Audiovisuele productie: promo voor de documentaireserie ‘Net5.doc’, uitgezonden op 3 maart 2005, hierna te noemen: de Promo
1. De procedure
Klager heeft met gebruikmaking van het NICAM klachtenformulier en middels een e-mail op 3 maart 2005 een klacht ingediend over de Promo.
Het bureau van het NICAM heeft Klager op 21 maart 2005 geïnformeerd over de werking van het Kijkwijzersysteem ten opzichte van promo’s en heeft tevens aangegeven dat ten aanzien van de Promo de Kijkwijzerregels correct zijn toegepast.
Op 21 maart 2005 heeft Klager telefonisch te kennen gegeven het niet eens te zijn met de uitleg van het bureau van het NICAM. Klager heeft aangegeven dat hij wenst gebruik te maken van de mogelijkheid dat zijn klacht wordt voorgelegd aan de Klachtencommissie, zoals bepaald in artikel 3 lid 2 van het Klachtenreglement van het NICAM. Klager heeft het voorgenoemde bij e-mail van 2 april 2005 schriftelijk bevestigd en heeft tevens in deze e-mail zijn klacht aangevuld.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 6 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en heeft bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft tegen de klacht verweer gevoerd bij brief van 12 april 2005.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld tijdens haar zitting van 11 mei 2005.
Namens Beklaagde is de heer mr R. Eljon verschenen. Klager heeft, na deugdelijke oproeping, geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
De Promo is uitgezonden door Beklaagde op 3 maart 2005 omstreeks 19:00 uur. De documentaireserie ‘Net5.doc’, hierna te noemen: het Hoofdproduct, heeft de classificatie ‘afgeraden voor kinderen jonger dan 12 jaar’ (12) in combinatie met de inhoudscategorie angst (pictogram: spinnetje). De Promo zelf is niet geclassificeerd.
3. De klacht
De klacht richt zich op de inhoudscategorieën geweld en angst. Klager geeft op 21 maart 2005 aan dat de Promo gruwelijke beelden toont van kinderen die mishandeld worden. Klager geeft aan dat de Promo minimaal de classificatie van het Hoofdproduct, namelijk 12, moet hebben.
Klager geeft vervolgens in zijn e-mail van 2 april 2005 aan dat de stelling dat de classificatie van de Promo ‘afgeraden voor kinderen jonger dan 6 jaar’ (6) geen stand kan houden. Hij acht het geweld indringend en wel om de volgende redenen. Het geweld richt zich tegen kinderen die zich niet kunnen verweren en volledig afhankelijk zijn van hun ouders. Daarnaast is het geweld indringend omdat het Hoofdproduct geen fictief programma is, maar een programma met beelden uit de echte wereld. Dergelijke programma’s met beelden uit de echte wereld zouden anders beoordeeld moeten worden dan fictieve programma’s. Tenslotte is het geweld indringend volgens Klager omdat de argeloze kijker zonder enige waarschuwing met de Promo geconfronteerd worden.
4. Het verweer
In zijn verweerschrift geeft Beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
De klacht komt volgens Beklaagde feitelijk neer op fundamentele kritiek op de systematiek van NICAM/Kijkwijzer ten aanzien van de beoordeling van geweld tegen kinderen.
Beklaagde sluit zich aan bij het schrijven van 21 maart 2005 van het bureau van het NICAM. De classificatie van de Promo dient 6 te zijn, in combinatie met de inhoudscategorie angst. Het uitzendtijdstip van de Promo is gezien de classificatie juist. Audiovisuele producties met deze classificatie mogen immers gezien de Kijkwijzerregels op elk moment van de dag worden uitgezonden.
Overigens geeft Beklaagde aan dat de kopieën van de Promo die zij op verzoek van de Klachtencommissie ingediend heeft niet de exacte beelden van de Promo bevatten zoals uitgezonden door Beklaagde. De Promo zoals uitgezonden bevatte namelijk, in tegenstelling tot de ingediende kopieën, de classificatie van het Hoofdproduct. Per e-mail heeft Beklaagde alsnog de juiste Promo, in de vorm van een zogenaamde ‘zendlijnregistratie’ ingediend.
Beklaagde is wegens het voorgenoemde van mening dat Klager ten onrechte een beoordelingsresultaat hoger dan 6 wenst voor de Promo.
