Snuf de Hond en de Jacht op de Vliegende Volckert

Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)  

Audiovisuele productie: DVD ‘Snuf de Hond en de Jacht op de Vliegende Volckert’, hierna te noemen: de Film 

1. De procedure
Klaagster heeft op 6 april 2009 aangevuld bij e-mail van 9 april een klacht ingediend over de Film.

De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 5 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.

Beklaagde sub 1 heeft bij brief van 7 mei verweer gevoerd.
Beklaagde sub 2 heeft bij brief van 8 juni verweer gevoerd.

De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 17 juni 2009.

Klaagster noch Beklaagde sub 1 heeft, na deugdelijke oproeping, gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunt mondeling toe te lichten. Beklaagde sub 2 is ter zitting verschenen. 

2. De bestreden audiovisuele productie
De Film vertelt het verhaal van Snuf de Hond die samen met de hoofdrolspelers op zoek gaat naar een spook ‘Vliegende Volckert’, dat de dorpsbewoners de stuipen op het lijf jaagt.

In de database staat één classificatie van Beklaagde sub 2. De classificatie betreft een aflevering van de televisieserie ‘Snuf de Hond’. Deze is geclassificeerd met behulp van het classificatieformulier van het NICAM en is uitgekomen op de classificatie ‘let op met kinderen jonger dan 6’ (6) op basis van geweld (pictogram: vuistje).

3. De klacht
De klacht richt zich op de Film die op DVD is uitgebracht en heeft betrekking op de inhoudscategorieën geweld en angst.
Klaagster voert aan dat de Film een ‘Lassie-achtig’ uiterlijk heeft en lijkt te gaan over een hond, die net als Lassie levens redt. Niets is minder waar. Beklaagde heeft de Film afgespeeld voor een groep tien-en twaalfjarige kinderen die de Film doodeng vonden. Een aantal kinderen kreeg er nachtmerries van. De Film bleek te gaan over een man die mensen in een dorp uitmoordt. De man is vroeger geplaagd. Zijn moeder is gevallen nadat zij geduwd werd door de plagende kinderen. Als gevolg van de duw is zij overleden. Klaagster maakt bezwaar tegen de classificatie 6.

4. Het verweer
In het verweerschrift voert Beklaagde sub 1, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.

Beklaagde sub 1 voert aan dat Beklaagde sub 2 de Film in vier delen op vier zaterdagen heeft uitgezonden om 18.00 uur.

Van de DVD zijn inmiddels 55.000 exemplaren verkocht en op televisie hebben minimaal 4 maal 500.000 mensen naar de serie van Snuf gekeken. Noch Beklaagde sub 1 noch Beklaagde sub 2 heeft enige klacht ontvangen.

Beklaagde sub 1 is van mening dat er één serie van Snuf de Hond gemaakt is van acht afleveringen. Uit deze afleveringen zijn twee films gehaald: ‘Snuf de Hond in Oorlogstijd’ en ‘Snuf de Hond en de jacht op de Vliegende Volckert’. Over het eerste gedeelte ‘Snuf de Hond in Oorlogstijd’ is bij de bioscooprelease al een eerder dispuut geweest. De Klachtencommissie heeft op 17 juli 2008 de klachten ongegrond verklaard.

In het verweerschrift voert Beklaagde sub 2, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.

Beklaagde sub 2 is van mening dat zij ten onrechte in deze procedure betrokken wordt omdat er sprake zou zijn van het overnemen door Beklaagde sub 1 van de classificatie van Beklaagde sub 2 voor hetzelfde product. Dit is volgens Beklaagde sub 2 in twee opzichten niet juist.

Allereerst niet omdat door Beklaagde sub 1 niet van Beklaagde sub 2 is overgenomen. Dit blijkt volgens Beklaagde sub 2 uit het feit dat het een andere classificatie betreft. De classificatie van de DVD is blijkens de inlay 6 op basis van de inhoudscategorieën geweld en angst. De classificatie van de televisieserie is 6 op basis van alleen de inhoudscategorie geweld. Volgens Beklaagde sub 2 is aannemelijk dat de veel eerder, namelijk op 9 april 2008, door Beklaagde sub 1 zelf aan de Film ‘Snuf de Hond in Oorlogstijd’ toegekende classificatie is overgenomen. Dat is de classificatie 6 op basis van geweld en angst.

Voorts is de Film volgens Beklaagde sub 2 een ander product. De Film bestaat uit niet meer dan 50% van het oorspronkelijke product bestaande uit een serie met acht afleveringen. Ten overvloede heeft Beklaagde sub 2 een globale vergelijking gemaakt van de afleveringen 5, 6, 7 en 8 van de televisieserie met de DVD. Indien de DVD gemaakt zou zijn op basis van de serie zou er ruim acht minuten uit gemonteerd zijn en tevens bijna drie minuten in gemonteerd. De vier afleveringen van de Serie zijn bij elkaar ruim vijf minuten langer dan de Film.
Daarmee is volgens Beklaagde sub 2 een nieuw product ontstaan buiten toedoen en verantwoordelijkheid van Beklaagde sub 2. Er is geen sprake van een eerdere classificatie van het audiovisueel product in de zin van artikel 4.1. van het Algemeen Reglement.

