1. De procedure
Klager heeft op16 juli 2004, aangevuld bij e-mail van 22 juli 2004, met gebruikmaking van het klachtenformulier van het NICAM een klacht ingediend over de Afleveringen.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 6 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft tegen de klacht verweer gevoerd bij brief van 7 oktober 2004.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld tijdens haar zitting van 13 oktober 2004.
Klager noch Beklaagde zijn, na deugdelijke oproeping, ter zitting verschenen. Beklaagde heeft zich wel gemeld op de locatie in Hilversum, waar de zittingen veelal plaatsvinden, maar kon toen niet meer tijdig op de – in de oproep correct aangegeven – locatie in Amsterdam zijn.
2. De bestreden audiovisuele productie
De animatieserie ‘Fairly Odd Parents’ gaat over een jongetje dat, bijgestaan door zijn toverfeeënpeetouders, allerlei avonturen beleeft. De Afleveringen draaien om een magische Muffin die zijn houder magische krachten geeft.
De serie ‘Fairly Odd Parents’ is niet geclassificeerd door Beklaagde, doch beoordeeld op mogelijke schadelijkheid voor jeugdigen. De leeftijdsclassificatie voor niet schadelijk bevonden programmaonderdelen is ‘voor alle leeftijden’ (AL)
3. De klacht
De klacht richt zich op de inhoudscategorieën geweld en angst. Verkort weergegeven, voert Klager het volgende bezwaar aan.
Hoewel de serie niet is geclassificeerd, komt er in de Afleveringen een personage voor, dat iedereen in zijn macht houdt met magische krachten. Ook zijn er gewelddadige verwoestingen te zien en wekken de felle kleur van het vuur, de lichtflitsen van de magische krachten en de angstaanjagende horrorachtige muziek een beangstigende indruk op. De Afleveringen wijken af van de rest van de serie ‘Fairly Odd Parents’, waarin dit soort beelden niet voorkomen.
4. Het verweer
In het verweerschrift geeft Beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
Naar aanleiding van de klacht zijn de Afleveringen beoordeeld. Wederom was er geen aanleiding tot classificeren; desondanks heeft er wel een testclassificatie plaatsgevonden, die heeft geresulteerd in AL. De serie ‘Fairly Odd Parents’ is een slapstick animatie, geen andersoortige animatie. De serie, die in lijn is met andere grappige tekenfilms uitgezonden door Beklaagde, waarin de hoofdfiguur ‘avonturen’ beleeft, is namelijk doorspekt met lollige elementen. Ook blijkt de slapstick uit de wijze waarop het geheel wordt vormgegeven, want de personages in de serie hebben ten opzicht van hun lichaam erg grote hoofden, bij een ontploffing is er de tekst ‘POOF!’ in beeld te zien en bij personages die ‘angstig’ zijn, spuiten de zweetdruppels uit het hoofd. De teksten in ‘spannende’ situaties zijn melig en er volgt meteen een ontspannen situatie. Ook de muziek en de geluiden in de serie worden gebruikt om de beelden kracht bij te zetten. De serie heeft weliswaar spannende elementen, maar deze leiden niet tot een hogere classificatie dan AL. Overigens geeft Beklaagde aan dat zij met grote regelmaat nieuwe afleveringen van eerder beoordeelde series beoordeelt ter controle van het eerdere oordeel. Dit is echter niet gebeurd met de Afleveringen.
5. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klager ontvankelijk in zijn klacht.
De Klachtencommissie heeft het classificatieformulier 1.2 zelf toegepast op de Afleveringen en behandelt hieronder de relevante vragen.
Met betrekking tot het type productie/programma dient vraag 1.1.1. (Is het product een slapstickcartoon of slapstickanimatie?) volgens de Klachtencommissie met ‘ja’ beantwoord te worden. In de Afleveringen worden er situaties getoond die overduidelijk niet echt kunnen gebeuren, kinderen zullen de situaties derhalve niet serieus nemen. Te meer wordt dit geaccentueerd door de wijze waarop de serie in zijn geheel vormgegeven is. Vraag 1.1.1. met ‘ja’ beantwoorden heeft tot gevolg dat de overige vragen van het classificatieformulier komen te vervallen; de classificatie met betrekking tot alle inhoudscategorieën kan dan nimmer hoger uit komen dan AL. Dit geldt derhalve ook voor de inhoudscategorieën waar de klacht zich specifiek op richt, namelijk geweld en angst.
6. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht van Klager ongegrond.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend.