Beslissing van de Klachtencommissie van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
Audiovisuele productie: DVD ‘South Park Imaginationland’, hierna te noemen: de Film
1. De procedure
Klager heeft op 27 april 2009 een klacht ingediend over de Film. De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 5 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen. Beklaagde heeft bij brief van 27 mei 2009 verweer gevoerd. De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 15 juli 2009. Klager noch Beklaagde is ter zitting verschenen.
2. De bestreden audiovisuele productie
De Film is niet geclassificeerd.
3. De klacht
De klacht richt zich op de inhoudscategorieën geweld en angst. Klaagster vindt dat het grove geweld in de Film niet bedoeld is voor 6-jarigen. Als de DVD gaat draaien staat er ook duidelijk in het Engels dat de Film bestemd is voor volwassenen. Klaagster vraagt zich of waar de classificatie 6 vandaan komt.
4. Het verweer
In het verweerschrift geeft Beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.
Beklaagde heeft de Serie vorig jaar geclassificeerd op 6 geweld en grof taalgebruik. Waarschijnlijk is daarna niet op de internet button geklikt ter bevestiging van de classificatie, waardoor deze niet op de website is doorgekomen. De vorige classificaties voor South Park kwamen op hetzelfde resultaat uit.
5. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie heeft het thans geldende classificatieformulier toegepast op de Film en behandelt hieronder de relevante vragen.
Bij de inhoudscategorie geweld moet vraag 2.2.1. ( Komen in de productie één of meerdere vormen van fysiek geweld voor?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden.
Vraag 2.3.1. (Zitten er geweldsacties in die indringend zijn?) moet met ‘ja’ beantwoord worden. Vraag 2.4.1. (Zijn er beelden van verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) en vraag 2.4.2. (Zijn er beelden van ernstige verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties?) moeten beiden met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. De Klachtencommissie doelt bij de beantwoording van deze vragen onder andere op de scène waarin terroristen mensen neerschieten. De Klachtencommissie is van oordeel dat de daders hard zijn in de zin van de vragenlijst en de toelichting bij vraag 2.4.2. Een meisje in een blauw-wit schortje wordt doorboord met kogels. Het geweld komt naar het oordeel van de Klachtencommissie hard aan bij het meisje. Het meisje gilt. De Klachtencommissie meent dat de verwondingen van het meisje ernstig zijn, er is uitspattend bloed te zien. Vraag 2.5.1. (Zitten er geweldsacties in die door mensen uitvoerbaar zijn?) moet eveneens met ‘1 keer of vaker’ beantwoord worden. Vraag 2.7.1. (Vindt al het geweld plaats in een slapstick-context?) moet met ‘nee’ beantwoord worden. De Klachtencommissie heeft daarbij de voorbeelden van producties waarin het geweld plaatsvindt in een slapstickcontext nader bekeken en is van mening dat het geweld in de Film niet vergeleken kan worden met het geweld in ‘Laurel & Hardy’, ‘Buster Keaton’, ‘Home Alone’, en ‘Flodder’. In deze voorbeelden is naar het oordeel van de Klachtencommissie duidelijk sprake van een ‘slapstickcontext’, waarvan in de Film naar haar oordeel, gezien de grimmige sfeer in bovengenoemde scènes, geen sprake is.
Geweldsacties in een animatieproductie die indringend zijn en leiden tot ernstige verwondingen en die uitvoerbaar zijn, leiden in de categorie geweld tot de classificatie 12.
Bij de inhoudscategorie angst dienen vraag 3.3.1. ( Komen er verwondingen voor in de productie)? en vraag 3.3.2. (Komen er ernstige verwondingen voor in de productie?) beiden met ‘1 keer of vaker’ beantwoord te worden, op grond van de hierboven bij geweld genoemde scène met de schietpartij. Daarnaast moet vraag 3.6.1. (Spelen de angstwekkende situaties zich af in een realistische omgeving?) met ‘ja’ beantwoord worden.
De aanwezigheid van ernstige verwondingen in een animatieproductie brengt de classificatie voor angst op 6.
Vraag 7.1 (Komt er in de productie grof taalgebruik (vloeken, schuttingtaal) voor?) moet met ‘1 keer of vaker’ worden beantwoord. Door de gehele Film heen is grof taalgebruik te horen.
De overige inhoudscategorieën zijn op de Film niet van toepassing.
De hoogste leeftijdsclassificatie is bepalend voor de uiteindelijke classificatie, waardoor de classificatie voor de Film uitkomt uit op 12, op basis van de inhoudscategorie geweld met als toevoeging grof taalgebruik.
6. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht gegrond.
De classificatie van de Film dient uit te komen op 12, op basis van de inhoudscategorie geweld met als toevoeging grof taalgebruik..
