Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: bioscoopfilm ‘The Guard, hierna te noemen: de Film
1. De spoedprocedure
Klaagster heeft op 23 oktober 2011 een klacht ingediend over de Film, aangevuld bij e-mail van 27 oktober 2011.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 5 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft bij e-mail van 14 november 2011 verweer gevoerd.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 16 november 2011.
Klaagster heeft, na deugdelijke oproeping, geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunt mondeling toe te lichten.
Een vertegenwoordiger van Beklaagde is ter zitting verschenen.
2. De bestreden audiovisuele productie
De Film gaat over een Ierse politieagent Boyle die menig regel overtreedt. Voor een internationaal onderzoek naar cocaïnehandel gaat hij samenwerken met zijn tegenpool.
De Film is door Beklaagde geclassificeerd met behulp van het thans geldende NICAM classificatieformulier. De Film heeft de classificatie 'let op met kinderen tot 6 jaar' op basis van de inhoudscategorieën geweld en angst met als toevoeging grof taalgebruik.
3. De klacht
Klaagster twijfelt aan de classificatie 6, in de film komt grof taalgebruik voor en worden er moorden gepleegd. Ook is er een scène met een agent met twee hoertjes.
4. Het verweer
In het verweerschrift voert Beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
De klacht behelst de volgende drie onderwerpen: grof taalgebruik, moorden die gepleegd worden en een trio bestaande uit een scène met een agent en twee hoertjes.
Met betrekking tot grof taalgebruik is Beklaagde van mening dat het grof taalgebruik in de classificatie tot uiting komt. Men is van te voren gewaarschuwd voor dit gebruik en de klacht ten aanzien van dit punt moet dan ook als niet ontvankelijk te worden beschouwd.
Ten aanzien van de inhoudscategorieën geweld en angst stelt Beklaagde dat deze inhoudscategorieën eveneens in de classificatie tot uitdrukking komen. Beklaagde is van mening dat er doden en schietpartijen in de Film voorkomen.
Beklaagde is er stellig van overtuigd dat er geen indringende geweldsacties in de Film te zien zijn zoals afgerukte ledematen, (opzichtig) uitspattend bloed en waarbij rekening gehouden wordt met opzwepende muziek, accentuering, slow motion, close-up en toevoeging van geluidseffecten. Beklaagde merkt schietgeluiden niet aan als geluidseffecten. Beklaagde is van mening dat de vragenlijst correct is ingevuld. De verwondingen zijn niet ernstig omdat er een minimaal gaatje te zien is of niets. Er zijn geen gehavende lijken zichtbaar.
Met betrekking tot het triootje waar Klaagster over rept, merkt Beklaagde op dat een agent tussen twee schaars geklede dames ligt. Er is geen enkel naakt lichaamsdeel in beeld. Bovendien is hier verder ook geen sprake van een fysieke nadere handeling die opwinding kan veroorzaken.
Beklaagde heeft objectief gezien en de Kijkwijzerregels volgend, de Film terecht de classificatie 6 op basis van geweld en angst en grof taalgebruik gegeven.
5. De reactie van Klaagster op het verweerschrift van Beklaagde
Klaagster vindt dat Beklaagde haar klacht niet benadert vanuit het oogpunt van een zesjarige. Een zesjarige vindt misschien schieten al eng of schaamt zich als hij 2 schaars geklede dames in bed ziet met een agent. Klaagster is blij dat zij haar elfjarige zoon niet heeft meegenomen. Klaagster vindt dat de classificatie niet klopt en dat zij niet kan vertrouwen op Kijkwijzer.
6. De mondelinge behandeling
Beklaagde handhaaft haar standpunt ter zitting. Beklaagde antwoordt desgevraagd dat het pictogram angst in de classificatie tot uiting komt door de verwondingen. Beklaagde merkt deze verwondingen niet aan als ernstig omdat deze niet of nauwelijks zichtbaar zijn. Desgevraagd antwoordt Beklaagde dat agent Boyle in de Film discrimineert. Beklaagde is de mening toegedaan dat de discriminatie ‘over the top’ is. Desgevraagd is Beklaagde van mening dat het de vraag is of kinderen van bijvoorbeeld zes jaar het Engels kunnen verstaan.
7. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klaagster ontvankelijk in haar klacht.
De Klachtencommissie heeft de thans geldende vragenlijst toegepast op de Film en behandelt hieronder de relevante vragen.
