Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: de DVD ‘The Princess Bride’, hierna te noemen: de Film.
1. De procedure
Klaagster heeft op 5 januari 2010 een klacht ingediend over de Film. De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 5 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen. Beklaagde sub 1 heeft bij brief van 26 februari 2010 verweer gevoerd. Beklaagde sub 2 heeft bij brief van 5 februari 2010 verweer gevoerd. De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 17 maart 2010. Klaagster noch Beklaagde sub 1 noch Beklaagde sub 2 heeft, na deugdelijke oproeping, gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
De Film gaat over Buttercup die verliefd is op de stalknecht Wesley. Prins Humperdinck wil met haar trouwen en heeft snode plannen. Westley en zijn vrienden gaan Buttercup redden. Beklaagde sub 1 heeft de Film op 14 september 2007 geclassificeerd met behulp van het destijds geldende classificatieformulier en is uitgekomen op de classificatie ‘let op met kinderen jonger dan 6’ (6) op basis van angst (pictogram: spinnetje). Beklaagde sub 2 heeft de Film op DVD uitgebracht.
3. De klacht
De klacht richt zich op de DVD en heeft betrekking op de inhoudscategorieën geweld en angst. Klaagster voert aan dat in deze film zowel een monsterachtig knaagdier als een mens op zeer bloedige wijze om het leven gebracht worden met zwaardsteken, dwars door het beest en later ook door een mens. Volgens Klaagster is de Film niet geschikt voor haar dochter van 9 jaar en al helemaal niet voor kinderen vanaf 6 jaar.
4. Het verweer
In het verweerschrift voert Beklaagde sub 1, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan. Beklaagde sub 1 heeft op grond van artikel 4 Algemeen Reglement de classificatie overgenomen van Beklaagde sub 2 bij het uitzenden van de Film op haar zender(s). In het verweerschrift voert Beklaagde sub 2, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
Beklaagde sub 2 stelt dat de film uit 1987 is. Het NICAM bestond toen nog niet. Beklaagde sub 2 vindt de brief overtrokken. Dit zegt waarschijnlijk meer over wat iemand gewend is of niet, zeker als recente films zoals Narnia en Prince Caspian en Harry Potter gewoon voor 6 jaar doorgaan en juist een film die al 23 jaar oud is zonder een enkele klacht nu een probleem is voor de classificatie 6. De film is overigens geroemd als familieklassieker en is een van de persoonlijke favorieten van de vertegenwoordiger van Beklaagde sub 2 waar goede herinneringen aan bewaard worden vandaar ook de verontwaardiging. Beklaagde sub 2 heeft de classificatie van Beklaagde sub 1 overgenomen. In dit geval is er geen sprake van verantwoordelijkheid bij Beklaagde sub 2.
5. Reactie Klaagster op verweerschrift Beklaagde sub 2
Klaagster verbaast zich over de kwaliteit van het verweerschrift van Beklaagde sub 2. Beklaagde sub 2 komt enkel met argumenten van emotionele aard die naar de mening van Klaagster inhoudelijk niet steekhoudend zijn zoals het argument dat de film over Harry Potter nog enger is, dat de film 23 jaar oud is, dat er nog geen enkele klacht is geweest en dat de film een van de favoriete films is van de vertegenwoordiger van Beklaagde sub 2 waar hij goede herinneringen aan heeft.
De enige gerechtvaardigde vraag in deze is volgens Klaagster of de Film geschikt is voor kinderen vanaf 6 jaar? En kan het bekijken hiervan leiden tot emotionele schade? Klaagster vindt het jammer dat Beklaagde sub 2 de emotie van de dochter van Klaagster ontkent zonder met inhoudelijke argumenten te komen. De dochter van Klaagster heeft hele gedeelten van de Film met de handen voor de ogen gezeten en vervolgens een aantal nachtmerries gehad. Deze classificatie dient niet goedgekeurd te worden omdat andere recente 'enge' films ook een vergelijkbare classificatie hebben. We begeven ons dan, volgens Klaagster, op een glijdende schaal naar beneden die voor niemand meer is te stoppen.