Beklaagde sub 2 is dan ook van mening dat de verantwoordelijkheid voor de classificatie van de Film conform de hoofdregel van artikel 2 Deelreglement DVD van het NICAM bij Beklaagde sub 1 ligt. Beklaagde sub 2 vindt het merkwaardig dat de bewijslast voor het niet overnemen bij Beklaagde sub 2 wordt gelegd in plaats van de bewijslast voor het wel overnemen bij Beklaagde sub 1 te leggen. Beklaagde sub 2 verwijst ook hier naar artikel 4 lid 1 van het Algemeen Reglement. Beklaagde sub 2 is van oordeel dat hij niet verder in de behandeling van deze klacht betrokken dient te worden.

Subsidiair is Beklaagde sub 2 van mening dat Klaagster niet ontvankelijk is omdat haar klacht niet voldoende concreet en niet voldoende gemotiveerd is op grond van artikel 1 lid 1 en 5 van het Klachtenreglement, in samenhang met het feit dat de klacht gebaseerd is op gronden die volgens Beklaagde sub 2 voor de classificatie niet van belang zijn. De Film is gekocht op basis van een ‘Lassie de hond die levens redt verwachtingspatroon’. De inlay van de Film strookt niet met die vooronderstelling. De sfeer is grimmig en een beetje ‘spooky’. Uit de klacht blijkt naar de mening van Beklaagde sub 2 dat Klaagster de pictogrammen geweld en angst niet gezien heeft. Tenslotte blijkt naar het oordeel van Beklaagde sub 2 uit de klacht dat het bezwaar na het zien van de Film zich richt op het verhaal in plaats van de beelden.

Meer subsidiair stelt Beklaagde sub 2 dat er nauwelijks bloed te zien is en er geen sprake is van ernstige verwondingen. De uitspraak van de Klachtencommissie met betrekking tot de bioscoopfilm ‘Snuf de Hond in Oorlogstijd’ bevat veel herkenbare en ook op deze Film toepasselijke overwegingen.

Tot slot is Beklaagde sub 2 nog meer subsidiair van mening dat de gewraakte beelden niet in de steekproef zaten. Indien er al sprake is van een overtreding van Beklaagde sub 2, dan dient met deze omstandigheid rekening gehouden te worden.

5. De mondelinge behandeling
Beklaagde sub 2 geeft een toelichting op haar verweerschrift. Beklaagde sub 2 realiseert zich dat het niet-ontvankelijkheidsverweer formeel kan overkomen maar acht het essentieel aangezien Beklaagde sub 2 van mening is dat de classificatie van Beklaagde sub 2 niet door Beklaagde sub 1 overgenomen is. Daarnaast is er sprake van een ander product van Beklaagde sub 1.

Beklaagde sub 2 stelt dat de bewijslast voor het overnemen van de eerste classificatie bij Beklaagde sub 1 ligt.

De televisieserie van acht afleveringen is twee keer uitgezonden en heeft veel kijkers getrokken. Via uitzending gemist is de serie 324.700 keer bekeken. Beklaagde sub 2 heeft geen klachten over de televisie serie ontvangen.

De lengte van de televisieserie verschilt met de lengte van de Film. Beklaagde sub 2 meent dat het overnameartikel doelt op een integrale overname. Indien dit niet het geval is, zou de overname van classificaties onbeheersbaar en oncontroleerbaar zijn. Beklaagde sub 2 leidt uit de ratio van de bepaling af dat indien er in een productie gemonteerd wordt, er geen sprake is van integrale overname.

In de database is één aflevering van de televisieserie gecodeerd. Eigenlijk hadden aflevering 1,2 en 3 geclassificeerd moeten worden door middel van een steekproef.

6. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klaagster ontvankelijk in haar klacht. Algemeen bekend moet worden verondersteld dat de klachtenprocedure van het NICAM bewust zeer laagdrempelig van opzet is.

De Klachtencommissie overweegt het volgende.

Artikel 4 lid 1 luidt als volgt: “indien er sprake is van een eerdere classificatie op het audiovisueel product neemt de aangeslotene deze in principe over. De aangeslotene kan te goeder trouw overgaan tot openbaarmaking van het audiovisueel product. De aangeslotene mag zich op het bepaalde in dit artikel beroepen indien er een klacht wordt ingediend naar aanleiding van de openbaarmaking van het audiovisueel product en draagt de bewijslast”.

Beklaagde sub 1 heeft zich niet uitdrukkelijk beroepen op het hierboven genoemde artikel dat de classificatie van de Film is overgenomen van Beklaagde sub 2. Ook heeft Beklaagde sub 1 geen bewijs aangeboden of aangeleverd dat de classificatie van de Film van Beklaagde sub 2 is overgenomen. De Klachtencommissie is dan ook van oordeel dat Beklaagde sub 1 niet in het blijkens het hierboven aangehaalde artikel 4 lid 1 van het Algemeen Reglement op haar drukkende bewijs is geslaagd.
Bovendien is de classificatie van Beklaagde sub 2 ‘let op met kinderen tot 6 jaar’ op basis van de inhoudscategorie angst. Op de inlay van de DVD staat echter vermeld ‘let op met kinderen tot 6 jaar’ op basis van geweld en angst. De Klachtencommissie maakt hieruit op dat de classificatie die er was, ook niet is overgenomen. Daarnaast is in de database bij de televisieserie opgenomen ‘aflevering van een miniserie’. De Klachtencommissie stelt zich op het standpunt dat een classificatie van één aflevering van een miniserie niet voor de hele Film overgenomen kan worden door Beklaagde sub 1.
Beklaagde sub 1 had derhalve de Film zelf moeten classificeren.

