Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: DVD ‘Pixar Short Films Collection’, hierna te noemen: de Film
1. De procedure
Klager heeft op 30 april 2012 een klacht ingediend over de FIlm.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 5 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst op formele aspecten en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft tegen de klacht verweer gevoerd bij brief van 23 juli 2012.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar vergadering van 28 augustus 2012.
Klager noch Beklaagde heeft, na deugdelijke oproeping, gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn/haar standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
De Film bestaat uit meerdere korte animatiefilms. De Film is door Beklaagde niet geclassificeerd. Op de DVD staat het leeftijdspictogram AL vermeld.
3. De klacht
De klacht richt zich op de inhoudscategorieën geweld en angst. Klager meent dat de classificatie AL te licht is voor het filmpje 'Jack Jack Attack'. Het tweejarige zoontje en het zoontje van bijna vier vonden het in brand vliegen van de baby erg eng. Het tweejarige zoontje van Klager moest ervan huilen en het andere zoontje wilde de dvd ineens niet meer zien.
4. Het verweer
Beklaagde geeft in haar verweerschrift, verkort weergegeven, het volgende aan. Van de DVD en Blu-ray Disk zijn in totaal 13.029 disks verkocht sinds 2006 en al die tijd hebben
vele kinderen van de korte filmpjes kunnen genieten. Beklaagde betreurt het dan ook zeer dat Klager een klacht heeft gestuurd over deze dvd. Beklaagde heeft het fragment zelf geclassificeerd en hoewel Beklaagde van mening is dat het moment dat de baby in brand vliegt, grappig moet zijn en dus onder de slapstick noemer kan vallen, kan Beklaagde de schadelijke gevolgen voor het kinderbrein niet goed inschatten. Indien het nodig mocht zijn, past Beklaagde de classificatie aan.
5. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie heeft het thans geldende classificatieformulier zelf toegepast op de Film en behandelt hieronder de relevante vragen.
Vraag 1.2.1. (Is het product een tekenfilm of animatie?) moet met ‘ja’ beantwoord worden.
In de inhoudscategorie angst moet vraag 3.1.1. (Komen er beelden van zeer angstige mensen voor) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. In de toelichting op de vragenlijst wordt onder zeer angstige mensen verstaan: mensen die overduidelijk zichtbaar angstig zijn met fysieke kenmerken als zweten, trillen, gillen, schreeuwen, paniek, massahysterie, in shock raken en sprakeloosheid. De Klachtencommissie merkt de oppas van de baby als zeer angstig aan. Zij gilt en is in paniek als de baby voor de eerste keer in brand vliegt en belt in paniek naar de ouders. Zij heeft grote ogen en ziet er radeloos uit. Vraag 3.1.2. (loopt het met de zeer angstige mensen steeds, dus in alle gevallen direct goed af?) moet met ‘nee’ beantwoord worden. Volgens de toelichting op de vragenlijst betekent dit dat de angstwekkende situaties in alle gevallen in dezelfde of eerstvolgende scène worden opgelost. Dit is volgens de Klachtencommissie niet het geval. Vraag 3.4.1 (Komen er griezeleffecten in de productie voor?) moet naar het oordeel van de Klachtencommissie met ‘1 keer of vaker’ worden beantwoord. In de toelichting op de Vragenlijst wordt onder griezeleffecten verstaan: ‘alle elementen waarmee angst en/of weerzin bij de kijker kunnen worden opgewekt’. Griezeleffecten kunnen het gevolg zijn van acties van levende wezens (mensen, mensachtigen, fantasiewezens of dieren) of van bovennatuurlijke krachten. Griezeleffecten kunnen meer of minder hevig zijn. De Klachtencommissie neemt hiertoe onder andere in aanmerking de scène waar de baby in brand vliegt. De Klachtencommissie is van mening dat met deze scènes angst bij de kijker wordt opgewekt en dat de griezeleffecten het gevolg zijn van bovennatuurlijke krachten.
Vraag 3.4.2. (Zijn de griezeleffecten hevig?) dient met 'nooit' beantwoord te worden. In de toelichting op de Vragenlijst staat dat hevige griezeleffecten zo intens zijn dat de kijker er moeilijk afstand van kan nemen. Bij hevige griezeleffecten gaat het vaak om situaties waarbij iets verschrikkelijks gebeurt of staat te gebeuren. Onder hevige griezeleffecten wordt onder andere verstaan: de onheilspellende sfeer in ‘The Sixth Sense’, de aanvallen van de vogels in ‘The Birds’, de man met de bijl in ‘The Shining’, het lijk bij ‘Jaws’ dat verschijnt voor het gat in de boot en de douchescène in ‘Psycho’.
