Audiovisuele productie: televisieserie ‘Law & Order’, aflevering uitgezonden op 16 maart 2005, hierna te noemen: de Aflevering
1. De procedure
Klager heeft met gebruikmaking van het NICAM klachtenformulier op 21 maart 2005, aangevuld bij e-mail van 22 maart 2005, een klacht ingediend over de Aflevering.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 6 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde sub 2 heeft verweer gevoerd tegen de klacht bij brief van 29 april 2005. Beklaagde sub 1 heeft tegen de klacht verweer gevoerd bij brief van 4 mei 2005.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld tijdens haar zitting van 11 mei 2005.
Namens Beklaagde sub 1 is de heer mr R. Eljon verschenen. Namens Beklaagde sub 2 is mevrouw C. van der Heide verschenen.
Klager heeft, na deugdelijke oproeping, geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
In de televisieserie ‘Law & Order’ wordt in elke aflevering een misdaad gevolgd, die vaak gebaseerd is op ware feiten of op krantenberichten. De rechercheurs van de NYPD en hun collega’s van het Openbaar Ministerie proberen de straten van New York veiliger te maken. De Aflevering maakt deel uit van het productiejaar 1993.
Beklaagde sub 2 heeft de televisieserie ‘Law & Order’ steekproefsgewijs geclassificeerd met behulp van classificatieformulier 1.2. Onder het kopje ‘Jaar van uitgave’ wordt ‘1997’ vermeld. Deze classificatie is uitgekomen op de leeftijdsclassificatie ‘Voor Alle Leeftijden’ (AL). Nadat de klacht is ingediend, heeft Beklaagde sub 2 de classificatie in de database van het NICAM gewijzigd. Deze is uitgekomen op ‘afgeraden voor kinderen jonger dan 6 jaar’ (6) op basis van de inhoudscategorieën geweld (pictogram: vuistje) en angst (pictogram: spinnetje)
3. De klacht
Verkort weergegeven voert Klager aan dat tijdens de Aflevering, uitgezonden op 16 maart 2005, twee verpleegsters zijn aangevallen, wat heeft geresulteerd in een bloederig tafereel. De classificatie AL bevreemdt Klager gezien de inhoud van de serie en de genoemde scène in het bijzonder.
4. Het verweer
In haar verweerschrift geeft Beklaagde sub 1, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
De serie is niet door Beklaagde sub 1 geclassificeerd, zij heeft de classificatie zoals te vinden in de database van het NICAM gevolgd. Deze eerdere classificatie is door Beklaagde sub 2 uitgevoerd. Beklaagde sub 1 meent juist gehandeld te hebben door deze classificatie over te nemen. Om voor de hand liggende redenen van onder meer doelmatigheid, is het voor een omroep ondoenlijk en bovendien onwenselijk om een reeds geclassificeerd product opnieuw te classificeren.
Beklaagde sub 1 heeft de classificatie AL te goeder trouw overgenomen. Niets in de database van het NICAM wees erop dat het om een specifiek seizoen dan wel specifieke aflevering zou gaan. Beklaagde sub 1 is overigens bereid de serie te classificeren en in de database in te voeren.
Beklaagde sub 2 heeft inmiddels een nieuwe classificatie in de database van het NICAM ingevoerd, te weten 6 op basis van geweld en angst. Beklaagde sub 1 heeft deze classificatie overgenomen.
In haar verweerschrift geeft Beklaagde sub 2, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
De serie zelf noch de Aflevering, genaamd ‘Animal Instinct’, is door Beklaagde sub 2 geclassificeerd. Zij heeft de Aflevering uitgezonden in 1993, voordat de classificatieregels van het NICAM zijn gaan gelden. De classificatie in de database is van een latere serie uit het productiejaar 1997. Ieder seizoen wordt door Beklaagde sub 2 opnieuw geclassificeerd.
5. De mondelinge behandeling ter zitting
Ter zitting geeft Beklaagde sub 1 in aanvulling op het verweerschrift aan dat de classificatie van de serie uit de database van het NICAM is overgenomen en benadrukt dat hier niet bij stond dat het om een specifieke aflevering dan wel seizoen zou gaan. Verder geeft Beklaagde sub 1 aan dat de Aflevering ‘Jurisdiction’ heet en niet ‘Animal Instinct’ zoals Beklaagde sub 2 heeft aangegeven.