De Klachtencommissie gaat conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement van het NICAM over tot het opleggen van een boete aan Beklaagde, nu er in een eerdere uitspraak (klachtnr. 030171.01 ‘Jackass The Movie’) jegens Beklaagde een klacht gegrond is verklaard. Bij de berekening van de onderhavige boete is de Klachtencommissie uitgegaan van de Sanctierichtlijn. De onderhavige overtreding valt binnen de categorie A ‘Inhoudelijke overtredingen’; de Serie is niet geclassificeerd. Beklaagde is een landelijk opererende DVD distributeur, waarvoor elk punt € 2000 is. Het ten onrechte niet classificeren van de Film brengt volgens de Sanctierichtlijn zes punten met zich mee; voor Beklaagde zou dit uitkomen op een boete van € 12.000,-.
De boete komt derhalve uit op € 12.000,-.
Het hierboven genoemde bedrag dient door Beklaagde binnen 30 dagen na factuurdatum te worden voldaan. De factuur wordt gescheiden toegezonden.
Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.
Hilversum, 13 augustus 2009
Beslissing van de Commissie van Beroep van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)
1. De uitspraak van de Klachtencommissie
Bij beslissing van 13 augustus 2009 heeft de Klachtencommissie van het NICAM de klacht van Klaagster in eerst aanleg met betrekking tot de Film beoordeeld. De klacht richt zich op de inhoudscategorieën geweld, angst en grof taalgebruik. Klaagster in eerste aanleg heeft aangegeven dat de classificatie ‘let op kinderen tot 6 jaar’ (6) is, maar dat het grove geweld in de Film niet bedoeld is voor 6-jarigen. Aan het begin van de Film staat ook in het Engels verwoord dat de Film alleen voor volwassenen is.
De Film is door Opposant niet geclassificeerd. Opposant heeft aangegeven dat waarschijnlijk de internet button niet is aangeklikt ter bevestiging van de classificatie. Op de inlay staat een classificatie van 6 op basis van de inhoudscategorieën geweld en angst.
De Klachtencommissie heeft Klaagster in eerste aanleg ontvankelijk verklaard in haar klacht. Om de juiste classificatie te kunnen vaststellen, heeft de Klachtencommissie het huidige classificatieformulier, versie 6.2, zelf op de Film toegepast. De classificatie van de Film is uitgekomen op ‘let op met kinderen tot 12 jaar’ (12) op basis van de inhoudscategorie geweld, met als toevoeging grof taalgebruik. De Klachtencommissie is conform artikel 13 lid 1 onder C Klachtenreglement overgegaan tot het opleggen van een boete aan Opposant, nu er in een eerdere uitspraak, ‘Jackass The Movie’ (klachtnummer: 030171.01) tegen Opposant een klacht gegrond is verklaard en een sanctie is opgelegd.
Bij de berekening van de boete is de Klachtencommissie uitgegaan van de Sanctierichtlijn d.d. 15 november 2004. De onderhavige overtreding valt binnen de categorie A ‘Inhoudelijke Overtredingen’; de Film is niet geclassificeerd. Opposant is een landelijk opererende DVD-distributeur, waarvoor één punt € 2000, - is. Het ten onrechte niet classificeren van de Film brengt volgens de Sanctierichtlijn zes punten met zich mee, waardoor de boete is uitgekomen op € 12.000, -. Afschrift van deze beslissing is aan partijen verzonden op 13 augustus 2009.
2. De procedure in hoger beroep
Opposant is van de beslissing van 13 augustus 2009 in beroep gekomen bij beroepschrift van 9 september 2009, bij de Commissie van Beroep op dezelfde dag binnengekomen. De Commissie van Beroep heeft het beroep behandeld tijdens haar zitting van 6 oktober 2009, alwaar namens Opposant is verschenen. Klaagster in eerste aanleg heeft op verzoek van het bureau van het NICAM alsnog te reageren op het beroepschrift van Opposant aangegeven zich niet verder in de beroepsaangelegenheid te willen mengen. Het was haar om een correcte leeftijdsclassificatie te doen en niet om een boete. Zij is blij dat de classificatie is aangepast. De Commissie van Beroep heeft acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben, waaronder het dossier van de Klachtencommissie, evenals op het behandelde ter zitting.
3. De gronden voor het hoger beroep
Tegen de uitspraak van de Klachtencommissie voert Opposant in het beroepschrift de volgende, enigszins verkorte, gronden aan. Het volledige beroepschrift, als ook het eerdere verweerschrift, worden als ingelast beschouwd. Opposant geeft eerst aan het te betreuren hoe de correspondentie in deze zaak verlopen is. Er is door een medewerker van Opposant een e-mail uitgestuurd, die nimmer door het management is gezien en daarna is deze van de betreffende computer verwijderd. Opposant kan daar daarom niet over oordelen.
Bij de Film is een fout gemaakt. Dat komt omdat producten normaal gesproken door MTV worden geclassificeerd. Er is aangenomen dat dat nu ook het geval was. De Film verdient inderdaad niet de classificatie 6. Zodra de klacht binnenkwam, heeft Opposant direct alle DVD boxen overgestickerd met de classificatie 12 en de procedure verscherpt. Er vindt nu een extra check plaats of de classificatie van een product is verricht.
