1. De procedure
Klaagster heeft met gebruikmaking van het NICAM klachtenformulier op 22 februari 2004, aangevuld bij e-mail van 27 februari jl., een klacht ingediend met betrekking tot een promo voor de serie ‘Crime Scene Investigation’.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 6 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft tegen de klacht verweer gevoerd bij brief van 5 mei 2004.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 24 mei 2004.
Zowel klaagster als beklaagde hebben, na deugdelijke oproeping, geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar/zijn standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
De promo voor de serie ‘Crime Scène Investigation’ is uitgezonden door beklaagde op vrijdag 20 februari 2004 even voor 20.00 uur.
De serie ‘Crime Scene Investigation’ heeft de classificatie 12 jaar en ouder (12), op basis van geweld en angst.
3. De klacht
De klacht richt zich op de categorieën geweld en angst. Klaagster geeft aan dat in de promo een bloedend lijk voorkwam. Ook kwam er volgens klaagster een persoon in de promo voor die gilde en erg bang was.
4. Het verweer
In zijn verweerschrift geeft beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
Beklaagde geeft aan dat de gewraakt promo dezelfde classificatie heeft als het programma waarvan het is afgeleid. Abusievelijk is deze promo op vrijdag 21 februari 2004 om 19:52:49 uitgezonden. Degenen die de vooraankondigingen inplannen zijn volledig op de hoogte van de Kijkwijzervoorwaarden en nemen deze voorwaarden in acht bij dit inplannen. De promo van ‘Crime Scene Investigation’ is kennelijk vanwege een menselijke onoplettendheid enkele minuten te vroeg ingepland, wat beklaagde ten zeerste betreurt. Beklaagde heeft de intern verantwoordelijken op de hoogte gesteld van de fout. Zij zullen strikter toezien op de naleving van de Kijkwijzervoorwaarden, zodat een incident als het onderhavige eenmalig blijft.
5. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie is niet in staat geweest om kennis te nemen van de promo van de serie ‘Crime Scene Investigation‘, omdat beklaagde, ondanks daartoe door de Klachtencommissie te zijn verzocht, heeft verzuimd banden op te sturen.
Het niet opsturen van beeldmateriaal acht de Klachtencommissie in strijd met artikel 6 van het Klachtenreglement van het NICAM. Dit artikel luidt als volgt:
- “De beklaagde zal tegelijk met het verweerschrift, indien noodzakelijk, in vijfvoud ondertitelde kopieën en een synopsis van het gewraakte audiovisuele product meesturen.”
Verder heeft de Klachtencommissie geconstateerd dat de promo door beklaagde voor 20.00 uur is uitgezonden. Dit is, gezien de classificatie 12 op basis van geweld, in strijd met van artikel 5.1 Deelreglement Televisie van het NICAM. Dit artikel luidt als volgt:
- “De omroepinstelling zendt programma-onderdelen, die op basis van de leeftijds- en inhoudsaanduidingen niet bestemd zijn voor vertoning aan personen beneden de leeftijd van twaalf, onderscheidenlijk zestien jaar niet voor 20.00 uur respectievelijk 22.00 uur.”
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht over het uitzendtijdstip van de promo voor de serie ‘Crime Scene Investigation’ gegrond. De promo heeft de classificatie 12 op basis van geweld en is daarmee ten onrechte uitgezonden voor 20.00 uur.
De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM, over tot het opleggen van een boete van 1500,-- euro nu beklaagde in strijd heeft gehandeld met artikel 5.1 Deelreglement Televisie van het NICAM. Hierbij heeft de Klachtencommissie de eerdere uitspraken gedaan tegen beklaagde meegewogen.
Bovendien gaat de Klachtencommissie conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM, over tot het opleggen van een boete van 2500,-- euro, omdat beklaagde heeft verzuimd banden op te sturen, wat in strijd is met artikel 6.3 Klachtenreglement van het NICAM.
De hierboven genoemde bedragen dienen door beklaagde binnen 30 dagen na factuurdatum te worden voldaan. De factuur wordt gescheiden toegezonden.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de KC schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend.