Met ingang van 1 januari 2009 is een nieuwe vragenlijst in gebruik genomen. De vragenlijst is aangepast omdat er een nieuw leeftijdspictogram (9) is geïntroduceerd met betrekking tot de inhoudscategorie angst.

De Klachtencommissie heeft de thans geldende vragenlijst toegepast op de Film en behandelt hieronder de relevante vragen. Hierbij zal de Klachtencommissie rekening houden met het verschil tussen de huidige vragenlijst, en de vragenlijst die Beklaagde op 27 oktober 2008 heeft ingevuld. Op dat moment was de nieuwe sleutel immers nog niet doorgevoerd.

Om de classificatie van de Film vast te stellen, past de Klachtencommissie het thans geldende classificatieformulier toe op de Film.

In de categorie geweld moet vraag 2.2.1. (Hoe vaak komt fysiek lijf-aan-lijf geweld voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. Hierbij doelt de Klachtencommissie onder andere op de scène waarin de Vliegende Volckert de boswachter neerslaat. Vraag 2.3.1. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn?) moet met ‘nooit’ beantwoord worden.

Bovenstaande beantwoording leidt tot de classificatie 6 op basis van geweld.

In de inhoudscategorie angst moet vraag 3.3.1. (Komen er zeer angstaanjagende geluiden of geluidseffecten voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De Klachtencommissie doelt hierbij op de geluidseffecten die te horen zijn als de Vliegende Volckert toeslaat.
Vraag 3.4.1. (Komen er griezeleffecten in de productie voor?) moet met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De Klachtencommissie doelt hier onder andere op de scène waar de Vliegende Volckert gefilmd wordt en hij hijgend ‘jij jij’ zegt. Vraag 3.4.2. (Zijn de griezeleffecten hevig?) moet met ‘nooit’ beantwoord worden. De Klachtencommissie vindt de griezeleffecten niet hevig in de zin van de vragenlijst van Kijkwijzer.
Vervolgens moet vraag 3.5.1. (Komen er beelden van verwondingen voor in de productie?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. Hierbij wijst de Klachtencommissie op de wond van de boswachter nadat hij in een klem is gestapt.
Deze verwondingen is echter niet als ernstig aan te merken in de zin van de vragenlijst van Kijkwijzer, waardoor vraag 3.3.5. (Zijn deze verwondingen ernstig?) met ‘nooit’ beantwoord moet worden.
Vraag 3.12.1. (Spelen de angstwekkende situaties zich af in een realistische omgeving?) moet met ‘1 keer of vaker’ worden beantwoord. Hierbij doelt de Klachtencommissie onder andere op de scène in het bos. Tenslotte moet vraag 3.12.2 (Komen er één of meer onrealistische personages voor in de angstwekkende scenes?) met ‘ja’ beantwoord worden. Zo is onder andere te zien dat de Vliegende Volckert zweeft over het moeras.

Bovenstaande beantwoording leidt tot de classificatie ‘let op met kinderen tot 9 jaar’ (9) op basis van angst.

De andere inhoudscategorieën zijn op de Film niet van toepassing.

De classificatie van de Film komt uit op 9, op basis van angst.

7 a. De beslissing van de Klachtencommissie ten aanzien van Beklaagde sub 1
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht van Klaagster gegrond.

De classificatie van de DVD moet uitkomen op 9 op basis van angst.

Beklaagde dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak de door de Klachtencommissie aangegeven classificatie 9 in combinatie met het inhoudspictogram voor angst voor de DVD zelf alsnog door middel van het wijzigen van het bestaande classificatieformulier in te voeren in de database van het NICAM.

Beklaagde dient bij de eerstvolgende release van de DVD/Video ervoor te zorgen dat de inlay de correcte classificatie vertoont. Indien er tussentijds een herdruk van de omslag plaatsvindt, dient deze de correcte classificatie te vermelden. Tevens dient Beklaagde er zorg voor te dragen dat alle eventuele reclame- en overige uitingen met betrekking tot de DVD de correcte classificatie vermelden.

De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM over tot het opleggen van een boete aan Beklaagde. Bij de berekening van de onderhavige boete is de Klachtencommissie uitgegaan van de Sanctierichtlijn Klachtencommissie NICAM. Daarbij is mede van belang dat in eerdere uitspraken (klachtnr. 050102.01: The Crusaders, 060410.01 Mary Bryant) klachten tegen Beklaagde gegrond zijn verklaard.

