van de Film. Beklaagde vindt het verbazingwekkend dat één, naar het oordeel van Beklaagde een zeer onterechte klacht, kan leiden tot het moeten schrijven van een verweerschrift en het houden van een spoedzitting.
5. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klaagster ontvankelijk in haar klacht.
De Klachtencommissie wenst ten aanzien van het verweer van Beklaagde over de bezoekersaantallen op te merken dat het vast beleid van de Klachtencommissie is om bij een klacht zowel het aantal bezoekers van de Film als het aantal klachten buiten beschouwing te laten.
De Klachtencommissie heeft de thans geldende vragenlijst toegepast op de Film en behandelt hieronder de relevante vragen.
Vraag 1.1. (Alle Leeftijden – Productie) heeft Beklaagde naar het oordeel van de Klachtencommissie terecht met ‘nee’ ingevuld. Deze vraag mag namelijk slechts met ‘ja’ worden ingevuld als de productie helemaal vrij is van schadelijke elementen. Vraag 1.2.1. (Is het product een tekenfilm of animatie?) moet met ‘ja’ worden beantwoord.
In de inhoudscategorie angst moet vraag 3.9. (komen er beelden van dreiging met geweld voor?) met ‘1 keer of vaker’ worden beantwoord. De Klachtencommissie wijst hierbij onder andere op de scène waar Gargamel zijn toverstok richt op grote smurf.
Vraag 3.11.1. (Komen er beelden van fysiek geweld tegen kinderen of dieren voor?) moet met ‘1 keer of vaker’ worden beantwoord. De Klachtencommissie doelt hier met name op een aantal scènes waarin Gargamel zijn boosheid afreageert op Asrael. Zo trapt Gargamel onder andere op de staart van Asrael.
Vraag 3.12.1. (spelen de angstwekkende scènes zich af in een realistische omgeving?) moet met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De scènes spelen zich onder andere af in de stad New York en in een antiekwinkel.
Vraag 3.12.2. (Komen er één of meer onrealistische personages voor in de angstwekkende scènes?) moet met ‘ja’ beantwoord worden. De Klachtencommissie merkt de smurfen aan als onrealistische personages.
Bovenstaande beantwoording leidt tot de classificatie 6 op basis van angst.
De Klachtencommissie is bevoegd de classificatieresultaten van audiovisuele producten ‘ambtshalve’ te beoordelen. Met andere woorden, de Klachtencommissie is bevoegd de gehele Film in haar beoordeling mee te nemen, dus ook scènes waar niet expliciet over is geklaagd.
In de inhoudscategorie geweld moet vraag 2.2.1. (Komen in de productie één of meerdere vormen van fysiek geweld voor?) met ‘1 keer of vaker’ worden beantwoord.
De Klachtencommissie doelt bij de beantwoording van deze vraag onder andere op de scène waar Gargamel het smurfendorp ontdekt en huizen vernietigt. Gargamel zwaait met een net om de smurfen te vangen en wordt vervolgens zelf door een boomstam die aan touwen bungelt, omvergestoten. De Klachtencommissie doelt eveneens op de scène aan het einde van de Film waar Gargamel een krachtige toverstok heeft en deze toverstok op de smurfen richt. Er komen stralen uit de toverstok. Gargamel richt de toverstok op grote smurf die nog maar net de stralen kan ontwijken. De stralen gaan dwars door een muur heen.
Vraag 2.3.1. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn?) moet met ‘nooit’ beantwoord worden.
Vraag 2.4.1. (Zijn er beelden van verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) moet met ‘nee’ beantwoord worden.
Vraag 2.8.1. (Vindt al het geweld plaats in een slapstick-context?) moet met ‘nee’ worden beantwoord.
De beantwoording van bovengenoemde vragen leidt tot de classificatie 6 op basis van geweld.
Ambtshalve geeft de Klachtencommissie Beklaagde derhalve in overweging om vraag 2.2.1. met ‘1 keer of vaker’ te beantwoorden, waardoor de classificatie van de Film uitkomt op 6, op basis van geweld.
De overige inhoudscategorieën zijn op de Film niet van toepassing.
Nu de Klachtencommissie zich slechts ambtshalve uit kan spreken over de inhoudscategorie geweld, kan zij deze beoordeling voor wat betreft deze inhoudscategorie slechts in overweging meegeven aan Beklaagde. Volgt Beklaagde hetgeen de Klachtencommissie in overweging geeft niet, dan heeft het binnen het kader van de onderhavige klacht geen consequenties voor Beklaagde en zal dit op zichzelf derhalve niet kunnen leiden tot enige sanctie zoals genoemd in artikel 13 van het Klachtenreglement van het NICAM. Beklaagde moet zich dan wel bewust zijn van het risico dat er opnieuw een klacht over de Film kan worden ingediend, die ter beoordeling van de Klachtencommissie kan komen.
6. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht gegrond.
De classificatie van de Film dient uit te komen op 6 op basis van angst.
De Klachtencommissie verzoekt Beklaagde ambtshalve om ervoor te zorgen dat de classificatie ‘let op met kinderen tot 6 jaar’ op basis van de inhoudscategorieën geweld en angst in de database wordt ingevoerd.
De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM over tot het opleggen van een boete aan Beklaagde, nu er in eerdere uitspraken (onder andere klachtnr. 100824.02 'The Karate Kid' en 100319.01 ‘This is it’) tegen Beklaagde een klacht gegrond is verklaard. Bij de berekening van de onderhavige boete is de Klachtencommissie uitgegaan van de Sanctierichtlijn.
De onderhavige overtreding valt binnen de categorie A ‘Inhoudelijke overtredingen’; de Film is fout geclassificeerd. Beklaagde is een landelijk opererende filmdistributeur, waarvoor elke punt € 2000, - bedraagt. Nu de leeftijdscategorie verhoogd wordt van AL naar 6 op basis van een inhoudscategorie (angst), brengt dit voor Beklaagde een boete met zich mee van € 2000, -.
Gezien het feit dat er sprake is van een spoedprocedure omdat de Film momenteel in de bioscopen draait, heeft de Klachtencommissie Beklaagde onmiddellijk na de zitting, 31 augustus 2011, telefonisch op de hoogte gesteld van deze uitspraak.
Beklaagde heeft vanaf de dagtekening van de begeleidende brief bij deze uitspraak tot uiterlijk 9 september 2011 de tijd om alle maatregelen te nemen die ertoe leiden dat de onjuiste leeftijdsclassificatie AL ongedaan wordt gemaakt en wordt omgezet in de leeftijdsclassificatie 6 in combinatie met het inhoudspictogrammen voor angst.
Beklaagde dient uiterlijk 9 september 2011, dat is binnen zeven dagen na dagtekening van de begeleidende brief bij deze uitspraak de door de Klachtencommissie aangegeven classificatie zelf alsnog door middel van het invullen van het classificatieformulier in te voeren in de database van het NICAM.
De Klachtencommissie is van oordeel dat Beklaagde in ieder geval de maatregel dient te nemen om uiterlijk 9 september 2011, dat is binnen zeven dagen na dagtekening van de begeleidende brief bij deze uitspraak, een brief te sturen naar de DVD distributeur met het verzoek om met betrekking tot de release op DVD de door de Klachtencommissie toegekende classificatie 6, met het inhoudspictogram voor angst te hanteren. De Klachtencommissie verzoekt Beklaagde ambtshalve om ervoor te zorgen dat de classificatie ‘let op met kinderen tot 6 jaar’ op basis van de inhoudscategorieën geweld en angst in de database wordt ingevoerd.
Beklaagde dient de DVD distributeur in de brief te wijzen op de verplichting van de DVD distributeur om de classificatie over te nemen bij het uitbrengen van de DVD conform artikel 4 van het Algemeen Reglement. Het bureau van het NICAM dient uiterlijk 9 september 2011, dat is binnen zeven dagen na dagtekening van een kopie van de betreffende brief ontvangen te hebben.
De Klachtencommissie legt bovengenoemde maatregelen op onder verbeurte van een dwangsom van € 1000,- per dag, te rekenen vanaf 9 september 2011, dat is zeven dagen na dagtekening van de begeleidende brief bij deze uitspraak, met een maximum van € 25.000,-.
Conform artikel 14 lid 2 Reglement van Klachten heeft de Klachtencommissie de bevoegdheid, om al dan niet op verzoek van één der partijen, haar eigen beslissing, voorzover naar haar oordeel redelijkerwijs noodzakelijk, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Dit betekent dat er aan haar beslissing direct gevolg dient te worden gegeven.
In de onderhavige kwestie ten aanzien van de Film, doch in alle gevallen waar een bioscoopfilm in het geding is, is de Klachtencommissie de mening toegedaan dat het in redelijkheid noodzakelijk is om van deze bevoegdheid gebruik te maken. Op deze manier wil de Klachtencommissie voorkomen dat de Film in bioscopen met een verkeerde classificatie wordt vertoond en voorts in de follow up van DVD met verkeerde pictogrammen op de markt wordt gebracht. De Klachtencommissie verklaart deze uitspraak dan ook uitvoerbaar bij voorraad.
Het hierboven genoemde bedrag van € 2000,- dient door Beklaagde binnen 30 dagen na factuurdatum te worden voldaan. De factuur wordt gescheiden toegezonden.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Hilversum, 2 september 2011