Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: bioscoopfilm ‘Going the Distance’, hierna te noemen: de Film
1. De procedure
Klaagster heeft op 18 september 2010 een klacht ingediend over de Film.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 5 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft tegen de klacht verweer gevoerd bij brief van 28 september 2010.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 1 oktober 2010.
Klaagster noch Beklaagde heeft na deugdelijke oproeping, gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
De Film gaat over Garrettt en Erin. Zij leren elkaar in New York kennen en gaan een relatie aan terwijl er een grote afstand tussen hun woonplaatsen is.
De Film is geclassificeerd met het toen geldende classificatieformulier van het NICAM, en is uitgekomen op ‘Alle Leeftijden’ (AL) met de toevoeging grof taalgebruik (pictogram: schreeuwend mannetje).
3. De klacht
De klacht richt zich op de inhoudscategorie seks en grof taalgebruik. Klaagster is met haar moeder en kinderen van 10 en 13 jaar naar de Film geweest en vindt de classificatie AL veel te laag voor de Film. De scènes waarin het woord pijpen in voorkwam waren niet meer op één hand te tellen en er komt telefoonseks in voor.
4. Het verweer
In het verweerschrift voert Beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
Volgens Beklaagde staan er twee vragen centraal in de klacht van Klaagster. De eerste vraag is of de Film bedoeld is voor kinderen van 10 en 13 jaar. Het antwoord is nee. De film richt zich niet op jonge kinderen. Alle communicatiematerialen, van tv commercial tot trailer geven duidelijk een beeld van de Film door elementen die kenmerkend zijn voor het genre. Ook in de inkoop van bijvoorbeeld tv zendtijd op televisie heeft Beklaagde zich niet gericht tot jonge kinderen.
De tweede vraag is of de inhoud van de Film schadelijk is voor jonge kinderen. Het antwoord is nee. Beklaagde baseert dit op de vragenlijst die ingevuld is. In deze lijst heeft Beklaagde aangegeven dat er seksueel georiënteerd taalgebruik in de Film voorkomt en dat er seksuele handelingen zichtbaar zijn. Dit brengt de classificatie op AL met als toevoeging grof taalgebruik.
5. Reactie Klaagster op verweerschrift Beklaagde
Klaagster stelt in haar reactie dat Beklaagde uitgaat van de veronderstelling dat alle door Beklaagde aangewende communicatiemiddelen door Klaagster gezien hadden moeten worden om tot de keuze te komen om de betreffende Film niet te gaan bekijken. Klaagster gaat bij haar keuze voor een bioscoopbezoek uit van de informatie die via een samenvatting in de krant en tijdschrift en de beschikbare Kijkwijzerpictogrammen ter beschikking staan.
Klaagster wil een verklaring voor het feit dat een film AL krijgt maar niet voor AL geschikt blijkt aangezien dit door Beklaagde in het verweerschrift wordt aangegeven.
Klaagster vindt het jammer dat de Kijkwijzer haar vertrouwen zo beschaamt en niet meer als een betrouwbare informatiebron kan worden geraadpleegd.
6. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klaagster ontvankelijk in haar klacht.
De Klachtencommissie heeft het nu geldende classificatieformulier toegepast op de Film en behandelt hieronder de relevante vragen.
In de inhoudscategorie seks moet vraag 4.1.1. (Komt er in de productie seksueel georiënteerd taalgebruik voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De Klachtencommissie doelt hierbij onder andere op opmerkingen als: “pijp me maar”, “je lijkt wel bezeten van haar vagina”, “kijkt hij je aan als hij je beft?” en “mag je jezelf aftrekken?”. De Klachtencommissie is van oordeel dat er in de film sprake is van seksuele toespelingen. In de vragenlijst staat ook aangegeven dat seksuele toespelingen onder seksueel georiënteerd taalgebruik vallen.
Vraag 4.1.2. (Hoe vaak zijn er seksuele handelingen zichtbaar?) moet met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De Klachtencommissie doelt hiermee op een seksscène van Garrettt en Erin op de eettafel waarbij ze betrapt worden door de zus en zwager van Erin en de scène waarbij Garrettt en Erin telefoonseks hebben. Tijdens deze scène wordt veel seksueel georiënteerd taalgebruik gebezigd, zijn de hoofdrolspelers opgewonden en masturberen ze hierbij onder de dekens.
