Klachtnummer: 070707.01
Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: televisieserie ‘South Park’, hierna te noemen: de Serie, uitgezonden op 6 juli 2007 om 18.00 uur, hierna te noemen: de Aflevering
1. De procedure
Klager heeft op 7 juli 2007 een klacht ingediend over de Aflevering.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 5 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft bij brief van 30 augustus 2007 verweer gevoerd.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 12 september 2007.
Beklaagde is ter zitting verschenen. Klager is niet ter zitting verschenen.
2. De bestreden audiovisuele productie
Beklaagde heeft de Serie per seizoen geclassificeerd. De Aflevering maakt deel uit van het vierde seizoen dat de classificatie ‘let op met kinderen tot 6 jaar’ heeft op basis van de inhoudscategorieën angst (pictogram: spinnetje) en grof taalgebruik (pictogram: schreeuwend mannetje).
3. De klacht
De klacht richt zich op de inhoudscategorie geweld.
Klager vond dat in de Aflevering schokkende en gewelddadige beelden zaten die op een vroeg tijdstip werden uitgezonden. Een nagetekende Saddam Hoessein en een andere persoon werden in de Aflevering met een mes onthoofd.
Op de website van Beklaagde staat ook nog eens dat het programma zeker niet geschikt is voor tere kinderzieltjes.
4. Het verweer
In het verweerschrift geeft Beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
Beklaagde heeft de Serie geclassificeerd op 6 angst en grof taalgebruik. Deze classificatie is ook voor de Aflevering juist. Klager verwijst naar een scène waarin een nagetekende Saddam Hoessein en een andere persoon onthoofd zouden worden.
Deze scène komt in die vorm niet voor in de Aflevering. Wel is er een scène waarin Saddam Hoessein en de vriend van de duivel verwikkeld zijn in een gevecht. Beklaagde gaat ervan uit dat Klager op deze scène doelt.
Vooropgesteld dient te worden dat de Serie een animatie is waarin ook sociale thema’s op een slapstick wijze aangekaart worden. Kinderen die naar de Serie kijken, zullen de animatie zien, volwassenen zullen ook de achterliggende humor rondom politieke en sociale thema’s herkennen.
Het is bij beoordeling van de Serie van belang dat het om onrealistische en twee- dimensionaal getekende poppetjes met hele grote hoofden en grote witte ogen gaat, die houterig bewegen en in een zeer primair vormgegeven, tweedimensionale omgeving leven. Het geweld dat in de Serie voorkomt wordt op slapstick wijze in beeld gebracht. In de Aflevering komen poppetjes die dood gaan weer tot leven, en een been dat in een scène verloren is, is er in de volgende scène weer gewoon. Het in beeld gebrachte geweld is zeer onrealistisch te noemen en zal daarom ook door kinderen niet serieus genomen worden.
Beklaagde is van mening dat de Serie juist geclassificeerd is en verzoekt de Commissie dan ook de klacht ongegrond te verklaren.
5. De mondelinge behandeling
Beklaagde deelt mee dat een codeur van Beklaagde naar aanleiding van de klacht de Aflevering opnieuw heeft bekeken. De classificatie van de codeur kwam overeen met de classificatie in de database. Volgens Beklaagde komt er geen onthoofding voor in de Aflevering, wel is er een scène met een mes.
Beklaagde neemt de klacht van Klager serieus en geeft aan dat zij aandacht besteedt aan de programmering na 18.00 uur. Kinderen begrijpen echter de politieke achtergronden niet. Volwassenen kijken anders naar de Serie dan dat kinderen doen.
6. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie heeft het classificatieformulier 4.1 toegepast op de Aflevering en behandelt hieronder de relevante vragen.
Bij de inhoudscategorie geweld moet vraag 2.2.1. ( Komen in de productie één of meerdere vormen van fysiek geweld voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De Klachtencommissie wijst hierbij op de scène waarin Saddam Hoessein Chris met een mes steekt. Vraag 2.3.1. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn?) moet met ‘ja’ beantwoord worden. Vraag 2.4.1. (Zijn er beelden van verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) en vraag 2.4.2. (Zijn er beelden van ernstige verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) moeten beiden met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De verwondingen die Chris oploopt als hij met een mes neergestoken wordt zijn als ernstig aan te merken. Er is tijdens de steekpartij veel bloed te zien en afgehakte ledematen. Vraag 2.5.1. (Zitten er geweldsacties in die door mensen uitvoerbaar zijn?) moet eveneens met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. Vraag 2.7.1. (Vindt al het geweld plaats in een slapstick-context?) moet met ‘ja’ beantwoord worden.
Geweldsacties die indringend zijn en leiden tot ernstige verwondingen en uitvoerbaar zijn maar die in een animatie slapstickcontext plaatsvinden, leiden in de categorie geweld tot de classificatie Alle Leeftijden.
Bij de inhoudscategorie angst dienen vraag 3.3.1. ( Komen er verwondingen voor in de productie)? en vraag 3.3.2. (Komen er ernstige verwondingen voor in de productie?) beiden met ‘1 keer of vaker’ beantwoord te worden, op grond van de hierboven bij geweld genoemde scène met de steekpartij. Daarnaast moet vraag 3.6.1. (Spelen de angstwekkende situaties zich af in een realistische omgeving?) met ‘ja’ beantwoord worden.
De aanwezigheid van ernstige verwondingen in een animatieproductie brengt de classificatie voor angst op 6.
De overige inhoudscategorieën zijn op de Aflevering niet van toepassing.
De hoogste leeftijdsclassificatie is bepalend voor de uiteindelijke classificatie, waardoor de classificatie voor de Aflevering uitkomt uit op 6, op basis van de inhoudscategorie angst.
De classificatie 6 heeft als consequentie dat de Aflevering conform artikel 3 lid 1 Deelreglement Televisie op elk tijdstip van de dag mag worden uitgezonden.
7. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht ongegrond.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM.
Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de
Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Hilversum, 19 oktober 2007