Klachtnummer: 070527.01b
Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: trailer ‘Pirates of the Caribbean; at world’s end’, hierna te noemen: de Trailer
1. De procedure
Klaagster heeft op 27 mei 2007 een klacht ingediend over de Trailer, aangevuld bij e-mails van 4 juni 2007 en 6 juni 2007.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 5 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde sub 1 heeft tegen de klacht geen verweer gevoerd.
Beklaagde sub 2 heeft tegen de klacht geen verweer gevoerd.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 11 juli 2007.
Beklaagde sub 1 en Beklaagde sub 2 noch Klaagster heeft, na deugdelijke oproeping, gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
Ten tijde van de klacht is de Trailer door Beklaagde sub 1 niet geclassificeerd. Twee dagen voor de zittingsdatum, op 9 juli 2007, heeft Beklaagde sub 1 de Trailer geclassificeerd. De Trailer heeft de classificatie ‘let op met kinderen tot 6’ (6) op basis van geweld (pictogram: vuistje) en angst (pictogram: spinnetje).
De hoofdfilm heeft de classificatie ‘let op met kinderen tot 12’ (12) op basis van geweld (pictogram: vuistje) en angst (pictogram: spinnetje). De trailer is door Beklaagde sub 2 vertoond voorafgaande aan de film ‘Mr Bean’s Holiday’, welke de classificatie ‘Niet schadelijk / Alle Leeftijden’ (AL) heeft.
3. De klacht
Klaagster geeft aan dat haar kinderen van 4, 6 en 8 jaar voorafgaand aan de film ‘Mr. Bean’s Holiday’ tot hun schrik werden geconfronteerd met de uitgebreide minutenlange vooraankondiging van onder andere de Trailer, van een film met de classificatie 12.
In aanvullende e-mails geeft Klaagster aan dat de meest schokkende beelden uit de Trailer zijn gelaten, maar dat er nog genoeg angstaanjagende momenten in zaten met allerlei monsterlijke wezens. De geluidseffecten maakten het allemaal nog erger. Alles bij elkaar was het écht te eng voor de kleintjes. De classificatie 6 is te laag voor de Trailer, maar het ergste is nog dat deze vertoond is voor een film met AL. Klaagster hoopt dat er iets gedaan kan worden dit soort milder gemaakte, alsnog veel te enge trailers.
4. Het verweer
Beklaagde sub 1 heeft geen verweerschrift ingediend.
Beklaagde sub 2 heeft eveneens geen verweerschrift ingediend.
5. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie overweegt het volgende.
De klacht van Klaagster richt zich tegen de classificatie van de Trailer, alsmede tegen het feit dat de trailer geplaatst is voor een hoofdfilm met een lagere classificatie dan de Trailer. Beklaagde sub 1 is verantwoordelijk voor de classificatie van zijn trailers, maar heeft nagelaten de Trailer te classificeren. Beklaagde sub 2 is verantwoordelijk voor de plaatsing van de Trailer.
De Klachtencommissie heeft het classificatieformulier 4.0 toegepast op de Trailer en
behandelt hieronder de relevante vragen.
In de categorie geweld moet vraag 2.2.1. (Komen in de productie één of meerdere vormen van fysiek geweld voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. Het betreft hier de man-tot-man gevechten tussen de piraten. Vraag 2.3.1. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn?) moet met ‘nooit’ beantwoord worden. Het is in de Trailer niet zichtbaar dat het geweld hard aankomt bij het slachtoffer, met name omdat de gevechten alleen van veraf getoond worden. Er zijn in de Trailer geen verwondingen zichtbaar.
Bovenstaande beantwoording brengt de classificatie op 6 voor geweld.
In de categorie angst moet vraag 3.7.1. (Hoe vaak komen fantasiewezens die zich dreigend gedragen of er dreigend uitzien voor?) moet met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. Hiermee wijst de Klachtencommissie onder andere op de gedaante met het ‘inktvishoofd’ die zichtbaar is in de Trailer.
De overige inhoudscategorieën zijn op de Trailer niet van toepassing.
De classificatie van de Trailer komt uit op 6, op basis van geweld en angst.
De Klachtencommissie stelt vast dat Beklaagde sub 1 de Trailer op 9 juli 2007 heeft geclassificeerd. Het resultaat van deze classificatie komt overeen met de classificatie van de Klachtencommissie: 6 op basis van geweld en angst. Echter, de classificatie is verricht lang nadat de klacht op 27 mei jl. is ingediend en ook lang nadat de Trailer aan de bioscoopexploitanten is verspreid om te vertonen. Beklaagde sub 1 heeft dan ook in strijd gehandeld met artikel 3.1 en artikel 3.3 Deelreglement Filmwerk van het NICAM. Artikel 3.1. luidt als volgt: “De trailer dient zelfstandig geclassificeerd te worden”.
Beklaagde sub 1 was niet alleen verplicht om de Trailers apart te classificeren, Beklaagde sub 1 is op grond van artikel 3.3 Deelreglement Filmwerk tevens verplicht het resultaat van de classificatie kenbaar te maken aan de Beklaagde sub 2. Artikel 3.3 luidt namelijk als volgt: “De filmdistributeur zal ervoor zorgdragen dat de classificatie van de trailer kenbaar wordt gemaakt aan de organisatie die de trailer openbaar zal maken.”
Doordat Beklaagde sub 1 bovengenoemde artikelen heeft overtreden was bij Beklaagde sub 2 de classificatie van de Trailer onbekend.
De Klachtencommissie is van oordeel dat Beklaagde sub 2 in voorkomende gevallen, waar de classificatie van de Trailer niet duidelijk wordt aangegeven conform artikel 3.3., een eigen onderzoeksplicht heeft. De bioscoopexploitant heeft, wanneer hij geen informatie van de filmdistributeur ontvangt, volgens de Klachtencommissie eerst de plicht contact op te nemen met Beklaagde sub 1. Wanneer dat geen resultaat oplevert, dient de bioscoopexploitant het bureau van het NICAM te raadplegen.
Nu derhalve bij Beklaagde sub 2 geen classificatie bekend was, heeft zij niet kunnen voldoen aan het gestelde in artikel 5.1. dat luidt:
“De bioscoopexploitant zal ervoor zorgdragen dat de leeftijdsclassificatie van de trailer de leeftijdsclassificatie van het filmwerk voorafgaand waaraan of aansluitend waarop hij wordt vertoond niet zal overstijgen”.
6a. De beslissing van de Klachtencommissie ten aanzien van Beklaagde sub 1
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht van Klaagster gegrond. De Trailer was ten tijde van de klacht ten onrechte niet geclassificeerd. De Trailer dient de classificatie 6 op basis van geweld en angst te hebben.
De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM over tot het opleggen van een boete aan Beklaagde sub 1, nu er in eerdere uitspraken jegens Beklaagde sub 1 (onder andere 040328.02 ‘The Haunted Mansion’) een klacht gegrond is verklaard. Bij de berekening van de onderhavige boete is de Klachtencommissie uitgegaan van de Sanctierichtlijn Klachtencommissie NICAM.
De onderhavige overtreding valt binnen de categorie A ‘inhoudelijke overtredingen’; de Trailer is ten onrechte niet geclassificeerd. Beklaagde sub 1 is een landelijk opererende filmdistributeur, waarvoor elk punt € 2000 is. Het ten onrechte niet classificeren van de trailer brengt volgens de Sanctierichtlijn zes punten met zich mee; voor Beklaagde sub 1 resulteert dit in een boete van € 12.000,-.
Het hierboven genoemde bedrag dient door Beklaagde sub 1 binnen 30 dagen na factuurdatum te worden voldaan. De factuur wordt gescheiden toegezonden.
6b. De beslissing van de Klachtencommissie ten aanzien van Beklaagde sub 2
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht van Klaagster gegrond. Beklaagde sub 2 heeft de Trailer ten onrechte geplaatst voor een film met de classificatie AL.
De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder B over tot het opleggen van de maatregel van waarschuwing, nu dit de eerste keer is dat een klacht tegen Beklaagde sub 2 gegrond is verklaard.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de
Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Hilversum, 6 augustus 2007
Beslissing van de Commissie van Beroep van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
1. De uitspraak van de Klachtencommissie
Bij beslissing van 6 augustus 2007 heeft de Klachtencommissie van het NICAM de klacht van Klaagster in eerste aanleg d.d. 27 mei 2007, aangevuld bij e-mails van 4 en 6 juni 2007, met betrekking tot de Trailer beoordeeld.
Klaagster in eerste aanleg heeft aangevoerd dat haar kinderen van 4, 6 en 8 jaar voorafgaand aan de film ‘Mr. Bean’s Holiday’ tot hun schrik werden geconfronteerd met de uitgebreide minutenlange vooraankondiging van onder andere de Trailer, afgeleid van een film met de classificatie ‘let op met kinderen tot 12 jaar’ (12). In haar aanvullende e-mails heeft Klaagster in eerste aanleg aangegeven dat de meest schokkende beelden uit de Trailer zijn gelaten, maar dat er nog genoeg angstaanjagende momenten in zaten met allerlei monsterlijke wezens. De geluidseffecten maakten het allemaal nog erger. Alles bij elkaar was het écht te eng voor de kleintjes. De classificatie ‘let op met kinderen tot 6 jaar’ (6)
is te laag voor de Trailer, maar het ergste is nog dat deze vertoond is voor een film met ‘Niet Schadelijk / Alle Leeftijden’ (AL). Klaagster in eerste aanleg hoopt dat er iets gedaan kan worden aan dit soort ‘milder’ gemaakte, maar nog steeds veel te enge trailers.