Het bezwaar van Opposant is daarom alleen gericht op de hoogte van de boete. Die is disproportioneel, om de volgende redenen:
a. Het gaat om een menselijke fout en niet om moedwillig verkeerd classificeren of verschil in interpretatie. Opposant betreurt dit ten zeerste. De procedures zijn aangescherpt. Maar de opgelegde boete is niet in lijn met de menselijke fout.
b. Van de Film zijn ongeveer 4000 (Bron GFK) producten verkocht in de gehele Benelux sinds de introductie in april. De boete staat niet in verhouding tot de verkopen van de Film.
c. Er wordt in de uitspraak gerefereerd aan een eerdere overtreding met betrekking tot de film ‘Jackass The Movie’. Opposant heeft getracht te achterhalen wat hier speelde. Het betrof een complexe classificatie, die in overleg tussen het NICAM en United International Pictures (lees verder: UIP) was bepaald voor de bioscooprelease en die Opposant vervolgens heeft overgenomen. Die zaak was dan ook niet direct gericht tegen de classificatie van Opposant. Opposant verzoekt de Commissie van Beroep om de boete te herzien.
4. De behandeling ter zitting
Opposant geeft ter zitting nogmaals aan dat er intern een fout is gemaakt. De classificatie moet inderdaad 12 zijn. Intern is de procedure aangescherpt. Er is een supervisor aangewezen. Het product dat nog op voorraad is bij Opposant is overgestickerd.
Opposant maakt bezwaar tegen de hoogte van de boete. Deze vindt hij buitensporig zwaar. De boete is opgelegd omdat een eerdere zaak ‘Jackass The Movie’ is meegewogen. Hierin is de klacht gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond verklaard. Opposant vertelt dat er overleg is geweest tussen UIP en het NICAM over de classificatie van ‘Jackass The Movie’. In samenspraak is daar de classificatie 12 jaar op basis van geweld uitgekomen. Grof taalgebruik was geen deel van de classificatie. Opposant heeft deze classificatie te goeder trouw overgenomen. Toen de film ‘Jackass The Movie’ op DVD uit kwam, werd er een klacht ingediend over geweld én grof taalgebruik. Alleen ten aanzien van het grove taalgebruik is de klacht toen gegrond verklaard.Tot slot geeft Opposant aan van mening te zijn dat er een relatie moet zijn tussen de gemaakte fout, de strafmaat en de verkopen van het audiovisuele product.
5. De beoordeling
De Commissie van Beroep is het eens met de beslissing van de Klachtencommissie de leeftijdsclassificatie van de Film vast te stellen op 12 op basis van geweld, met als toevoeging de inhoudscategorie grof taalgebruik. De Commissie van Beroep kan zich geheel vinden in de beantwoording van alle relevante vragen voor de inhoudscategorieën geweld, angst en grof taalgebruik. Voor angst is de classificatie uitgekomen op 6. Nu de hoogste leeftijdsclassificatie bepalend is voor de uiteindelijke classificatie is de classificatie voor angst terecht niet in de eindclassificatie tot uitdrukking gekomen.
De Commissie van Beroep kan zich echter niet vinden in de opgelegde boete van € 12.000, -. De Klachtencommissie is er terecht van uit gegaan dat de Film niet is geclassificeerd. Vervolgens heeft de Klachtencommissie de daarbij behorende boete van € 12.000, - opgelegd, omdat er in een eerdere uitspraak, namelijk ‘Jackass The Movie’, tegen Opposant een klacht gegrond is verklaard.
De Commissie van Beroep heeft dit nader onderzocht en is van mening dat in de zaak ‘Jackass The Movie’ de classificatie 12 op basis van geweld door Opposant te goeder trouw van UIP is overgenomen. UIP was eerder in samenspraak met het bureau van het NICAM voor de bioscoopversie van ‘Jackass The Movie’ tot deze classificatie gekomen. De klacht is niet-ontvankelijk verklaard ten opzichte van UIP, omdat de termijn van twee weken, zoals genoemd in artikel 2.1 Klachtenreglement, was verlopen.
De klacht werd deels gegrond verklaard ten opzichte van Opposant omdat de inhoudsclassificatie voor grof taalgebruik ontbrak. Voor het overige werd de klacht ongegrond verklaard. Er is geen boete opgelegd. Opposant had conform artikel 4 Algemeen Reglement van het NICAM de classificatie te goeder trouw overgenomen. De Commissie van Beroep is van mening dat deze zaak daarom niet meegenomen had mogen worden door de Klachtencommissie. Een deels gegronde klacht, zonder dat er sprake is van enige verwijtbaarheid, is volgens de Commissie van Beroep onvoldoende om mee te laten wegen bij het opleggen van een volgende boete. De Commissie van Beroep is dan ook van mening dat de onderhavige zaak de eerste gegronde klacht is voor Opposant. Doordat de Film ten onrechte niet is geclassificeerd, legt de Commissie van Beroep Opposant de maatregel tot waarschuwing op.
De Commissie van Beroep, op vorenstaande gronden beslissende:
Bekrachtigt de beslissing van de Klachtencommissie van het NICAM van 13 augustus 2009 voor zover het betreft de classificatie van de Film, doch vernietigt de opgelegde boete van € 12.000, - en zet deze om in de maatregel tot waarschuwing, wegens het ten onrechte meewegen van een eerdere uitspraak.
Hilversum, 4 december 2009