1. De procedure
Klager heeft met gebruikmaking van het NICAM klachtenformulier op 28 juni 2004 een klacht ingediend over de Videoclip.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 6 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft tegen de klacht verweer gevoerd bij brief van 26 augustus 2004.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 15 september 2004.
Namens Beklaagde zijn mevrouw mr… en de heer mr… verschenen. Klager heeft, na deugdelijke oproeping, geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
De Videoclip stamt uit 1997 en laat vanuit het gezichtspunt van de hoofdpersoon een nacht stappen in nachtclubs zien.
De Videoclip is door Beklaagde beoordeeld en is uitgezonden op tweede Pinksterdag 2004 om 12.00 uur.
3. De klacht
De klacht richt zich op de inhoudscategorieën geweld, seks, drugs- en alcoholmisbruik en grof taalgebruik. Verkort weergegeven, voert Klager het volgende bezwaar aan.
Op tweede Pinksterdag werd de Videoclip uitgezonden om 12.00 uur in de middag, op een dag waarop alle kinderen vrij zijn. Deze Videoclip is gezien het taalgebruik, het gedrag, de seks enz. niet geschikt voor uitzending overdag. Juist vanwege het karakter van de Videoclip werd deze in de tijd dat deze uitkwam niet overdag en vroeg op de avond uitgezonden.
4. Het verweer
In het verweerschrift voert Beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
De Videoclip staat gecodeerd met uitzendrestricties in het systeem waarmee videoclips worden gescheduled. Dat betekent in de praktijk dat een dergelijke clip automatisch niet voor 22.00 uur uitgezonden kan worden omdat het systeem dat voorkomt. Deze beperkingen zijn niet uitsluitend het gevolg van een beoordeling of keuring op grond van het Kijkwijzer systeem, maar ook van het interne MTV beleid.
Dat deze clip toch op een te vroeg tijdstip is uitgezonden, is dan ook uitsluitend mogelijk doordat de clip niet op de gebruikelijke wijze gescheduled is door de afdeling Music Programming. Op tweede Pinksterdag werd door MTV de Top 100 Aller Tijden uitgezonden, die is samengesteld door stemmen van onze kijkers. Dit programma is door een andere afdeling samengesteld. Deze clips zijn met de hand op volgorde ingepland en vervolgens is het hele programma op zijn plaats in het schema gezet. Naar nu is gebleken, wordt op die wijze het systeem overruled.
Kijkwijzer nog daargelaten, vindt Beklaagde dat ze een eigen verantwoordelijkheid heeft jegens jonge kijkers en daar past niet in dat de betreffende clip overdag wordt uitgezonden. Naar aanleiding van dit incident zal dan ook een extra controle plaatsvinden wanneer clips zo worden gescheduled dat het systeem niet als vangnet kan functioneren.
5. De mondelinge behandeling
De vertegenwoordiger van Beklaagde geeft geen aanvulling op het verweerschrift, doch informeert de Klachtencommissie met name nog nader over de werkwijze van Beklaagde.
Beklaagde heeft de Videoclip in het begin helemaal niet uitgezonden en pas na enige tijd na 23.00 uur. Het past zeker niet in haar beleid om zo’n clip overdag uit te zenden. Desgevraagd geeft de vertegenwoordiger van Beklaagde aan niet exact te weten welke inhoudscategorieën een rol spelen in de clip. Er zit van alles in, seks, drugs- en alcoholgebruik, grof taalgebruik, doch geweldshandelingen zijn niet echt te zien. Het is indertijd een spraakmakende clip geweest, die filmisch als hoogwaardig werd beschouwd.
6. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klager in zijn klacht ontvankelijk.
Het uitzenden van een videoclip dient te geschieden conform artikel 5.1. Deelreglement Televisie met betrekking tot de uitzendtijden. Om te kunnen bepalen op welk tijdstip een videoclip mag worden uitgezonden, heeft de omroepinstelling twee mogelijkheden:
- de videoclip beoordelen
- de videoclip classificeren
Om na te kunnen gaan of de Videoclip op het juiste tijdstip is uitgezonden, heeft de Klachtencommissie het coderingsformulier versie 1.2 zelf toegepast op de Videoclip en behandelt hieronder de relevante vragen.