De Klachtencommissie heeft de klacht over de Trailer gegrond verklaard. De Trailer was ten tijde van de klacht ten onrechte niet geclassificeerd. De Trailer dient de classificatie 6 op basis van de inhoudscategorieën geweld en angst te hebben.
De Klachtencommissie is conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM overgegaan tot het opleggen van een boete aan Opposant, nu er in eerdere uitspraken, onder andere ‘The Haunted Mansion’ (klachtnummer: 040328.02), klachten gegrond zijn verklaard.
Bij de berekening van de onderhavige boete is de Klachtencommissie uitgegaan van de Sanctierichtlijn. De onderhavige overtreding valt binnen de categorie A ‘inhoudelijke overtredingen’; de Trailer is ten onrechte niet geclassificeerd. Opposant is een landelijk opererende filmdistributeur, waarvoor één punt € 2.000, - is. Het ten onrechte niet classificeren van de Trailer brengt volgens de Sanctierichtlijn zes punten met zich mee; voor Opposant heeft dit geresulteerd in een boete van € 12.000, -.
Afschrift van deze beslissing is aan partijen verzonden op 6 augustus 2007.
2. De procedure in hoger beroep
Opposant is van de beslissing van 6 augustus 2007 in beroep gekomen bij beroepschrift van 30 augustus 2007, bij de Commissie van Beroep op 5 september 2007 binnengekomen.
De Commissie van Beroep heeft het beroep behandeld tijdens haar zitting van 19 december 2007, alwaar namens Opposant is verschenen de heer E. Nayci.
Klaagster in eerste aanleg, mevrouw C. Camphuysen, heeft op het verzoek van het bureau van het NICAM alsnog te reageren op het beroepschrift van Opposant aangegeven zich niet meer in de beroepsaangelegenheid te willen mengen.
De Commissie van Beroep heeft acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben, waaronder het dossier van de Klachtencommissie, evenals op het behandelde ter zitting.
3. De gronden voor het hoger beroep
Tegen de uitspraak van de Klachtencommissie voert Opposant in het beroepschrift de volgende, enigszins verkorte, gronden aan. Het volledige beroepschrift, als ook het eerdere verweerschrift, worden als ingelast beschouwd.
Opposant is met name van mening dat de strafmaat, de geldboete van € 12.000, -, niet in verhouding staat. Zo heeft de Klachtencommissie opgemerkt dat ten tijde van de klacht de Trailer ten onrechte niet was geclassificeerd en dat de classificatie derhalve bij de betrokken bioscoop niet bekend was. Dat is correct, echter dat is het gevolg van een menselijke fout
(misverstand tengevolge van een interne personeelswisseling) en geen doelbewuste poging om de classificatie te omzeilen. Bovendien had een en ander vermeden kunnen worden wanneer de bioscoopexploitant aan zijn onderzoeksplicht had voldaan, zodat er hier op z’n minst sprake is van een gedeelde schuld. Dit blijkt wel uit het vonnis, doch niet uit de strafmaat.
Opposant heeft ook bedenkingen bij de beslissing over te gaan tot het opleggen van een boete, nu er in eerdere uitspraken, waaronder ‘The Haunted Mansion’, een klacht gegrond is verklaard. Hier verwijst de Klachtencommissie naar een dossier van ruim drie jaar geleden dat a) betrekking had op een foutieve classificatie van een film en b) waarvoor toen al een boete is betaald. Het meewegen van dergelijke oude zaken roept de perceptie op als ware Opposant een hardnekkige ‘offender’, die enkel middels steeds zwaardere straffen tot inkeer kan worden gebracht. Die gedachte verwerpt Opposant ten stelligste.
Tot slot wil Opposant nog benadrukken dat de klacht een trailer betreft en niet een volledige speelfilm, waarbij het niet de intentie is van Opposant om hiermee de bemerkingen van de Klaagster te minimaliseren, maar vooral de proportionaliteit (of beter de buitenproportionaliteit) van de strafmaat aan de orde stellen.
De aansluiting bij het NICAM is vrijwillig en de classificatie van films en trailers gebeurt naar eer en geweten. Dat verdient daarom niet een dergelijke mate van straffen.
4. De behandeling ter zitting
Vertegenwoordiger van Opposant is het geheel eens met de classificatie van de Trailer.
Echter de boete wordt te hoog bevonden. Vorig jaar heeft er een grote reorganisatie plaatsgevonden binnen het bedrijf van Opposant. Daardoor heeft 20% van het personeel het bedrijf moeten verlaten. Bepaalde functies zijn in het luchtledige geraakt. Het classificeren van de Trailer is daardoor vergeten. Normaal werkt het systeem prima.