In de inhoudscategorie geweld moeten vraag 2.2.1. (Komen in de productie één of meerdere vormen van fysiek geweld voor?) met ‘1 keer of vaker’ worden beantwoord. Vraag 2.3.1. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn?) moet met ‘nooit’ worden beantwoord.
In de toelichting op de vragenlijst staat dat bij indringende geweldsacties de kijker de indruk krijgt dat het geweld hard aankomt en dat dat ook de bedoeling van de dader is. De geweldsacties kunnen indringend zijn door de hardheid van de geweldshandelingen of de hardheid van de dader, doordat het geweld hard aankomt bij het slachtoffer of doordat de inslag van de geweldshandelingen gedetailleerd in beeld wordt gebracht. Indringendheid kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door middel van: het toevoegen van opzwepende muziek aan de geweldsscènes, het accentueren van pijn bij het slachtoffer door geluid of beeld, slow motion, close ups van gevechtshandelingen, het toevoegen van geluidseffecten aan vechtscènes.
De Klachtencommissie is van oordeel dat er in de Film geen indringend geweld te zien is. Het geweld komt niet hard aan bij het slachtoffer. Ook is geen sprake van hardheid van de dader of het gedetailleerd in beeld brengen van de inslag van de geweldshandelingen.
Vraag 2.4.1. (Zijn er beelden van verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) moet met ‘ja’ beantwoord worden. Vraag 2.4.2. (Zijn er beelden van ernstige verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) moet met ‘ja’ worden beantwoord. De Klachtencommissie doelt hierbij op de schietscènes aan het einde van de Film. Een crimineel wordt neergeschoten. Ook wordt agent Boyle in zijn arm geschoten. De Klachtencommissie is van mening dat bij deze schietscène uitspattend bloed zichtbaar is.
De beantwoording van bovengenoemde vragen leidt tot de classificatie 12 op basis van geweld.
In de inhoudscategorie angst moet vraag 3.5.1. (Komen er beelden van verwondingen in de productie voor?) met '1 keer of vaker' beantwoord worden. Vraag 3.5.2. (Zijn de verwondingen ernstig?) moet eveneens met '1 keer of vaker' beantwoord worden. De Klachtencommissie verwijst hierbij naar de hiervoor bij vraag 2.4.2. genoemde scène. Vraag 3.12.1. (Spelen de angstwekkende scènes zich af in een realistische omgeving?) dient met '1 keer of vaker' beantwoord te worden. De Klachtencommissie is van oordeel dat de angstwekkende scènes zich onder andere in een huis afspelen.
De beantwoording van bovengenoemde vragen leidt tot de classificatie 12 op basis van angst.
In de inhoudscategorie seks moet vraag 4.1.1. (Komt er in de productie seksueel georiënteerd taalgebruik voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De Klachtencommissie doelt hierbij onder andere op opmerkingen als: ‘denk er maar aan als je met ons neukt’ en ‘ik heb een kleine penis’ en een gesprek over seks met lama’s. De Klachtencommissie is van oordeel dat er in de film sprake is van seksuele toespelingen. In de vragenlijst staat ook aangegeven dat seksuele toespelingen onder seksueel georiënteerd taalgebruik vallen.
Vraag 4.1.2. (Hoe vaak zijn er seksuele handelingen zichtbaar?) moet met ‘nooit’ beantwoord worden. Onder seksuele handelingen wordt verstaan alle handelingen die er op gericht zijn de actor zelf, een ander persoon in de productie, of de kijker op te winden. Dit kan ook een suggestieve handeling zijn. De Klachtencommissie is van oordeel dat er geen seksuele handelingen zichtbaar zijn in de scène van de politieman met de twee escortdames.
Bovenstaande beantwoording leidt tot de classificatie AL op basis van seks.
Vraag 7.1 (Komt er in de productie grof taalgebruik (vloeken, schuttingtaal) voor?) moet met ‘1 keer of vaker’ worden beantwoord. In de Film worden woorden als ‘fuck’ en fucking’ gebezigd.
De hoogste leeftijdsclassificatie is bepalend voor de uiteindelijke classificatie, die daardoor uitkomt op 12 op basis van geweld en angst met als toevoeging grof taalgebruik.
De Klachtencommissie is bevoegd de classificatieresultaten van audiovisuele producten ‘ambtshalve’ te beoordelen. Met andere woorden, de Klachtencommissie is bevoegd de gehele Film in haar beoordeling mee te nemen, dus ook scènes waar niet expliciet over is geklaagd.
In de inhoudscategorie discriminatie moet vraag 5.1.1. (Komen er in de productie discriminerende uitingen of gedragingen voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. In de toelichting op de vragenlijst staat dat onder discriminatie verstaan wordt: 'elke uiting waarin bepaalde bevolkingsgroepen als inferieur worden afgeschilderd op grond van bijvoorbeeld ras, religie, huidskleur, sekse, nationaliteit of etnische afstamming.
De Klachtencommissie is van oordeel dat er in de Film discriminerende opmerkingen worden gemaakt. In de Film wordt onder andere gezegd ‘ik dacht dat alleen zwarten drugsdealers waren, net als Mexicanen’, ‘ik dacht dat zwarte mensen niet konden skiën’, ‘er staat een zwarte voor de deur’. De Klachtencommissie is van mening dat hier sprake is van uitingen waarin zwarte mensen als inferieur worden afgeschilderd.
Vraag 5.1.2. (Worden de discriminerende uitingen of gedragingen geneutraliseerd doordat de discriminatie expliciet wordt afgeraden?) moet met ‘nee’ beantwoord worden. Onder expliciet afraden wordt in de toelichting op de vragenlijst verstaan dat in de productie duidelijk wordt gezegd dat discriminatie iets is wat niet kan of niet goed is. De Klachtencommissie is van mening dat er bij één scène in de Film sprake is van expliciet afraden van discriminatie aangezien agent Boyle excuses moet maken voor zijn opmerkingen. Het expliciete afraden komt echter niet in de gehele Film voor.
Vraag 5.1.3. (Worden alle discriminerende uitingen en gedragingen gedaan door een niet te serieus te nemen antiheld in een comedy?) moet met 'nee' beantwoord worden. De Klachtencommissie merkt agent Boyle niet aan als antiheld, hij werkt als politieagent aan een onderzoek. Naar het oordeel van de Klachtencommissie zullen kinderen de agent dan ook serieus nemen.
Bovenstaande beantwoording leidt tot 12 op basis van discriminatie.
Ambtshalve geeft de Klachtencommissie Beklaagde in overweging om vraag 5.1.1. met ‘1 keer of vaker’ te beantwoorden waardoor de classificatie van de Film uitkomt op 12 op basis van discriminatie.
Ten aanzien van drugs moet vraag 6.1.1. (Komt er harddrugs-, overmatig softdrugsgebruik of overmatig alcoholgebruik in de productie voor?) met ‘1 of enkele keren’ beantwoord worden. De Klachtencommissie vindt dat er sprake is van overmatig alcoholgebruik in de Film. De Klachtencommissie wijst hierbij onder andere op de scène waarin agent Boyle met agent Everett in de kroeg in hoog tempo bier drinken.
Vraag 6.1.2. (Wordt het harddrugsgebruik, overmatig softdrugsgebruik, of overmatig alcoholgebruik in een gunstig daglicht geplaatst?) moet met ‘nee’ beantwoord worden. Vraag 6.1.3. (Wordt harddrugsgebruik, overmatig softdrugs- of overmatig drankgebruik expliciet afgeraden?) moet met ‘nee’ beantwoord worden. Onder expliciet afraden wordt verstaan dat in de productie duidelijk wordt gezegd dat harddrugsgebruik dan wel overmatig softdrugsgebruik of overmatig alcoholgebruik niet goed is. Hiervan is naar het oordeel van de Klachtencommissie geen sprake.
Bovenstaande beantwoording leidt tot 12 op basis van harddrugs-, overmatig softdrugsgebruik of overmatig alcoholgebruik.
Ambtshalve geeft de Klachtencommissie Beklaagde in overweging om vraag 6.1.1. met ‘1 keer of vaker’ te beantwoorden waardoor de classificatie van de Film uitkomt op 12, op basis van harddrugs-, overmatig softdrugsgebruik en overmatig alcoholgebruik.
Dat betekent dat de uiteindelijke classificatie van de Film uitkomt op 12 op basis van geweld, angst, discriminatie, harddrugs-,overmatig softdrugsgebruik en overmatig alcoholgebruik met als toevoeging grof taalgebruik.
Nu de Klachtencommissie zich slechts ambtshalve uit kan spreken over de inhoudscategorieën discriminatie en harddrugs-, overmatig softdrugsgebruik- en overmatig alcoholgebruik kan zij deze beoordeling voor wat betreft deze inhoudscategorieën slechts in overweging meegeven aan Beklaagde. Volgt Beklaagde hetgeen de Klachtencommissie in overweging geeft niet, dan heeft het binnen het kader van de onderhavige klacht geen consequenties voor Beklaagde en zal dit op zichzelf derhalve niet kunnen leiden tot enige sanctie zoals genoemd in artikel 13 van het Klachtenreglement van het NICAM. Beklaagde moet zich dan wel bewust zijn van het risico dat er opnieuw een klacht over de Film kan worden ingediend, die ter beoordeling van de Klachtencommissie kan komen.