5. De mondelinge behandeling ter zitting
Ter zitting geeft Beklaagde in aanvulling op het verweerschrift aan dat er in de Promo ernstige verwondingen noch indringend geweld worden getoond. De classificatie komt derhalve uit op 6 wat een uitzendtijdstip voor 20:00 uur rechtvaardigt. Klager noemt een principieel punt, namelijk dat al het geweld tegen kinderen indringend is. Deze opmerking richt zich tot het NICAM en het Kijkwijzersysteem, niet tot Beklaagde. Wellicht dat het NICAM hier een oplossing voor vinden. Beklaagde heeft zich in ieder geval aan de regels van het Kijkwijzersysteem gehouden.
Desgevraagd geeft Beklaagde ten aanzien van indringendheid van geweld aan dat dit geweld is wat buiten de gewone orde omgaat.
6. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klager in zijn klacht ontvankelijk.
Artikel 5.1 Deelreglement Televisie van het NICAM, dat tevens van toepassing is op promo’s op televisie, zegt dat omroepinstellingen programmaonderdelen die op basis van leeftijds- en inhoudsaanduidingen niet bestemd zijn voor vertoning aan personen beneden de leeftijd van 12, onderscheidenlijk 16 jaar niet uit mogen zenden voor 20.00 uur respectievelijk 22.00 uur.
Het beleid ten aanzien van promo’s op televisie van het NICAM is sinds 1 oktober 2003 van kracht en in oktober 2004 wederom door het bureau van het NICAM bevestigd. Het beleid luidt als volgt:
- de omroepinstelling kan de promo de leeftijdsclassificatie en het daaraan verbonden uitzendtijdstip van het hoofdproduct laten volgen, de omroepinstelling hoeft in dit geval verder geen actie te ondernemen;
- als de omroepinstelling een promo die afgeleid is van een hoofdproduct met als classificatie 12 of 16 jaar eerder wil uitzenden dan 20:00 uur, dan wel 22:00 uur dient zij deze promo zo samen te stellen dat de schadelijke elementen slechts leiden tot een lagere leeftijdscategorie. Om de gewenste leeftijdscategorie te controleren dient de omroepinstelling de promo, al dan niet aan de hand van het classificatieformulier, te classificeren óf te beoordelen. Het resultaat van de classificatie dan wel beoordeling hoeft de omroepinstelling niet in te voeren in de database van het NICAM.
Ingevolge dit beleid zal, indien er een klacht wordt ingediend over een promo, de Klachtencommissie toetsen of de promo op een juist tijdstip is uitgezonden.
Om tot een dergelijke beoordeling te komen, dient de Klachtencommissie te toetsen of de Beklaagde voor de Promo in redelijkheid heeft kunnen afwijken van de classificatie van het Hoofdproduct, waardoor een uitzendtijdstip van vóór 20:00 uur gerechtvaardigd is.
Het Hoofdsproduct is een documentaireserie in de zin van vraag 1.2.2. van het classificatieformulier 1.2., en valt derhalve onder de categorie non-fictie.
Ten aanzien van de inhoudscategorie geweld is de Klachtencommissie van mening dat de Promo elementen bevat die op grond van deze inhoudscategorie tot de classificatie 12 leiden. In de Promo komt namelijk geweld voor dat indringend is, gezien de hardheid van de geweldshandeling en de hardheid van de dader. De Klachtencommissie doelt hier op een tweetal beelden die te zien zijn tijdens de Promo. Het gaat hier om de beelden waarop een volwassen persoon een kind hardhandig oppakt. Daarnaast doelt de Klachtencommissie op de beelden waarop te zien is dat een volwassen persoon een baby hardhandig op het hoofd slaat.
Ten aanzien van de inhoudscategorie angst is de Klachtencommissie van mening dat de Promo elementen bevat die op grond van deze inhoudscategorie tot de classificatie 6 leiden. Er komen in de Promo de volgende angstwekkende situaties voor, namelijk fysiek geweld tegen kinderen naast geweldsacties van levende wezens waarbij mensen of dieren zichtbaar het slachtoffer zijn. Hier doelt de Klachtencommissie op de beelden zoals hierboven omschreven onder de inhoudscategorie geweld.
Gezien het vorenstaande heeft Beklaagde de Promo ten onrechte uitgezonden vóór 20:00 uur, waardoor zij in strijd heeft gehandeld met artikel 5.1 Deelreglement Televisie van het NICAM.
