Klachtnummer: 051123.02
Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: video/DVD ‘The Piano’, hierna te noemen: de Video/DVD
1. De procedure
Klager heeft op 23 november 2005, aangevuld bij e-mail van 7 december 2005, een klacht ingediend met betrekking tot de Video/DVD. De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 6 lid 1 van het Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen. Beklaagde sub 2 heeft tegen de klacht verweer gevoerd bij brief van 7 februari 2006. Beklaagde sub 1 heeft tegen de klacht verweer gevoerd bij e-mail van 9 februari 2006. De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 15 februari 2006. Klager noch Beklaagden hebben, na deugdelijke oproeping, gebruik gemaakt van de mogelijkheid hun standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
De film ‘The Piano’ is een sprookje uit de negentiende eeuw met melodramatische elementen. Een onschuldige niet sprekende jonge vrouw wordt uitgehuwelijkt en met haar piano en dochtertje naar Nieuw Zeeland gestuurd. Daar wacht haar een nare echtgenoot, maar ook een nieuwe liefde voor een Schotse buurman die als Maori leeft. Na het overwinnen van haar noodlot heeft het verhaal zoals alle sprookjes een goede afloop.
De film is door Beklaagde sub 2 in 2001 geclassificeerd met behulp van het NICAM classificatieformulier versie 1.0 en is uitgekomen op ‘Meekijken Gewenst met kinderen tot 6 jaar’ (MG6) in combinatie met de inhoudscategorie geweld (pictogram: vuistje). In 2002 heeft Beklaagde sub 1 deze classificatie overgenomen voor video/DVD. Later heeft het NICAM de classificatie MG6 vervangen door ‘let op met kinderen tot 6 jaar’ (6).
3. De klacht
Kort weergegeven voert Klager aan dat hij de classificatie MG6 belachelijk vindt gezien de naaktscènes, de beelden van een afgehakte vinger, een poging tot aanranding en een bijna verdrinking.
4. Het verweer
Beklaagde sub 1 geeft in haar verweerschrift aan dat zij te goeder trouw de classificatie van Beklaagde sub 2 heeft overgenomen. De classificatie MG6 (nu: 6) leek beklaagde sub 1 aannemelijk voor deze titel. In het verweerschrift geeft Beklaagde sub 2, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
Beklaagde sub 2 wijst er op dat de classificatie in 2001 heeft plaats gevonden, slechts enkele maanden na de start van Kijkwijzer. Sindsdien zijn de richtlijnen voor de codering aangepast en aangescherpt. Beklaagde sub 2 is derhalve van mening dat Beklaagde sub 1 de classificatie niet klakkeloos had mogen overnemen, maar had moeten controleren of de classificatie nog solide was.
In 2001 was classificeren nieuw voor iedereen. Tijdens de trainingsdagen voor de codeurs werd duidelijk dat vragenlijsten niet altijd eenduidige antwoorden opleverden. Vooral ten aanzien van seks en geweld bleken verschillen van mening te bestaan. Er moest door codeurs een zekere vaardigheid worden opgebouwd en de vragenlijsten bleken ook niet scherp genoeg. De vragenlijst is in de loop van tijd verschillende malen aangepast, vooral ten aanzien van seks en angst. De codeurs zijn beter geworden. Toen destijds het classificatieformulier door de codeur is ingevuld, zijn de elementen uit de klacht natuurlijk wel gezien, maar anders beoordeeld dan Klager.
5. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klager ontvankelijk in zijn klacht. De Klachtencommissie overweegt het volgende. Beklaagde sub 1 heeft de classificatie van de Video/DVD overgenomen van Beklaagde sub 2. De Klachtencommissie is van oordeel dat hiermee sprake is van een situatie, zoals opgenomen in artikel 4 Deelreglement Video/DVD, dat handelt over de zogenaamde ‘eerste classificatie’. Artikel 4 luidt als volgt: “indien er sprake is van een eerdere classificatie op het product (bijvoorbeeld gedaan door een omroepinstelling of een filmverhuurder) dient de producent deze in principe over te nemen. De producent mag derhalve te goeder trouw uitgaan van de juistheid van de in een eerdere fase aan de video en/of DVD toegekende leeftijds- en inhoudscategorieën. De producent mag zich op het bepaalde in dit artikel beroepen indien er een klacht over de aan de video en/of DVD meegegeven leeftijds- en/of inhoudscategorie(ën) wordt ingediend, nadat hij deze op de markt heeft gebracht”.
De Klachtencommissie heeft het door Beklaagde sub 2 indertijd gehanteerde classificatieformulier 1.0 zelf toegepast op de Video/DVD en behandelt hieronder de relevante vragen.