Vraag 4.1.3. (Komen het seksueel taalgebruik en de seksuele handelingen bij elkaar opgeteld vaak voor?) moet met ‘ja’ beantwoord te worden. Bij de toelichting op de vragenlijst staat dat onder vaak wordt verstaan: een relatief groot deel van de tijd van de productie. De Klachtencommissie is van oordeel dat er in veel scènes in de Film seksueel georiënteerd taalgebruik te horen is zodat dit vele seksueel georiënteerde taalgebruik in combinatie met de seksuele handelingen bij elkaar opgeteld vaak voorkomt.
Vraag 4.1.4. (Zijn de seksuele handelingen op nadrukkelijke wijze in beeld gebracht?) moet met ‘nooit’ beantwoord worden. Vraag 4.1.5. (Zijn er tijdens de seksuele handelingen details van genitaliën zichtbaar?) moet eveneens met ‘nooit’ beantwoord worden.
Bovenstaande beantwoording leidt tot de classificatie 12 op basis van seks.
Vraag 7.1.1. (Komt er in de productie grof taalgebruik (vloeken, schuttingtaal) voor?) moet met ‘ja’ beantwoord worden. De Klachtencommissie is van mening dat er in de Film vaak gevloekt wordt en schuttingtaal te horen is. Zo komt onder andere het woord ‘fuck’ herhaaldelijk voor.
De hoogste leeftijdsclassificatie is bepalend voor de uiteindelijke classificatie, die daardoor uitkomt op 12 op basis van seks met als toevoeging grof taalgebruik.
De Klachtencommissie is bevoegd de classificatieresultaten van audiovisuele producten ‘ambtshalve’ te beoordelen. Met andere woorden, de Klachtencommissie is bevoegd de gehele Film in haar beoordeling mee te nemen, dus ook scènes waar niet expliciet over is geklaagd.
Ten aanzien van drugs moet vraag 6.1.1. (Komt er harddrugs-, overmatig softdrugsgebruik of overmatig alcoholgebruik in de productie voor?) met ‘1 of enkele keren’ beantwoord worden. De Klachtencommissie vindt dat er sprake is van overmatig alcoholgebruik in de Film. In de toelichting op de vragenlijst staat dat met overmatig alcoholgebruik liederlijk gedrag bedoeld wordt. De Klachtencommissie wijst hierbij op de scène waarbij Erin in de kroeg is met Damon. Erin vertoont liederlijk gedrag. Zo praat zij met dubbele tong, waggelt met het gooien van darts en gooit bijna de darts in het hoofd van een man. Vervolgens maakt Erin ruzie met de man. Ze scheldt de man uit en gebruikt hierbij ook seksueel georiënteerd taalgebruik als ‘pijp me maar’, ‘klein piemeltje’ en ‘aftrekken’. Als ze thuis komt, valt ze op de trap in slaap. Vraag 6.1.2. (Wordt het harddrugsgebruik, overmatig softdrugsgebruik, of overmatig alcoholgebruik in een gunstig daglicht geplaatst?) moet met ‘nee’ beantwoord worden. Vraag 6.1.3. (Wordt harddrugsgebruik, overmatig softdrugs- of overmatig drankgebruik expliciet afgeraden?) moet met ‘nee’ beantwoord worden. Onder expliciet afraden wordt verstaan dat in de productie duidelijk wordt gezegd dat harddrugsgebruik of overmatig softdrugsgebruik /- alcoholgebruik niet goed is. Hiervan is naar het oordeel van de Klachtencommissie geen sprake.
Voor de inhoudscategorie harddrugs-, overmatig softdrugsgebruik en overmatig alcoholgebruik komt de classificatie van de film derhalve uit op 12.
Ambtshalve geeft de Klachtencommissie Beklaagde in overweging om vraag 6.1.1. met ‘1 keer of vaker’ te beantwoorden waardoor de classificatie van de Film uitkomt op 12, op basis van harddrugs-, overmatig softdrugsgebruik en overmatig alcoholgebruik.
Dat betekent dat de classificatie van de Film uitkomt op 12 op basis van seks, harddrugs-,overmatig softdrugsgebruik en overmatig alcoholgebruik met als toevoeging grof taalgebruik.
