Ripley`s Believe It Or Not

Audiovisuele productie: televisieserie ‘Ripley’s Believe It Or Not’, aflevering uitgezonden op 30 april 2005, hierna te noemen: de Aflevering

 

1. De procedure
Klager heeft op 30 april 2005 een klacht ingediend over de Aflevering.

De voorzitter van de Klachtencommissie heeft de klacht conform artikel 6 lid 1 Klachtenreglement van het NICAM getoetst en bepaald dat de klacht in behandeling kan worden genomen.

Beklaagde heeft tegen de klacht verweer gevoerd bij brief van 22 juni 2005.

De Klachtencommissie heeft de klacht behandeld in haar zitting van 13 juli 2005.

Namens Beklaagde verscheen de heer xxx. Klager heeft, na deugdelijke oproeping, geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt mondeling toe te lichten.

Op 13 juli 2005 heeft de Klachtencommissie besloten advies over de interpretatie van de vragen over ‘ernstige verwondingen’ op het classificatieformulier 1.2 in te winnen bij de Wetenschapscommissie van het NICAM.

Namens de Wetenschapscommissie van het NICAM heeft prof. dr. E.S.H. Tan op 26 juli 2005 advies uitgebracht over de wijze waarop naar het oordeel van de Wetenschapscommissie de bewuste vragen geïnterpreteerd dienen te worden.

Dit advies heeft het bureau van het NICAM zowel aan Klager als Beklaagde doen toekomen. Beklaagde heeft op dit advies gereageerd bij e-mail van 2 augustus 2005; Klager geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om op dit advies te reageren.

De Klachtencommissie gaat in het onderhavige, met inachtneming van het advies van de Wetenschapscommissie van het NICAM, over tot het doen van een uitspraak inzake de klacht.

 

2. De bestreden audiovisuele productie
In de televisieserie ‘Ripley’s Believe It Or Not’ worden niet-alledaagse zaken behandeld. In de Aflevering zijn beelden te zien van een man wiens gezicht is geamputeerd, nadat deze geïnfecteerd is door een bacterie.

Ten tijde van de klacht bevatte de database van het NICAM twee verschillende classificaties van ‘Ripley’s Believe It Or Not’; beide classificaties zijn conform het oude Seriebeleid van het NICAM middels een steekproef tot stand gekomen. De classificatie 6 op basis van de inhoudscategorieën geweld (pictogram: vuistje) en angst (pictogram: spinnetje) is tot stand gekomen door het invullen van classificatieformulier 1.1.; de classificatie 6 op basis van de inhoudscategorie angst doordat classificatieformulier 1.2 is ingevuld. Daar ten tijde van de klacht en de uitzending het classificatieformulier 1.2 het meest recent was, zal de Klachtencommissie in het onderstaande bij haar beoordeling van de klacht dit formulier als uitgangspunt nemen.

 

3. De klacht
Verkort weergegeven voert Klager aan dat tijdens de Aflevering, die werd uitgezonden van 18.00 uur tot 19.00 uur, een man te zien is die zijn gezicht heeft verloren. Klager vindt dergelijke beelden niets voor kleine kinderen. 

 