6. Reactie Beklaagden op verweerschriften
Beklaagde sub 1 stelt in haar reactie op het verweerschrift van Beklaagde sub 2 dat er bij Beklaagde sub 1 wat verwarring ontstond bij het binnenkomen van de klacht aangezien Beklaagde sub 1 de Film niet onlangs heeft uitgezonden op haar zenders. Na e-mailcorrespondentie met het NICAM bleek dat de klacht van Klaagster gericht is op de DVD. De Film is geproduceerd in 1987 en al enige tijd geleden uitgezonden op een zender van Beklaagde sub 1. De classificatie van de Film is 'let op met kinderen tot 6 jaar' op basis van de inhoudscategorie angst. Zoals Beklaagde sub 2 aangeeft in het verweerschrift is de Film 20 jaar oud en zijn er nooit klachten geweest over de classificatie. Beklaagde sub 1 wenst nogmaals te benadrukken dat Kijkwijzer geen indicatie geeft over geschiktheid.
Indien de Film hoger geclassificeerd wordt dan de classificatie 6, wenst Beklaagde sub 1 de Klachtencommissie te wijzen op het feit dat de leeftijdscategorie 9 pas in het jaar 2009 is ingevoerd. Ook heeft Beklaagde sub 1 de Film niet recentelijk uitgezonden en stelt Beklaagde sub 1 zich op het standpunt dat zij de film in 2007 juist heeft geclassificeerd. Beklaagde sub 1 verzoekt de Klachtencommissie om de klacht jegens Beklaagde sub 1 ongegrond te verklaren. Beklaagde sub 2 stelt in haar reactie op het verweerschrift van Beklaagde sub 1 dat de rechten van de Film vanaf 2008 in haar bezit zijn. De DVD met de Film lag in de winkels vanaf 22 april 2008. Beklaagde sub 1 heeft de Film op 14 september 2007 geclassificeerd. Beklaagde sub 2 heeft de classificatie van Beklaagde sub 1 overgenomen. In 2007 was de leeftijdscategorie 9 nog niet ingevoerd.
7. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klaagster ontvankelijk in haar klacht. De Klachtencommissie overweegt het volgende. Beklaagde sub 2 heeft de classificatie van de Film overgenomen van Beklaagde sub 1. Hiermee is er sprake van een situatie, zoals opgenomen in artikel 4 Algemeen Reglement, dat handelt over de zogenaamde ‘eerste classificatie’. Artikel 4 lid 1 luidt als volgt: “indien er sprake is van een eerdere classificatie op het audiovisueel product neemt de aangeslotene deze in principe over. De aangeslotene kan te goeder trouw overgaan tot openbaarmaking van het audiovisueel product. De aangeslotene mag zich op het bepaalde in dit artikel beroepen indien er een klacht wordt ingediend naar aanleiding van de openbaarmaking van het audiovisueel product en draagt de bewijslast”.
De Klachtencommissie heeft de thans geldende vragenlijst toegepast op de Film en behandelt hieronder de relevante vragen. In de categorie geweld moeten vraag 2.2.1. (Hoe vaak komt fysiek lijf-aan-lijf geweld voor?) en vraag 2.3.1. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. In de toelichting op de vragenlijst staat onder andere dat bij indringende geweldsacties de kijker de indruk krijgt dat het geweld hard aankomt en dat dit ook de bedoeling van de agressor is.