Ten aanzien van de inhoudscategorie geweld heeft Beklaagde sub 2 vraag 4. (Hoe vaak komt verkrachting of een zichtbare poging tot verkrachting voor?) met ‘nooit’ beantwoord. De Klachtencommissie is van mening dat deze vraag met ‘1 keer of vaker’ beantwoord had moeten worden en wijst op de scène waarin de hoofdpersoon door haar man wordt opgewacht en hij uit woede een poging doet haar te verkrachten. Vraag 6. (Hoe vaak komt geweld met vuur- slag- of steekwapens voor?) is eveneens ten onrechte met ‘nooit’ beantwoord. Hier moet ‘1 of enkele keren’ worden ingevuld. De Klachtencommissie doelt hier op de scène waarin de vinger van de hoofdpersoon met een bijl wordt afgehakt. Op grond van dit voorbeeld moet ook vraag 8. (Hoe vaak komt fysieke marteling (doelbewust toebrengen van fysieke pijn voor?) met ‘1 of enkele keren’ beantwoord worden. Ook vraag 10. (Zitten er geweldshandelingen in die in principe door mensen nagedaan kunnen worden?) heeft Beklaagde sub 2 ten onrechte met ‘nooit’ beantwoord. Deze vraag dient met ‘1 of enkele keren’ beantwoord te worden, op grond van de eerder genoemde scène met de bijl, evenals vraag 11. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn?), die Beklaagde sub 2 ten onrechte met ‘nooit’ heeft beantwoord. Een juiste beantwoording van deze laatste vraag is volgens de Klachtencommissie ‘1 of enkele keren’. De combinatie van geweld dat uitvoerbaar en indringend is, brengt de classificatie voor geweld op 12.
In de categorie seks heeft Beklaagde sub 2 vraag 15. (Zijn er seksuele handelingen die worden opgedrongen?) met ‘nooit’ beantwoord. De Klachtencommissie is van mening dat hier ‘1 of enkele keren’ ingevuld had moeten worden, op grond van de eerder genoemde poging tot verkrachting, maar ook op de scènes waarin de hoofdrolspeelster seks heeft met de buurman om haar piano terug te verdienen. Dat de twee in een later stadium van de film verliefd worden, doet hier niet aan af. Vraag 16. (Heeft dit opdringen negatieve gevolgen voor de dader?) moet vervolgens met ‘nee’ worden beantwoord. Bovenstaande beantwoording leidt tot de classificatie 16 ten aanzien van seks.
De Klachtencommissie wenst hier aan te tekenen dat de classificatie 16 op basis van seks geen recht doet aan de inhoud van de Film. Het had in de rede gelegen dat Beklaagde in contact zou treden met het bureau van het NICAM om een herclassificatie uit te voeren, wat gebruikelijk is in uitzonderlijke gevallen waarin het classificatiesysteem tekort schiet. In het geval van opgedrongen seksuele handelingen is bovendien dit probleem onderkend door het NICAM, en is, juist op dit punt, de vragenlijst verbeterd. Met het classificatieformulier 1.2 is niet alleen de vraagstelling veranderd, maar is tevens dit vragenblok in zijn geheel verplaatst naar een andere inhoudscategorie, namelijk geweld. De Klachtencommissie zal het ‘fout’ beantwoorden van vraag 16 Beklaagde dan ook niet aanrekenen.
Binnen de inhoudscategorie angst heeft Beklaagde sub 2 vraag 23. (Zijn er beelden van zeer angstige mensen als gevolg van geweldsacties van andere levende wezens (mensen, dieren, monsters)?) ten onrechte met ‘nooit’ beantwoord. Deze vraag dient met ‘1 of enkele keren’ beantwoord te worden. De Klachtencommissie is van mening dat de dochter van de hoofdpersoon zeer angstig is, wanneer ze de afgehakte vinger van haar moeder naar de buurman moet brengen.
Daar classificatieformulier 1.0 sinds 18 september 2001 niet meer in gebruik is, zal de Klachtencommissie in het onderstaande de vragen behandelen die volgens het nu geldende classificatieformulier 1.2 op grond van bovengenoemde scènes positief beantwoord moeten worden. Daarbij zij opgemerkt dat eventuele verschillen in uitkomst tussen de beide classificatieformulieren Beklaagde sub 2 niet zullen worden aangerekend; immers, Beklaagde sub 2 heeft indertijd terecht classificatieformulier 1.0 gehanteerd.