4. Het verweer
In het verweerschrift voert Beklaagde, hieronder verkort weergegeven, het volgende aan.

De inhoudscategorie geweld is in casu niet van toepassing daar er geen sprake is van ‘verwondingen ten gevolge van zichtbare geweldsacties’. Derhalve zou slechts de inhoudscategorie angst tot een hogere leeftijdclassificatie kunnen leiden. Beklaagde is echter van mening dat de beelden ook op basis van deze inhoudscategorie niet tot een hogere leeftijdsclassificatie dan Alle Leeftijden (AL) kunnen leiden. Van ernstige verwondingen is immers geen sprake; Kijkwijzer geeft de volgende voorbeelden van ernstige verwondingen: ‘uitspattend bloed, doorgesneden kelen, afgerukte of afgehakte ledematen en beursgeslagen personen’. Als niet ernstige verwondingen worden aangemerkt: ‘een klein kogelgat met wat bloed in een lichaam, een kapotte neus of lip en een blauw oog’. Beklaagde is van mening dat er in de Aflevering in het geheel geen ‘verwondingen’ te zien zijn, er is namelijk sprake van een verminking. Beklaagde is van mening dat Kijkwijzer niet bedoeld is om kijkers voor beelden van verminking te behoeden.
Beklaagde geeft aan dat de serie conform de regels van Kijkwijzer steekproefsgewijs geclassificeerd is; de Aflevering maakte geen deel uit van deze steekproef.
Beklaagde is, gezien het bovenstaande, van mening dat de classificatie van de serie ‘Ripley’s Believe It Or Not’ correct heeft plaatsgevonden.

 

5. De mondelinge behandeling
Ter zitting geeft Beklaagde in aanvulling op het verweerschrift nogmaals aan dat in de Aflevering geen verwonding te zien is, maar het resultaat van een verwonding, te weten een verminkt persoon. Ook de voorbeelden die op het classificatieformulier gegeven worden bij ‘ernstige verwondingen’ sluiten niet aan bij de beelden zoals te zien tijdens de Aflevering. Ten aanzien van deze voorbeelden is er weliswaar in een bepaalde mate vrijheid van interpretatie, maar de voorbeelden worden hierbij wel als leidraad gebruikt.
Verder geeft Beklaagde aan dat er een zekere homogeniteit bestaat tussen de afleveringen van het programma ‘Ripley’s Believe It Or Not’; er komen altijd sensationele items in voor met hierin uitzonderlijke prestaties als entertainment. Het gewraakte item kan gezien worden als een uitschieter; normaliter is het programma leerzaam en leuk voor kinderen.

 

6. Advies Wetenschapscommissie NICAM
Ten aanzien van de inhoudscategorie angst heeft de Klachtencommissie advies ingewonnen bij de Wetenschapscommissie van het NICAM. De Wetenschapscommissie is gevraagd of beelden van een persoon wiens gezicht geamputeerd is ertoe leidt dat vraag 3.3.5. (Komen er ernstige verwondingen voor in de productie?) van de vragenlijst positief beantwoord moet worden. De Wetenschapscommissie stelt dat beelden zoals getoond in de bewuste scène onder de inhoudscategorie angst, en niet de inhoudscategorie geweld, dienen te vallen aangezien er verschillende inhoudskenmerken zijn die angstverhogend werken. Één van deze kenmerken is de nabijheid van de context die in een mediaproductie wordt afgebeeld. De Wetenschapscommissie geeft aan dat uit onderzoek blijkt dat mensen banger worden van gevaren die dicht bij hen in de buurt gebeuren, of in ieder geval voorstelbaar zijn, dan van gevaren die ver van hun bed zijn.
Ook ‘Ernstige verwondingen’ zijn volgens het classificatiesysteem angstwekkend. De voorbeelden die beschreven worden bij deze vraag betreffen niet geheelde wonden. Echter, uit de emotie-onderzoeksliteratuur is bekend dat het zien van verminkingen – al dan niet gepaard met niet geheelde wonden – zeer angstwekkend kan zijn, en er is goed bewijs dat dit ook geldt voor afbeeldingen van verminking. Het feit dat de geheelde wonden niet genoemd worden als voorbeeld wil derhalve niet zeggen dat deze niet onder de ‘ernstige verwondingen’ vallen. Te meer omdat de voorbeelden slechts als leidraad gebruikt dienen te worden bij het classificeren.