UITSPRAAK COMMISSIE VAN BEROEP
1. De uitspraak van de Klachtencommissie
Bij beslissing van 23 juni 2004 heeft de Klachtencommissie van het NICAM een klacht van Klaagster in eerste aanleg met betrekking tot de Promo beoordeeld. De klacht was gericht tegen de inhoudscategorieën geweld en angst. Er kwam in de Promo een bloedend lijk voor en een persoon die gilde en erg bang was. De Promo werd een paar minuten voor 20.00 uur uitgezonden.
De Klachtencommissie heeft de klacht over het uitzendtijdstip van de Promo gegrond verklaard en vastgesteld dat de leeftijdsclassificatie van de Promo 12 jaar en ouder (12) is op basis van geweld (inhoudspictogram: vuistje), waarmee deze ten onrechte voor 20.00 uur is uitgezonden.
De Klachtencommissie heeft conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM een boete opgelegd van € 1500,-, omdat er in strijd is gehandeld met artikel 5.1. Deelreglement Televisie van het NICAM. De Klachtencommissie heeft bij de vaststelling van de hoogte van de boete opgelegde sancties uit eerdere uitspraken meegewogen.
Bovendien is de Klachtencommissie conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement overgegaan tot het opleggen van een boete van € 2500, -, omdat Opposant had verzuimd banden van de Promo op te sturen, wat in strijd is met artikel 6 lid 3 van dit zelfde reglement.
Afschrift van deze beslissing is aan partijen verzonden op 23 juni 2004.
2. De procedure in hoger beroep
Opposant is van deze beslissing in beroep gekomen bij beroepschrift van 27 juli 2004, bij de Commissie van Beroep binnengekomen op 30 juli 2004.
De Commissie van Beroep heeft het beroep behandeld tijdens haar zitting van 2 september 2004. Opposant heeft per e-mail laten weten geen gebruik te zullen maken van de mogelijkheid haar standpunt mondeling toe te lichten. Klaagster in
eerste aanleg heeft aangegeven dat het behaalde resultaat bij de Klachtencommissie voor haar voldoende is. Zij wenst zich niet meer in de beroepsprocedure te mengen.
De Commissie van Beroep heeft acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben, waaronder het dossier van de Klachtencommissie, evenals op het behandelde ter zitting.
3. De gronden voor het hoger beroep
Tegen de uitspraak van de Klachtencommissie voert Opposant in het beroepschrift de volgende, enigszins verkort weergegeven, gronden aan.
Opposant erkent dat de promo abusievelijk circa 7 minuten te vroeg is uitgezonden, hetgeen te wijten is geweest aan onopzettelijk menselijke onoplettendheid. Opposant heeft direct na constatering van de overtreding maatregelen genomen om dergelijke incidenten verder te voorkomen. Opposant is van mening dat de hoogte van de boete niet in verhouding staat tot de overtreding. Bovendien ontbreekt de motivering ten aanzien van de hoogte van de boete. Daarom verzoekt Opposant de Commissie van Beroep primair te volstaan met een waarschuwing dan wel secundair de boete te matigen vanwege de disproportionaliteit in verhouding tot de vermeende overtreding en het gebrek aan motivering.
Opposant verkeerde voorts in de veronderstelling dat de banden wel degelijk, zoals
te doen gebruikelijk, naar het NICAM zijn verzonden. Dit bleek niet het geval en indien Opposant hiervan voor de zitting van de Klachtencommissie in kennis was gesteld, had Opposant de banden onverwijld verstrekt. Overigens beschikte het
bureau van het NICAM wel degelijk over de Promo. Deze was namelijk al medio maart naar het NICAM verzonden. Het is dan ook niet in overeenstemming met de
letter noch met de geest van het Klachtenreglement om voor een dergelijke omissie een boete op te leggen. Daargelaten dat het niet toezenden berustte op een misverstand, betwist Opposant bovendien dat artikel 6 van het Klachtenreglement van het NICAM is overtreden. Het artikel luidt: “de beklaagde zal tegelijk met het verweerschrift, indien noodzakelijk, in vijfvoud ondertitelde kopieën … van het gewraakte audiovisuele product meesturen”.
