Klachtnummer: 050916.03
Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: aflevering 3 van de televisieserie ‘Parels en zwijnen’, hierna te noemen: de Serie, uitgezonden op 12 september 2005 om 21.30 uur, hierna te noemen: de Aflevering
1. De procedure
Klaagster heeft op 16 september 2005 een klacht ingediend over de Aflevering.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 6 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft bij brief van 4 november 2005 verweer gevoerd.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 16 november 2005.
Namens Beklaagde verschenen de heer mr. R. van den Broek en de heer B. van Dalen.
Klaagster heeft, na deugdelijke oproeping, geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
De Serie is geclassificeerd door middel van een steekproef en heeft de classificatie twaalf jaar en ouder (12) op basis van geweld (pictogram: vuistje) en angst (pictogram: spinnetje), met de toevoeging grof taal gebruik (pictogram: schreeuwend mannetje). De Aflevering maakte deel uit van de steekproef.
3. De klacht
De klacht richt zich op de inhoudscategorieën geweld en angst.
Klaagster voert aan dat in de Aflevering twee keer te zien was dat een man in zijn borst werd geschoten, waarbij het bloed eruit spatte. Klaagster acht dit niet geschikt voor kinderen van bijvoorbeeld 13 jaar.
4. Het verweer
In het verweerschrift voert Beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
Beklaagde is van mening dat, op grond van het NICAM classificatie systeem, de getoonde beelden in de Aflevering voor de categorie geweld niet kunnen leiden tot een hogere classificatie dan 12. Voor de categorie angst leiden de beelden zelfs tot een lager classificatieresultaat dan 12.
Beklaagde concludeert dat het classificatiesysteem juist is toegepast, en meent derhalve dat Klaagster onterecht suggereert dat de Aflevering een hogere classificatie zou moeten hebben. Of de Aflevering geschikt is voor kinderen van bijvoorbeeld 13 jaar is voor Beklaagde niet te beantwoorden, immers dit betreft een subjectief oordeel.
Beklaagde verzoekt de Klachtencommissie de klacht ongegrond te verklaren, althans af te wijzen.
5. De mondelinge behandeling
Beklaagde geeft aan dat er een subjectief element in de klacht zit. Binnen Kijkwijzer wordt er niet gekeken naar geschiktheid, maar naar schadelijkheid.
Beklaagde geeft desgevraagd aan dat vraag 3.3.3. (Komen er ernstig gehavende lijken van mensen in de productie voor?) en vraag 3.1.5.(Fysiek geweld tegen kinderen) ‘1 keer of vaker’ ingevuld moeten worden, maar geeft daarbij aan dat dit voor de classificatie geen verschil maakt.
Beklaagde bevestigt dat de derde aflevering deel uit maakte van de steekproef die genomen is om de Serie te classificeren. Beklaagde geeft echter ook aan dat de volgorde waarop afleveringen worden aangeleverd door de producent, niet noodzakelijk dezelfde volgorde is waarop de afleveringen worden uitgezonden. Het is derhalve niet duidelijk of de Aflevering daadwerkelijk onderdeel uitmaakt van de steekproef.
Tijdens de zitting blijkt dat Beklaagde ter ondersteuning van haar verweer een testclassificatieformulier heeft ingevuld. De beantwoording van dit formulier wijkt af van het formulier dat in het bezit is van de Klachtencommissie.
Beklaagde zegt toe de Klachtencommissie schriftelijk te informeren over de precieze omvang en samenstelling van de steekproef.
6. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klaagster ontvankelijk in haar klacht.
De Klachtencommissie heeft het classificatieformulier 1.2 zelf toegepast op de Aflevering en behandelt hieronder de relevante vragen.
Binnen de inhoudscategorie geweld zijn alle vragen juist ingevuld. De Klachtencommissie is met Beklaagde van oordeel dat er sprake is van indringend geweld (vraag 2.4.1. , 2.4.2. en 2.4.3.), maar dat dit geweld geen ernstige verwondingen tot gevolg heeft (vraag 2.5.2.). De leeftijdsclassificatie blijft hiermee 12 voor geweld. Hoewel klager aangeeft dat er op een moment uitspattend bloed te zien is, is de Klachtencommissie van mening dat dit niet vergeleken kan worden met de voorbeelden van ernstige verwondingen die worden genoemd bij vraag 2.5.2. (‘The Passion of the Christ’ en ‘Saving Private Ryan’).
Binnen de inhoudscategorie angst heeft Beklaagde, met uitzondering van vraag 3.1.5. (Hoe vaak komt fysiek geweld tegen kinderen (m.u.v. kinderlijke vecht- en stoeipartijen) voor?), alle vragen juist ingevuld. Bij vraag 3.1.5. heeft Beklaagde ‘nooit’ ingevuld. De Klachtencommissie is van mening dat hier ‘1 keer of vaker’ ingevuld moet worden en doelt hierbij op de scène waarin een jongen in het gezicht wordt geslagen door een vrouw.
Positieve beantwoording van vraag 3.1.5. heeft geen invloed op de leeftijdsclassificatie van de Serie. Deze blijft voor angst op 12.
De overige inhoudscategorieën zijn niet van toepassing op de Aflevering.
De Klachtencommissie wijst Beklaagde op het Seriebeleid dat op 22 maart 2005 van kracht is geworden. Met het nieuwe Seriebeleid zijn de regels voor de steekproef aangepast. In dit nieuwe Seriebeleid is bepaald hoeveel afleveringen moeten worden meegenomen in de steekproef en hoe de gegevens van deze afleveringen moeten worden opgenomen in de database van het NICAM. Voor de Serie, die uit 8 afleveringen bestaat, betekent dit dat er drie afleveringen moeten worden geclassificeerd. In de database van het NICAM was ten tijde van de klacht echter maar één aflevering opgenomen in de database. De Klachtencommissie verzoekt Beklaagde dringend het Seriebeleid in acht te nemen.
De Klachtencommissie constateert dat Beklaagde geen schriftelijke toelichting over de omvang en samenstelling van de steekproef heeft overlegd, zoals zij tijdens de zitting wel had toegezegd. De Klachtencommissie gaat ervan uit dat Beklaagde dit alsnog binnen twee weken na dagtekening van de uitspraak zal doen. Nu de inhoud van dit nog te ontvangen stuk, gezien het bovenstaande, niet van directe invloed zal zijn op de uitkomst van de onderhavige procedure neemt de Klachtencommissie wel reeds nu de volgende beslissing.
7. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht ongegrond.
De classificatie van de Aflevering is terecht uitgekomen op 12 op basis van geweld en angst met de toevoeging grof taalgebruik.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Hilversum, 14 december 2005