 

7. Reactie Beklaagde op advies Wetenschapscommissie
Beklaagde geeft aan dat zij de beslissing van de Klachtencommissie om de vraag voor te leggen aan de Klachtencommissie onderschrijft, te meer omdat de Klachtencommissie aangeeft dat er onduidelijkheid op dit punt bestaat.
De Wetenschapscommissie geeft in haar advies aan dat de ‘Handleiding voor Kijkwijzercodeurs van A tot Z’ op het punt van de ‘ernstige verwondingen’ ten aanzien van verminkingen onvolledig is. Bij de beoordeling van producties is het voor codeurs evenwel essentieel om met eenduidige vragen en daarbij horende heldere voorbeelden te werken, juist omdat veel beelden voor meerdere interpretaties vatbaar zijn. Beklaagde is dan ook van mening dat, indien Klager in het gelijk wordt gesteld, er een aanpassing van Kijkwijzer op bovengenoemde punten dient plaats te vinden. Aangezien Beklaagde Kijkwijzer in deze op juiste wijze heeft toegepast kan haar bovenstaande niet worden verweten.

 

8. Het oordeel van de Klachtencommissie
De Klachtencommissie acht Klager ontvankelijk in zijn klacht.

De Klachtencommissie heeft het coderingsformulier 1.2 zelf toegepast op de Aflevering en behandelt hieronder de relevante vragen.

De Klachtencommissie is met Beklaagde van mening dat vraag 1.2.2. (Is het reality-tv?) met ‘ja’ beantwoord dient te worden.

Ten aanzien van de inhoudscategorie angst volgt de Klachtencommissie het advies van de Wetenschapscommissie en is zij derhalve van mening dat vraag 3.3.4. (Komen er verwondingen voor in de productie?) en vraag 3.3.5. (Komen er ernstige verwondingen voor in de productie?) met ‘1 keer of vaker’ beantwoord moeten worden. De overige vragen van deze inhoudscategorie zijn niet van toepassing op het gewraakte item. Dit brengt een leeftijdsclassificatie van 12 jaar op basis van de inhoudscategorie angst met zich mee.

De overige inhoudscategorieën zijn niet op de Aflevering van toepassing. De classificatie van de Aflevering komt derhalve uit op 12 op basis van de inhoudscategorie angst. Deze classificatie geldt voor de gehele serie, nu de regel geldt dat de zwaarst geclassificeerde aflevering maatgevend is voor de gehele serie.

De classificatie 12 heeft als consequentie dat de Serie conform artikel 5.1. Deelreglement Televisie alleen na 20.00 uur mag worden uitgezonden.

Beklaagde heeft niet in strijd met het geldende seriebeleid gehandeld, daar zij conform dit beleid door middel van een steekproef tot de classificatie van het televisieprogramma is gekomen. De Aflevering maakte geen deel uit van deze steekproef.

Indien Beklaagde van mening is dat de classificatie 12 voor de gehele serie te zwaar is, gezien de inhoud van de overige afleveringen, dan is zij bevoegd conform het oude seriebeleid een nieuwe classificatiesteekproef uit te voeren, echter zonder de Aflevering in haar huidige vorm. Beklaagde dient in dat geval voldoende kenbaar te maken dat de classificatie van de Aflevering afwijkt van de overige afleveringen van de serie ‘Ripley’s Believe It Or Not’, onder andere door vermelding van de verschillende classificaties in de database van het NICAM.

Beklaagde heeft de serie op 14 september 2004 geclassificeerd met het toen geldende seriebeleid. Op 22 maart 2005 is het nieuwe seriebeleid van kracht gegaan. Met het nieuwe seriebeleid zijn de regels voor de steekproef aangepast. Ook brengt het nieuwe seriebeleid met zich mee dat omroepinstellingen in alle gevallen verantwoordelijk zijn voor de classificatie en het uitzendtijdstip, van zowel de serie als geheel, als van de afzonderlijke afleveringen. De Klachtencommissie kan derhalve nu ook boetes opleggen voor afleveringen die geen deel uitmaakten van de steekproef.