De Sanctierichtlijn gaat uit van twee soorten overtredingen, te weten categorie A: ‘inhoudelijke overtredingen’ en categorie B, ‘overtredingen in de uitvoering’. De hoogte van de boete wordt vastgesteld door middel van een puntensysteem. De overtreding van Beklaagde- het niet classificeren van de Film- valt onder categorie A. Beklaagde is een landelijk opererende DVD- en videodistributeur, waarvoor elk punt in categorie A € 2000,- bedraagt. Het ten onrechte niet classificeren van de Film brengt volgens de Sanctierichtlijn zes punten met zich mee; voor Beklaagde zou dit uitkomen op een boete van € 12.000,-.
De Klachtencommissie is van oordeel dat er in casu sprake is van verzachtende omstandigheden. De pictogrammen 6 geweld en angst staan op de DVD vermeld. De Film is in 2008 uitgebracht toen de nieuwe leeftijdsclassificatie 9 nog niet ingevoerd was zodat de classificatie ten tijde van het uitbrengen van de Film met behulp van de oude vragenlijst uit had gekomen op 6 geweld en angst. De pictogrammen vermelden derhalve de correcte classificatie op moment dat de DVD is uitgebracht. Daarmee heeft Beklaagde naar het oordeel van de Klachtencommissie gedeeltelijk aan haar zorgvuldigheidsplicht tegenover de kijker voldaan.

Nu Beklaagde gedeeltelijk aan haar zorgvuldigheidsplicht tegenover de kijker heeft voldaan, dient dat in de hoogte van de boete tot uiting te komen. Hiermee volgt de Klachtencommissie de lijn van de Commissie van Beroep (Klachtnummer 051018.01: Grazend Nederland).

Bovengenoemde omstandigheden in overweging nemende, stelt de Klachtencommissie de correctiefactor vast op 0,5 waardoor de boete voor Beklaagde € 6.000,- bedraagt.

Het hierboven genoemde bedrag dient door Beklaagde binnen 30 dagen na factuurdatum te worden voldaan. De factuur wordt gescheiden toegezonden.

7 b. De beslissing van de Klachtencommissie ten aanzien van Beklaagde sub 2
De Klachtencommissie acht de klacht van Klaagster niet ontvankelijk. De Klachtencommissie is van oordeel dat de classificatie van de televisieserie een andere classificatie is dan de classificatie welke op de DVD vermeld staat.

Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.

 

Hilversum, 3 juli 2009

 

 

Beslissing van de Commissie van Beroep van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)

1. De uitspraak van de Klachtencommissie
Bij beslissing van 3 juli 2009 heeft de Klachtencommissie van het NICAM de klacht van Klaagster in eerste aanleg d.d. 6 april 2009 met betrekking tot de Film beoordeeld. De klacht richt zich op de inhoudscategorieën geweld en angst. Klaagster in eerste aanleg heeft aangegeven dat de Film een ‘Lassie-achtig’ uiterlijk heeft, maar dat deze bleek te gaan over een man die uit wraak een dorp uitmoordt. Zij heeft de Film laten zien aan een groep tien- en twaalfjarigen kinderen, die de Film doodeng vond. Klaagster in eerste aanleg maakt bezwaar tegen de classificatie ‘let op met kinderen tot 6 jaar’ (6).

In de database van het NICAM staat één classificatie van de xx omroep (lees verder: de xx omroep). Deze classificatie, 6 op basis van de inhoudscategorie geweld, betreft een aflevering van de televisieserie ‘Snuf de Hond’ (lees verder: de Serie) en is op 26 november 2008 uitgevoerd aan de hand van classificatieformulier 5.5.

Voorts staat er een classificatie in de database van de bioscoopfilm ‘Snuf de Hond in Oorlogstijd’ (lees verder: de Bioscoopfilm). Deze classificatie is 6 op basis van de inhoudscategorieën geweld en angst en is door Opposant uitgevoerd op 9 april 2008 met classificatieformulier 5.5.

De classificatie op de inlay van de DVD ‘Snuf de Hond en de Jacht op de Vliegende Volckert’ (lees verder: de DVD) is 6 op basis van de inhoudscategorieën geweld en angst. Opposant heeft de DVD niet zelf van te voren geclassificeerd.

Om de juiste classificatie vast te kunnen stellen, heeft de Klachtencommissie het huidige classificatieformulier, versie 6.2, zelf op de DVD toegepast. De classificatie van de DVD is  uitgekomen op ‘let op met kinderen tot 9 jaar’ (9) op grond van de inhoudscategorie angst.

De Klachtencommissie heeft de Klaagster in eerste aanleg ontvankelijk verklaard en de klacht ten opzichte van Opposant gegrond. De classificatie van de DVD dient uit te komen op 9 op basis van de inhoudscategorie angst, waarbij de Klachtencommissie rekening heeft gehouden met het gegeven dat deze classificatie pas bestaat sinds 1 januari 2009.

De Klachtencommissie is conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement overgegaan tot het opleggen van een boete aan Opposant, nu er in eerdere uitspraken, waaronder ‘The Crusaders’ (klachtnummer: 050102.01) en ‘Mary Bryant’ (klachtnummer: 060410.01) jegens Opposant klachten gegrond zijn verklaard en sancties zijn opgelegd.