Ter zitting geeft Beklaagde sub 2 in aanvulling op het verweerschrift aan dat zij niet per serie classificeert, maar per seizoen. Het eerste seizoen dat door Beklaagde sub 2 is geclassificeerd, is het seizoen uit 1997. Daarna heeft Beklaagde sub 2 de seizoenen die hierop volgen geclassificeerd, door telkens een zogenaamde ‘herclassificatie’ uit te voeren, zoals afgesproken met een medewerker van het bureau van het NICAM. Door een herclassificatie uit te voeren verdwijnt de eerdere classificatie.
Momenteel zendt Beklaagde sub 2 seizoen 10 uit. Beklaagde sub 1 daarentegen zendt seizoen 1 uit. Dit seizoen stamt uit 1993 en is, zoals reeds werd gesteld in het verweerschrift, niet geclassificeerd door Beklaagde sub 1.
6. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klager ontvankelijk in zijn klacht.
Het seizoen van ‘Law & Order’, dat ten tijde van de klacht door Beklaagde sub 1 werd uitgezonden, is in 1993 reeds uitgezonden door Beklaagde sub 2. Beklaagde heeft toentertijd het seizoen niet geclassificeerd en heeft hiermee niet in strijd met enige Kijkwijzerregel gehandeld. Immers, het NICAM en het Kijkwijzersysteem bestonden toentertijd nog niet.
Beklaagde sub 1 heeft de classificatie zoals ten tijde van de klacht te vinden in de database van het NICAM overgenomen. Artikel 8 Deelreglement Televisie luidt als volgt: ‘Indien er sprake is van een eerdere classificatie op het product (bijvoorbeeld gedaan door de filmverhuurder of de videodistributeur) dient de omroepinstelling deze in principe over te nemen. De omroepinstelling kan te goeder trouw overgaan tot het uitzenden van het betreffende programma-onderdeel op een tijdstip dat in overeenstemming is met het oorspronkelijke classificatieresultaat. De omroepinstelling mag zich op het bepaalde in dit artikel beroepen indien er een klacht wordt ingediend naar aanleiding van het classificatieresultaat en het uitzendtijdstip van het betreffende programma-onderdeel.’ In beginsel dient op basis van dit artikel derhalve een eerdere classificatie op een product door de omroepinstelling overgenomen te worden.
Naar het oordeel van de Klachtencommissie is hier echter geen sprake van een classificatie zoals vermeld in voorgenoemde artikel. Van een zogenaamde ‘eerste classificatie’ is namelijk slechts sprake indien het gaat om exact dezelfde productie. Bij series betekent dit dat het om hetzelfde seizoen moet gaan, gezien de regel dat elke seizoen apart geclassificeerd moet worden. In casu mag er volgens de Klachtencommissie niet vanuit worden gegaan dat het seizoen zoals vermeld in de database van het NICAM exact hetzelfde seizoen is als uitgezonden door Beklaagde sub 1. Immers, in de database wordt expliciet het jaar 1997 genoemd, terwijl Beklaagde sub 1 het seizoen uit 1993 heeft uitgezonden.
In maart 2003 is het oude seriebeleid van het NICAM geïntroduceerd. Uit dit oude beleid blijkt duidelijk dat voor elk televisieseizoen een nieuwe steekproef moet worden genomen. De Aflevering is uitgezonden op 16 maart 2005. Nu er geen steekproef is genomen voor het seizoen 1993, stelt de Klachtencommissie vast dat het oude seriebeleid niet juist is uitgevoerd.
Inmiddels is het oude seriebeleid op 22 maart 2005 vervangen door een nieuw seriebeleid, zoals te vinden in de nieuwe ‘Handleiding voor Kijkwijzercodeurs van A tot Z’. De regel ten aanzien van het classificeren van televisieseizoenen is in dit nieuwe beleid niet gewijzigd.
Beklaagde sub 1 had gezien het vorenstaande het door haar uitgezonden seizoen van ‘Law & Order’ moeten classificeren. Daar Beklaagde sub 1 dit heeft nagelaten, past de Klachtencommissie alsnog het classificatieformulier 1.2 zelf toe op de Aflevering.
Vraag 1.1.3. (Is de productie een andersoortig fictie/dramaproduct?) moet worden beantwoord met ‘ja’.
Ten aanzien van de inhoudscategorie geweld dienen geen van de vragen positief beantwoord te worden. In de Aflevering komen immers geen scènes voor waarin geweld wordt getoond. De classificatie ten aanzien van deze inhoudscategorie komt derhalve uit op AL.