Nu Beklaagde de serie ten tijde van het oude seriebeleid heeft geclassificeerd en niet in strijd met het toen geldende seriebeleid heeft gehandeld, zal zij conform dit beleid geen boete opgelegd kunnen krijgen omdat de Aflevering niet in de steekproef heeft gezeten. Daarnaast is de ‘Handleiding voor Kijkwijzercodeurs van A tot Z’ ten aanzien van de vraag over ‘ernstige verwondingen’ naar het oordeel van de Klachtencommissie onduidelijk, wat met zich meebrengt dat het Beklaagde niet valt te verwijten dat zij deze vraag negatief heeft beantwoord.

 

9. De beslissing van de Klachtencommissie
Gelet op het hiervoor overwogene acht de Klachtencommissie de klacht ten aanzien van de leeftijdsclassificatie van de Aflevering gegrond. De classificatie van de televisieserie dient uit te komen op 12 op basis van de inhoudscategorie angst. 

De Klachtencommissie gaat niet over tot het opleggen van een sanctie, nu de Aflevering door Beklaagde niet is meegenomen in haar steekproef en Beklaagde de steekproef wel conform het toen geldende seriebeleid heeft uitgevoerd.

Beklaagde dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie alle maatregelen te nemen om de onjuiste classificatie 6 op basis van angst ongedaan te maken. Daar valt in ieder geval onder dat Beklaagde de door de Klachtencommissie aangegeven classificatie 12 op basis van angst voor de Aflevering zelf alsnog door middel van het invoeren van het coderingsformulier 1.2 dient in te voeren in de database van het NICAM.

Indien Beklaagde kiest voor een nieuwe steekproef zoals hierboven omschreven dan dient deze in de aangegeven termijn van vier weken en conform het actuele seriebeleid uitgevoerd te worden. Het resultaat dient eveneens in de database van het NICAM te worden ingevoerd.

Partijen hebben, voor zover zij in het ongelijk zijn gesteld, de mogelijkheid tegen deze uitspraak beroep aan te tekenen bij de Commissie van Beroep van het NICAM. Het beroepschrift dient binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de
Klachtencommissie schriftelijk bij de secretaris van de Commissie van Beroep te worden ingediend. Het adres luidt: NICAM, Commissie van Beroep, Postbus 322, 1200 AH Hilversum.

 

 

Beslissing van de Commissie van Beroep van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM)

 

Audiovisuele productie: televisieserie ‘Ripley’s Believe It Or Not’, aflevering uitgezonden op 30 april 2005, hierna te noemen: de Aflevering

 

1. De uitspraak van de Klachtencommissie
Bij beslissing van 30 augustus 2005 heeft de Klachtencommissie van het NICAM een klacht van Klager in eerste aanleg d.d. 30 april 2005 met betrekking tot de Aflevering beoordeeld. Tijdens de Aflevering, die werd uitgezonden van 18.00 uur tot 19.00 uur, is een man te zien die als gevolg van een bacterie zijn gezicht heeft verloren. Klager in eerste aanleg vindt dergelijke beelden niets voor kleine kinderen. De Klachtencommissie heeft de klacht over de Aflevering gegrond verklaard. De classificatie van de gehele televisieserie dient uit te komen op 12 (‘let op met kinderen tot 12 jaar’) op basis van de inhoudscategorie angst. Aan Opposant is de verplichting opgelegd om binnen vier weken na dagtekening van de uitspraak van de Klachtencommissie de aangegeven classificatie 12 in combinatie met het inhoudspictogram voor angst zelf alsnog door middel van het invullen van het classificatieformulier 1.2  in te voeren in de database van het NICAM. Voorts heeft de Klachtencommissie aangegeven dat indien Opposant van mening zou zijn dat de classificatie 12 voor de gehele serie te zwaar is, gezien de inhoud van de overige afleveringen, zij bevoegd is conform het actuele seriebeleid een nieuwe classificatiesteekproef uit te voeren, echter zonder de Aflevering in haar huidige vorm.

