UITSPRAAK KLACHTENCOMMISSIE
De klacht betreft de film American Pie, die gaat over vier oversekste pubers die tot de conclusie komen dat het verre van eenvoudig is hun maagdelijkheid te verliezen.
De film is door beklaagde geclassificeerd en is uitgekomen op Alle Leeftijden (AL) in combinatie met het inhoudspictogram voor grof taalgebruik (schreeuwende mannetje).
Klager vraagt om herclassificatie omdat de film een aantal scènes bevat waarin zelfbevrediging voorkomt en verder is de film volgens de klager een aaneenschakeling van insinuaties en toespelingen waarin zeer regelmatig grof taalgebruik voorkomt. De film had oorspronkelijk de classificatie 16 jaar en ouder en de in de winkel liggende video heeft deze classificatie ook.
Beklaagde begrijpt niet dat de klacht officieel in behandeling is genomen door de Klachtencommissie (KC). Het vragenformulier is volledig juist ingevuld (geen geweld- en/of angstelementen, 1 of enkele keren seksuele handelingen, geen details van genitaliën zichtbaar, geen opgedrongen seksuele handelingen).
De classificatie van de video is nog een oude vivo-classificatie die niet volgens de criteria van Kijkwijzer tot stand is gekomen en mag in deze procedure dan ook geen rol spelen.
De klachtencommissie (KC) is van oordeel dat de classificatie niet helemaal juist is. Vraag 4.1.1 van de vragenlijst (Hoe vaak zijn er seksuele handelingen zichtbaar?) had beantwoord moeten worden met ‘vaak’ in plaats van ‘1 of enkele keren’.
De KC is met klager van mening dat het aantal scènes in de film waarin seksuele handelingen voorkomen niet in alle gevallen als suggestief mogen worden aangemerkt en dat er daarom over ‘vaak’ gesproken dient te worden. Wanneer vraag 4.1.1. met ‘vaak’ ingevuld wordt, gaat de leeftijdsclassificatie op basis van seks naar 12 jaar en ouder.
Uitspraak van de KC op 14 januari 2003: De KC heeft de klacht gegrond verklaard. Beklaagde dient binnen vier weken alle maatregelen te nemen om de onjuiste classificatie ongedaan te maken. De KC gaat over tot het opleggen van de minimale boete van 1135, - euro nu beklaagde weliswaar één van de meest wezenlijke vragen voor deze film in het coderingsformulier onjuist heeft ingevuld, doch de film wel op een correct uitzendtijdstip heeft uitgezonden.
UITSPRAAK COMMISSIE VAN BEROEP
Naar aanleiding van de bovengenoemde uitspraak van de Klachtencommissie (KC) is de beklaagde omroep in hoger beroep gegaan bij de Commissie van Beroep (CvB).
De beklaagde is het niet eens met de conclusie van de KC dat vraag 4.1.1 van het classificatieformulier (Hoe vaak zijn er seksuele handelingen zichtbaar?) niet juist is beantwoord. Beklaagde is van mening dat bij het beantwoorden van deze vraag zuiver en alleen moet worden gekeken naar de objectieve en feitelijk beeldnorm. Codeurs worden ook zo geïnstrueerd. Beklaagde meent dan ook dat er slechts één of enkele keren seksuele handelingen te zien zijn en vindt dat de KC ten onrechte heeft geoordeeld dat ook de suggestieve scènes uit de betreffende film moeten worden meegewogen voor de beantwoording van deze vraag. Beklaagde is het wel met de KC eens dat het classificatieformulier op dit punt aanscherping nodig heeft. Beklaagde heeft er tot slot zelf voor gekozen om de film, gezien het thema, op een tijdstip van 21.00 uur uit te zenden, zonder dat zij daartoe verplicht was op basis van de classificatie AL.
Het verweer van de klager luidt, dat het beroep van beklaagde zich kennelijk richt op het feit dat beklaagde van mening is dat zij geen fout heeft gemaakt bij het uitvoeren van de classificatie. Het uitzendtijdstip was geen onderdeel van de klacht. Klager heeft de classificatie AL aangekaart, omdat de film met deze classificatie op ieder moment van de dag mag worden uitgezonden of met een AL-pictogram in de winkel of videotheek komt te liggen. Klager blijft bij dit oorspronkelijke standpunt. Wel is klager van mening dat de boete die door de KC is opgelegd laag is, maar daar heeft hij geen zeggenschap over.
De CvB deelt de mening van de KC dat bij de inhoudsclassificatie ‘seks’ vraag 4.1.1 door beklaagde met ‘vaak’ ingevuld had moeten worden, omdat ook zij van mening is dat het aantal scènes waarin seksuele handelingen voorkomen niet in alle gevallen suggestief is. De CvB is van mening dat de KC in redelijkheid tot haar oordeel kon komen.
Uitspraak van de CvB van 10 juni 2003: de CvB bekrachtigt de beslissing van de KC van het NICAM van 14 januari 2003.