Klachtnummer: 051218.01
Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: ‘Tarzan And The Lost City’, hierna te noemen: de Film
1. De procedure
Klaagster heeft op 18 december 2005 een klacht ingediend over de Film. De voorzitter van de
Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 6 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen. Beklaagde heeft tegen de klacht verweer gevoerd bij brief van 23 januari 2006. De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 15 februari 2006. Klaagster noch Beklaagde heeft, na deugdelijke oproeping, gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
In de Film keert Tarzan met zijn verloofde Jane terug naar de jungle omdat zijn geboorteland in gevaar is. De Film is door Beklaagde geclassificeerd met behulp van het NICAM classificatieformulier versie 1.1 en is uitgekomen op ‘let op met kinderen tot 6 jaar’ (6) op basis van geweld (pictogram: vuistje) en angst (pictogram: spinnetje).
3. De klacht
De klacht richt zich op de inhoudscategorieën geweld en angst. Verkort weergegeven voert Klaagster aan dat zij de leeftijdsclassificatie niet juist vindt. Klaagster stelt dat door de gehele film heen zeer veel gewelddadige en angstaanjagende scènes voorkomen, waarbij ze als voorbeeld aandraagt het neerschieten van mensen, het vechten met angstaanjagende beesten en het elektrocuteren van een mens. Klaagster snapt niet waarom de Film om 16:00 uur is uitgezonden.
4. Het verweer
In het verweerschrift voert Beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
Beklaagde heeft de Film in 2002 geclassificeerd met het toen geldende classificatieformulier 1.1. De classificatie resulteerde in de classificatie 6 op basis van de inhoudscategorieën geweld en angst. Deze classificatie staat tevens in de database van het NICAM. Bij aanvang van de Film heeft Beklaagde de classificatie van de Film met de relevante pictogrammen weergegeven. Beklaagde is van mening dat zij de Film in overeenstemming met het Algemeen Reglement van het NICAM heeft geclassificeerd en er geen beperking ten aanzien van het uitzendtijdstip van de Film is, waardoor deze om 16:00 uur uitgezonden mocht worden.
5. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klaagster ontvankelijk in haar klacht. De Klachtencommissie heeft het classificatieformulier 1.1 zelf toegepast op de Aflevering en behandelt hieronder de relevante vragen.
Bij de inhoudscategorie geweld heeft Beklaagde terecht vraag 2.2.2. (Hoe vaak komt er fysiek lijf-aan-lijf geweld voor?), vraag 2.2.3. (Hoe vaak komt geweld met vuur-, slag- of steekwapens voor?), vraag 2.2.4. (Hoe vaak komt oorlogsgeweld voor?) en vraag 2.2.6. (Hoe vaak komt geweld tegen criminelen voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord. De Klachtencommissie doelt hier onder andere op de gevechten tussen de Afrikaanse stammen en de mannen uit het Westen. Aangezien de Klachtencommissie van mening is dat deze geweldsacties uitvoerbaar zijn, dient tevens vraag 2.3.1. (Zitten er geweldsacties in die door mensen uitvoerbaar zijn?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord te worden. Het geweld is echter niet indringend in de zin van het Kijkwijzersysteem, immers het geweld sluit aan bij de voorbeelden van ‘niet indringend geweld’ op het classificatieformulier 1.1. Beklaagde heeft derhalve juist gehandeld door vraag 2.4.1. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn door de hardheid van de geweldshandelingen?), 2.4.2. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn omdat het geweld hard aankomt bij het slachtoffer?) en vraag 2.4.3. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn doordat de inslag van de geweldshandelingen gedetailleerd in beeld wordt gebracht?) met ‘nooit’ te beantwoorden. Bovenstaande wijze van beantwoorden brengt de classificatie ten aanzien van geweld op 6.
Bij de inhoudscategorie angst heeft Beklaagde terecht vraag 3.1.2. (Komen er in de productie dieren die zich dreigend gedragen of er dreigend uitzien voor?), vraag 3.1.3. (Komen er in de productie transformaties met een dreigend uitziend wezen als resultaat voor?), vraag 3.1.4. (Komt er in de productie fysiek geweld tegen dieren voor?), vraag 3.1.6. (Komen er in de productie ongelukken, ongevallen, rampen of oorlogen voor waarbij mensen of dieren zichtbaar het slachtoffer zijn), vraag 3.3.2. (Komen er verwondingen voor in de productie) en vraag 3.3.5. (Zijn er hevige griezeleffecten ten gevolge van bovennatuurlijke krachten of (buitenaardse) monsters?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord. Hier doelt de Klachtencommissie onder andere op de gevechten tussen de Afrikaanse stammen en de mannen uit het Westen, de scène waarin een man verandert in een slang en de scène aan het einde van de Film waarin een man wordt geëlektrocuteerd. Bovenstaande beantwoording brengt de classificatie 6 met zich mee, op basis van de inhoudscategorie angst.
De overige inhoudscategorieën zijn niet op de Film van toepassing.
De classificatie voor de Film komt hiermee uit op 6, op basis van de inhoudscategorieën geweld en angst. De classificatie 6 heeft als consequentie dat de Film conform artikel 5.1. Deelreglement Televisie op elk tijdstip van de dag mag worden uitgezonden.
6. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht ongegrond. De Film is conform de Kijkwijzerregels geclassificeerd en uitgezonden.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Hilversum, 15 maart 2006