Hierbij doelt de Klachtencommissie onder andere op de scène waarin een zwaardvechter wordt neergestoken door een man. Het zwaard wordt in de buik van de man gestoken en aan de gezichtsuitdrukking en het geluid dat de man maakt is te zien en te horen dat de man pijn heeft. Een paar scènes verder is te zien dat de zwaardvechter het zwaard uit zijn buik haalt, opstaat, wankelt en tegen de muur belandt. Hij kan nog net de zwaardsteken van de andere man afweren. Dan loopt de zwaardvechter naar de man toe en zegt: ‘mijn naam is Indigo Montoya, je hebt mijn vader vermoordt, bereid je voor op de dood’. Deze zin blijft de zwaardvechter herhalen. Vervolgens steekt de zwaardvechter de man neer, de man is dood.
De Klachtencommissie is van mening dat het geweld in bovengenoemde scènes hard aankomt bij het slachtoffer, zodat bovenstaande beantwoording leidt tot de classificatie 12 op basis van geweld.
In de inhoudscategorie angst moet vraag 3.2.1. (Komen er mensen, mensachtigen of dieren voor die zichtbaar of hoorbaar ernstig lijden?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. In de toelichting op de vragenlijst staat dat het bij ernstig lijden gaat om zichtbaar of hoorbaar ernstig lijden als gevolg van een extreem aangrijpende ervaring. Het ernstig lijden van het slachtoffer moet de indruk geven dat hij/zij iets verschrikkelijks doormaakt. Ernstig lijden kan meer of minder expliciet worden overgebracht. Het is af te leiden uit gelaatsuitdrukkingen, kermen, huilen, krijsen of zweten. De Klachtencommissie is van mening dat er sprake is van ernstig lijden. De Klachtencommissie doelt hier onder andere op de scène waarbij Westley op de martelmachine ligt en het uitschreeuwt van de pijn. Het is in het gehele dorp te horen.
Vraag 3.5.1. (Komen er beelden van verwondingen voor in de productie?) moet met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De Klachtencommissie is van mening dat in de bovengenoemde scènes die beschreven zijn in de inhoudscategorie geweld, verwondingen zichtbaar zijn. Zo heeft de zwaardvechter bijvoorbeeld een wond in zijn borst en is bloed zichtbaar. Deze verwondingen zijn naar het oordeel van de Klachtencommissie niet ernstig in de zin van de vragenlijst zodat vraag 3.5.2. (Zijn deze verwondingen ernstig?) met ‘nooit’ beantwoord moet worden.
Bovenstaande beantwoording van deze vragen brengt de classificatie op 9, waardoor de rest van de vragen binnen deze categorie die tot 6 leiden, automatisch vervallen. Dit laat onverlet dat in de Film ook sprake is van verwondingen (vraag 3.5.1.) en fysiek geweld tegen dieren (vraag 3.11). Ook zijn er beelden van dieren die zich dreigend gedragen (vraag 3.13.1.).
Bovenstaande beantwoording leidt tot de classificatie 9 op basis van angst. De classificatie van de Film komt, nu de hoogste classificatie bepalend is, uit op 12, op basis van geweld. Beklaagde sub 1 heeft derhalve onjuist geclassificeerd nu de vragen die met de huidige vragenlijst tot de classificatie 12 op basis van geweld hebben geleid op 14 september 2007, het moment dat Beklaagde sub 1 de classificatie heeft verricht, reeds aan de vragenlijst waren toegevoegd. Beklaagde sub 1 voert in haar reactie op het verweerschrift van Beklaagde sub 2 aan dat de Film al enige tijd geleden is uitgezonden op een zender van Beklaagde. Ook stelt Beklaagde sub 1 dat de Film 20 jaar oud is en dat er nooit klachten zijn geweest over een hogere classificatie.
De Klachtencommissie stelt zich op het standpunt dat de Film verkeerd geclassificeerd is. Het feit dat de Film al enige tijd geleden is uitgezonden, 20 jaar oud is en dat er niet eerder klachten over de Film zijn geweest, doet hier niet aan af.
