Klachtnummer: 051028.01
Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: televisieserie ‘Stargate SG-1`, hierna te noemen: de Serie; aflevering uitgezonden op 27 oktober 2005 om 19.28 uur genaamd ‘2: Children of the Gods (2)’, hierna te noemen: de Aflevering
1. De procedure
Klager heeft op 28 oktober 2005 een klacht ingediend over de Aflevering.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 6 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft tegen de klacht verweer gevoerd bij brief van 30 november 2005.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 14 december 2005.
Klager is ter zitting verschenen. Namens Beklaagde verscheen mevrouw mr S.F.M. Hoogenbosch.
2. De bestreden audiovisuele productie
In de Serie draait alles om de ‘Stargate’. Dit is een buitenaardse, antieke poort die toegang biedt tot andere werelden.
In de database van het NICAM worden ten tijde van de klacht verscheidene series genoemd met het woord ‘Stargate’ in de titel, te weten ‘Stargate’ van RTL Nederland B.V. naast ‘Stargate Atlantis Season 1’ en ‘Stargate SG-1 Season 8’ van MGM Home Entertainment. Hier is na de klacht door Beklaagde ‘Stargate SG-1 Season 2’ aan toegevoegd.
Op 30 november 2005, derhalve nadat de klacht over de Aflevering is ingediend, heeft Beklaagde alsnog de Serie geclassificeerd en is uitgekomen op ‘let op met kinderen tot zes jaar’ (6) op basis van de inhoudscategorieën geweld (pictogram: vuistje) en angst (pictogram: spinnetje).
3. De klacht
De klacht richt zich op de inhoudscategorieën geweld en angst.
Klager voert aan dat in de Aflevering een blote vrouw op een ‘offerbank’ werd gelegd, waarna de buik van een andere halfnaakte vrouw openscheurde en er een beest uitkwam. Dat beest kroop in een gat in de ruggengraat van de vrouw op de ‘offerbank’. Dit alles gebeurde in een voodooachtige setting. Klager heeft aangegeven zelf geen kinderen te hebben, maar maakt zich door de beelden zorgen om de kinderen van anderen.
4. Het verweer
In het verweerschrift voert Beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
Beklaagde refereert aan artikel 8 van het Deelreglement Televisie van het NICAM waarin staat dat een omroepinstelling een eerdere classificatie in principe over moet nemen. Beklaagde geeft aan dat er in casu sprake is van een eerdere classificatie van de Serie door RTL Nederland B.V. (6 op basis van de inhoudscategorie geweld) en dat zij deze classificatie heeft overgenomen. Het uitzendtijdstip van Beklaagde is in overeenstemming met de classificatie.
Het jaar van uitgave van de Serie is 1997. In de database van het NICAM staat bij de classificatie van RTL Nederland B.V. volgens Beklaagde per abuis het jaar 1998.
Beklaagde heeft om aan te tonen dat het daadwerkelijk om dezelfde serie gaat, een kopie van de uitzendtape van de Aflevering gevoegd aan het verweerschrift, alsmede een kopie van de zoekpagina van de codeurwebsite van Kijkwijzer waarop onder andere de classificatie van RTL Nederland B.V. wordt weergegeven, een kopie van de productiedetails, een kopie van het omroepblad ‘Veronica Magazine’ van 9 september 1998, twee standaardprofiel rapportages van 9 september 1999 met daarop de Aflevering, twee www.epiguide.com pagina’s met daarop de Aflevering en een kopie van het omroepblad ‘Veronica Magazine’ van 27 oktober 2005.
5. De mondelinge behandeling
Desgevraagd geeft Klager aan dat de Aflevering heel erg verschilt van andere programma’s met een 6 classificatie zoals bijvoorbeeld Villa Achterwerk. Klager meent dat vanuit het oogpunt van een kind de beelden shockerend zijn.
Beklaagde stelt dat zij met de kopieën uit de omroepgidsen duidelijk heeft willen maken dat de door RTL Nederland B.V. geclassificeerde serie dezelfde serie is als waar het in casu om draait. Beklaagde stelt dat RTL Nederland B.V. heeft aangegeven dat zij de Serie heeft uitgezonden tussen 2001 en begin 2002, dus na het in werking treden van het Kijkwijzersysteem. Tevens geeft Beklaagde aan dat zij, ondanks grondig onderzoek, geen kopie van een omroepblad kan overleggen uit deze periode met een vermelding van de Aflevering erin en dat dit op korte termijn ook niet mogelijk is.
6. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klager ontvankelijk in zijn klacht.
Artikel 8 van het Deelreglement Televisie luidt als volgt: “Indien er sprake is van een eerdere classificatie op het product (bijvoorbeeld gedaan door de filmverhuurder of de videodistributeur) dient de omroepinstelling deze in principe over te nemen. De omroepinstelling kan te goeder trouw overgaan tot het uitzenden van het betreffende programma-onderdeel op een tijdstip dat in overeenstemming is met het oorspronkelijke classificatieresultaat. De omroepinstelling mag zich op het bepaalde in dit artikel beroepen indien er een klacht wordt ingediend naar aanleiding van het classificatieresultaat en het uitzendtijdstip van het betreffende programma-onderdeel”.
Het verweer van Beklaagde dat de Serie dezelfde is als de serie die geclassificeerd is door RTL Nederland B.V. kan niet door de Klachtencommissie worden gevolgd. Het jaar van uitgave van de serie in de database is namelijk 1998. Beklaagde heeft niet aannemelijk gemaakt dat hier per abuis het jaar 1998 is vermeld, waar het volgens haar 1997 had moeten zijn. Het is een serie die zich over meerdere jaargangen uitstrekt, waarvan jaargang 1997 - blijkens de door Beklaagde overgelegde informatie over de gehele serie Stargate SG-1 (zie www.epguides.com) - de eerste is. Aangenomen kan worden dat RTL Nederland B.V. op 9 september 1998 de Aflevering heeft uitgezonden. Maar uit deze twee gegevens kan niet de conclusie worden getrokken dat het vermelden van het jaar 1998 in de classificatie door RTL Nederland B.V. onjuist is, en 1997 had moeten zijn. Het is goed mogelijk dat bedoelde classificatie betrekking heeft op een andere jaargang of een andere aflevering dan onderhavige Aflevering. Daarmee staat niet vast dat de classificatie van RTL Nederland B.V., waar SBS zich op beroept, een “Eerdere classificatie” is in de zin van artikel 8 van het Deelreglement Televisie. Beklaagde heeft ten onrechte een beroep gedaan op artikel 8 van het Deelreglement Televisie.
Gezien het vorenstaande past de Klachtencommissie het classificatieformulier 1.2 zelf toe op de Aflevering en behandelt hieronder de relevante vragen.
De Aflevering is een andersoortig fictie/dramaproduct; derhalve dient vraag 1.1.3. (Is de productie een andersoortig fictie/dramaproduct?) met ‘Ja’ te worden beantwoord.
Ten aanzien van de inhoudscategorie geweld dienen vraag 2.2.1. (Bevat de productie fysiek lijf-aan-lijf geweld?), vraag 2.2.2. (Bevat de productie geweld met vuur-, slag- of steekwapens?) en vraag 2.2.3. (Bevat de productie oorlogsgeweld?) alsmede vraag 2.2.5. (Bevat de productie geweld tegen criminelen (= geweld van goeden tegen slechten)?) en vraag 2.3.1. (Zitten er geweldsacties in die door mensen uitvoerbaar zijn?) met ‘1 keer of vaker’ te worden beantwoord. De Klachtencommissie doelt hierbij onder andere op de scène waarin een man tijdens een diner een klap tegen zijn hoofd krijgt van een persoon met een slangenmasker op en de scène waarin een Amerikaanse legereenheid tegen strijders uit de andere zijde van de ‘Stargate’ vecht. Daarnaast dient vraag 2.2.4. (Bevat de productie fysieke marteling (= het doelbewust toebrengen van fysieke pijn)?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord te worden; de Klachtencommissie refereert hier aan de scène waarin een monster uit de buik van een vrouw kruipt en vervolgens in de rug van een andere vrouw, die naakt op een plateau ligt, kruipt.
Geweld dat uitvoerbaar is, brengt de classificatie voor de inhoudscategorie geweld op 6.