De Klachtencommissie is niet overgegaan tot het opleggen van een sanctie, nu de Aflevering door Opposant niet is meegenomen in haar steekproef en deze wel conform het toen geldende seriebeleid correct is uitgevoerd. Afschrift van deze beslissing is aan partijen verzonden op 30 augustus 2005.

 

2. De procedure in hoger beroep
Opposant is van de beslissing van 30 augustus 2005 in beroep gekomen bij beroepschrift van 4 oktober 2005, bij de Commissie van Beroep binnengekomen op 7 oktober 2005. De Commissie van Beroep heeft het beroep behandeld tijdens haar zitting van 12 december 2005, alwaar is verschenen mevrouw mr. S. Hoogenbosch, werkzaam bij de afdeling Juridische Zaken van Opposant. Klager in eerste aanleg, de heer L. Biemans, heeft op een verzoek alsnog te reageren op het beroepschrift van Opposant niet gereageerd en was eveneens niet bij de zitting aanwezig. De Commissie van Beroep heeft acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben, waaronder het dossier van de Klachtencommissie, evenals op het behandelde ter zitting.

 

3. De gronden voor het hoger beroep
Tegen de uitspraak van de Klachtencommissie voert Opposant in het beroepschrift en tijdens de behandeling ter zitting de volgende, enigszins verkorte, gronden aan. Het volledige beroepschrift, als ook het eerdere verweerschrift worden als ingelast beschouwd.

 

•  Opposant is van mening dat, nu de Klachtencommissie besloten heeft advies in te winnen bij de Wetenschapscommissie van het NICAM over de interpretatie van de vraag over ‘ernstige verwondingen’ op het classificatieformulier 1.2, zij impliciet aangeeft dat er onduidelijkheid bestaat over de term ‘ernstige verwondingen’. Dit blijkt eveneens uit een e-mail bericht van het NICAM d.d. 14 juli 2005, een dag na de mondelinge behandeling bij de Klachtencommissie, waarin staat dat de Klachtencommissie meent dat er in casu een advies van de Wetenschapscommissie nodig is, omdat hier sprake is van een principiële kwestie, namelijk of de beelden die getoond worden in de Aflevering onder ‘ernstige verwondingen’ vallen. Hieruit trekt Opposant de conclusie dat de Wetenschapscommissie naast een adviserende rol ook een anticiperende rol   heeft en verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van Kijkwijzer. Dit zal moeten leiden tot aanpassing van vraag 3.3.5. (Komen er ernstige  verwondingen voor in de productie?) in het classificatieformulier.

 

• In genoemde e-mail van 14 juli 2005 staat dat de Klachtencommissie vrij is het advies van de Wetenschapscommissie al dan niet te volgen. Volgt de Klachtencommissie het advies niet dan zal de reden daarvan in de uitspraak worden opgenomen, zo meldt de e-mail. Opposant is van mening dat zij in haar belangen is geschaad nu de Klachtencommissie het advies wel heeft opgevolgd maar heeft nagelaten dit goed te motiveren.

 

• Opposant heeft het advies van de Wetenschapscommissie ontvangen op 26 juli 2005 en heeft op 2 augustus 2005 aangegeven dat zij de stap van de Klachtencommissie advies te vragen, onderschrijft omdat dit aangeeft dat niet duidelijk is wat nu wordt bedoeld met de term ‘ernstige verwondingen’. De Wetenschapscommissie stelt in haar advies dat ernstige verwondingen volgens het classificatiesysteem angstwekkend zijn. De voorbeelden die beschreven worden bij deze vraag betreffen ‘niet geheelde’ verwondingen. De Wetenschapscommissie stelt echter dat het feit dat ‘geheelde’ wonden niet genoemd worden dat niet wil zeggen dat deze niet onder ‘ernstige verwondingen’ vallen. Opposant is van mening dat dit te algemeen is gesteld. In deze Aflevering is een man te zien wiens gezicht is aangetast door een bacterie. Maar is een geamputeerd geheeld been dan ook een voorbeeld van een ernstige verwonding? Deze interpretatie heeft tot gevolg dat een zender geen maatschappelijk relevante nieuwsreportages of human interest documentaires, waar minder bedeelde of verminkte mensen in voorkomen, meer kan uitzenden voor 20.00 uur. Opposant vindt dit geen wenselijke ontwikkeling want ook jonge mensen dienen voorzien te worden van dergelijke informatie. Opposant meent op correcte wijze te zijn omgegaan met de classificatie van dit programma. Door niet in beroep te gaan zou Opposant de beslissing van de Klachtencommissie om een verminking gelijk te stellen aan een ernstige verwonding accepteren.

 

• Tot slot geeft Opposant aan de Aflevering waarover is geklaagd inmiddels conform de beslissing van de Klachtencommissie te hebben aangepast. De classificatie 12 op basis van angst staat in de database van het NICAM. Opposant verzoekt de Commissie van Beroep de beslissing van de Klachtencommissie ongegrond te verklaren en te vernietigen, aangezien Opposant op juiste wijze heeft geclassificeerd en niet in strijd met het huidige beleid heeft gehandeld.

 

4. De beoordeling
Ten aanzien van de aangevoerde gronden tot vernietiging van de beslissing van de Klachtencommissie overweegt de Commissie het volgende.

 

• De Commissie van Beroep merkt ten aanzien van de eerste beroepsgrond op dat zij geen uitspraak doet over beleidsaanpassingen binnen het systeem van Kijkwijzer. Zij is alleen bevoegd te toetsen of de Klachtencommissie haar uitspraak correct heeft gedaan.

 

• Ten aanzien van de tweede beroepsgrond is de Commissie van Beroep met Opposant van mening dat de Klachtencommissie heeft nagelaten haar beslissing om het advies van de Wetenschapscommissie wel te volgen, expliciet te motiveren. De door de Klachtencommissie overgenomen conclusie van het advies is echter toegespitst op dit concrete geval: vertoning van een zeer ernstig verminkt, menselijk gezicht in een alledaagse context. Classificatie van dat beeld als een ernstige verwonding in de zin van vraag 3.3.5. van het classificatieformulier is niet onbegrijpelijk of onvoorzienbaar. Dat wil volgens de Commissie van Beroep niet zeggen dat alle verminkingen in audiovisuele producten in de toekomst als ernstige verwonding beschouwd moeten gaan worden. Deze conclusie die door Opposant wordt getrokken, volgt niet uit het advies, noch uit de beslissing van de Klachtencommissie.
 
• Tot slot is de Commissie van Beroep met de Klachtencommissie van mening dat er in deze zaak geen sprake is van verwijtbaar gedrag van Opposant. De steekproef, waar deze Aflevering geen deel van heeft uitgemaakt, is correct uitgevoerd. De Klachtencommissie heeft terecht geen sanctie opgelegd. Bovendien heeft Opposant in haar beroepschrift al aangegeven dat zij de opdracht van de Klachtencommissie de classificatie aan te passen inmiddels heeft uitgevoerd.

 

De Commissie van Beroep, op vorenstaande gronden beslissende: bekrachtigt de beslissing van de Klachtencommissie van het NICAM van 30 augustus 2005, met verbetering van gronden.


Alle leeftijden

Het leeftijdsadvies Alle leeftijden (AL) geeft aan dat een film, serie of televisieprogramma géén schadelijke beelden bevat.

Lees meer

Mogelijk schadelijk tot 6 jaar

Voor kinderen jonger dan 6 kan het schadelijk zijn om beelden te zien van geweld, enge dieren of fantasiefiguren (zoals monsters en heksen) of van verwondingen. Kinderen onder de 6 hebben nog veel moeite om het verschil tussen ‘echt’ en ‘nep’ te zien.

