The Fugitive

1. De procedure
Klager heeft op 12 februari 2004 met gebruikmaking van het klachtenformulier een klacht ingediend over de aflevering van 10 februari 2004 van de serie ‘The Fugitive’.

De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 6 lid 1 van het Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.

Beklaagde heeft tegen de klacht verweer gevoerd bij brief van 5 mei 2004.

De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar vergadering van 24 mei 2004.

Namens beklaagde verschenen mevrouw mr… en de heer mr...
Klager heeft, na deugdelijke oproeping, geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt mondeling toe te lichten.

2. De bestreden audiovisuele productie
‘The Fugitive’ is een serie die gaat over een ex-politieagent die beschuldigd wordt van moord en daarom op de vlucht is.

De serie is door middel van een steekproef geclassificeerd aan de hand van het coderingsformulier 1.2 en is uitgekomen op ‘6 jaar en ouder’ (6) op basis van geweld (pictogram: vuistje) en angst (pictogram: spinnetje). De aflevering van 10 februari 2004 maakte geen deel uit van de steekproef.

3. De klacht
Verkort weergegeven stelt klager het volgende. In de aflevering wordt een man volledig afgetuigd, waarna een revolver op hem wordt leeggeschoten. Klager spreekt zijn opperste verbazing uit dat dit om 19.00 uur kan worden uitgezonden.

4. Het verweer
In het verweerschrift voert beklaagde, hieronder enigszins verkort weergegeven, het volgende aan.

Beklaagde deelt de mening van klager dat genoemde beelden schokkend zijn en dat de gewraakte aflevering inderdaad een hogere keuring had moeten krijgen. Echter, de aflevering heeft niet in de steekproef gezeten. De steekproef is wel conform het huidige seriebeleid uitgevoerd. Beklaagde verzoekt de Klachtencommissie dan ook de onderhavige aflevering te beoordelen. Gezien het feit dat de aflevering niet in de steekproef zat, verzoekt beklaagde, bij eventuele gegrondverklaring van de klacht, de Klachtencommissie geen sanctie op te leggen.

5. De mondelinge behandeling
Beklaagde erkent dat de klager gelijk heeft. Het betreft hier echter een uitzondering. Dit soort geweld komt in de overige afleveringen niet voor.

6. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie heeft het coderingsformulier versie 1.2 zelf toegepast op aflevering 16 van de serie ‘The Fugitive’ en behandelt hieronder de vragen die naar haar oordeel door beklaagde niet of onjuist zijn beantwoord.

In de categorie geweld heeft beklaagde vraag 2.4.1 (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn door de hardheid van de geweldshandelingen of de hardheid van de dader?) alsmede vraag 2.4.2 (Zitten er geweldshandelingen in die indringend zijn omdat het geweld hard aankomt bij het slachtoffer?) onterecht met ‘nooit’ beantwoord. De Klachtencommissie wijst bij deze vragen op de scène waarin een man in elkaar wordt geslagen en daarna wordt doodgeschoten.

Het beantwoorden op bovenstaande wijze brengt de classificatie van aflevering 16 van ‘The Fugitive’ op 12 ten aanzien van geweld (pictogram: vuistje).

In de categorie angst heeft beklaagde vraag 3.2.2 (Zijn er beelden van zeer angstige mensen als gevolg van geweldsacties van andere levende wezens (mensen, dieren, monsters) of dreigingen daarvan?) en vraag 3.2.3 (Loopt het met de zeer angstige mensen steeds, dus in alle gevallen, direct goed af?) ten onrechte met ‘nooit’ beantwoord. Deze vragen moeten beiden positief beantwoord worden, op basis van eerdergenoemde scène. Ook vraag 3.3.2 (Komen er lijken van mensen in de productie voor?) heeft beklaagde ten onrechte met ‘nooit’ beantwoord.

De overige categorieën zijn op aflevering 16 van ‘The Fugitive’ niet van toepassing.

De classificatie van aflevering 16 van ‘The Fugitive’ komt uit op 12, met de pictogrammen voor geweld en angst.

De leeftijdsclassificatie 12 op basis van geweld en angst wordt tevens de leeftijdsclassificatie voor de gehele serie, nu de regel geldt dat de zwaarst geclassificeerde aflevering van een serie maatgevend is voor de gehele serie. Dit heeft als consequentie dat conform artikel 3 lid 1 jo. lid 2 van het Algemeen Reglement en artikel 5.1 van het Deelreglement Televisie de serie niet meer mag worden uitgezonden voor 20.00 uur.

Mocht beklaagde van mening zijn dat de classificatie 12 op basis van geweld en angst voor de gehele serie te zwaar is gezien de inhoud van de overige afleveringen, dan is zij bevoegd conform het actuele seriebeleid (zie Kijkwijzer Handleiding) een nieuwe classificatiesteekproef uit te voeren, echter zonder bovengenoemde aflevering in haar huidige vorm. Deze beslissing brengt met zich mee dat aflevering 16 van ‘The Fugitive’ alléén na 20.00 uur mag worden uitgezonden, onder vermelding van de op deze aflevering toepasselijke pictogrammen. Bovendien moet beklaagde in dat geval voldoende kenbaar maken dat aflevering 16 qua classificatie afwijkt van de overige afleveringen van de serie ‘The Fugitive’, onder andere door vermelding van de verschillende classificaties in de database van het NICAM.
Tevens staat het beklaagde vrij de aflevering 16 wel in de steekproef mee te nemen, indien hij deze inhoudelijk zo aanpast dat ook voor deze aflevering een lagere classificatie het gevolg is.

7. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht van klager gegrond. De gehele serie ‘The Fugitive’ dient uit te komen op 12, met de pictogrammen voor geweld en angst.

Beklaagde dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie de door de Klachtencommissie aangegeven classificatie 12 in combinatie met de inhoudspictogrammen voor geweld en angst alsnog door middel van het invullen van het coderingsformulier in te voeren in de database van het NICAM.

De Klachtencommissie gaat niet over tot het opleggen van een sanctie nu aflevering 16 van de serie ‘The Fugitive’ door beklaagde niet was meegenomen in haar oorspronkelijke steekproef en beklaagde de steekproef wel conform het geldende seriebeleid heeft uitgevoerd.

Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM.
Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de KC schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend.