Naar aanleiding van de uitspraak van de Klachtencommissie van 19 maart 2013 heeft de omroep de classificatie aangepast naar 9 angst.
Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
In de zaak van: De heer XXXXX, wonende te XXXXX, hierna te noemen: Klager
Tegen: XXXXX , exploitant van de zender XXXXX, gevestigd te XXXXX, hierna te noemen: Beklaagde
Audiovisuele productie: televisieprogramma ‘De Sprookjes van Blauwbaard', hierna te noemen: het Programma, uitgezonden op 6 januari 2013 omstreeks 8.15 uur
1. De procedure
Klager heeft op 10 januari 2013 een klacht ingediend over het Programma.
De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 5 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM op formele aspecten getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.
Beklaagde heeft bij brief van 18 februari 2013 verweer gevoerd.
De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 19 februari 2013.
Klager noch Beklaagde heeft, na deugdelijke oproeping, gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn/haar standpunt mondeling toe te lichten.
2. De bestreden audiovisuele productie
Het programma is een sprookje waarin Blauwbaard op reis gaat en zijn vrouw hem moet beloven niet in een van de kamers van het huis te komen.
De Aflevering is op 6 januari omstreeks 8.15 uur door Beklaagde uitgezonden.
Het Programma is geclassificeerd aan de hand van het destijds geldende classificatieformulier en is uitgekomen op ‘let op met kinderen tot 6 jaar’ op basis van de inhoudscategorie geweld (pictogram: vuistje).
3. De klacht
De klacht richt zich op de inhoudscategorieën geweld en angst.
Klager klaagt over de scene waarin de vrouw niet mocht kijken in de kamer, dit toch deed en er drie lijken te zien waren. Daarna werd de vrouw de keel doorgesneden.
4. Het verweer
In het verweerschrift geeft Beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
De producent heeft het Programma aangeleverd zodat het op elk tijdstip mocht worden uitgezonden. Op het einde van het Programma vindt slechts een schermutseling plaats en dat zou eventueel als fysiek geweld kunnen worden getypeerd volgens het classificatiesysteem. Indien de Klachtencommissie van oordeel is dat deze schermutseling als fysiek geweld gezien kan worden, zal de (her-)classificatie ertoe leiden dat het Programma de classificatie 6 jaar op basis van geweld zal krijgen.
Desondanks is Beklaagde van mening dat het Programma dus ook na een eventuele herclassificatie van de Klachtencommissie op elk tijdstip had mogen worden uitgezonden. Bovendien betreft het hier een sprookje en zijn alle sprookjes gericht op kinderen. De spanningen die een kind kan verdragen verschillen uiteraard per kind, maar wij wensen tot slot nog graag te benadrukken dat Kijkwijzer geen indicatie geeft over geschiktheid. De leeftijdsaanduidingen moeten worden opgevat als richtlijn.
Beklaagde is van mening dat zij het Programma op elk tijdstip mocht uitzenden en verzoekt de Klachtencommissie de klacht ongegrond te verklaren.
5. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klager ontvankelijk in zijn klacht.
Om de classificatie van de Aflevering vast te stellen past de Klachtencommissie het huidige classificatieformulier toe op de Aflevering.
Bij de inhoudscategorie geweld moet vraag 2.2.1. (Komen er in de productie één of meerder vormen van fysiek geweld voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De Klachtencommissie doelt hierbij op de scene waar de broers en Blauwbaard met elkaar vechten en elkaar proberen te steken met een zwaard en een stok.
Vraag 2.3.1. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn?) moet met ‘nooit’ beantwoord worden. Naar het oordeel van de Klachtencommissie krijgt de kijker niet de indruk dat het hiervoor genoemde geweld hard aankomt, is geen sprake van hardheid van de geweldshandelingen of de dader en is de inslag van de geweldshandelingen niet gedetailleerd in beeld gebracht.
Vraag 2.4.1. (Zijn er beelden van verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) moet met 'nooit' beantwoord worden.
De aanwezigheid van fysiek geweld brengt de classificatie voor geweld op 6.