Lees meer

Mogelijk schadelijk tot 9 jaar

Voor kinderen jonger dan 9 kan het schadelijk zijn om griezelige beelden te zien, geweld tegen kinderen of dieren, of slachtoffers van bijvoorbeeld een ramp of oorlog.

Lees meer

Mogelijk schadelijk tot 12 jaar

Beelden van hard geweld, bloederige wonden, lijken, mensen of dieren die doodsbang zijn, of beelden van alcohol/drugs, discriminatie of seks kunnen schadelijk zijn voor kinderen jonger dan 12.

Lees meer

Mogelijk schadelijk tot 14 jaar

Beelden van gevaarlijk gedrag (zoals stunts en challenges) kunnen schadelijk zijn voor jongeren onder de 14. Ook horrorfilms (zowel realistische als onrealistische) zijn mogelijk schadelijk.

Lees meer

Mogelijk schadelijk tot 16 jaar

Beelden van heftig geweld, horror, (expliciete) seks en verheerlijking van alcohol en drugs kunnen schadelijk zijn voor pubers van rond de 16. Ze zijn op zoek naar hun eigen grenzen, en naar spanning en sensatie. De invloed van hun leeftijdsgenoten is groot.

Lees meer

Mogelijk schadelijk tot 18 jaar

Het leeftijdsadvies 18 jaar geeft aan welke films en programma’s echt alléén voor volwassenen zijn.

Lees meer

Geweld

Er kunnen allerlei soorten geweld voorkomen in producties. Van slaan en schoppen tot schieten, martelen of seksueel geweld. De algemene regel is: hoe heftiger het geweld, hoe hoger de leeftijd. Ook wordt er gekeken naar hoe hard en hoe écht het geweld is, en of er bloed te zien is.

Lees meer

Angst

In de categorie angst kun je verschillende dingen tegenkomen: van verwondingen en lijken tot dierenleed, griezelige geluiden en horror. Maar ook aangrijpende beelden van zelfdoding of zelfbeschadiging. Net zoals bij geweld geldt: hoe echter en duidelijker iets in beeld komt, hoe hoger de leeftijd.

Lees meer

Seks

Het zien van seks kan jongeren, die hun (seksuele) identiteit aan het ontwikkelen zijn, een verkeerd beeld geven van wat 'normaal' is. Hoe ver een seksuele handeling gaat, en hoe vaak en duidelijk het in beeld komt, bepaalt het uiteindelijke leeftijdsadvies.

Lees meer

Grof taalgebruik

Grof taalgebruik gaat over grove woorden, schuttingtaal, schelden of vloeken. Kinderen kunnen hier een voorbeeld aan nemen en het nadoen of overnemen.

Lees meer

Discriminatie

Discriminatie is elke uitspraak of uitdrukking die bepaalde (groepen) mensen als ‘minder’ afschildert, bijvoorbeeld op basis van huidskleur, religie, seksuele geaardheid, geslacht of gender, nationaliteit, etc. Als dit in een productie voorkomt en de discriminerende uitspraak of actie wordt niet direct afgekeurd of afgestraft, dan wordt het pictogram voor discriminatie getoond.

Lees meer

Roken, alcohol en drugs

Als in een film of serie wordt gerookt, veel alcohol wordt gedronken of drugs worden gebruikt, dan krijgt het een Kijkwijzer symbool voor roken, alcohol en drugs. Jongeren kunnen het als iets normaals gaan zien, of zelfs als iets om uit te proberen.

Lees meer

Gevaarlijke challenges of stunts

Het pictogram voor gevaarlijk gedrag geeft aan dat er gevaarlijke challenges of stunts voorkomen.