Bij de berekening van de boete is de Klachtencommissie uitgegaan van de Sanctierichtlijn d.d. 15 november 2004. De onderhavige overtreding valt binnen de categorie A ‘Inhoudelijke Overtredingen’; de DVD is niet geclassificeerd. Opposant is een landelijk opererende DVD-distributeur, waarvoor één punt € 2.000, - is. Het ten onrechte niet classificeren van de DVD brengt volgens de Sanctierichtlijn zes punten met zich, wat voor Opposant resulteert in een boete van € 12.000, -.

Nu Opposant gedeeltelijk aan haar zorgvuldigheidsplicht tegenover de kijker van de DVD heeft voldaan doordat wel de juiste pictogrammen op de inlay van de DVD zijn aangebracht, dient dat in de hoogte van de boete tot uitdrukking te komen. Hiermee heeft de Klachtencommissie de lijn van de Commissie van Beroep gevolgd (Zie uitspraak ‘Grazend Nederland’, klachtnummer: 051018.01). De Klachtencommissie heeft de correctiefactor daarom vastgesteld op 0,5, waardoor de uiteindelijke boete is uitgekomen op € 6.000, -.

 De Klachtencommissie heeft de klacht van Klaagster in eerste aanleg in relatie tot de omroep niet ontvankelijk verklaard. De classificatie van de Serie, zoals uitgevoerd door de omroep, heeft geen relatie tot de classificatie die aan de DVD is meegegeven. Afschrift van deze beslissing is aan partijen verzonden op 3 juli 2009.

2. De procedure in hoger beroep
Opposant is van de beslissing van 3 juli 2009 in beroep gekomen bij beroepschrift van 17 juli 2009, bij de Commissie van Beroep op diezelfde datum binnengekomen. 

De omroep (Beklaagde sub 2 in de zaak die voor de Klachtencommissie diende) heeft op 21 augustus 2009 gereageerd op bovengenoemd beroepschrift van Opposant. De Commissie van Beroep heeft het beroep behandeld tijdens haar zitting van 6 oktober 2009, alwaar namens Opposant is verschenen de heer xx. 

De omroep, die formeel geen partij is in deze beroepsaangelegenheid, is wel uitgenodigd als toehoorder bij de zitting aanwezig te zijn. Zij heeft op 3 september 2009 laten weten verhinderd te zijn.

Klaagster in eerste aanleg heeft op verzoek van het bureau van het NICAM alsnog te reageren op het beroepschrift van Opposant aangegeven geïnteresseerd te blijven in het verdere verloop van de zaak, doch geen verweerschrift te willen indienen. De Commissie van Beroep heeft acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben, waaronder het dossier van de Klachtencommissie, evenals op het behandelde ter zitting.

3. De gronden voor het hoger beroep
Tegen de uitspraak van de Klachtencommissie voert Opposant in het beroepschrift de volgende, enigszins verkorte, gronden aan. Het volledige beroepschrift, als ook het eerdere verweerschrift, worden als ingelast beschouwd.

a. Opposant wenst nogmaals naar voren te brengen dat er naar de Serie, de Bioscoopfilm en de DVD ongeveer 2.500.000 keer gekeken is. Dit staat in geen enkele verhouding tot de klacht van één persoon en druist tegen alle realiteitszin in. Overigens is aan deze situatie al eens aandacht geschonken in een meeting van het NICAM. Toen werd er gedacht aan een soort modus waarbij er meerdere klachten noodzakelijk zouden worden.

b. Voorts staat er dat de inlay misleidend is. Echter, er staat wel degelijk een spookachtige figuur op de inlay en ook de samenvatting vertelt niet het verhaal van een Lassie film.

c. Ten derde wordt er gesteld dat de DVD een ander product is dan de Serie en dat de DVD vijf minuten korter is dan de Serie. Dit betekent dus dat er beelden uitgehaald zijn en de classificatie dus zeker dezelfde zou moeten kunnen zijn als die van de omroep.

d. Tot slot legt de omroep de verantwoordelijkheid volledig bij Opposant, maar zijn zij van het begin tot het eind betrokken geweest bij de totstandkoming van de Serie/Bioscoopfilm/DVD en zijn er ook gesprekken geweest over de keuring.

Concluderend stelt Opposant het absoluut oneens te zijn met de uitspraak van de Klachtencommissie daar waar het de schuldvraag en uiteraard de boete betreft en verzoekt de Commissie van Beroep de uitspraak te herzien en de boete te laten vervallen. Opposant is bereid om de leeftijdsaanduiding, onder protest, aan te passen. Dit schaadt Opposant omdat de doelgroep daarmee kleiner gemaakt wordt en dat omzet gaat kosten.