Vraag 7.1.1 (Komt er in de productie grof taalgebruik (vloeken, schuttingtaal) voor?) dient met ‘nooit’ beantwoord te worden. Derhalve hoeft bij de classificatie van de Aflevering niet het grof taalgebruik pictogram opgenomen te worden.
Ten aanzien van de inhoudscategorie angst dienen volgens de Klachtencommissie vraag 3.3.2. (Komen er lijken van mensen in de productie voor?) en vraag 3.3.4 (Komen er in de productie verwondingen voor?) positief beantwoord te worden. Hier doelt de Klachtencommissie op de scène waarin twee verpleegsters te zien zijn die onder het bloed zitten. Verder speelt deze scène zich niet af in een ver verleden en is er geen sprake van een zogenaamde fantasy zoals bedoeld in de ‘Handleiding voor Kijkwijzer codeurs; Toelichting op vragenlijst 1.2’. Er is derhalve sprake van een voor kinderen alledaagse/gewone omgeving wat een positieve beantwoording van vraag 3.4.1. met zich meebrengt.
De Klachtencommissie is van mening dat de overige inhoudscategorieën niet op de Aflevering van toepassing zijn. De classificatie van de Aflevering komt derhalve uit op 6 op basis van de inhoudscategorie angst.
Nu de Klachtencommissie zich slechts ambtshalve uit kan spreken over de inhoudscategorie angst, daar Klager niet specifiek over deze inhoudscategorie heeft geklaagd, kan zij deze beoordeling slechts in overweging meegeven aan Beklaagde sub 1.
Conform het actuele seriebeleid van het NICAM dient Beklaagde sub 1 – indien en voordat zij opnieuw mocht overgaan tot uitzending van seizoen 1993 – ten aanzien van dat seizoen een classificatiesteekproef uit te voeren. De Aflevering dient deel uit te maken van deze steekproef. Hierbij dient Beklaagde sub 1 de classificatie van de Aflevering, zoals in het vorenstaande weergegeven door de Klachtencommissie, te volgen.
7 a. De beslissing van de Klachtencommissie ten aanzien van Beklaagde sub 1
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht ten aanzien van het niet classificeren van het door Beklaagde sub 1 uitgezonden seizoen uit 1993 gegrond. Beklaagde sub 1 dient binnen 4 weken conform het actuele seriebeleid een steekproef uit te voeren, met dien verstande dat de Aflevering ook deel uit zal maken van deze steekproef. Het resultaat van de steekproef dient opgenomen te worden in de database van het NICAM.
De Klachtencommissie acht de klacht ten aanzien van de inhoudscategorieën geweld en grof taalgebruik ongegrond, maar geeft haar beoordeling ten aanzien van de inhoudscategorie angst in overweging mee aan Beklaagde sub 1.
De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM over tot het opleggen van een boete aan Beklaagde sub 1, nu er in eerdere uitspraken jegens Beklaagde sub 1 een boete is opgelegd. Bij de berekening van de onderhavige boete is de Klachtencommissie uitgegaan van de nieuwe Sanctierichtlijn, die op 15 november 2004 algemeen bekend is gemaakt.
De onderhavige overtreding valt binnen de categorie A ‘inhoudelijke overtredingen’; de Aflevering is ten onrechte niet geclassificeerd. Beklaagde sub 1 is een landelijk opererende omroep. Het ten onrechte niet classificeren brengt volgens de Sanctierichtlijn voor Beklaagde sub 1 een boete van € 12.000, - met zich mee. De Klachtencommissie past hier echter een correctiefactor bij toe van 0,5, daar de verschillende seizoenen verwarring konden opleveren en omdat de eerste uitzending van het desbetreffende seizoen plaatsvond voordat het NICAM/Kijkwijzer werd ingevoerd.
De boete komt derhalve uit op € 6000, -
Het hierboven genoemde bedrag dient door Beklaagde binnen 30 dagen na factuurdatum te worden voldaan. De factuur wordt gescheiden toegezonden.