De betreffende bioscoopexploitant heeft de Trailer in een doos aangeleverd gekregen zonder classificatie. Het is zeer vervelend dat Klaagster in eerste aanleg met bange kinderen in de zaal heeft gezeten. Vertegenwoordiger van Opposant geeft aan dat zij nu lijkt op een recidivist, doch dat niet is. De Commissie geeft daarop aan dat het laten meewegen van eerdere gegronde klachten niet wil zeggen dat ervan wordt uitgegaan dat Opposant de zaken niet goed op orde zou hebben.
5. De beoordeling
Ten aanzien van de aangevoerde gronden tot vernietiging van de beslissing van de Klachtencommissie overweegt de Commissie het volgende.
De Commissie van Beroep stelt allereerst dat de classificatie van de Trailer niet in het geding is. Aan de orde is dat Opposant in strijd heeft gehandeld met artikel 3.1 Deelreglement Filmwerk van het NICAM, doordat zij heeft nagelaten de Trailer tijdig zelfstandig te classificeren. De door haar aangevoerde reden dat er in het bedrijf sprake is geweest van veranderingen binnen het personeelsbestand wordt door de Commissie van Beroep niet als excuus geaccepteerd. Opposant is op grond van artikel 3.3 Deelreglement Filmwerk tevens verplicht het resultaat van de classificatie kenbaar te maken aan de bioscoopexploitanten, die de trailer openbaar zullen maken. Doordat de Trailer niet is geclassificeerd, was er bij de bioscoopexploitanten geen classificatie bekend.
De Klachtencommissie heeft terecht gesteld dat bioscoopexploitanten in voorkomende gevallen, waar de classificatie van de Trailer niet duidelijk wordt aangegeven conform artikel 3.3 Deelreglement Filmwerk een eigen onderzoeksplicht hebben. De bioscoopexploitant heeft, wanneer hij geen informatie van de filmdistributeur ontvangt eerst de plicht contact op te nemen met de betreffende distributeur. Wanneer dat geen resultaat oplevert, dient de bioscoopexploitant het bureau van het NICAM te raadplegen. Is er namelijk bij de bioscoopexploitant geen classificatie bekend dan kan hij niet voldoen aan het gestelde in artikel 5.1 Deelreglement Filmwerk, dat luidt dat de leeftijdsclassificatie van de trailer de leeftijdsclassificatie van de film voorafgaand waaraan of aansluitend waarop hij wordt vertoond niet zal overstijgen. Dit nu is in casu wel gebeurd.
De Commissie van Beroep is van mening dat de Klachtencommissie ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de omstandigheid dat wanneer de betreffende bioscoopexploitant de op hem van toepassing zijnde regels had nageleefd, hij ervoor had kunnen zorgen dat de classificatie van de Trailer alsnog had kunnen plaatsvinden. Opposant was dan of via de exploitant of via het bureau van het NICAM geattendeerd op haar nalatigheid in deze en had alsnog tot actie kunnen overgaan.
De Klachtencommissie heeft de klacht ten aanzien van Opposant gegrond verklaard omdat Opposant heeft nagelaten de Trailer te classificeren en een boete opgelegd van € 12.000, -. De klacht ten aanzien van de betreffende bioscoopexploitant is eveneens gegrond verklaard, echter nu dat de eerste gegronde klacht tegen de exploitant is geweest, is de maatregel van waarschuwing opgelegd.
De Commissie van Beroep is echter van mening dat er in dit geval sprake is geweest van gezamenlijke verwijtbaarheid, waardoor ten aanzien van Opposant de correctiefactor van 0,5 had moeten worden toegepast, hetgeen de opgelegde boete van € 12.000, - terugbrengt naar € 6.000, -.
Het verweer van Opposant dat oude uitspraken worden meegewogen bij de vaststelling van de hoogte van de sanctie legt de Commissie naast zich neer. In de Sanctierichtlijn d.d. 9 september 2004 staat onder C bij de correctiefactor opgenomen dat het aantal klachten dat eerder tegen een Opposant gegrond is verklaard een rol kan spelen bij het bepalen van deze factor.
Tevens kan de Commissie niet in gaan op het verweer van Opposant dat de klacht een trailer betreft en geen hele speelfilm. Binnen de klachtenprocedure van het NICAM worden de verschillende audiovisuele producten gelijkelijk behandeld.
De Commissie van Beroep, op vorenstaande gronden beslissende:
Bekrachtigt de beslissing van de Klachtencommissie van 6 augustus 2007 voor zover het betreft de classificatie van de Trailer, doch verlaagt de opgelegde boete van € 12.000, - naar € 6.000, - wegens de aanwezigheid van gezamenlijke verwijtbaarheid van zowel de Opposant als de bioscoopexploitant.
Hilversum, 28 januari 2008