Klachtnummer: 060904.02
Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: televisieserie ‘Sporen uit het Oosten’, documentaire ‘Turkije en Balkan- De blinde vlek van Europa’, uitgezonden op 2 september 2006, hierna te noemen: de Documentaire
1. De procedure
Klager heeft bij e-mail van 4 september 2006 een klacht ingediend over de Documentaire.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 5 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft verweer gevoerd tegen de klacht bij brief van 7 november 2006.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld tijdens haar zitting van 15 november 2006.
Beklaagde is ter zitting verschenen. Klager heeft, na deugdelijke oproeping, geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
Onder de titel ‘Sporen uit het Oosten’ zijn er verschillende documentaires uitgezonden.
Beklaagde heeft de Documentaire niet geclassificeerd.
3. De klacht
Verkort weergegeven geeft Klager aan dat hij met zijn zoon van 9 jaar op zaterdagmiddag om 15.45 uur geconfronteerd werd met de Documentaire waarin beelden van executies uit Sebrenica werden getoond. Klager vindt dat ronduit belachelijk. In zijn televisiegids stond geen Kijkwijzerclassificatie.
4. Het verweer
In haar verweerschrift geeft Beklaagde hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
Beklaagde biedt allereerst haar verontschuldigingen aan voor het feit dat Klager geconfronteerd is met beelden die hij als zeer schokkend heeft ervaren. De Documentaire is voor het eerst uitgezonden op de late woensdagavond en Klager heeft gekeken naar een herhaling. Bij het plannen van de herhaling heeft de NMO verzuimd rekening te houden met het tijdstip van uitzending en de beelden die de revue passeren. Beklaagde zal er in het vervolg extra goed voor waken dat deze vergissing zich niet meer voordoet. Beklaagde heeft de producent van het programma gevraagd om in het vervolg rekening te houden met het feit dat zijn documentaires ook op dagtelevisie worden herhaald.
5. De mondelinge behandeling ter zitting
De vertegenwoordiger van Beklaagde geeft aan dat de producent van de Documentaire inmiddels contact heeft opgenomen met Klager. De documentaire is niet geclassificeerd. De programma’s van de NMO bevatten over het algemeen geen schadelijke elementen. Bovendien wordt een deel van de programma’s in de late avond uitgezonden. Beklaagde had voorzichtiger moeten omgaan met de herhaling van de Documentaire. Naar aanleiding van de klacht heeft Beklaagde beleid gevormd ten aanzien van herhalingen. In de toekomst zal Beklaagde bewuster gaan classificeren, met name de producties van buitenproducenten.
6. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klager ontvankelijk in zijn klacht.
De Klachtencommissie heeft het classificatieformulier 4.0 toegepast op de Aflevering en behandelt hieronder de relevante vragen. Deze versie van het vragenformulier is sinds 11 september 2006 in werking en verschilt inhoudelijk nauwelijks van versie 1.2 Versie 4.0 kent een efficiëntere routing. Dit komt onder ander doordat vragen, die niet tot een hogere classificatie leiden, wegvallen tijdens het invullen. Ook zijn er vragen samengevoegd. Deze technische aanpassingen hebben echter geen invloed op de uiteindelijke classificatie. De Klachtencommissie behandelt hieronder de relevante vragen.
Onder het kopje Type productie/programma moet vraag 1.2.1. (Is het een non-fictieproduct?) met ‘ja’ worden beantwoord.
In de inhoudscategorie geweld moet vraag 2.2.1. (Komen in de productie één of meerdere vormen van fysiek geweld voor?) met ‘1 keer of vaker’ worden beantwoord. Vraag 2.3.1. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn?) moet eveneens met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De geweldsacties hebben geen ernstige verwondingen tot gevolg waardoor vraag 2.4.2. (Zijn er beelden van ernstige verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) met ‘nooit’ beantwoord moet worden. Vraag 2.5.1. (Zitten er geweldsacties in die door mensen uitvoerbaar zijn?) moet wel met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden.
De Klachtencommissie doelt met deze beantwoording op de liquidaties die in de documentaire worden vertoond.
Bovenstaande beantwoording leidt tot een leeftijdsclassificatie 12 op basis van geweld.
Binnen de inhoudscategorie discriminatie moet vraag 5.1.1. (Komen er in de productie discriminerende uitingen of gedragingen voor?) met ‘nooit’ worden beantwoord. Hoewel de tegenstellingen tussen verschillende bevolkingsgroepen pijnlijk duidelijk worden, is niet zichtbaar in beeld gebracht dat een bepaalde bevolkingsgroep als inferieur wordt afgeschilderd.
De overige inhoudscategorieën zijn op de Aflevering niet van toepassing.
De hoogste leeftijdsclassificatie is bepalend voor de uiteindelijke classificatie, waardoor de classificatie voor de Documentaire uitkomt uit op 12, op basis van de inhoudscategorie geweld.
De classificatie 12 heeft als consequentie dat de Documentaire conform artikel 3 lid 1 Deelreglement Televisie alleen na 20.00 uur mag worden uitgezonden.
7. De beslissing van de Klachtencommissie ten aanzien van Beklaagde
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht gegrond. De classificatie van de Documentaire moet uitkomen op 12 op basis van geweld en angst.
Beklaagde dient binnen vier weken na dagtekening van deze uitspraak de door de Klachtencommissie aangegeven classificatie 12 in combinatie met het inhoudspictogram voor geweld zelf door middel van het invullen van het classificatieformulier versie 4.0 in te voeren in de database van het NICAM.
De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder B over tot het opleggen van de maatregel van waarschuwing, nu dit de eerste keer is dat een klacht tegen Beklaagde gegrond is verklaard.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de
Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Hilversum, 13 december 2006