7 b. De beslissing van de Klachtencommissie ten aanzien van Beklaagde sub 2
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht ten aanzien van Beklaagde sub 2 ongegrond. Ten overvloede merkt de Klachtencommissie echter op dat de wijze waarop Beklaagde sub 2 nieuwe seizoenen van een serie classificeert niet juist is. Het classificeren van nieuwe seizoenen vindt niet plaats door middel van een zogenoemde herclassificatie van een eerder seizoen. Het nieuwe seizoen dient steekproefsgewijs geclassificeerd te worden en dient apart opgenomen te worden in de database van het NICAM, onder vermelding van het jaar van uitzending.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de
Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Beslissing van de Commissie van Beroep van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: televisieserie ‘Law & Order’, hierna te noemen : de Serie, aflevering uitgezonden op 16 maart 2005, hierna te noemen: de Aflevering
1. De uitspraak van de Klachtencommissie
Bij beslissing van 30 juni 2005 heeft de Klachtencommissie van het NICAM een klacht van Klager in eerste aanleg d.d. 21 maart 2005 met betrekking tot de Aflevering beoordeeld. De klacht was gericht op de inhoudscategorieën geweld en grof taalgebruik. In de Aflevering, die omstreeks 19.30 uur is uitgezonden, werden twee verpleegsters aangevallen, wat resulteerde in een bloederig geheel.
In de uitspraak van de Klachtencommissie spelen twee beklaagden een rol. SBS Broadcasting B.V. (Beklaagde sub 1) heeft de classificatie van de Serie, uitgevoerd door de VARA (Beklaagde sub 2), uit de database van het NICAM overgenomen. Dit bleek onjuist te zijn, omdat de classificatie in de database een latere Serie, uit het productiejaar 1997, betrof. Beklaagde sub 2 is tevens verzocht zich in de zaak te verweren, omdat het NICAM ervan uit is gegaan dat deze aangeslotene de eerste classificatie van de Serie, waarvan de gewraakte Aflevering deel uitmaakte, heeft uitgevoerd. In dergelijke gevallen worden beide aangeslotenen verzocht zich te verweren. De Klachtencommissie heeft de klacht over de Aflevering ten opzichte van Beklaagde sub 1 deels gegrond verklaard en ten opzichte van de Beklaagde sub 2 ongegrond. Het uitgezonden seizoen uit 1993 is door Beklaagde sub 1 ten onrechte niet geclassificeerd. De Klachtencommissie heeft de klacht ten aanzien van de inhoudscategorieën geweld en grof taalgebruik ongegrond verklaard en heeft haar ambtshalve beoordeling ten aanzien van de inhoudscategorie angst aan Beklaagde sub 1 in overweging meegegeven. De Klachtencommissie is conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM overgegaan tot het opleggen van een boete, nu er in eerdere uitspraken jegens Opposant reeds boetes zijn opgelegd. Bij de berekening van de onderhavige boete is de Klachtencommissie uitgegaan van de nieuwe Sanctierichtlijn, die op 15 november 2004 algemeen bekend is gemaakt. De onderhavige overtreding valt binnen de categorie A ‘inhoudelijke overtredingen’; de Aflevering is ten onrechte niet geclassificeerd. Opposant is een landelijk opererende omroep. Het ten onrechte niet classificeren, brengt volgens de Sanctierichtlijn voor Opposant een boete van € 12.000, - met zich mee. De Klachtencommissie past hier echter de correctiefactor toe van 0,5, daar de verschillende seizoenen van de Serie verwarring konden opleveren én omdat de eerste uitzending van het desbetreffende seizoen plaatsvond voordat Kijkwijzer werd ingevoerd. De boete is derhalve uitgekomen op € 6000, -. Afschrift van deze beslissing is aan partijen verzonden op 30 juni 2005.
2. De procedure in hoger beroep
Opposant is van de beslissing van 30 juni 2005 in beroep gekomen bij beroepschrift van 1 augustus 2005, bij de Commissie van Beroep binnengekomen op 3 augustus 2005. De Commissie van Beroep heeft het beroep behandeld tijdens haar zitting van 19 september 2005, alwaar is verschenen mevrouw mr. L. Schots, werkzaam bij de afdeling Juridische Zaken van Opposant. De Commissie van Beroep heeft acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben, waaronder het dossier van de Klachtencommissie, evenals op het behandelde ter zitting.