Bij de inhoudscategorie angst moet vraag 3.0.1. (Komen er angstwekkende beelden voor in de productie?) met '1 keer of vaker' beantwoord worden.
Vraag 3.4.1. (Komen er griezeleffecten in de productie voor?) moet met ' 1 keer of vaker' beantwoord worden. In de toelichting op de Vragenlijst wordt onder griezeleffecten verstaan: ‘alle elementen waarmee angst en/of weerzin bij de kijker kunnen worden opgewekt’. Griezeleffecten kunnen het gevolg zijn van acties van levende wezens (mensen, mensachtigen, fantasiewezens of dieren) of van bovennatuurlijke krachten. Griezeleffecten kunnen meer of minder hevig zijn. De Klachtencommissie merkt de scene waarin de vrouw de verboden kamer binnen gaat waar drie lijken opgebaard liggen aan als griezeleffect. Met deze scene kan angst bij de kijker worden opgewekt.
Dit griezeleffect is naar het oordeel van de Klachtencommissie niet hevig zodat vraag 3.4.2. (Zijn de griezeleffecten hevig?) met ' nooit' beantwoord moet worden.
Vraag 3.6.1. (Komen er beelden van gehavende lijken van mensen voor?) moet met '1 keer of vaker' beantwoord worden. In de toelichting op de vragenlijst staat dat het bij deze vraag gaat om personen die duidelijk niet meer in leven zijn en waarvan het lichaam sporen van verminking of ontbinding vertoond.
De Klachtencommissie verwijst hier naar de scène waarin de lijken in de kamer te zien zijn. Deze lijken vertonen naar het oordeel van de Klachtencommissie sporen van ontbinding. Zo is het gezicht van een lijk overwegend zwart. Naar het oordeel van de Klachtencommissie is hier geen sprake van een ernstig gehavend lijk, zodat vraag 3.6.2 (Zijn het ernstig gehavende lijken?) met ‘nooit’ moet worden beantwoord.
Vraag 3.12.1. (Spelen de angstwekkende scènes zich af in een realistische omgeving?) dient met 'nooit' te worden beantwoord. De angstwekkende scènes van de Film spelen zich af in in een ver verleden.
Vraag 3.12.2. (Komen er een of meer onrealistische personages voor in de angstwekkende scenes?) moet met 'ja' beantwoord worden. In de toelichting op de vragenlijst is vermeld dat onrealistische personages afwijken van gewone mensen of gewone dieren door een ongewoon uiterlijk of door zeer bijzondere eigenschappen. De Klachtencommissie is van oordeel dat Blauwbaard door zijn ongewone uiterlijk moet worden aangemerkt als onrealistisch personage.
De beantwoording van bovengenoemde vragen leidt tot de classificatie 9 op basis van angst.
De overige inhoudscategorieën zijn niet van toepassing op het Programma.
Gelet op het voorgaande beslist de Klachtencommissie als volgt.
6. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht gegrond.
Het Programma heeft de classificatie 9 angst.
Beklaagde dient het Programma met inachtneming van deze uitspraak van de Klachtencommissie opnieuw te classificeren.
Nu in eerdere uitspraken jegens Beklaagde (Klachtnr. 101207.01 'An American Haunting' een klachten gegrond is verklaard, gaat de Klachtencommissie conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM over tot het opleggen van een boete aan Beklaagde. Er is geen recidive.
Bij de berekening van de onderhavige boete is de Klachtencommissie uitgegaan van de Sanctierichtlijn Klachtencommissie NICAM.
Wanneer de originele classificatie en het oordeel van de Klachtencommissie een leeftijdscategorie verschilt, brengt dat volgens de Sanctierichtlijn een punt met zich mee. Nu de leeftijdscategorie wordt verhoogd van 6 naar 9 op basis van één inhoudscategorie (angst), brengt dit voor Beklaagde een boete met zich mee van € 2.000,-.
Het hierboven genoemde bedrag dient door Beklaagde binnen 30 dagen na factuurdatum te worden voldaan. De factuur wordt gescheiden toegezonden.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM.
Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.