Lees meer

Geweld

De game bevat geweld. In spellen met PEGI 7 gaat het om niet-realistisch of niet-expliciet geweld. Games in de leeftijdscategorie PEGI 12 kunnen realistisch geweld bevatten tegen fantasiepersonages, en niet-realistisch geweld tegen menselijke personages. In games met een PEGI 16 of PEGI 18 zit steeds realistischer geweld, vaak met bloed.

Angst

Dit pictogram komt voor bij spellen met een PEGI 7-advies als ze beelden of geluiden bevatten die angstaanjagend kunnen zijn voor jongere kinderen. Als er wat heftigere horroreffecten voorkomen leidt dit tot een PEGI 12 of PEGI 16.

Seks

Als dit pictogram voorkomt bij een spel met een PEGI 12-advies, kunnen personages seksueel getinte opmerkingen maken of uitdagend poseren. Bij een PEGI 16 game kan er sprake zijn van erotisch naakt of seks (waarbij geslachtsdelen niet zichtbaar zijn). Bij PEGI 18 wijst dit pictogram op expliciete seksuele activiteit. Aan beelden van niet-seksueel naakt hangt géén leeftijdsadvies.

Drugs

De game toont of verwijst naar het gebruik van illegale drugs, alcohol of tabak. Games met dit inhoudspictogram krijgen altijd het leeftijdsadvies PEGI 16 of PEGI 18.

Discriminatie

Als dit pictogram voorkomt, bevat een spel etnische, religieuze, nationalistische of andere stereotypes die aanzetten tot haat. Dit soort inhoud krijgt altijd een PEGI 18-classificatie en is in veel gevallen strafbaar.

Grof taalgebruik

Een game met dit pictogram bevat grof taalgebruik. In tegenstelling tot Kijkwijzer, waarbij grof taalgebruik niet tot een bepaalde leeftijd leidt, zorgt het bij PEGI voor een PEGI 12, PEGI 16 of PEGI 18. 

PEGI 3

PEGI 3 games zijn geschikt voor alle leeftijden. Een héél milde vorm van geweld kan voorkomen. De game bevat geen geluiden of beelden die jonge kinderen bang kunnen maken. Er is geen grof taalgebruik te horen of te lezen.

PEGI 7

Games met beelden of geluiden die angstaanjagend kunnen zijn voor jongere kinderen, vallen in deze categorie. Een heel milde vorm van geweld (niet-realistisch geweld, zonder al te veel details) kan voorkomen in een game met een PEGI 7 advies.

PEGI 12

Games met iets explicieter geweld tegen fantasiepersonages, of met niet-realistisch geweld tegen menselijke personages, krijgen een PEGI 12 advies. Er kunnen wat scheldwoorden in zitten, of een beetje schunnige opmerkingen. Er komt geen seks in voor.

PEGI 16

Games krijgen een PEGI 16 advies als er geweld voorkomt dat er realistisch uitziet. Een personage reageert dan zoals iemand in het echt ook zou reageren op geweld. Ook kan er grof taalgebruik voorkomen, of seks, of het gebruik van alcohol, drugs en tabak.

PEGI 18

PEGI 18 wordt gebruikt wanneer het gaat om grof geweld, zinloos geweld, of geweld tegen weerloze personages (zoals kinderen of gijzelaars). De verheerlijking van illegaal drugsgebruik, gesimuleerd gokken, en expliciete seksuele activiteit leiden ook tot PEGI 18.

Gokken

De game bevat elementen die gokken aanmoedigen en aanleren. Het gaat hierbij om kansspelen die normaal gesproken voorkomen in casino's of speelzalen. Een aantal oudere spellen hebben dit pictogram in combinatie met een PEGI 12 of PEGI 16, maar sinds 2020 krijgen nieuwe spellen met dit soort inhoud altijd PEGI 18.

In-game aankopen

De game biedt spelers de mogelijkheid om digitale spullen of diensten te kopen met echt geld. Denk hierbij aan bonus levels of kleding voor je personage, maar ook aan virtuele munten of het uitschakelen van advertenties. 

Selecteer een taal