In dit geval is de rechtsvraag aan de orde of de Promo op het juiste tijdstip is uitgezonden. De Promo volgt de classificatie van het hoofdproduct en mocht daarom pas na 20.00 uur worden uitgezonden. Een inhoudelijke beoordeling van de Promo is daarom in het onderhavige geval niet noodzakelijk. Opposant betwist deze sanctie en verzoekt de Commissie om de boete in te trekken.
4. De beoordeling
De Commissie van Beroep deelt de mening van de Klachtencommissie dat de klacht over het uitzendtijdstip van de Promo gegrond was, nu Opposant heeft aangegeven dat de promo de classificatie 12 van het hoofdproduct volgt en deze conform artikel 5.1. Deelreglement Televisie niet voor 20.00 uur mag worden uitgezonden. De Klachtencommissie heeft terecht zo geoordeeld en in dat kader een boete van € 1500,- opgelegd. De koppeling tussen de leeftijdsclassificatie en het uitzendtijdstip is binnen de televisiebranche één van de pijlers van het systeem van Kijkwijzer. De
opmerking van Opposant dat er geen opzet in het spel was, doet daar volgens de Commissie niet aan af. Ten aanzien van deze regeling is de groots mogelijke zorgvuldigheid geboden.
Ten aanzien van de opgelegde boete van € 1500, - is de Commissie van mening dat de boete in verhouding tot eerdere boetes opgelegd aan Opposant, die variëren van € 250, - tot € 2000, -, niet onredelijk is.
Ten aanzien van het beroep van Opposant dat de banden van de Promo niet aan het bureau van het NICAM zijn toegestuurd, vindt de Commissie van Beroep het niet onbegrijpelijk dat de Klachtencommissie een boete heeft opgelegd, maar is wel van oordeel dat de hoogte van de boete niet in verhouding staat tot de overtreding van artikel 6 lid 3 van het Klachtenreglement van het NICAM. De Commissie gaat uit van een misverstand tussen Opposant en het bureau van het NICAM, waar van beide kanten meer zorgvuldigheid verwacht had mogen worden. Bij een klacht over de classificatie en/of het uitzendtijdstip van een audiovisuele productie dient de Klachtencommissie te allen tijde te beschikken over beeldmateriaal van het gewraakte product. Zeker wanneer de klacht een promo betreft, omdat het promobeleid van het NICAM meerdere keuzes geeft over de wijze van classificeren. De omroep heeft de keuze een promo de classificatie van het hoofdproduct te laten volgen óf zo samen te stellen dat deze tot een van het hoofdproduct afwijkende classificatie komt.
In de meeste gevallen zal de omroep tot doel hebben te komen tot een lagere classificatie voor de promo, doch in enkele gevallen is het mogelijk dat de promo tot een hogere classificatie komt dan het hoofdproduct, bijvoorbeeld door het toevoegen van zeer angstaanjagende geluiden of muziekeffecten. Daarom moet de Klachtencommissie de classificatie kunnen toetsen om met zekerheid vast te kunnen stellen of de promo op het juiste uitzendtijdstip is uitgezonden.
De zinsnede “indien noodzakelijk” in artikel 6 lid 3 Klachtenreglement ziet alleen toe op klachten over meer formele uitvoeringshandelingen, zoals foute vermeldingen in filmladders, waar duidelijk is dat er geen oordeel over het product zelf noodzakelijk is en daarom het bijbehorende product niet aan de Klachtencommissie ter beschikking hoeft te worden gesteld.
De Commissie van Beroep gaat in dit geval over tot matiging van de boete van € 2500, - tot € 1000, - en loopt daarmee vooruit op de nieuwe sanctierichtlijn die in september 2004 in werking zal treden en waaruit blijkt dat bij het niet overleggen van beeldmateriaal aan de Klachtencommissie en/of aan de Commissie van Beroep dit bedrag in basis de hoogte van de boete zal gaan worden.
De Commissie van Beroep, op vorenstaande gronden beslissende:
bekrachtigt de beslissing van de Klachtencommissie van het NICAM van 23 juni 2004, voorzover het betreft de opgelegde boete voor het te vroeg uitzenden
van de Promo en vermindert de opgelegde boete voor het niet toesturen van de banden van de Promo tot € 1000, -.