Ten aanzien van de inhoudscategorie angst is de Klachtencommissie van mening dat vraag 3.1.1. (Komen er in de productie fantasiewezens voor die zich dreigend gedragen of er dreigend uitzien?), vraag 3.3.6. (Zijn er hevige griezeleffecten ten gevolge van bovennatuurlijke krachten of (buitenaardse) monsters?) en vraag 3.2.2. (Zijn er beelden van zeer angstige mensen als gevolg van geweldsacties van andere levende wezens (mensen, dieren, monsters) of dreigingen daarvan?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord moet worden. Zij doelt hierbij op bovengenoemde scène waarin een monster uit de buik van een vrouw kruipt om zich vervolgens te nestelen in een andere vrouw. In aanvulling op vraag 3.2.2. moet vraag 3.2.3. (Loopt het met de zeer angstige mensen steeds, dus in alle gevallen, direct goed af?) met ‘Nee’ worden beantwoord. Vraag 3.1.7. (Bevat de productie geweldsacties van levende wezens (mensen, dieren, monsters ) waarbij mensen of dieren zichtbaar het slachtoffer zijn?) dient volgens de Klachtencommissie met ‘1 keer of vaker’ te worden beantwoord, waarbij zij opnieuw refereert aan de scène waarin een Amerikaanse legereenheid strijdt tegen personen uit de andere kant van de ‘Stargate’. Tenslotte is de Klachtencommissie van mening dat vraag 3.3.6. (Komen er lijken van mensen in de productie voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord moet worden op basis van de scène in de gevangenis nadat er een gevecht heeft plaats gevonden.
De angstwekkende elementen zoals omschreven in het bovenstaande brengen de classificatie ten aanzien van de inhoudscategorie angst op ‘let op met kinderen tot 12 jaar’ (12).
De overige inhoudscategorieën zijn op de Aflevering niet van toepassing.
De classificatie voor de Aflevering komt hiermee uit op de classificatie 12, op basis van de inhoudscategorie angst.
De classificatie 12 heeft als consequentie dat de Serie conform artikel 5.1. Deelreglement Televisie alleen na 20.00 uur mag worden uitgezonden.
De Klachtencommissie is van mening dat hier sprake is van een serie in de zin van het Seriebeleid van het NICAM dat geldt vanaf 22 maart 2005, omdat de Serie een dramaproductie is met afleveringen met eenzelfde titel en een redelijk op zichzelf staande verhaallijn. Beklaagde dient de Serie daarom conform het Seriebeleid te classificeren. Uit dit Seriebeleid blijkt dat Beklaagde de keuze heeft om de serie steekproefsgewijs te classificeren, met inachtneming van hetgeen is besloten door de Klachtencommissie in deze uitspraak, of om elke aflevering van de serie afzonderlijk te classificeren. Hieraan doet niet af dat de Serie op 30 november 2005 is geclassificeerd; deze classificatie is immers tardief en onjuist.
7. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht ten aanzien van de Aflevering gegrond. De classificatie van de Aflevering dient uit te komen op 12 op basis van de inhoudscategorie angst.
Beklaagde dient de Aflevering en derhalve de Serie al dan niet steekproefsgewijs, met inachtneming van deze uitspraak van de Klachtencommissie en hetgeen staat verwoord in het Seriebeleid, te classificeren.
De Klachtencommissie gaat over tot het opleggen van een sanctie, nu Beklaagde ten onrechte artikel 8 van het Deelreglement Televisie heeft toegepast.
De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM over tot het opleggen van een boete aan Beklaagde, nu er in eerdere uitspraken jegens Beklaagde een boete is opgelegd. Bij de berekening van de onderhavige boete is de Klachtencommissie uitgegaan van de nieuwe Sanctierichtlijn, die op 15 november 2004 algemeen bekend is gemaakt.
De onderhavige overtreding valt binnen de categorie A ‘inhoudelijke overtredingen’; ten onrechte heeft Beklaagde artikel 8 van het Deelreglement Televisie gevolgd en heeft zij de Aflevering en derhalve de Serie niet geclassificeerd. Beklaagde is een landelijk opererende omroep. De onderhavige overtreding volgens de Sanctierichtlijn voor Beklaagde een boete van € 2000, - met zich mee.
De boete komt derhalve uit op € 2000, -
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Hilversum, 18 januari 2006