De overige inhoudscategorieën zijn op de Film niet van toepassing.
8. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht gegrond.
De classificatie van de Film dient uit te komen op 12 op basis van geweld en angst met als toevoeging grof taalgebruik.
Ambtshalve geeft de Klachtencommissie Beklaagde in overweging om het oordeel van de Klachtencommissie te volgen ook voor wat betreft de inhoudscategorieën discriminatie en harddrugs-, overmatig softdrugsgebruik en overmatig alcoholgebruik, en de inhoudscategorie discriminatie waardoor de uiteindelijke classificatie uitkomt op 12 op basis van geweld, angst, discriminatie en harddrugs-, overmatig softdrugsgebruik en overmatig alcoholgebruik met als toevoeging grof taalgebruik. Beklaagde dient de classificatie te communiceren met de DVD distributeur zodat bij de release van de DVD de inlay de nieuwe classificatie vertoont.
Gezien het feit dat er sprake is van een spoedprocedure omdat de Film momenteel in de bioscopen draait, heeft de Klachtencommissie Beklaagde onmiddellijk na de zitting, 16 november 2011, telefonisch op de hoogte gesteld van deze uitspraak.
Beklaagde heeft vanaf de dagtekening van de begeleidende brief bij deze uitspraak tot uiterlijk 28 november 2011 de tijd om alle maatregelen te nemen die ertoe leiden dat de onjuiste leeftijdsclassificatie 6 ongedaan wordt gemaakt en wordt omgezet in de leeftijdsclassificatie 12 in combinatie met de inhoudspictogrammen voor geweld, angst en grof taalgebruik. Ambtshalve verzoekt de Klachtencommissie Beklaagde om aan deze classificatie de inhoudscategorieën discriminatie en harddrugs-, overmatig softdrugsgebruik en overmatig alcoholgebruik toe te voegen.
Beklaagde dient uiterlijk 28 november 2011, dat is binnen zeven dagen na dagtekening van de begeleidende brief bij deze uitspraak de door de Klachtencommissie aangegeven classificatie zelf alsnog door middel van het invullen van het classificatieformulier in te voeren in de database van het NICAM.
De Klachtencommissie is van oordeel dat Beklaagde in ieder geval de maatregel dient te nemen dat bij release van de Film op DVD de inlay van de DVD de door de Klachtencommissie aangegeven classificatie vertoont.
De Klachtencommissie legt bovengenoemde maatregelen op onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag, te rekenen vanaf zeven dagen na de dagtekening van deze uitspraak, met een maximum van € 25.000,-.
Conform artikel 14 lid 2 Reglement van Klachten heeft de Klachtencommissie de bevoegdheid, om al dan niet op verzoek van één der partijen, haar eigen beslissing, voor zover naar haar oordeel redelijkerwijs noodzakelijk, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Dit betekent dat er aan haar beslissing direct gevolg dient te worden gegeven. In de onderhavige kwestie ten aanzien van de Film, doch in alle gevallen waar een bioscoopfilm in het geding is, is de Klachtencommissie de mening toegedaan dat het in redelijkheid noodzakelijk is om van deze bevoegdheid gebruik te maken. Op deze manier wil de Klachtencommissie voorkomen dat de gewraakte film in de bioscopen met verkeerde pictogrammen wordt vertoond en in de follow up op DVD met verkeerde pictogrammen op de markt wordt gebracht.
De Klachtencommissie verklaart deze uitspraak derhalve uitvoerbaar bij voorraad.
De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder B Klachtenreglement van het NICAM over tot het opleggen van een maatregel van waarschuwing aan Beklaagde. Weliswaar is in een eerdere uitspraak d.d. 29 juni 2005 (klachtnr. 050411.01 Cursed’) een klacht gegrond verklaard, echter gezien de op hande zijnde wijziging in de Sanctierichtlijn en gezien het feit dat het meer dan vijf jaar geleden is dat ten aanzien van Beklaagde een klacht gegrond is verklaard, is de Klachtencommissie de mening toegedaan dat zij ten aanzien van deze klacht geen zwaardere sanctie -zoals een boete- op kan leggen.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Hilversum, 21 november 2011