Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: de bioscoopfilm ‘The Karate Kid’, hierna te noemen: de Film
1. De procedure
Klaagster heeft op 24 augustus 2010 een klacht ingediend over de Film.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 5 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft bij brief van 29 juni 2010 verweer gevoerd.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 10 september 2010.
Klaagster heeft, na deugdelijke oproeping, geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunt mondeling toe te lichten.
Beklaagde is ter zitting verschenen.
2. De bestreden audiovisuele productie
De Film gaat over een jongen die verhuist van Amerika naar China en daar Kungfu leert nadat hij door een groep jongens is belaagd.
Beklaagde heeft de Film op 1 juni 2010 geclassificeerd met behulp van het huidig geldende classificatieformulier en is uitgekomen op de classificatie ‘let op met kinderen jonger dan 6’ (6) op basis van geweld (pictogram: vuistje) en angst (pictogram: spinnetje).
3. De klacht
Klaagster schrijft in haar klacht dat haar dochter van 7 jaar oprecht ontdaan was over de harde vechtscènes tussen de hoofdpersoon en zijn belagers. Tijdens de scène waarin de hoofdpersoon wordt aangevallen door jongens die Kungfu uitoefenen, durfde ze niet meer te kijken. Klaagster heeft haar dochter echt moeten overtuigen dat dit normaal gesproken niet gebeurt en dat kinderen elkaar wel pesten, maar dat zo’n echte vechtscène met geluiden waardoor je denkt het bot te horen kraken, nooit voorkomt. De vechtscènes in deze film zijn naar de mening van Klaagster zo gewelddadig en hard, dat ze absoluut niet geschikt zijn voor kinderen onder de 12 jaar.
4. Het verweer
In het verweerschrift voert Beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
De keuring van de Film is door Beklaagde conform de Kijkwijzerregels als die bij ons bekend zijn uitgevoerd. Hierbij kwam de classificatie uit op ‘let op met kinderen tot 6 jaar’ op basis van de inhoudscategorieën geweld en angst. Na ontvangst van de klacht heeft Beklaagde de Film nog een keer bekeken en geclassificeerd. Beklaagde is tot de conclusie gekomen dat een enkele vraag anders gescoord had kunnen worden.
5. De mondelinge behandeling
Beklaagde heeft niets toe te voegen aan haar verweerschrift. Desgevraagd antwoordt Beklaagde dat de vraag over de indringendheid van het geweld anders gescoord had kunnen worden evenals de vraag die betrekking heeft op een realistische omgeving. Beklaagde heeft wel de aanwezigheid van verwondingen gescoord, zo is te zien dat de hoofdrolspeler een blauw oog heeft.
Beklaagde verwacht dat de DVD over ongeveer 3 maanden uitkomt.
6. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klaagster ontvankelijk in haar klacht.
De Klachtencommissie heeft de thans geldende vragenlijst toegepast op de Film en behandelt hieronder de relevante vragen.
In de categorie geweld moet vraag 2.2.1. (Hoe vaak komt fysiek lijf-aan-lijf geweld voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. Vraag 2.3.1. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn?) moet eveneens met ‘één keer of vaker’ beantwoord worden.
In de toelichting bij de vragenlijst staat dat er sprake is van indringend geweld door de hardheid van de geweldshandelingen of de hardheid van de dader omdat het geweld hard aankomt bij het slachtoffer. Geweld kan ook indringend zijn doordat de inslag van de geweldshandelingen gedetailleerd in beeld wordt gebracht.
Verder kan indringendheid bijvoorbeeld gerealiseerd worden door middel van: het toevoegen van opzwepende muziek aan de geweldsscènes, het accentueren van pijn bij het slachtoffer door geluid of beeld, slow motion, close ups van gevechtshandelingen of het toevoegen van geluidseffecten aan vechtscènes.
De Klachtencommissie is van mening dat er in de Film meerdere scènes te zien zijn waarin indringend geweld voorkomt. De Klachtencommissie wijst hierbij onder andere op de scène in het park waarin Dré diverse keren door Cheng in zijn buik getrapt wordt en geslagen wordt. De Klachtencommissie is van oordeel dat het geweld hard aankomt bij Dré. Zo blijft hij liggen na de slagen en schoppen van Cheng en is in slow motion gefilmd dat Dré pijn heeft.
Daarnaast is er een scène te zien waarin Dré, de hoofdrolspeler, achtervolgd wordt door Cheng en zijn vrienden. Dré wordt door Cheng geschopt en geslagen.
De Klachtencommissie is van mening dat het geweld in deze scène indringend is omdat de slagen die Cheng aan Dré toebrengt geaccentueerd worden door geluid. Ook komt het geweld hard aan bij Dré. Hij schreeuwt het uit en blijft gepijnigd op de grond liggen totdat de huismeester hem redt.
Verder wordt Dré tijdens een Kungfu wedstrijd met Cheng getrapt op zijn been. Cheng moet van zijn leraar het been van Dré breken. In slow motion is een herhaling van de trap te zien. De Klachtencommissie is van oordeel dat deze trap hard aankomt bij Dré. Hij blijft liggen en heeft tranen in zijn ogen. Hij probeert op te staan hetgeen pas lukt na twee pogingen hiertoe. Daarnaast is de indringendheid gerealiseerd doordat in slow motion een herhaling van de trap te zien is.