3. De gronden voor het hoger beroep
Tegen de uitspraak van de Klachtencommissie voert Opposant in het beroepschrift en tijdens de behandeling ter zitting de volgende, enigszins verkorte, gronden aan. Het volledige beroepschrift, de ter zitting overhandigde pleitnotitie, als ook het eerdere verweerschrift worden als ingelast beschouwd. Opposant had naar de mening van de Klachtencommissie in het onderhavige geval niet de ‘eerste classificatie’ uit de NICAM database mogen overnemen. Het overnemen van een eerdere, reeds ingevoerde classificatie, is alleen toegestaan indien het exact dezelfde productie betreft. De Klachtencommissie overweegt onder meer: “In casu mag er volgens de Klachtencommissie niet vanuit worden gegaan dat het seizoen zoals vermeld in de database van het NICAM exact hetzelfde seizoen is als uitgezonden door Opposant. Immers, in de database wordt expliciet het jaar 1997 genoemd, terwijl Opposant het seizoen uit 1993 heeft uitgezonden.” Opposant wees de Klachtencommissie in haar verweerschrift al op het volgende: “Door Opposant is in dezen de gebruikelijke procedure gevolgd en zij heeft de eerdere leeftijdkeuring ‘Alle Leeftijden’ te goeder trouw overgenomen. Niets in de NICAM database wees erop dat deze keuring voor een specifiek seizoen of een bepaalde aflevering zou gelden. Overigens is er slechts één serie ‘Law and Order’ bij de Inkoop Afdeling van Opposant bekend. Het jaartal 1997 waarop een nieuwe serie volgens de VARA zou zijn begonnen, komt Opposant dan ook vreemd voor.”
In haar uitspraak gaat de Klachtencommissie ten onrechte aan bovenstaande opmerking van Opposant voorbij. Juist de omstandigheid dat er van ‘Law & Order’ slechts één Serie bestaat, die bovendien volgens de informatie van Opposant in 1990 is begonnen, heeft voor de, overigens door de Klachtencommissie erkende, verwarring gezorgd. Zoals tevens in het verweerschrift aangegeven, is het voor omroepen praktisch ondoenlijk om alle door derden in de database ingevoerde gegevens op (volledige) juistheid te controleren. Zodoende kon en mocht Opposant binnen de geldende systematiek afgaan op de eerste keuring van ‘Law & Order’ en kon zij er tevens op goede gronden van uitgaan dat deze eerste, door de VARA verrichte, keuring dezelfde productie betrof.
Voorts geeft Opposant aan dat de oorspronkelijke klacht betrekking heeft op een aflevering van de Serie, die niet door de codeurs van Opposant is geclassificeerd, omdat deze volgens de ‘Handleiding voor de Kijkwijzer codeurs van A tot Z’ buiten de steekproef mag vallen. Dit betekent dat een eventueel onjuiste classificatie Opposant niet kan worden aangerekend.
Op basis van de hierbij ingebrachte bezwaren is Opposant van mening dat het sanctiebesluit van de Klachtencommissie geen stand kan houden, althans voor wat betreft de opgelegde boete. Opposant beroept zich, voorzover nodig, tevens op een gebrek aan deugdelijke motivering. Opposant verzoekt de Commissie van Beroep van het NICAM de uitspraak van de Klachtencommissie te vernietigen en de klacht van Klager in eerste aanleg ongegrond te verklaren. Ter zitting wordt nogmaals door de vertegenwoordiger van Opposant aangegeven dat de boete te hoog is, omdat Opposant ervan uit mocht gaan dat zij de eerdere classificatie over mocht nemen.
Klager in eerste aanleg, de heer J. Lelie, heeft per e-mail van 20 augustus 2005 gereageerd. Hij meent dat onwetendheid nooit een excuus mag zijn voor een overtreding. Ook de wetgever gaat ervan uit dat iedere Nederlander de wet behoort te kennen. Hij is zelf als kijker wel op de hoogte van het bestaan van minstens drie series: ‘Law & Order’, ‘Law & Order Special Victims Unit’ en ‘Law & Order Criminal Intent’. Iedere serie is voorzien van een eigen entry in de database van het NICAM. Klager in eerste aanleg meent te mogen stellen dat SBS, als insider in de omroepwereld, deze kennis ook heeft en acht het verweer onaannemelijk.
Op verzoek van de Commissie van Beroep bekijkt de vertegenwoordiger van Opposant ter zitting het gewraakte beeldmateriaal dat door Opposant aan het bureau van het NICAM is toegestuurd. De Commissie vraagt zich namelijk af of het beeld- materiaal, dat aan haar is overlegd ter voorbereiding van de onderhavige zaak, het materiaal is waarover op 21 maart 2005 door de Klager in eerste aanleg is geklaagd. Het toegestuurde beeldmateriaal is namelijk niet ondertiteld en wijkt dus af van hetgeen daadwerkelijk is uitgezonden. Ter zitting bevestigt de vertegenwoordiger van Opposant, na het zien van de beelden, dat het beeldmateriaal dat de Commissie voor zich heeft, het beeldmateriaal is waarover is geklaagd. De Commissie van Beroep vraagt de vertegenwoordiger ter zitting of Opposant van mening is dat de bewuste scène met de twee verpleegsters de classificatie ‘let op met kinderen jonger dan 6 jaar’ (6) oplevert. De vertegenwoordiger antwoordt bevestigend en meldt dat de classificatie inmiddels ook is verhoogd van ‘Alle Leeftijden’ naar 6. Tot slot geeft de vertegenwoordiger aan dat de series ‘Law & Order Special Victims Unit’ en ‘Law & Order Criminal Intent’ andere series betreffen, die ook veel heftiger zijn van inhoud dan de hier besproken Serie.
4. De beoordeling
Ten aanzien van de aangevoerde gronden tot vernietiging van de beslissing van de Klachtencommissie overweegt de Commissie het volgende. De Commissie van Beroep is met de Klachtencommissie van oordeel dat artikel 8 Deelreglement Televisie, dat zegt dat indien er sprake is van een eerdere classificatie op het product, deze in principe overgenomen dient te worden, in casu niet van toepassing is. Opposant heeft naar het oordeel van de Commissie van Beroep onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de classificatie, zoals deze ten tijde van de klacht in de database van het NICAM stond, namelijk ‘Alle Leeftijden’, voor het jaar 1997, uitgevoerd door de VARA overgenomen mocht worden voor de Serie die zij op dat moment uitzond en waarvan de Aflevering van 16 maart 2005 deel uitmaakte. Opposant had zich bij het raadplegen van de classificatie in de database moeten afvragen of deze op het door haar uit te zenden seizoen van de Serie van toepassing was, zeker nu daar expliciet het jaar 1997 wordt genoemd, dat volgens Opposant nu juist in het geheel niet bestaat. Opposant heeft reeds in haar verweerschrift aangegeven dat niets in de database van het NICAM erop wees dat de daarin opgenomen classificatie voor een specifiek seizoen of een bepaalde aflevering zou gelden. De Commissie van Beroep is de mening toegedaan dat op een aangeslotene bij het NICAM die een eerdere classificatie, zoals bedoeld in genoemd artikel 8 Deelreglement Televisie, wil overnemen, de plicht rust na te gaan of de classificatie in de database betrekking heeft op exact hetzelfde product. Opposant heeft ook ter zitting toegegeven dat omroeporganisaties beschikken over uitgebreide productinformatie met betrekking tot door hen uit te zenden audiovisuele producties.
Het bovenstaande wordt in dit geval nog versterkt door dat op het moment van indienen van de klacht d.d. 21 maart 2005 het oude seriebeleid d.d. maart 2003, nog gold, dat onomwonden melding maakt van het feit dat langlopende series, waartoe ‘Law & Order’ gerekend mag worden, ieder televisieseizoen opnieuw steekproefsgewijs geclassificeerd moeten worden. Deze regel had Opposant moeten sterken in het feit dat zij niet zonder meer de classificatie uit de database mocht overnemen. Opposant voert weliswaar aan dat er sprake is van één Serie, maar het staat vast dat er bij langlopende series, televisieseizoenen (of jaargangen) bestaan, waarvoor aparte classificatiesteekproeven dienen te worden genomen. Het verweer van Opposant dat een eventueel onjuiste classificatie Opposant niet kan worden aangerekend, omdat de betreffende Aflevering van de Serie volgens de ‘Handleiding voor de Kijkwijzer codeurs van A tot Z’ buiten de steekproef mag vallen, gaat in deze niet op. De Klachtencommissie is er in casu terecht van uitgaan dat hier in het geheel geen sprake is geweest van een genomen classificatiesteekproef van het betreffende televisieseizoen van de Serie door Opposant. Opposant heeft een bestaande classificatie, zonder nader onderzoek, overgenomen. Van steekproefsgewijs classificeren, is in deze geen sprake geweest. Vandaar dat de Klachtencommissie wel mocht overgaan tot het opleggen van de sanctie en dat zij ook is uitgaan van de juiste categorie overtredingen, namelijk categorie A ‘inhoudelijke overtredingen’.
De Commissie van Beroep, op vorenstaande gronden beslissende:
bekrachtigt de beslissing van de Klachtencommissie van het NICAM van 30 juni 2005.