Nu de Klachtencommissie zich slechts ambtshalve uit kan spreken over de inhoudscategorie harddrugs-, overmatig softdrugsgebruik- en overmatig alcoholgebruik, kan zij deze beoordeling voor wat betreft deze inhoudscategorie slechts in overweging meegeven aan Beklaagde. Volgt Beklaagde hetgeen de Klachtencommissie in overweging geeft niet, dan heeft het binnen het kader van de onderhavige klacht geen consequenties voor Beklaagde en zal dit op zichzelf derhalve niet kunnen leiden tot enige sanctie zoals genoemd in artikel 13 van het Klachtenreglement van het NICAM. Beklaagde moet zich dan wel bewust zijn van het risico dat er opnieuw een klacht over de Film kan worden ingediend, die ter beoordeling van de Klachtencommissie kan komen.
De Klachtencommissie wenst het volgende op te merken. Beklaagde geeft in haar verweerschrift aan dat alle communicatiematerialen van Beklaagde een duidelijk beeld van de Film geven door elementen die kenmerkend zijn voor het genre en waarin onder andere seks een rol speelt.
De Klachtencommissie constateert dat het verweer van Beklaagde niet relevant is met betrekking tot de schadelijke elementen in de Film. De Klachtencommissie stelt in dit verband voorop dat voor het goed functioneren van het Kijkwijzersysteem van belang is dat consumenten moeten kunnen afgaan op de classificatie die gevoerd wordt en niet op reclame uitingen van Beklaagde.
Verder wijst de Klachtencommissie naar aanleiding van het door Klaagster gebruikte woord ‘geschikt’ nog op het volgende. Het doel van Kijkwijzer is ouders en opvoeders te informeren over mogelijke schadelijke elementen in een programma of film. Kijkwijzer geeft dus geen indicatie over geschiktheid. Binnen het systeem van Kijkwijzer worden zes categorieën onderkend, die mogelijk schadelijke gevolgen hebben voor jeugdige kijkers, zoals geweld en angst.
Gelet op het voorgaande beslist de Klachtencommissie als volgt.
7. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht gegrond. De classificatie dient uit te komen op 12 op basis van seks met als toevoeging grof taalgebruik.
Ambtshalve geeft de Klachtencommissie Beklaagde in overweging om het oordeel van de Klachtencommissie te volgen ook voor wat betreft de inhoudscategorie harddrugs-, overmatig softdrugsgebruik en overmatig alcoholgebruik, waardoor de classificatie uitkomt op 12 op basis van seks, harddrugs-, overmatig softdrugsgebruik en overmatig alcoholgebruik met als toevoeging grof taalgebruik. Beklaagde dient de classificatie te communiceren met de DVD distributeur zodat bij de release van de DVD de inlay de nieuwe classificatie vertoont.
De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder B Klachtenreglement van het NICAM over tot het opleggen van een maatregel van waarschuwing aan Beklaagde. Weliswaar is in een eerdere uitspraak d.d. 6 februari 2008 (klachtnr. 071216.01 ‘Beowulf’) een klacht gegrond verklaard, echter de Klachtencommissie heeft in de klacht over ‘Beowulf’ aangegeven begrip te hebben voor de classificatie zodat de Klachtencommissie de mening is toegedaan dat zij ten aanzien van deze klacht nog geen zwaardere sanctie - zoals een boete - op kan leggen.
De Klachtencommissie legt bovengenoemde maatregelen op onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag, te rekenen vanaf zeven dagen na de dagtekening van deze uitspraak, met een maximum van € 25.000,-.
Conform artikel 15 lid 2 Klachtenreglement heeft de Klachtencommissie de bevoegdheid, om al dan niet op verzoek van één der partijen, haar eigen beslissing, voor zover naar haar oordeel redelijkerwijs noodzakelijk, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Dit betekent dat er aan haar beslissing direct gevolg dient te worden gegeven. In de onderhavige kwestie ten aanzien van de Film, doch in alle gevallen waar een bioscoopfilm in het geding is, is de Klachtencommissie de mening toegedaan dat het in redelijkheid noodzakelijk is om van deze bevoegdheid gebruik te maken. Op deze manier wil de Klachtencommissie voorkomen dat de gewraakte film in de bioscopen met verkeerde pictogrammen wordt vertoond en in de follow up op DVD met verkeerde pictogrammen op de markt wordt gebracht.
De Klachtencommissie verklaart deze uitspraak derhalve uitvoerbaar bij voorraad. Gezien het feit dat sprake is van een spoedprocedure omdat de Film momenteel in de bioscopen draait, heeft de Klachtencommissie Beklaagde na afloop van de zitting op 1 oktober 2010, op dezelfde dag telefonisch op de hoogte gesteld van deze uitspraak.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Hilversum, 12 oktober 2010