7 a. De beslissing van de Klachtencommissie ten aanzien van Beklaagde sub 1
De Klachtencommissie acht de klacht van Klaagster ten aanzien van Beklaagde sub 1 gegrond. Beklaagde sub 1 dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak de door de Klachtencommissie aangegeven classificatie 12 in combinatie met het inhoudspictogram voor geweld voor de Film zelf alsnog door middel van het invullen van het classificatieformulier in te voeren in de database van het NICAM. De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM over tot het opleggen van een boete aan Beklaagde, nu er in een eerdere uitspraak (klachtnr. 050102.01 ‘The Crusaders’) jegens Beklaagde sub 1 een sanctie is opgelegd. Bij de berekening van de onderhavige boete is de Klachtencommissie uitgegaan van de Sanctierichtlijn.
De onderhavige overtreding valt binnen de categorie A ‘Inhoudelijke overtredingen’; de Film is verkeerd geclassificeerd. Beklaagde sub 1 is een landelijk opererende omroep, waarvoor elk punt € 2.000,- is. Nu de leeftijdscategorie verhoogd wordt van 6 naar 12 brengt dit voor Beklaagde sub 1 een boete met zich mee van € 2.000, -. In bovengenoemde Sanctierichtlijn staat opgenomen dat de Klachtencommissie de mogelijkheid heeft de correctiefactor toe te passen. Afhankelijk van de mate van verwijtbaarheid kan de correctiefactor naar boven dan wel naar beneden worden bijgesteld. Eén van de factoren die bij het bepalen van de correctiefactor een rol speelt, is het aantal klachten dat reeds eerder tegen een Beklaagde gegrond is verklaard. Nu de Sanctierichtlijn reeds op 15 november 2004 in werking is getreden, en er inmiddels diverse malen klachten tegen Beklaagde gegrond zijn verklaard en daarbij boetes zijn opgelegd, kan de Klachtencommissie jegens Beklaagde de correctiefactor op 1,5 vaststellen.
Het Bestuur van het NICAM heeft echter besloten dat met ingang 1 januari 2010 bij het bepalen van de correctiefactor wegens recidive bij de omroepen met meer dan één zender gekeken zal worden naar het aantal klachten dat per individuele zender eerder gegrond is verklaard. Dit besluit geldt voor de na 1 januari 2010 op zitting behandelde zaken en heeft geen terugwerkende kracht. De reeds opgelegde boetes blijven derhalve ongewijzigd. Op grond van het besluit van het Bestuur van het NICAM is de Klachtencommissie de mening toegedaan dat het toepassen van de correctiefactor 1,5 wegens recidive in deze niet opportuun is.
De Klachtencommissie is van oordeel dat in het onderhavige geval waarbij een klacht betrekking heeft op een classificatie van een DVD die Beklaagde sub 2 van Beklaagde sub 1 heeft overgenomen, wel toe te schrijven is aan het concern aangezien de classificatie op naam staat van RTL Nederland B.V. De Klachtencommissie zal gelet op het bovenstaande een correctiefactor toepassen van 1. De boete bedraagt derhalve € 2000,-. Het hierboven genoemde bedrag dient door Beklaagde sub 1 binnen 30 dagen na factuurdatum te worden voldaan. De factuur wordt separaat toegezonden.
7 b. De beslissing van de Klachtencommissie ten aanzien van Beklaagde sub 2
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht van Klaagster ten aanzien van Beklaagde sub 2 ongegrond. Beklaagde sub 2 heeft een geslaagd beroep gedaan op artikel 4 lid 1 Algemeen Reglement van het NICAM. De Klachtencommissie verzoekt Beklaagde sub 2 ambtshalve om bij de eerstvolgende release van de DVD/Video ervoor te zorgen dat de inlay de correcte door de Klachtencommissie vastgestelde classificatie vertoont. Indien er tussentijds een herdruk van de omslag plaatsvindt, dient deze de correcte classificatie te vermelden. Tevens dient Beklaagde sub 2 er zorg voor te dragen dat alle eventuele reclame- en overige uitingen met betrekking tot de DVD de correcte classificatie vermelden.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Hilversum, 12 april 2010