Tenslotte wil de Klachtencommissie het volgende aan het bureau van het NICAM in overweging geven. Zoals uit het bovenstaande blijkt, deelt de Klachtencommissie niet het oordeel van het bureau van het NICAM ten aanzien van de Promo zoals gegeven in het schrijven van 21 maart 2005. Het ware beter indien het Bureau van het NICAM zich in het vervolg minder expliciet zou uitspreken over de juistheid van een classificatie en slechts het Kijkwijzersysteem aan de hand van de productie waar over wordt geklaagd uit zou leggen. Daarnaast zou het Bureau van het NICAM aan klagers te kennen dienen te geven dat de mogelijkheid bestaat om op grond van artikel 3 lid 2 van het Klachtenreglement, ondanks de uitleg van het bureau van het NICAM, de klacht die zich daarvoor leent voor te leggen aan de Klachtencommissie.
7. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht over de Promo gegrond. De Promo is niet conform de reglementen van het NICAM uitgezonden.
De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM over tot het opleggen van een boete aan Beklaagde, nu er in eerdere uitspraken jegens Beklaagde een boete is opgelegd. Bij de berekening van de onderhavige boete is de Klachtencommissie uitgegaan van de nieuwe Sanctierichtlijn, die op 15 november 2004 algemeen bekend is gemaakt.
De onderhavige overtreding valt binnen de categorie A ‘inhoudelijke overtredingen’; de Promo is op een verkeerd tijdstip uitgezonden. Beklaagde is een landelijk opererende omroep. Het op een verkeerd tijdstip uitzenden van de Promo brengt volgens de Sanctierichtlijn voor Beklaagde een boete van € 2000, - met zich mee.
De boete komt derhalve uit op € 2000, -
Het hierboven genoemde bedrag dient door Beklaagde binnen 30 dagen na factuurdatum te worden voldaan. De factuur wordt gescheiden toegezonden.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de KC schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Beslissing van de Commissie van Beroep van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: promo voor de documentaireserie ‘Net5.doc’, uitgezonden op 3 maart 2005, hierna te noemen: de Promo
1. De uitspraak van de Klachtencommissie
Bij beslissing van 31 mei 2005 heeft de Klachtencommissie van het NICAM een klacht van Klager in eerste aanleg d.d. 3 maart 2005 met betrekking tot de Promo beoordeeld. De klacht was gericht op de inhoudscategorieën geweld en angst. In de Promo, die omstreeks 19.00 uur is uitgezonden, kwamen beelden voor van kinderen die mishandeld worden. De Promo zou de classificatie van het hoofdproduct, namelijk ‘let op met kinderen tot 12 jaar’ (12) op grond van de inhoudscategorie angst moeten hebben. De Klachtencommissie heeft de klacht over de Promo gegrond verklaard. De Promo is niet in overeenstemming met de reglementen van het NICAM uitgezonden. De Klachtencommissie is conform artikel 13 lid 1 onder C van het Klachtenreglement van het NICAM overgegaan tot het opleggen van een boete, nu er al in eerdere uitspraken tegen Opposant boetes zijn opgelegd. Bij de berekening van de boete is de Klachtencommissie uitgegaan van de Sanctierichtlijn, die op 15 november 2004 algemeen bekend is gemaakt. De overtreding viel binnen de categorie A ‘inhoudelijke overtredingen’; de Promo is op een verkeerd tijdstip uitgezonden. Opposant is een landelijk opererende omroep. Het op een verkeerd tijdstip uitzenden van de Promo brengt volgens de Sanctierichtlijn voor Opposant een boete van € 2000, - met zich mee. Afschrift van deze beslissing is aan partijen verzonden op 21 februari 2005.
2. De procedure in hoger beroep
Opposant is van de beslissing van 31 mei 2005 in beroep gekomen bij beroepschrift van 28 juni 2005, bij de Commissie van Beroep binnengekomen op 30 juni 2005. Klager in eerste aanleg, de heer M. Ransijn, heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de Commissie. De Commissie van Beroep heeft het beroep behandeld tijdens haar zitting van 19 september 2005, alwaar is verschenen mevrouw mr. L. Schots, werkzaam bij
de afdeling Juridische Zaken van Opposant. De Commissie van Beroep heeft acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben, waaronder het dossier van de Klachtencommissie, evenals op het behandelde ter zitting.