De Klachtencommissie is van oordeel dat de griezeleffecten in de film niet hevig zijn, omdat geen sprake is van een dusdanig intense situatie dat de kijker er moeilijk afstand van kan nemen. De scènes in de Film haken naar het oordeel van de Klachtencommissie niet aan bij de in de toelichting op de vragenlijst genoemde voorbeelden.
Vraag 3.12.1. (Spelen de angstwekkende scènes zich af in een realistische omgeving?) dient met '1 keer of vaker' te worden beantwoord. Zo is onder andere sprake van een woonkamer en een verhoorkamer van een politiebureau.
Vraag 3.12.2. (Komen er één of meer onrealistische personages voor in de angstwekkende scènes?) dient naar het oordeel van de Klachtencommissie met ‘ja’ te worden beantwoord. In de toelichting op de vragenlijst staat dat onrealistische personages afwijken van gewone mensen en gewone dieren door een ongewoon uiterlijk of door zeer bijzondere eigenschappen. Zij kunnen bijvoorbeeld op eigen kracht vliegen of zichzelf veranderen. De Klachtencommissie merkt de baby die in brand kan vliegen aan als een onrealistisch personage.
De beantwoording van bovengenoemde vragen leiden in een animatiefilm tot de classificatie 6 op basis van angst.
De Klachtencommissie stelt vast dat de onderhavige Film op DVD is uitgebracht in 2007 en dat de Film daarbij niet is geclassificeerd met behulp van het toen geldende classificatieformulier van het NICAM.
Volgens artikel 1 van het Algemeen Reglement van het NICAM moet een aangesloten instelling, die verantwoordelijk is voor de openbaarmaking van een audiovisueel product, ieder product classificeren met behulp van het classificatiesysteem van het NICAM. Dit betekent dat Beklaagde in strijd met de bovengenoemde hoofdregel uit het Algemeen reglement heeft gehandeld. Het voeren van Kijkwijzerpictogrammen, zonder dat daaraan een daadwerkelijke classificatie is voorafgegaan, acht de Klachtencommissie onzorgvuldig. Doordat Beklaagde ten onrechte het leeftijdspictogram AL heeft gebruikt, is Klager verkeerd voorgelicht over de mogelijke schadelijke elementen in de Film.
Gelet op het voorgaande beslist de Klachtencommissie als volgt.
6. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht gegrond. De Film was bij de release op DVD niet geclassificeerd.
De classificatie van de Film komt uit op 6 op basis van de inhoudscategorie angst.
Beklaagde dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak de door de Klachtencommissie aangegeven classificatie zelf alsnog in te voeren in de database van het NICAM.
Beklaagde dient bij de eerstvolgende release van de DVD/Video ervoor te zorgen dat de inlay de correcte classificatie vertoont. Indien er tussentijds een herdruk van de omslag plaatsvindt, dient deze de correcte classificatie te vermelden.
Tevens dient Beklaagde er zorg voor te dragen dat alle eventuele reclame- en overige uitingen met betrekking tot de DVD de correcte classificatie vermelden.
De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM over tot het opleggen van een boete aan Beklaagde. Bij de berekening van de onderhavige boete is de Klachtencommissie uitgegaan van de Sanctierichtlijn van de Klachtencommissie van het NICAM. Daarbij is mede van belang dat in eerdere uitspraken (klachtnummer 100826.01 ‘Tarzan’ en 110928.03 'Fright Night') klachten tegen Beklaagde gegrond zijn verklaard.
De Sanctierichtlijn gaat uit van twee soorten overtredingen, te weten categorie A: ‘inhoudelijke overtredingen’ en categorie B, ‘overtredingen in de uitvoering’. De hoogte van de boete wordt vastgesteld door middel van een puntensysteem. De overtreding van Beklaagde -het niet classificeren van de Film- valt onder categorie A. Beklaagde is een landelijk opererende DVD- en videodistributeur, waarvoor elk punt in categorie A € 2.000,- bedraagt.
Het ten onrechte niet classificeren van de Film brengt volgens de Sanctierichtlijn zes punten met zich mee; voor Beklaagde betekent dit derhalve een boete van € 12.000,-.
De Klachtencommissie is van oordeel dat geen sprake is van verzachtende omstandigheden. Het leeftijdspictogram AL vermeldt geen correcte classificatie op het moment dat de DVD is uitgebracht waardoor de informatievoorziening aan de consument niet correct is geweest.
De boete voor Beklaagde bedraagt derhalve € 12.000,--.
Het hierboven genoemde bedrag dient door Beklaagde binnen 30 dagen na factuurdatum te worden voldaan. De factuur wordt gescheiden toegezonden.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.