4. Reactie op beroepschrift door de omroep
De omroep heeft gebruik gemaakt van de haar geboden mogelijkheid nog te reageren. Zij voert de volgende, enigszins verkorte, gronden aan, waarbij zij zich houdt aan de nummering van het beroepschrift van Opposant. Haar reactie, als ook haar eerdere verweerschrift, worden als ingelast beschouwd. 

a. De omroep is het eens met Opposant dat deze zaak een voorbeeld is van te ver doorgevoerde laagdrempeligheid.

b. Net als Opposant acht zij de inlay van de DVD niet misleidend. Klaagster in eerste aanleg heeft zelf niet goed gekeken.

c. De omroep is het hier niet eens met Opposant. De boete is niet opgelegd vanwege een verkeerde classificatie, maar vanwege het niet invoeren van de classificatie. De codering is niet van de omroep overgenomen. Datgene wat Opposant op de inlay heeft gezet (en niet in het systeem van Kijkwijzer) wijkt af van de classificatie die de omroep in het systeem heeft opgenomen. Er is sprake van een ander product, omdat de DVD maar de helft van de Serie is en er bovendien in gemonteerd is. De DVD is vijf minuten korter en dat is het resultaat van acht minuten eruit en drie minuten erbij monteren. Daarmee is er zonder twijfel sprake van een ander product.

d. Uiteraard is de Afdeling Drama van de omroep betrokken geweest bij de totstandkoming van de Serie. Daarbij is er tussen de producent en de Afdeling Drama ook aan de orde geweest het grote belang dat de Serie op geplande tijdstippen uitgezonden moest worden. In het productiecontract staat expliciet opgenomen dat de Serie de classificatie ‘Alle Leeftijden’ moest krijgen. Maar dat is heel iets anders dan een toezegging voor de NICAM classificatie richting Opposant. Het ging in genoemde contracten alleen om de Serie en de Bioscoopfilm van de eerste vier afleveringen en niet om de DVD van de laatste vier afleveringen. Opposant heeft geen classificatie van de omroep overgenomen.

Tot slot wenst de omroep op te merken dat het een verwarrend geheel is. Er is een Serie, een Bioscoopfilm van het eerste deel van de Serie en een DVD van het tweede deel van de Serie. Er is door alle betrokkenen gewerkt aan prachtige en verantwoorde producten. Er is door Opposant daarin alleen net iets over het hoofd gezien. Maar de vermelding op de inlay van de DVD is correct, dus is er volgens de omroep alle reden te volstaan met een schuldigverklaring zonder straf. Er is immers te goeder trouw gewerkt en er is geen schade in de zin van onjuiste voorlichting aan het publiek.

5. De behandeling ter zitting
Vertegenwoordiger van Opposant geeft ter zitting aan geen bezwaar te hebben tegen de nieuwe classificatie 9 voor de DVD maar wel tegen de hoogte van de boete. Dat bezwaar heeft te maken met het feit dat er maar één klacht over de DVD is binnengekomen, de DVD zeker geen ‘Lassie-achtig’ uiterlijk heeft en het om exact hetzelfde product gaat, als eerder door de omroep is uitgezonden. De DVD is iets korter dan de Serie, maar de classificatie is in samenspraak bepaald. Dat de DVD (= laatste vier afleveringen) korter is, ligt waarschijnlijk aan het verwijderen van de aftiteling van een aantal afleveringen.

Opposant geeft aan de eerdere classificatie voor de DVD overgenomen te hebben. Iemand binnen het bedrijf heeft het artwork voor de DVD gemaakt, de classificatie in de database zien staan en deze overgenomen.

6. De beoordeling
Ten aanzien van de aangevoerde gronden tot vernietiging van de beslissing van de Klachtencommissie overweegt de Commissie het volgende.

De Commissie van Beroep kan niet met zekerheid constateren of er sprake is van een eerdere classificatie in de zin van artikel 4 Algemeen Reglement van het NICAM. Bij het overnemen van een eerdere classificatie moet het gaan om exact hetzelfde audiovisuele product. Of de DVD hetzelfde audiovisuele product is als de laatste vier afleveringen van de Serie is niet met zekerheid te zeggen. Het verschil in tijdsduur (DVD is vijf minuten korter) zou gelegen kunnen zijn in het weglaten van drie keer aftiteling en het opnemen van één afsluitende aftiteling aan het einde van de DVD. Volgens genoemd artikel 4 ligt de bewijslast hiervoor bij de overnemende partij. Hieraan is volgens de Commissie onvoldoende tegemoet gekomen.

De Commissie heeft echter wel geconstateerd dat er geen classificatie voor de DVD in de database van het NICAM is opgenomen. Voor de Serie staat de classificatie 6 op basis van de inhoudscategorie geweld in de database opgenomen. Deze is uitgevoerd door de omroep. Voorts staat er in de database de classificatie 6 op basis van geweld en angst voor de Bioscoopfilm. Deze classificatie is ingevoerd door Opposant. Voor de DVD is in de database geen classificatie terug te vinden. Op de inlay van de DVD staat de classificatie 6 geweld en angst. De Commissie gaat er veeleer vanuit dat Opposant tijdens het maken van het artwork van de DVD de eerdere, door haar verrichte classificatie van de Bioscoopfilm heeft overgenomen. Deze classificaties zijn namelijk identiek en wijken af van de classificatie van de Serie.

De Klachtencommissie heeft geoordeeld dat de DVD niet is geclassificeerd, hetgeen in basis een boete oplevert van € 12.000, -. Verwijzend naar de uitspraak van de Commissie van Beroep inzake ‘Grazend Nederland’ (klachtnummer: 051018.01) heeft de Klachtencommissie de correctiefactor vastgesteld op 0,5, wat een boete van € 6.000, - heeft opgeleverd. Opposant had namelijk wel de correcte pictogrammen op de inlay van de DVD aangebracht.

De Commissie van Beroep is van oordeel dat de Klachtencommissie terecht is uitgegaan van verzachtende omstandigheden. Echter in het geval van ‘Grazend Nederland’ had de omroep de pictogrammen alleen aan het begin van het programma getoond, maar nagelaten deze ook in de omroepgidsen te (laten) plaatsen, waardoor de informatie richting de consument nog enigszins te wensen overliet. In het onderhavige geval is de classificatie op de inlay van de DVD inhoudelijk juist (de nieuwe leeftijdscategorie 9 bestond nog niet in 2008) en is de informatievoorziening aan de consument daarom correct geweest. De classificatie is alleen niet ingevoerd in de database van het NICAM, maar dat brengt de consument in het algemeen geen schade toe.

De Commissie van Beroep heeft om die reden de correctiefactor vastgesteld op 0,25 en de boete teruggebracht van € 6.000, - naar  € 3.000, -.

Opposant dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak de aangegeven classificatie 9 op basis van angst voor de DVD zelf alsnog in te voeren in de database van het NICAM. Opposant dient bij een eventuele re-release van de DVD ervoor zorg te dragen dat de inlay de correcte classificatie vertoont. Indien er tussentijds een herdruk van de inlay plaatsvindt, dient deze de correcte classificatie te vermelden. Tevens dient Opposant er zorg voor te dragen dat alle eventuele reclame-uitingen met betrekking tot de DVD de correcte classificatie vermelden.

De Commissie van Beroep, op vorenstaande gronden beslissende:

Bekrachtigt de beslissing van de Klachtencommissie van het NICAM van 3 juli 2009 voor zover het betreft de classificatie van de DVD, doch halveert de door de Klachtencommissie opgelegde boete van € 6.000, - naar € 3.000, -.

 

Hilversum, 10 november 2009 

Alle leeftijden

Het leeftijdsadvies Alle leeftijden (AL) geeft aan dat een film, serie of televisieprogramma géén schadelijke beelden bevat.

Lees meer

Mogelijk schadelijk tot 6 jaar

Voor kinderen jonger dan 6 kan het schadelijk zijn om beelden te zien van geweld, enge dieren of fantasiefiguren (zoals monsters en heksen) of van verwondingen. Kinderen onder de 6 hebben nog veel moeite om het verschil tussen ‘echt’ en ‘nep’ te zien.

Lees meer

Mogelijk schadelijk tot 9 jaar

Voor kinderen jonger dan 9 kan het schadelijk zijn om griezelige beelden te zien, geweld tegen kinderen of dieren, of slachtoffers van bijvoorbeeld een ramp of oorlog.

Lees meer

Mogelijk schadelijk tot 12 jaar

Beelden van hard geweld, bloederige wonden, lijken, mensen of dieren die doodsbang zijn, of beelden van alcohol/drugs, discriminatie of seks kunnen schadelijk zijn voor kinderen jonger dan 12.

Lees meer

Mogelijk schadelijk tot 14 jaar

Beelden van gevaarlijk gedrag (zoals stunts en challenges) kunnen schadelijk zijn voor jongeren onder de 14. Ook horrorfilms (zowel realistische als onrealistische) zijn mogelijk schadelijk.

Lees meer

Mogelijk schadelijk tot 16 jaar

Beelden van heftig geweld, horror, (expliciete) seks en verheerlijking van alcohol en drugs kunnen schadelijk zijn voor pubers van rond de 16. Ze zijn op zoek naar hun eigen grenzen, en naar spanning en sensatie. De invloed van hun leeftijdsgenoten is groot.

Lees meer

Mogelijk schadelijk tot 18 jaar

Het leeftijdsadvies 18 jaar geeft aan welke films en programma’s echt alléén voor volwassenen zijn.

Lees meer

Geweld

Er kunnen allerlei soorten geweld voorkomen in producties. Van slaan en schoppen tot schieten, martelen of seksueel geweld. De algemene regel is: hoe heftiger het geweld, hoe hoger de leeftijd. Ook wordt er gekeken naar hoe hard en hoe écht het geweld is, en of er bloed te zien is.

Lees meer

Angst

In de categorie angst kun je verschillende dingen tegenkomen: van verwondingen en lijken tot dierenleed, griezelige geluiden en horror. Maar ook aangrijpende beelden van zelfdoding of zelfbeschadiging. Net zoals bij geweld geldt: hoe echter en duidelijker iets in beeld komt, hoe hoger de leeftijd.

Lees meer

Seks

Het zien van seks kan jongeren, die hun (seksuele) identiteit aan het ontwikkelen zijn, een verkeerd beeld geven van wat 'normaal' is. Hoe ver een seksuele handeling gaat, en hoe vaak en duidelijk het in beeld komt, bepaalt het uiteindelijke leeftijdsadvies.

