UITSPRAAK KLACHTENCOMMISSIE
De klacht betreft de bioscoopfilm ‘The Sweetest Thing’ die gaat over een vriendschap tussen drie meisjes. De film is geclassificeerd op Alle Leeftijden (AL).
Klager vindt de toegekende classificatie AL onbegrijpelijk vanwege het grof taalgebruik en vanwege de seksuele handelingen in meerdere scènes. Gezien het feit dat de film wekenlang in de top tien van de meest bezochte films heeft gestaan, is klager bang dat grote groepen jongeren hiermee zijn geconfronteerd.
Beklaagde vindt dat de klacht niet-ontvankelijk verklaard moet worden omdat de classificatie correct is uitgevoerd. De leeftijdsclassificatie wordt AL wanneer het slechts gaat om een enkele seksuele handeling, zonder zichtbare genitaliën. De leeftijdsclassificatie Meekijken Gewenst met kinderen jonger dan 6 jaar (MG6) wordt voor seks niet gehanteerd. In de betreffende film wordt voornamelijk seks gesuggereerd. Het gaat slechts om een enkele seksuele handeling, zonder zichtbare genitaliën en zonder dat er sprake is van opgedrongen seks. De classificatie is volgens beklaagde dan ook terecht uitgekomen op AL.
De klacht met betrekking tot grof taalgebruik kan volgens de beklaagde formeel niet in behandeling worden genomen omdat wetenschappelijk niet valt aan te tonen vanaf welke leeftijd grof taalgebruik mogelijk schadelijk kan zijn. Er kan dus geen leeftijdclassificatie verbonden worden aan grof taal gebruik.
De Klachtencommissie (KC) is van oordeel dat beklaagde onterecht tot de classificatie AL is gekomen omdat vraag 4.1.1 (Hoe vaak zijn er seksuele handelingen zichtbaar?) met ‘vaak’ beantwoord had moeten worden in plaats van ‘1 of enkele keren’. De film moet derhalve geclassificeerd worden op 12, voorzien van de inhoudspictogrammen voor seks (voetjes) en grof taalgebruik (schreeuwend mannetje).
Uitspraak van de KC op 14 januari 2003: de klachtencommissie heeft de klacht van klager ten aanzien van de leeftijdsclassificatie AL voor de film ‘The Sweetest Thing’ gegrond verklaard. De beklaagde hoeft geen maatregelen te nemen, nu deze classificatie op het moment dat de film uit de bioscopen verdween in de database van het NICAM is vervangen door de classificatie 12, op basis van seks en grof taalgebruik. Beklaagde krijgt geen boete opgelegd, nu zij uitdrukkelijk heeft aangegeven dat de classificatie van de film een twijfelgeval was en beklaagde in overleg met het bureau van het NICAM heeft getracht om voor de gewraakte film tot een juiste leeftijdsclassificatie te komen. Wel wordt beklaagde veroordeeld in de kosten van de behandeling van de klacht, nl. 1135,- euro.
UITSPRAAK COMMISSIE VAN BEROEP
Naar aanleiding van de bovengenoemde uitspraak van de Klachtencommissie (KC) is de beklaagde omroep in hoger beroep gegaan bij de Commissie van Beroep (CvB).
De beklaagde is van mening dat het classificatieformulier juist is ingevuld. Wanneer er gekeken zou worden naar de geschiktheid van de film, zou er wellicht een andere uitkomst uit zijn gekomen, echter dan zou op subjectieve wijze de uitkomst gemanipuleerd moeten worden. Verder maakt beklaagde bezwaar tegen de veroordeling in de kosten van behandeling van de klacht ad. 1135,- euro, nu er door de KC in eerste instantie is geoordeeld dat er één vraag onjuist is beantwoord. Bovendien heeft er uitgebreid overleg plaatsgevonden tussen beklaagde en het NICAM over de classificatie van de betreffende film en staat de oude classificatie niet meer in de database.
Het verweer van de klager luidt, dat het beroep van de beklaagde zich kennelijk richt op de opgelegde kosten, waar klager geen zeggenschap over heeft. Bij klager heeft het bezwaar zich in eerste instantie gericht tegen de classificatie AL van de film.
De CvB deelt de mening van de KC dat bij de inhoudsclassificatie ‘seks’ vraag 4.1.1 (Hoe vaak zijn seksuele handelingen zichtbaar?) door beklaagde met ‘vaak’ beantwoord had moeten worden, omdat ook zij van mening is dat het aantal scènes waarin seksuele handelingen voorkomt niet in alle gevallen suggestief is en dat er dan over ‘vaak’ gesproken dient te worden. Daarnaast staat het de KC, conform artikel 16 lid 1 onder C van het Algemeen Reglement NICAM, vrij om een aangeslotene te veroordelen in een bijdrage in de kosten van de behandeling van de klacht. De CvB vindt deze kostenveroordeling alleszins redelijk.
Uitspraak van de CvB van 10 juni 2003: de CvB bekrachtigt de beslissing van de KC van het NICAM van 14 januari 2003.