In de categorie geweld moeten vraag 2.2.1. (Hoe vaak komt fysiek lijf-aan-lijf geweld voor?), vraag 2.2.2. (Hoe vaak komt geweld met vuur- slag- of steekwapens voor?), vraag 2.2.4. (Hoe vaak komt fysieke marteling voor?) en 2.3.1. (Zitten er geweldsacties in die door mensen uitvoerbaar zijn?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden, alsmede vraag 2.4.2. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn omdat het geweld hard aankomt bij het slachtoffer?) en vraag 2.5.1. (Zijn er beelden van verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?). Vraag 2.6.1. (Worden er seksuele handelingen opgedrongen?) moet met ‘ja’ beantwoord worden. Vraag 2.6.2. (Gaat het opdringen van de seksuele handelingen gepaard met indringend geweld?) moet vervolgens met ‘nee’ beantwoord worden. Bovenstaande beantwoording leidt tot de classificatie 12 ten aanzien van geweld.
In de categorie angst moet vraag 3.1.7. (Hoe vaak komen geweldsacties van levende wezens (mensen, dieren, monsters) waarbij mensen of dieren zichtbaar het slachtoffer zijn voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. Vraag 3.2.2. (Zijn er beelden van zeer angstige mensen als gevolg van geweldsacties van andere levende wezens (mensen, dieren, monsters) of dreigingen daarvan?) moet eveneens met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. Vraag 3.2.3. (Loopt het met de zeer angstige mensen steeds, dus in alle gevallen direct goed af?) moet vervolgens met ‘ja’ beantwoord worden. Vraag 3.3.4. (Komen er verwondingen voor in de productie?) moet met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. Vraag 3.4.1. (Spelen de angstwekkende situaties zich af in een voor kinderen alledaagse/gewone omgeving?) moet ten slotte met ‘nooit’ beantwoord worden. Vraag 3.2.3. en vraag 3.4.1. neutraliseren de angstwekkende elementen waardoor de classificatie ten aanzien van angst uitkomt op 6.
In de inhoudscategorie seks moet vraag 4.1.2. (hoe vaak zijn er seksuele handelingen zichtbaar?) met ‘1 of enkele keren’ beantwoord worden.
Aangezien de overige vragen binnen deze categorie met ‘nooit’ beantwoord worden, leidt dit niet tot een leeftijdsclassificatie.
De overige inhoudscategorieën zijn niet van toepassing op de Film.
De classificatie van de Film komt met het classificatieformulier 1.2 uit op 12, op basis van geweld.
6 a. De beslissing van de Klachtencommissie ten aanzien van Beklaagde sub 2
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht van Klager gegrond. De classificatie van de film dient uit te komen op 12 op basis van geweld. Beklaagde sub 2 dient binnen vier weken na dagtekening van deze uitspraak de door de Klachtencommissie aangegeven classificatie 12 in combinatie met het inhoudspictogram voor geweld zelf door middel van het invullen van het classificatieformulier versie 1.2 in te voeren in de database van het NICAM. De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM over tot het opleggen van een boete aan Beklaagde sub 2, nu er in een eerdere uitspraak (040728.02 ‘State of Play’) tegen Beklaagde een klacht gegrond is verklaard.
De onderhavige overtreding valt binnen de categorie A ‘Inhoudelijke overtredingen’; de Film is fout geclassificeerd. Beklaagde is een landelijk opererende omroep, waarvoor elke punt € 2000,- bedraagt. Nu er één inhoudscategorie verkeerd geclassificeerd is, brengt dit voor Beklaagde sub 2 een boete met zich mee van € 2000,-. Echter, omdat de classificatie reeds in 2001 is gebeurd met het eerste classificatieformulier, dat in een later stadium, juist ten aanzien van opgedrongen seksuele handelingen verbeterd is, stelt de Klachtencommissie de correctiefactor vast op 0,5 waardoor de boete uitkomt op € 1000,-.
6 b. De beslissing van de Klachtencommissie ten aanzien van Beklaagde sub 1
De Klachtencommissie acht de klacht van Beklaagde sub 1 eveneens gegrond. Beklaagde sub 1 dient bij de eerstvolgende release van de Video/DVD ervoor te zorgen dat de inlay de correcte classificatie vertoont. Indien er tussentijds een herdruk van de omslag plaatsvindt, dient deze de correcte classificatie te vermelden. Tevens dient Beklaagde sub 1 er zorg voor te dragen dat alle eventuele andere reclame- en overige uitingen met betrekking tot het product de correcte classificatie vermelden. De Klachtencommissie gaat niet over tot het opleggen van een boete vanwege het geslaagde beroep op artikel 4 Deelreglement Video/DVD.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Hilversum, 15 maart 2006