Lees meer

Grof taalgebruik

Grof taalgebruik gaat over grove woorden, schuttingtaal, schelden of vloeken. Kinderen kunnen hier een voorbeeld aan nemen en het nadoen of overnemen.

Lees meer

Discriminatie

Discriminatie is elke uitspraak of uitdrukking die bepaalde (groepen) mensen als ‘minder’ afschildert, bijvoorbeeld op basis van huidskleur, religie, seksuele geaardheid, geslacht of gender, nationaliteit, etc. Als dit in een productie voorkomt en de discriminerende uitspraak of actie wordt niet direct afgekeurd of afgestraft, dan wordt het pictogram voor discriminatie getoond.

Lees meer

Roken, alcohol en drugs

Als in een film of serie wordt gerookt, veel alcohol wordt gedronken of drugs worden gebruikt, dan krijgt het een Kijkwijzer symbool voor roken, alcohol en drugs. Jongeren kunnen het als iets normaals gaan zien, of zelfs als iets om uit te proberen.

Lees meer

Gevaarlijke challenges of stunts

Het pictogram voor gevaarlijk gedrag geeft aan dat er gevaarlijke challenges of stunts voorkomen.

Lees meer

Geweld

De game bevat geweld. In spellen met PEGI 7 gaat het om niet-realistisch of niet-expliciet geweld. Games in de leeftijdscategorie PEGI 12 kunnen realistisch geweld bevatten tegen fantasiepersonages, en niet-realistisch geweld tegen menselijke personages. In games met een PEGI 16 of PEGI 18 zit steeds realistischer geweld, vaak met bloed.

Angst

Dit pictogram komt voor bij spellen met een PEGI 7-advies als ze beelden of geluiden bevatten die angstaanjagend kunnen zijn voor jongere kinderen. Als er wat heftigere horroreffecten voorkomen leidt dit tot een PEGI 12 of PEGI 16.

Seks

Als dit pictogram voorkomt bij een spel met een PEGI 12-advies, kunnen personages seksueel getinte opmerkingen maken of uitdagend poseren. Bij een PEGI 16 game kan er sprake zijn van erotisch naakt of seks (waarbij geslachtsdelen niet zichtbaar zijn). Bij PEGI 18 wijst dit pictogram op expliciete seksuele activiteit. Aan beelden van niet-seksueel naakt hangt géén leeftijdsadvies.

Drugs

De game toont of verwijst naar het gebruik van illegale drugs, alcohol of tabak. Games met dit inhoudspictogram krijgen altijd het leeftijdsadvies PEGI 16 of PEGI 18.

Discriminatie

Als dit pictogram voorkomt, bevat een spel etnische, religieuze, nationalistische of andere stereotypes die aanzetten tot haat. Dit soort inhoud krijgt altijd een PEGI 18-classificatie en is in veel gevallen strafbaar.

Grof taalgebruik

Een game met dit pictogram bevat grof taalgebruik. In tegenstelling tot Kijkwijzer, waarbij grof taalgebruik niet tot een bepaalde leeftijd leidt, zorgt het bij PEGI voor een PEGI 12, PEGI 16 of PEGI 18. 

PEGI 3

PEGI 3 games zijn geschikt voor alle leeftijden. Een héél milde vorm van geweld kan voorkomen. De game bevat geen geluiden of beelden die jonge kinderen bang kunnen maken. Er is geen grof taalgebruik te horen of te lezen.

PEGI 7

Games met beelden of geluiden die angstaanjagend kunnen zijn voor jongere kinderen, vallen in deze categorie. Een heel milde vorm van geweld (niet-realistisch geweld, zonder al te veel details) kan voorkomen in een game met een PEGI 7 advies.

PEGI 12

Games met iets explicieter geweld tegen fantasiepersonages, of met niet-realistisch geweld tegen menselijke personages, krijgen een PEGI 12 advies. Er kunnen wat scheldwoorden in zitten, of een beetje schunnige opmerkingen. Er komt geen seks in voor.

PEGI 16

Games krijgen een PEGI 16 advies als er geweld voorkomt dat er realistisch uitziet. Een personage reageert dan zoals iemand in het echt ook zou reageren op geweld. Ook kan er grof taalgebruik voorkomen, of seks, of het gebruik van alcohol, drugs en tabak.

PEGI 18

PEGI 18 wordt gebruikt wanneer het gaat om grof geweld, zinloos geweld, of geweld tegen weerloze personages (zoals kinderen of gijzelaars). De verheerlijking van illegaal drugsgebruik, gesimuleerd gokken, en expliciete seksuele activiteit leiden ook tot PEGI 18.

Gokken

De game bevat elementen die gokken aanmoedigen en aanleren. Het gaat hierbij om kansspelen die normaal gesproken voorkomen in casino's of speelzalen. Een aantal oudere spellen hebben dit pictogram in combinatie met een PEGI 12 of PEGI 16, maar sinds 2020 krijgen nieuwe spellen met dit soort inhoud altijd PEGI 18.

In-game aankopen

De game biedt spelers de mogelijkheid om digitale spullen of diensten te kopen met echt geld. Denk hierbij aan bonus levels of kleding voor je personage, maar ook aan virtuele munten of het uitschakelen van advertenties. 

Selecteer een taal