Vraag 2.4.1. (Zijn er beelden van verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) moet met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. Vraag 2.4.2. (Zijn er beelden van ernstige verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) moet met ‘nee’ beantwoord worden. Bij de beantwoording van bovenstaande vragen doelt de Klachtencommissie onder andere op de scène waarin te zien is dat het gezicht van Dre bont en blauw is na een gevecht met Cheng in de speeltuin. Vraag 2.5.1. (Zitten er geweldsacties in die door mensen uitvoerbaar zijn?) moet met ‘ja’ beantwoord worden.
Bovenstaande beantwoording leidt tot de classificatie 12 op basis van geweld.
In de inhoudscategorie angst moet vraag 3.5.1. (Komen er beelden van verwondingen in de productie voor?) met '1 keer of vaker' beantwoord worden.
Vraag 3.5.2. (Zijn deze verwondingen ernstig?) moet met 'nooit' beantwoord worden. De Klachtencommissie verwijst bij de beantwoording van deze vragen naar het voorbeeld dat de Klachtencommissie reeds genoemd heeft bij de beantwoording van vraag 2.4.1. en vraag 2.4.2.
Vraag 3.9. (Komen er beelden van dreiging met geweld voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De Klachtencommissie doelt hier onder andere op de scène waarbij Dré op school door Cheng en zijn vrienden geïntimideerd wordt. De schooltas van Dré wordt afgepakt, zijn spullen worden eruit gehaald en er wordt een schop tegen zijn tas gegeven.
Vraag 3.12.1. (Spelen de angstwekkende scènes zich af in een realistische omgeving?) moet met '1 keer of vaker' beantwoord worden. Zo spelen de scènes zich onder andere af in een speeltuin en op straat. Vraag 3.12.2. (Komen er één of meer onrealistische personages voor in de angstwekkende scènes?) moet met 'nee' beantwoord worden.
Bovenstaande beantwoording leidt tot de classificatie 9 op basis van angst.
De overige inhoudscategorieën zijn niet op de Film van toepassing.
Nu de hoogste leeftijdsclassificatie bepalend is voor de uiteindelijke classificatie, komt de classificatie voor de Film uit op 12 op basis van de inhoudscategorie geweld.
7. De beslissing van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht de klacht van Klaagster gegrond.
De classificatie van de Film dient uit te komen op 12 op basis van geweld. Beklaagde dient, voor zover zij dat niet reeds heeft gedaan, binnen zeven dagen na dagtekening van deze uitspraak de door de Klachtencommissie aangegeven classificatie zelf alsnog door middel van het invullen van het classificatieformulier in te voeren in de database van het NICAM, alsmede alle maatregelen te nemen die ertoe leiden dat de classificatie van 12 op basis van geweld wordt gehanteerd. Beklaagde dient er tevens voor te zorgen dat bij release van de Film op DVD de inlay van de DVD de door de Klachtencommissie aangegeven classificatie vertoont.
De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM over tot het opleggen van een boete aan Beklaagde, nu er in eerdere uitspraken (onder andere klachtnr. 040714.01 ‘Spider Man 2’ en klachtnr. 040315.01 ‘Gothica’) jegens Beklaagde een klacht gegrond is verklaard. Bij de berekening van de onderhavige boete is de Klachtencommissie uitgegaan van de Sanctierichtlijn.
De onderhavige overtreding valt binnen de categorie A ‘Inhoudelijke overtredingen’; de Film is verkeerd geclassificeerd. Beklaagde sub 1 is een landelijk opererende filmdistributeur, waarvoor elk punt € 2.000,- is.
Nu de leeftijdscategorie verhoogd wordt van 6 naar 12 op basis van één inhoudscategorie (geweld), brengt dit voor Beklaagde een boete met zich mee
van € 2.000, -.
Het hierboven genoemde bedrag dient door Beklaagde binnen 30 dagen na factuurdatum te worden voldaan. De factuur wordt separaat toegezonden.
De Klachtencommissie legt bovengenoemde maatregelen op onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag, te rekenen vanaf zeven dagen na de dagtekening van deze uitspraak, met een maximum van € 25.000,-.
Conform artikel 15 lid 2 Klachtenreglement heeft de Klachtencommissie de bevoegdheid, om al dan niet op verzoek van één der partijen, haar eigen beslissing, voor zover naar haar oordeel redelijkerwijs noodzakelijk, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Dit betekent dat er aan haar beslissing direct gevolg dient te worden gegeven. In de onderhavige kwestie ten aanzien van de Film, doch in alle gevallen waar een bioscoopfilm in het geding is, is de Klachtencommissie de mening toegedaan dat het in redelijkheid noodzakelijk is om van deze bevoegdheid gebruik te maken. Op deze manier wil de Klachtencommissie voorkomen dat de gewraakte film in de bioscopen met verkeerde pictogrammen wordt vertoond en in de follow up op DVD met verkeerde pictogrammen op de markt wordt gebracht.
De Klachtencommissie verklaart deze uitspraak derhalve uitvoerbaar bij voorraad. Gezien het feit dat sprake is van een spoedprocedure omdat de Film momenteel in de bioscopen draait, heeft de Klachtencommissie Beklaagde na afloop van de zitting op 10 september 2010, op dezelfde dag telefonisch op de hoogte gesteld van deze uitspraak.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Hilversum, 20 september 2010