3. De gronden voor het hoger beroep
Tegen de uitspraak van de Klachtencommissie voert Opposant in het beroepschrift en tijdens de behandeling ter zitting de volgende, enigszins verkorte, gronden aan. Het volledige beroepschrift, de ter zitting overhandigde pleitnotitie, als ook het eerdere verweerschrift worden als ingelast beschouwd. Opposant bestrijdt het oordeel van de Klachtencommissie dat het geweld dat in de onderhavige beelden wordt getoond tot een hogere classificatie dient te leiden, omdat kinderen en niet volwassenen hiervan het slachtoffer zijn, niet. Opposant vindt het aannemelijk dat geweld tegen kinderen indringender is dan tegen volwassenen, echter volgens de Kijkwijzer Handleiding is dit geen factor waarmee bij de beoordeling van audiovisuele producten rekening dient te worden gehouden. Deze discussie dient eerst binnen het NICAM gevoerd te worden. Momenteel is dit geen beleid en dient het getoonde geweld sec te worden beoordeeld. Opposant classificeert op objectieve wijze programma’s conform het systeem van Kijkwijzer, waardoor haar niets te verwijten valt. Naar de mening van Opposant is het getoonde geweld voorts niet-indringend. Een stomp op het hoofd of stevig beetpakken zijn bij uitstek voorbeelden van niet-indringend geweld. Hierin wordt Opposant gesteund door het bureau van het NICAM. In haar op 4 april jongstleden aan Opposant verzonden mail verwoordt het NICAM het als volgt: “Wanneer het geweld geen van beide elementen bevat (indringend en/of ernstige verwondingen), is de classificatie 6 jaar. Het geweld dat zichtbaar is in de bewuste Promo is, hoe schokkend de beelden ook zijn, niet indringend zoals bedoeld wordt binnen Kijkwijzer.” Opposant kan bezwaarlijk worden verweten de Kijkwijzer regels op dezelfde wijze als het NICAM bureau toe te passen.
Op basis van de hierbij ingebrachte bezwaren is Opposant van mening dat het sanctiebesluit van de Klachtencommissie geen stand kan houden, althans voor wat betreft de opgelegde boete. Opposant beroept zich, voorzover nodig, tevens op een gebrek aan deugdelijke motivering. Opposant verzoekt de Commissie van Beroep van het NICAM de uitspraak van de Klachtencommissie te vernietigen en de klacht van Klager in eerste aanleg ongegrond te verklaren. Op verzoek van de Commissie van Beroep bekijkt de vertegenwoordiger van Opposant ter zitting het gewraakte beeldmateriaal dat door Opposant aan het bureau van het NICAM is toegestuurd. De Commissie vraagt zich namelijk af of het beeld- materiaal, dat aan haar is toegestuurd ter voorbereiding van de onderhavige zaak, het materiaal is waarover op 3 maart 2005 door de Klager in eerste aanleg is geklaagd. Ter zitting bevestigt de vertegenwoordiger van Opposant, na het zien van de beelden, dat het beeldmateriaal dat de Commissie voor zich heeft het beeldmateriaal is, waarover is geklaagd.
De vertegenwoordiger van Opposant wordt ter zitting gevraag of zij, al zou er sprake zijn van een overtreding, de boete te hoog vindt. Daarop geeft zij aan dat op dit moment niet te kunnen overzien.
4. De beoordeling
Ten aanzien van de aangevoerde gronden tot vernietiging van de beslissing van de Klachtencommissie overweegt de Commissie het volgende. De Commissie van Beroep is in tegenstelling tot de Klachtencommissie van oordeel dat het geweld dat voorkomt in de Promo, te weten de beelden van een volwassen persoon die een klein kind hardhandig oppakt en een volwassen persoon die een baby een aantal keren op het hoofd slaat, niet als indringend mag worden beschouwd. Binnen de inhoudscategorie ‘geweld’ wordt er in het kopje ‘Indringendheid fysiek geweld’ (2.4. coderingsformulier versie 1.2) geen onderscheid gemaakt tussen volwassenen en kinderen. In de inhoudscategorie ‘angst’ daarentegen wordt in vraag 3.1.5. expliciet gevraagd of er sprake is van fysiek geweld tegen kinderen (met uitzondering van kinderlijke vecht- en stoeipartijen). De Commissie van Beroep leidt hieruit af dat nu er bij de ontwikkeling van het classificatiesysteem binnen de inhoudscategorie ‘angst’ expliciet een vraag is gesteld over fysiek geweld tegen kinderen en dit binnen de inhoudscategorie ‘geweld’ niet het geval is, er ook door de Klachtencommissie geen onderscheid mocht worden aangebracht. Nu er naar het oordeel van de Commissie van Beroep in de Promo geen sprake is van indringend geweld leidt dit niet tot de door de Klachtencommissie genoemde classificatie 12 en mocht de Promo worden uitgezonden vóór 20.00 uur. Opposant heeft derhalve niet in strijd gehandeld met artikel 5.1 Deelreglement Televisie van het NICAM.
De Commissie van Beroep, op vorenstaande gronden beslissende:
vernietigt de beslissing van de Klachtencommissie van het NICAM van 31 mei 2005.