Ten aanzien van de inhoudscategorie geweld is de Klachtencommissie in tegenstelling tot Beklaagde van oordeel dat er wel sprake is van fysiek geweld en doelt daarmee op de scène in een discotheek. Vraag 2.2.1. (Is er sprake van fysiek lijf-aan-lijf geweld?) dient derhalve met ‘1 keer of vaker’ beantwoord te worden. Bovendien is het geweld naar het oordeel van de Klachtencommissie uitvoerbaar, zodat ook vraag 2.3.1. (Zitten er geweldsacties in die door mensen uitvoerbaar zijn?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord moet worden. Bovenstaande beantwoording brengt de classificatie voor geweld op 6.
In de categorie seks dient vraag 4.1.1. (Komt er in de productie seksueel georiënteerd taalgebruik voor?) naar het oordeel van de Klachtencommissie met ‘nooit’ beantwoord te worden. Vraag 4.1.2. (Hoe vaak zijn er seksuele handelingen zichtbaar?) dient daarentegen met ‘1 keer of vaker’ beantwoord te worden, evenals vraag 4.1.4. (Zijn de seksuele handelingen op nadrukkelijke wijze in beeld gebracht?). Bovenstaande beantwoording van de vragen ten aanzien van de inhoudscategorie seks brengt de classificatie op 12.
Ten aanzien van de inhoudscategorie harddrugs-, overmatig softdrugsgebruik en overmatig alcoholgebruik is de Klachtencommissie van oordeel dat vraag 6.1.1. (Komt er (a) harddrugs- (b) overmatig softdrugsgebruik of (c) overmatig alcoholgebruik in de productie voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord zou moeten worden. Het gebruik wordt niet in een gunstig daglicht geplaatst, doch ook niet expliciet afgeraden (Vragen 6.1.2. en 6.1.3.), wat de classificatie van de Videoclip op basis van deze inhoudscategorie op 12 brengt.
Bij de inhoudscategorie grof taalgebruik is de Klachtencommissie van oordeel dat vraag 7.1.1. (Komt er in de productie grof taalgebruik (vloeken, schuttingtaal) voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord zou moeten worden. Grof taalgebruik leidt echter, in tegenstelling tot de andere inhoudskenmerken, niet tot een leeftijdsindicatie omdat er geen onderzoek is gedaan dat uitwijst dat grof taalgebruik voor een bepaalde leeftijdsgroep potentieel schadelijker is dan voor andere. Er kan dus niet worden aangetoond dat grof taalgebruik bijvoorbeeld schadelijker zou zijn voor kleuters dan voor wat oudere kinderen van een jaar of 12.
De overige inhoudscategorieën zijn op de onderhavige productie niet van toepassing.
Met bovenstaande beantwoording, zou de classificatie van de Videoclip 12 op basis van seks en harddrugs-, overmatig softdrugsgebruik en overmatig alcoholgebruik worden, met als toevoeging grof taalgebruik en mocht daarom alleen na 20.00 uur worden uitgezonden.
7. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht van Klager gegrond. Beklaagde heeft de Videoclip op een onjuist tijdstip uitgezonden.
De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM over tot het opleggen van een boete aan Beklaagde, nu er in de eerdere uitspraak (klachtnr. 030810.01: ‘Low, One By One’ van de Foo Fighters) jegens Beklaagde een waarschuwing is opgelegd. Bij de berekening van de onderhavige boete is de Klachtencommissie reeds uitgegaan van de nieuwe sanctierichtlijn, die op 9 september 2004 aan het Algemeen Bestuur van het NICAM ter kennis is gebracht.
De onderhavige overtreding valt binnen de categorie A ‘inhoudelijke overtredingen’; de Videoclip is op een verkeerd tijdstip uitgezonden. Beklaagde is een landelijk opererende omroep.
Het uitzenden van de Videoclip op een onjuist tijdstip brengt volgens de sanctierichtlijn voor Beklaagde een boete van € 2000, - met zich mee. Echter, omdat de Klachtencommissie, zoals eerder gezegd, vooruitloopt op deze nieuwe berekening, waardoor er sprake is van een zogenaamde ‘overgangsregeling’ én Beklaagde voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de uitzending van de Videoclip om 12.00 uur berustte op een incident, meent de Klachtencommissie het boetebedrag te moeten corrigeren met een correctiefactor van 0,5.
De boete komt derhalve uit op € 1000, -.
Het hierboven genoemde bedrag dient door Beklaagde binnen 30 dagen na factuurdatum te worden voldaan. De factuur wordt gescheiden toegezonden.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de KC schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend.